NL8402995A - Filtreerinrichting. - Google Patents

Description

* 843113/Rey/cd

Korte aanduiding: Filtreerinrichting-

Door Aanvraagster worden als uitvinders genoemd:

Dietmar Anders te Hannover, Bondsrepubliek Duitsland en Georg Reisswig te Equord, Bondsrepubliek Duitsland.

De uitvinding heeft betrekking op een filtreerinrichting voor het uit thermoplastische materialen uitfilteren van vaste stofdeeltjes of voor het scheiden van mengsels, vloeistof en vaste stof volgens het type zoals beschreven in de aanhef van 5 de eerste conclusie.

Uit DE-OS 24 07 663 is een filtreerinrichting van het bovengenoemde type bekend, welke inrichting een als een holle cilinder uitgevoerd roterend zeeflichaam heeft met aan de omtrek in rij.en boven elkaar aangebrachte filterboorgaten.

10 Aan de filterboorgaten zijn terugspoelboorgaten toege voegd in het, het draaiende zeeflichaam omsluitende holle cilindrische huis.

De terugspoelboorgaten worden door een draaibaar, cilindrisch ventiel,;-met hierin.aangehfeacht© dwarsboorgaten, na 15 elkaar geopend, wanneer de dwarsboorgaten in het cilindrische ventiel bij het verder draaien een lijnvormig kanaal vormen met het betreffende terugspoelboorgat.

Materiaal uit het inwendige van het holle cilindrische zeeflichaam perst dan tengevolge van de drukval van ongeveer 20 250 bar voor het zeeflichaam tot 180 bar in het zeeflichaam de aan de buitenkant van de zeefcilinder hechtende vaste stofdeeltjes terug door de terugspoelopeningen en de van tijd tot tijd daarmee in verbinding staande dwarsboorgaten van het cilindrische ventiellichaam in de vrije ruimte.

25 Een dergelijke filtreerinrichting is om de volgende reden niet bruikbaar gebleken.

Door het verdraaien van het de dwarsboorgaten bevattende cilindrische ventiellichaam voor de openingen van de terug-^spoelkanalen komen de kleine vaste stofdeeltjes in de passing 30 tussen het cilindrische lichaam en het huis, waardoor na zeer korte tijd een verder draaien van het ventiellichaam onmogelijk wordt gemaakt, zodat de terugspoelopeningen niet meer kunnen worden geopend en geen terugspoelen kan worden uitgevoerd.

8402995 ' ί· , η - -2-

Slechts door een demontage van de gehele filtreerinrichting wordt de goede werking weer verkregen.

Een volgend nadeel is dat x grotere vastestofdeeltjes gemakkelijk in de terugspoelboorgaten respektievelijk de dwars-5 boorgaten in het cilindrische ventiellichaam verstoppen. In het bijzonder is het gevaar aanwezig dat bij het verder draaien van het cilindrische ventiellichaam vastestofdeeltjes als een dunne laag gedeeltelijk mee worden gezogen in de passing tussen het huis en het ventiellichaam en hierdoor direkt 10 een blokkering van het cilindrische ventiellichaam veroorzaken.

In het bijzonder is echter gebleken, dat het bijzonder moeilijk is, een als een holle cilinder uitgevoerde fijne zeefmantel zodanig nauwkeurig passend te vervaardigen, dat bij de hoge druk voor het zeefliehaam wordt vermeden, dat 15 ongefilterd materiaal via de wanden van de opneemkamers in de terugspoelkanalen komt. Wanneer dit nadeel niet wordt voorkomen, is het niet meer mógelijk in het inwendige van het als een holle cilinder uitgevoerde zeefliehaam een voldoende druk op te bouwen. De hoge-drukopbouw in het inwendige van heb zeef-2Q lichaam is voor het terugspoelen en reinigen van de, de grote deeltjes opnemende kamers in de buitenste zeefmantel van doorslaggevend belang.

Wanneer door een lekkage een hoge-drukopbouw in het inwendige van het als holle cilinder uitgevoerde zeefliehaam 25 wordt verhinderd, is het terugspoelen niet meer gewaarborgd, zodat de filtreerinrichting. meer en meer dichtslibt en niet meer in staat is te funktioneren.

De uitvinding beoogt een continu werkende filtreerinrichting van het hierboven genoemde type die is voorzien van 30 een als een holle cilinder uitgevoerd, roterend zeefliehaam en van terugspoelopeningen zo te verbeteren, dat de inrichting zonder problemen en zonder storingen funktioneert. In het bijzonder moet worden verzekerd, dat het terugspoelen probleemloos kan worden uitgevoerd, zonder dat er verstoppingen 35 van de terugspoelopeningen kunnen ontstaan door vaste-stof-deeltjes.

Dit oogmerk wordt bereikt door de in de kenmerkende delen van de conclusies weergegeven kenmerken.

Door het sluiten respektievelijk openen van de terug-40 spoelkanalen door middel van een axiaal in de kanalen ver- 8402995 * , J* -3- plaatste zuiger, wordt doelmatig vermeden, dat vaste-stof-deeltjes.zich in de terugspoelopeningen kunnen vastzetten.

Door de vormgeving van de zeeftrommel van de steunzeef en van de fijne zeefmantel die zich conisch vernauwen in de 5 richting van de stroom gesmolten materiaal, wordt bereikt, dat geringe fabrikage-onnauwkeurigheden van deze drie delen worden gecompenseerd, d.w.z. dat de fijne zeefmantel zonder enige speling tegen de steunzeef en de zeeftrommel aanligt. Zodoende wordt elke lekkage tussen de fijne zeefmantel en de 10 steunzeef respektievelijk de zeeftrommel doelmatig vermeden, zodat een voldoende tegendruk door het reeds gefilterde materiaal kan worden opgebouwd. De tegendruk wordt steëds werkzaam, wanneer de in de terugspoelkanalen aangebrachte, terugverplaatste zuigers de terugspoelkanalen openen. Daar steeds 15 slechts ëên terugspoelkanaal wordt geopend, staat de totale druk voor het terugspoelen aan dit kanaal ter beschikking, zodat zeer snel en met hoge druk vaste stofdeeltjes worden teruggespoeld en een goede reiniging van het betreffende zeef-gedeelte optreedt.

2Q Doordat de terugspoelkanalen volgens conclusie 2 een zodanige diameter hebben, dat steeds meerdere boorgaten in het cilindrische zeef lichaam daarboven weglopen, wordt de tegendruk van meerdere boorgaten gebruikt voor het terugspoelen voor het over een groot oppervlak reinigen van de mantel van 25 de fijne zeef. De vaste stoffen worden opgenomen door de vaste stofopneemkamer van de terugspoelkanalen en van tijd tot tijd afgevoerd. Tengevolge van de verdeling van de terugspoelkanalen in een vaste-stofopneemkamer en een zuigerkamer worden ook grote vaste stofdeeltjes zonder moeite opgevangen en afgevoerd 30 zonder dat hierdoor verstoppingen wordt veroorzaakt.

• Teneinde ook bij zeer grote vaste-stofdeeltjes, b.v.

deeltjes aluminiumfolie, geregenereerde kunststof drinkbekers of drukplaten geen storingen in de terugspoelopeningen te verkrijgen, worden de axiaal verplaatste afsluitzuigers uitge-35 voerd zoals beschreven in conclusie 3, met het tegelijkertijd harden van de een snijkant vormende zuigerranden en de hiermee samenwerkende drukring volgens conclusie 4.

Door de vormgeving van de in de sluitrichting wijzende zuigertoppen, zoals beschreven in conclusie 5, wordt bereikt 8402995 -4- i i?> *n< ( dat de zuigertoppen bij het sluiten van het terugspoelkanaal de vaste stofdelen zover weer in de vaste-stofopneemkamer terugdrukken, dat de met een scherpe kant uitgevoerde dieper aangebrachte zuigerranden volledig afdichtend en de aanwezige 5 vaste stofdeeltjes kapot snijdend tegen de drukringen worden geperst, zodat de zuigers niet door vaste stofdeeltjes tussen de zuiger en de wand van het terugspoelkanaal kunnen blokkeren en tegelijkertijd een betrouwbare afdichting tegen het wegstromen van gesmolten materiaal wordt verkregen.

10 Bij de terugspoelkanalen, en wel bij de zuigeropneem- kamer wordt op voordelige wijze het afvoerboorgat aangebracht, om teruggespoelde vaste stofdeeltjes uit de filtreerinrichting te leiden.

Een uitvoeringsvoorbeeld, waartoe de uitvinding niet zal 15 zijn beperkt, is in de tekeningen weergegeven. Hierin tonen: fig. 1 een langsdoorsnede door een filtreerinriühting, fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1.

In een huis 1 is draaibaar en aandrijfbaar een als een holle cilinder uitgevoerd zeeflichaam 2 aangebracht, welk . 20 lichaam 2 via een recht tandwiel 3 wordt aangedreven.

Het zeeflichaam 2-bestaat uit drie delen, de binnenman-tel 5 met een aantal kleine boorgaten 4, een steunzeef 22, een middelste fijne zeefmantel 6 en de buitenste mantel 7 met hierin aangebrachte kamer 8.

25 Bij. de tegenover de materiaalinvoer gelegen zijde van de inrichting zijn de terugspoelkanalen 9 aangebracht in een huis 10.

De terugspoelkanalen 9 bestaan uit-een vaste-stofopneemkamer 9a en een zuigeropneemkamer 9b.

30 in ae zuigeropneemkamers 9b glijden zuigers 11 met hierop aangebrachte zuigerringen 12 als afdichting.

De top van de zuigers bestaat uit een cilindrisch deel 13 en een hierop in de sluitrichting wijzende kegelvormige punt 14.

35 Het cilindrische deel 13 heeft scherpe·, geharde kanten 15, die tegen de geharde drukring 16 kunnen worden gedrukt, zodat eventueel tussen de beide delen aanwezige vaste-stof-deeltjes bij het omhoog bewegen van de zuigers 11 worden af-gesneden.

40 De zuigers 11 kunnen zover worden terugbewogen, dat een 8402995 * ♦ - s -5- af voerkanaal 17 vrijkomt, waardoor de opgehoopte vaste stofdeeltjes naar buiten worden geperst. De streep-puntlijn 18 geeft deze stand van de zuiger aan.

Het met vaste stofdeeltjes, bijvoorbeeld snippers alu-5 miniumfolie, verplaatst en verkleind thermoplastische kunst-stofmateriaal, dat moet worden teruggewonnen, wordt in een voor de filtreerinrichting aangebrachte extrusie-inrichting gesmolten, en komt dan via het toevoerkanaal 19 in de filtreerinrichting.

10 Het gefilterde, thermoplastische materiaal stroomt door het zeef lichaam 2 naar het uitlaatkanaal 20 en wordt vervolgens gevoerd naar een niet weergegeven granulator.

De kamers 8, die door het draaien van het zeeflichaam 2 steeds voor de in rijen onder of naast elkaar aangebrachte 15 terugspoelkanalen 9 komen, worden nadat de zuiger 11 door het terugbewegen het afvoerkanaal 17 heeft geopend, door de druk van het materiaal in het zeeflichaam 2 in de vaste stofopneem-kamer 9a gedrukt en komen naar buiten.

Door de conische, zich in de stromingsrichting van het 20 gesmolten materiaal vernauwende uitvoering van de binnenmantel 5 van het zeeflichaam, van de steunzeef 22, van de fijne zeef-mantel 6 en van de buitenmantel 7 worden de volgende voordelen verkregen. Het zeeflichaam 2 zelf is in zijn geheel cilindrisch, zodat een gemakkelijke draaibaarheid voor de terugspoelkanalen 25 kan worden uitgevoerd door middel van het draaien van de kamers 8, zonder dat behoeft te worden gevreesd voor een scheef kantelen van het zeeflichaam.

Door de zich conisch vernauwende vormgeving van de steunzeef 22 en van de fijne zeef mantel 6 is een gemakkelijk los-30 nemen van de tijd tot tijd te verwisselen fijne zeef mantel 6 van de steunzeef 22 gewaarborgd.

In het bijzonder wordt bereikt, dat de stroom gesmolten materiaal op de fijne zeefmantel 6 een lichte, in de richting van de stroming van het materiaal gerichte druk uitoefent, 35 waardoor wordt verzekerd, dat de fijne zeefmantel 6 zeer nauwkeurig tegen de steunzeef 22 aanligt. Hierdoor worden drukver-liezen veroorzakende lekkages tussen de fijne zeefmantel 6 en de steunzeef 22 doelmatig vermeden.

- Conclusies - 8402995

Claims (6)

1. Filtreerinrichting voor met vaste-stofdeeltjes vermengd thermoplastisch materiaal of mengsels vloeistof en vaste-stof voorzien van een als een holle cilinder uitgevoerd roterend zeeflichaam, bestaande uit een zeeftrommel met een hierop 5 aangebrachte steunzeef, een fijne zeef mantel en een kamers bevattende buitenmantel, met in het het zeeflichaam omgevende huis aangebrachte terugspoelkanalen voor het verwijderen van vaste stofdeeltjes uit de, in de buitenmantel aangebrahhte kamers door een, in het inwendige van het zeeflichaam tengevolge 10 van een drukval verkregen, op de terugspoelkanalen werkende tegendruk van het ma-teriaal, met het kenmerk, dat de terugspoelkanalen (9) afsluitbaar zijn uitgevoerd door axiaal in de kanalen (9) beweegbare zuigers (11), het zeeflichaam (2) cilindrisch is uitgevoerd, en de in het zeeflichaam aanwe- 15 zige steunzeef (22) en de fijne zeefmantel (6) in de stromings-richting van het gesmolten materiaal conisch toelopend zijn uitgevoerd»

2. Filtreerinrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de radiale dwarsdoorsnede (21) van 20 de terugspoelkanalen (9) steeds meerdere boorgaten (4) van het als een holle cilinder uitgevoerde zeeflichaam (5) omsluit.

3. Filtreerinrichting volgens de conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de terugspoelkanalen (9) zijn 'verdeeld in een vaste stofopneemkamer (9$) en een zuigerop- 25 neemkamer (9b) .

4. Filtreerinrichting volgens conclusie 1, me t het kenmerk, dat aan de aan de afsluitzijde met een scherpe kant uitgevoerde randen (15) . van de zuigers (11) conisch versmallende en met de randen (15) van de zuigers afdichtend 30 samenwerkende drukringen (16) zijn toegevoegd.

5. Filtreerinrichting volgens de conclusies 1-5, met hetkenmerk, dat in de afsluitrichting, de toppen van de zuigers zijn uitgevoerd met een cilindrisch, in diameter kleiner dan de diameter van de zuiger gedimensioneerd deel (13), 35 en dat op het cilindrische deel (13) in de afsluitrichting 8402995 * «I ^ -7- een kegelvormig, met de top in de afsluitrichting wijzend deel (14) aansluit.

7. Filtreerinrichting volgens de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de terugspoelkanalen (9) een opzij 5 aangebracht afvoerboorgat (17) hebben voor de vaste stofdeeltjes. 8402995