NL1005778C2 - Werkwijze voor het distribueren van vloeibare brandstoffen, alsmede tankcontainer daarvoor. - Google Patents

Description

t

Werkwijze voor het distribueren van vloeibare brandstoffen, alsmede tankcontainer daarvoor.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 vervoeren van vloeibare bulk, waarbij de vloeibare bulk bij een eerste vulstation is of wordt gelaten in ten minste één intermodale tankcontainer, waarbij de tankcontainer met een of meer keer overladen per combinatie van trein en/of schip en/of vrachtwagen is of wordt vervoerd.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift DE-A-10 4.100.010. Dit Duitse Offenlegungsschrift heeft in het bijzonder betrekking op een systeem voor het laden en lossen van ISO-containerachtige frames met daarin een tank. De in de tank te vervoeren goederen zijn daarbij vloeistoffen, gassen, of poedervormige of korrelige materialen. Dergelijke ISO-containerframes met tank zijn per spoor, schip of over de weg te vervoeren.

15 Verder is uit het Duitse Offenlegungsschrift DE-A-2.900.419 een tankcontainer bekend bestaande uit een ISO-containerframe met daarin een tank. De tankcontainer is in het bijzonder bestemd voor het transporteren van tot stromen in staat zijnd stortgoed. Voor het lossen dient deze tankcontainer op een kopse kant geplaatst te worden. Ook deze tankcontainer kan per schip, per spoor of over de weg worden 20 vervoerd.

Ook het Duitse Offenlegungsschrift DE-A-1.556.756 heeft betrekking op een tankcontainer, welke in dit geval in het bijzonder bestemd is voor stortgoed. Dit Offenlegungsschrift is in het bijzonder gericht op het met stortgoed vullen van de tank en het daaruit lossen van het stortgoed.

25 Voorts wordt opgemerkt dat: uit de Britse octrooiaanvrage GB-A-2.018.587 een tankauto bekend is voor het opslaan en transporteren van chemische substanties, in het bijzonder vloeistoffen of poeders, waarbij door middel van een inert gas het inwendige van de tank inert wordt gemaakt; 30 - uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-3.995.871 een tankwagen bekend is voorzien van een dampretoursysteem, waarbij de tank verder kan zijn onderverdeeld in compartimenten, die elk een andere vloeistof kunnen bevatten en elk een afzonderlijk ontluchtingssysteem kunnen hebben; 1005778 2 uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-3.577.739 een tankwagen bekend is voor het transporteren van in het bijzonder vloeibaar gemaakte gassen, zoals ammoniak en propaan, waarbij de tank is uitgerust met een drukopnemer, een thermometer en een niveaumeter; 5 - uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-4.394.027 een tankwagen bekend is voor brandstoftransport en het met brandstof bevoorraden van vliegtuigen op vliegvelden.

Tot voorheen werden brandstoffen naar de afnemers toe, zoals bijvoorbeeld tankstations, toegedistribueerd middels een tankauto met daarop vast aangebrachte 10 cilindrische tanks. Voor de bevoorrading van de tankauto’s worden afzonderlijke houders gebruikt, die veelal per trein of per schip worden vervoerd. Teneinde de tankauto’s bij te vullen of gewoon te vullen vindt dan een overslag vanuit de ene transporthouder naar de tankauto plaats. Belangrijk nadeel hiervan is dat dit overslaan van de vloeibare brandstof van de transporthouder naar de tank van de tankwagen 15 relatief veel tijd kost en bovendien gepaard gaat met zogenaamde overslagverliezen, welke bij in het bijzonder vluchtige brandstoffen voor een groot deel hun oorsprong vinden in dampvorming daarvan en het verloren gaan van dergelijke dampen. Bovendien is het in de praktijk zeer lastig om geheel uit te sluiten dat vluchtige brandstofbestanddelen in het milieu terechtkomen.

20 De onderhavige uitvinding heeft in het bijzonder tot doel het verschaffen van een werkwijze voor het vervoeren van vloeibare brandstoffen, waarbij voomoemde problemen niet voorkomen.

Uitgaand van op zich bekend intermodaal transport van vloeibare bulk, echter niet zijnde vloeibare brandstoffen, per intermodale tankcontainer, zoals aan het begin 25 is aangegeven, wordt dit doel volgens de uitvinding bereikt doordat de vloeibare bulk één of meer vloeibare brandstoffen omvat, en doordat de tankcontainer per vrachtwagen naar één of meer afnemers wordt vervoerd voor distributie van de vloeibare brandstof.

Overslagverliezen zoals deze gebruikelijk bij het overslaan van de vloeibare 30 bulk vanaf de ene tank naar een andere tank optreden, zijn op deze wijze geheel te vermijden, doordat de gehele transporteenheid met tank en al wordt overgeplaatst vanaf het ene transportmiddel naar het andere transportmiddel. Dit overplaatsen vergt bovendien aanzienlijk minder tijd dan nodig is voor het overladen van bijvoorbeeld 1005778 3 10.000 a 40.000 liter vanaf de ene tank naar een andere tank. Bij toepassing volgens de uitvinding van een tankcontainer zal slechts bij afname of eventueel ook bij de afnemer een overslag plaatsvinden, welke dan bij toepassing van een damp/gas-retour-systeem bovendien op milieu-vriendelijke wijze is te realiseren.

5 Nadat de transporteenheid geheel of gedeeltelijk is geleegd, kan deze volgens de uitvinding op voordelige wijze vanaf de afnemer terug naar een verder vulstation, dat eventueel het eerste vulstation kan zijn, worden gebracht. Bij dit terugbrengen naar een verder vulstation is het eventueel mogelijk om in een verzameldepot een groot aantal transporteenheden te verzamelen om dan een aantal transporteenheden 10 tegelijkheid met één transportmiddel te vervoeren. Zo kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het vervoeren van twee tot vier van dergelijke transporteenheden per vrachtwagen of zelfs aan het met één schip tegelijk vervoeren van 60 a 80 of nog meer transporteenheden tegelijk. Wanneer vervoer per spoor plaatsvindt, zullen bij gebruikelijke treinlengtes ongeveer 60 transporteenheden tegelijk vervoerd kunnen 15 worden. De overslag van transporteenheden van spoor naar schip of wegvoertuig of omgekeerd kan plaatsvinden bij voor ISO-containers al bestaande overslag-terminals of depots. Ook kunnen zogenaamde zelf ladende en lossende schepen gebruikt worden.

Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm zal het eerste en/of verdere 20 vulstation een productie-installatie voor de vloeibare bulk, in het bijzonder een raffinaderij voor de productie van vloeibare brandstoffen), zoals bijvoorbeeld benzine, stookolie, huisbrandolie, zijn. De transporteenheid kan dan direct bij de raffinaderij met het gewenste brandstofproduct of met de gewenste brandstofproducten (in het geval van een gecompartimenteerde tank) worden gevuld. 25 Dit bespaart een keer overslaan, daar de brandstoffen) niet in een tussenhouder hoeft/hoeven te worden opgeslagen. Een transporteenheid volgens de uitvinding laat zich tijdens transport naar de afnemer of eventueel het retourtransport naar een vulplaats met eenvoudige voor het overladen van ISO-containers op zich bekende overslagmiddelen overslaan tussen trein, vrachtwagen of schip onderling of van de 30 ene op de andere eventueel via een tussenstation. Hierbij kan dan worden gedacht aan het overladen van de ene spoorwagon naar de andere spoorwagon, vanaf de ene vrachtwagen naar de andere vrachtwagen, vanaf het ene schip naar het andere schip, vanaf een spoorwagon naar een vrachtwagen, vanaf een vrachtwagen naar een 1005778 4 spoorwagon, vanaf een vrachtwagen naar een schip, vanaf een schip naar een vrachtwagen, vanaf een trein naar een schip en vanaf een schip naar een trein. Het overladen kan daarbij eventueel plaatsvinden via een tussenstation of verzameldepot. In het bijzonder bij grotere afstanden tussen raffinaderij en afnemer worden met de 5 werkwijze volgens de uitvinding twee stappen voor het overslaan van bulk uitgespaard ten opzichte van thans bekende werkwijzen.

Om overladen van vloeibare bulk vanaf een houder naar een andere houder zoveel mogelijk te beperken, is het volgens de uitvinding bovendien voordelig wanneer de transporteenheid bij de afnemer wordt aangesloten op één of meer 10 afname-installaties. Onder een afnemer kan daarbij worden verstaan een tankstation, waarbij de afname-installaties dan de pompen voor benzine of diesel zullen zijn. Maar ook kan onder een afnemer een fabriek worden verstaan, waarbij de afname-installatie dan een installatie zal zijn waarin de vloeibare bulk verder wordt bewerkt, verwerkt of gebruikt. Ingeval van huisbrandolie kan de afnemer ook een consument 15 zijn, waarbij de afname-installatie dan veelal een verwarmingsinstallatie zal zijn.

Volgens de werkwijze volgens de uitvinding kan de tank van de tankcontainer op voordelige wijze twee of meer compartimenten hebben, welke compartimenten dan bij het vulstation met verschillende vloeibare brandstoffen gevuld zijn of worden. Dit heeft dan tot voordeel dat tegelijkertijd verschillende brandstoffen gedistribueerd 20 kunnen worden, hetgeen in het bijzonder bij het distribueren van brandstoffen langs tankstations van voordeel is.

Teneinde het in het milieu terechtkomen van vluchtige bestanddelen te voorkomen, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de bij het van de afneme-installatie afnemen vrijkomende of retour komende dampen naar de tank van de 25 tankcontainer of het respectieve compartiment daarvan worden gevoerd en daarin worden opgeslagen.

Het is bij de werkwijze volgens de uitvinding in het bijzonder voordelig, wanneer de tank van de tankcontainer, in het geval van een gecompartimeerde tank per compartiment, is voorzien van: 30 - een gas/damp-retouraansluiting, welke bij voorkeur is voorzien van een voor wat betreft de doorlaatrichting omschakelbare detonatieklep, en/of een meetinrichting voor het meten van de temperatuur, druk en/of hoeveelheid van de respectieve vloeibare brandstof.

1005778 5

Met het gas/damp-retoursysteem is ontsnappen van vluchtige bestanddelen bij het overslaan bij de afnemer tegen te gaan en de meetinrichting maakt het mogelijk om de brandstof in de tank te blijven bewaken alsmede ook om te zien hoeveel brandstof uit de tank of een compartiment daarvan is afgegeven.

5 Met het oog op de veiligheid is het bij de werkwijze volgens de uitvinding in het bijzonder voordelig wanneer het frame van de tankcontainer is voorzien van een houder die via een leidingstelsel aansluitbaar is op de tank va de tankcontainer of in het geval van een gecompartimenteerde tank op de compartimenten daarvan, en dat zich in de houder een medium bevindt, dat bij de werkdruk waarbij de brandstof of 10 brandstoffen opgeslagen wordt resp. worden: gasvormig is; ten opzichte van de brandstoffen en brandstofdampen inert is, en met de brandstoffen geen ontvlambaar mengsel of een niet-ontvlambaar mengsel vormt, 15 dat de druk van het zich in de houder bevindende medium hoger is dan de werkdruk waarbij de brandstoffen worden opgeslagen, dat zich in het leidingstelsel een éénrichtingsklep of in het geval van een gecompartimenteerde tank per compartiment een éénrichtingsklep bevindt, welke is resp. zijn voorzien van regelmiddelen om bij onderschrijding van de werkdruk in de 20 tank respectievelijk het respectieve compartiment medium vanuit de houder naar de tank respectievelijk het respectieve compartiment door te laten, en dat de werkdruk in de tank respectievelijk het respectieve compartiment hoger is dan de dampspanning van de daarin te vervoeren brandstof. Aldus is te bereiken dat er zich in de tank geen gevaarlijke gasvormige brandstofmengsels kunnen vormen, 25 althans aanwezig kunnen blijven.

De uitvinding heeft verder ook betrekking op een tankcontainer, in het bijzonder geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens de uitvinding, welke tankcontainer omvat een in hoofdzaak cilindrische tank voor opname van vloeibare bulk alsmede een rechthoekig parallellepipedum opspannend frame waarbinnen de 30 tank is aangebracht, welke tankcontainer wordt gekenmerkt doordat de tank twee of meer compartimenten kan omvatten, en dat de tank, in het geval van een gecompartimenteerde tank per compartiment, is voorzien van: 1005778 6 een gas/damp-retouraansluiting, welke bij voorkeur is voorzien van een voor wat betreft de doorlaatrichting omschakelbare detonatieklep, en/of een meetinrichting voor het meten van de temperatuur, druk en/of hoeveelheid van de respectieve vloeibare brandstof.

5 Aldus wordt een intermodale transporteenheid, in het bijzonder een intermodale tankcontainer verkregen, die in het bijzonder geschikt is voor het vervoer van vloeibare brandstoffen.

Door een dergelijke blokvormige frameconstructie rondom de tank te voorzien, wordt het mogelijk om met relatief eenvoudige middelen de tank van het ene 10 transportmiddel over te plaatsen op het andere transportmiddel, waardoor overslagverliezen bij het overhevelen van de vloeibare bulk, in het bijzonder vloeibare brandstof, vanaf de ene tank naar de andere tank worden vermeden. Tengevolge van het blokvormige frame is het bovendien mogelijk om op één transportmiddel een aantal van dergelijke transporteenheden naast en ook op elkaar te 15 plaatsen. Voor de cilindrische tank kan op zich elke uit de stand der techniek bekende tank worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld de tank (het cilindrische houderlichaam) op gebruikelijke tankauto’s voor de bevoorrading van onder meer benzinestations. Het overzetten van een dergelijke transporteenheid met een tankinhoud van bijvoorbeeld 10.000 k 40.000 liter vergt bovendien aanzienlijk minder tijd dan nodig is voor het 20 overpompen van een dergelijk volume van één tank naar een andere tank. Een dergelijke transporteenheid volgens de uitvinding is in het bijzonder voordelig bij of voor vervoer over relatief grote afstanden.

Teneinde het transport van een transporteenheid volgens de uitvinding met op zich gebruikelijke transportmiddelen te vergemakkelijken, is het volgens de uitvinding 25 voordelig wanneer enerzijds: de afmetingen van het frame overeenkomen met die van een zogenaamde ISO-container, volgens bijvoorbeeld ISO-norm 668, welk type container in de scheepvaart en bij het weg- en spoorvervoer veelvuldig wordt toegepast; hierbij kan worden gedacht aan ISO 668 containers van het type IAA, IBB, ICC en 30 ID, welke respectievelijk 40, 30, 20 en 10 feet lang zijn.

en/of anderzijds: op de hoekpunten van het frame hoekelementen, zoals zogenaamde corner castings, zijn voorzien met ten minste twee, elk in een verticaal zijvlak 1005778 7 openende, ogen; voor dergelijke corner casting, zoals die bijvoorbeeld bekend zijn van de hiervoor genoemde ISO-containers, zijn in de stand der techniek vele hiermee tot samenwerking in staat zijnde hulpmiddelen beschikbaar met behulp waarvan de container overgezet kan worden van de ene plaats naar de 5 andere plaats.

Teneinde de veiligheid van een transporteenheid volgens de uitvinding, in het bijzonder bij het vervoer van vloeibare brandstoffen, te verhogen, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer het frame van de tankcontainer is voorzien van een houder die via een leidingstelsel aansluitbaar is op de tank va de tankcontainer of in 10 het geval van een gecompartimenteerde tank op de compartimenten daarvan, en dat zich in de houder een medium bevindt, dat bij de werkdruk waarbij de brandstof of brandstoffen opgeslagen wordt resp. worden: gasvormig is; ten opzichte van de brandstoffen en brandstofdampen inert is, en 15 - met de brandstoffen geen ontvlambaar mengsel of een niet-ontvlambaar mengsel vormt, wanneer de druk van het zich in de houder bevindende medium hoger is dan de werkdruk waarbij de brandstoffen worden opgeslagen, dat zich in het leidingstelsel een éénrichtingsklep of in het geval van een 20 gecompartimenteerde tank per compartiment een éénrichtingsklep bevindt, welke is resp. zijn voorzien van regelmiddelen om bij onderschrijding van de werkdruk in de tank respectievelijk het respectieve compartiment medium vanuit de houder naar de tank respectievelijk het respectieve compartiment door te laten, en wanneer de werkdruk in de tank respectievelijk het respectieve compartiment 25 hoger is dan de dampspanning van de daarin te vervoeren brandstof.

Dit medium kan dan vanuit de houder via de leiding aan de tank worden toegevoerd om in gasvormige toestand de niet door vloeibare brandstof ingenomen zogenaamde vrije ruimte geheel of gedeeltelijk te bezetten/vullen en aldus de in de tank of het compartiment aanwezige hoeveelheid lucht (en inherent daaraan in het 30 bijzonder ook zuurstof) te verminderen. Het zal duidelijk zijn dat op een dergelijke wijze de veiligheid bij het transport van brandstoffen met een transporteenheid volgens de uitvinding aanzienlijk wordt verbeterd. Het zal hierbij verder duidelijk zijn dat onder de term "brandstoffen" in mime zin elk vloeibaar materiaal wordt 1005778 8 verstaan dat licht ontvlambaar tot explosie-gevaarlijk kan zijn bij contact met zuurstof, zoals bijvoorbeeld benzine maar ook diesel, huisbrandolie en stookolie. Voor wat betreft het medium kan daarbij worden gedacht aan onder andere een inert gas (eventueel in vloeibare fase), stikstof en kooldioxide. Kostentechnisch lijkt kool-5 dioxide daarbij een grote voorkeur te verdienen, temeer daar dit zich gemakkelijk gecomprimeerd en in vloeibare vorm in de houder laat opslaan.

Teneinde bij toenemende vrije ruimte (niet door vloeibare brandstof ingenomen ruimte) in de tank of een compartiment daarvan te verzekeren dat deze toenemende vrije ruimte voldoende met medium in gasvormige toestand gevuld wordt, is het 10 volgens de uitvinding voordelig wanneer de druk van het zich in de houder bevindende medium hoger is dan de werkdruk waarbij de brandstof in de tank of het compartiment daarvan wordt opgeslagen (en zal worden of wordt vervoerd), en wanneer zich in de leiding een klep bevindt voorzien van regelmiddelen om bij onderschrij ding van de werkdruk in de tank of het compartiment daarvan medium 15 vanuit de houder naar de tank respectievelijk het compartiment door te laten. Voor wat betreft de regelmiddelen zal het een gemiddeld vakman duidelijk zijn dat hiervoor velerlei uit de stand der techniek bekende regelmiddelen ter beschikking staan.

Teneinde terugstroom vanuit de tank of een compartiment daarvan naar de 20 houder te voorkomen, is de klep een in de richting van de tank respectievelijk het compartiment daarvan doorlatende één-richtingsklep.

Volgens de uitvinding is het in het bijzonder voordelig wanneer de werkdruk in de tank of een compartiment daarvan hoger wordt gekozen dan de dampspanning van de in de tank respectievelijk het compartiment daarvan te vervoeren brandstof. Groot 25 voordeel daarbij is dan dat de aanwezigheid van brandstofdamp in de vrije ruimte van een tank of compartiment daarvan geheel is tegen te gaan, hetgeen de veiligheid van de transporteenheid volgens de uitvinding aanzienlijk verder verhoogt. Mocht eventueel brandstofdamp in die vrije ruimte aanwezig zijn dan zal deze door het toevoeren van gasvormig medium weer in de brandstof neerslaan wanneer de 30 werkdruk de bij de brandstofdamp behorende dampspanning overschrijdt. Vorming van een ontvlambaar mengsel in een tank of compartiment daarvan is dan te verhinderen. De omstandigheid dat zich in de zogenaamde vrije ruimte tijdelijk brandstofdamp bevindt, kan zich bijvoorbeeld voordoen wanneer brandstof vanuit de 1005778 9 tank wordt afgetapt of wanneer de omgevingstemperatuur daalt en daardoor de druk in de tank daalt. Een dergelijke situatie zal zeker in het geval van automatisch werkende regelmiddelen slechts van tijdelijke aard zijn en duren totdat door de toevoer van medium de werkdruk weer bereikt is. In de praktijk blijkt voor dit doel 5 een werkdruk van ongeveer Vi bar hoger dan de dampspanning van de desbetreffende brandstof toereikend te zijn, zonder dat de werkdruk zelf erg hoog wordt (deze zal meestal lager dan 2 bar blijken te zijn).

Op voordelige wijze kan bij de transporteenheid volgens de uitvinding de tank twee of meer, in het bijzonder drie of vier, door telkens een schot gescheiden 10 compartimenten omvatten. Dit kan bijvoorbeeld van groot voordeel zijn bij de bevoorrading van benzinestations. Een eerste compartiment kan dan bijvoorbeeld ongelode benzine bevatten, een tweede compartiment kan dan bijvoorbeeld gelode benzine bevatten, en een derde compartiment kan dan bijvoorbeeld diesel bevatten. Het is dan mogelijk om met één transporteenheid, die bijvoorbeeld op een voor het 15 vervoer van ISO-containers op zich bekende vrachtwagen geplaatst kan zijn, een benzinestation te bevoorraden met zowel ongelode en gelode benzine als diesel. De één of meer schotten kunnen vast maar ook verplaatsbaar zijn aangebracht.

Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm zal de tank zijn voorzien van een vloeistof- afvoer/toevoeraansluiting en in het geval van een gecompartimenteerde 20 tank zal dan bij voorbeeld per compartiment een vloeistof-afvoer/toevoeraansluting zijn voorzien.

Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm zal de tank een gas/damp-retouraansluiting omvatten en in het geval van een gecompartimenteerde tank per compartiment een gas/damp-retouraansluiting. Een dergelijke gas/damp-25 retouraansluiting zal uit veiligheidsoverwegingen bij voorkeur zijn voorzien van een voor wat betreft de doorlaatrichting omschakelbare detonatieklep. Een dergelijke detonatieklep is een soort één-richtingsklep die voorkomt dat bij detonatie elders een terugstroom naar de tank of een compartiment daarvan toe kan plaatsvinden. Door bij een gecompartimenteerde tank per compartiment een aparte vloeistof-30 afvoer/toevoeraansluiting en/of een aparte gas/damp-retouraansluiting te voorzien, wordt voorkomen dat vermenging van het ene vloeibare bulkproduct met het andere vloeibare bulkproduct kan plaatsvinden. Op voordelige wijze kunnen de aansluitingen eventueel zodanig zijn uitgerust dat daarop aan te sluiten verdere aansluitdelen slechts 1005778 10 uniek op de aansluiting behorend bij een bepaald compartiment aansluitbaar zijn. Voor een dergelijke unieke aansluiting zijn velerlei uit de stand der techniek op zich bekende middelen en systemen toepasbaar. De tank volgens de uitvinding zal voor vervoer van brandstoffen zoals benzine, diesel, stookolie of huisbrandolie in het bij-5 zonder zijn ontworpen om een werkdruk van ten minste ongeveer 1 bar, zoals ongeveer 1,6 a 2,1 bar, bijvoorbeeld ongeveer 1,75 bar te kunnen weerstaan. Zo kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een tank die voldoet aan de IMO 102 specificatie, ook wel een IMO type 2 tank genoemd, welke is ontworpen voor een maximaal toelaatbare werkdruk of bedrijfsdruk van maximaal ongeveer 1,75 bar en minimaal 1 10 bar. Voor testdoeleinden teneinde de bedrijfsveiligheid van een dergelijke tank te controleren en periodiek opnieuw te kunnen controleren, zal een dergelijke tank dan in het algemeen een testdruk van bijvoorbeeld 4 bar of eventueel zelfs 5 bar of hoger, afhankelijk van de testeisen, moeten kunnen weerstaan. De testdruk zal vaak zijn gerelateerd aan de te verwachten druk bij een bepaalde verhoogde temperatuur. Zo is 15 de dampspanning van benzine bij ongeveer 50°C ongeveer 3 bar. Een testdruk van 4 bar zal dan vaak voldoende zijn.

Teneinde onder meer tijdig te kunnen waarschuwen tegen het ontstaan van gevaarlijke situaties, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de tank, en in het geval van een gecompartimenteerde tank bij voorkeur per compartiment, is voorzien 20 van een meetinrichting voor het meten van de temperatuur, druk en/of hoeveelheid van de bulk in de tank, respectievelijk het compartiment. Deze waarden kunnen dan door aansluiting van signaalleidingen op een weergave-eenheid worden afgelezen of uitgelezen. Aflezen of uitlezen van de in een compartiment of in een tank aanwezige hoeveelheid bulk heeft bovendien tot voordeel dat bij overschrijding van landsgrenzen 25 de douaneformaliteiten gemakkelijker vervuld kunnen worden. Een dergelijke meetinrichting kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van een zogenaamde dipstick, dat wil zeggen een veelal van bovenaf in de tank gestoken staaf waarop meetapparatuur of meetsensoren zijn bevestigd.

Binnen het kader van de uitvinding wordt onder een intermodale 30 transporteenheid, in het bijzonder een intermodale tankcontainer, verstaan een transporteenheid die op verschillende transportmiddelen toepasbaar is en met verschillende transportmiddelen vervoerbaar is.

1005778 11

Binnen het kader van de uitvinding wordt onder een tankcontainer in het bijzonder verstaan een transporteenheid bestaande uit een rechthoekig, een parallellepipedum opspannend frame, waarbinnen een tank is aangebracht. De uitwendige afmetingen van het frame zullen in het algemeen die van een zogenaamde 5 ISO-container hebben.

In het nuvolgende zal aan de hand van een schematische tekening een voorbeeld worden gegeven van een transporteenheid volgens de uitvinding.

De tekening toont in een figuur een voorbeeld van een transporteenheid 1 bestaande in hoofdzaak uit een frame 2 en een tank 3. Het frame 2 is zodanig 10 uitgevoerd dat het een rechthoekig parallellepipedum opspant of beschrijft. Het frame 2 omvat daartoe vier zich horizontaal uitstrekkende balken 5, vier zich horizontaal uitstrekkende balken 6, en vier zich verticaal uitstrekkende balken 4, die de ribben van een rechthoekig parallellepipedum vormen. Tussen deze balken kunnen eventuele verdere frame-organen zijn aangebracht, zoals bijvoorbeeld de dwarsbalken 7 bij de 15 bodem van de transporteenheid. Op de acht hoekpunten van het rechthoekig parallellepipedumvormige frame zijn hoekelementen 8, in het bijzonder zogenaamde corner castings voorzien. Deze corner castings 8 zijn voorzien van in de verticale vlakken naar buiten toe openende ogen 9 waarin organen van manipulatiemiddelen voor het verplaatsen of fixeren van op zich bekende ISO-containers kunnen aangrij-20 pen. De tank 3 is door middel van schotten 10 en 11 opgedeeld in drie compartimenten. Elk compartiment is voorzien van een eigen ontluchtingsklep 12, waardoorheen bij te hoge inwendige druk dampen en gassen kunnen ontwijken. Voorts is elk compartiment voorzien van een zich in verticale richting uitstrekkende dipstick 13, waarop sensoren voor het meten van de temperatuur, de druk en de vul-25 toestand van elk compartiment zijn voorzien. De dipstick 13 kan bovendien zijn voorzien van een "leegsensor" die aangeeft wanneer de tank leeg is. Elke dipstick 13 kan worden aangesloten op een uitlees- of afleeseenheid om de gemeten grootheden te kunnen aflezen. Eventueel kan elke dipstick 13 zijn voorzien van een signaleringssysteem dat een waarschuwingssignaal afgeeft wanneer zich gevaarlijke 30 omstandigheden dreigen te gaan voordoen of zich voordoen. De dipstick kan verder zijn voorzien van een schakeling die de belading van een tank of container stopt zodra een bepaalde of maximale vullingsgraad van de tank of een compartiment 1005778 12 daarvan bereikt is, of eventueel kan een dergelijke schakeling ook elders zijn voorzien en door de dipstick aangestuurd worden.

Elk compartiment is verder voorzien van op zich niet weergegeven, voor een vakman op zich bekende vloeistof-afvoer/toevoeraansluitingen. Elk compartiment is 5 verder ook voorzien van een op zich niet weergegeven maar voor een gemiddeld vakman eveneens op zich bekend gas/damp-retouraansluiting teneinde bij overladen van vloeistof, in het bijzonder een vluchtige vloeistof, een zogenaamd dampretoursysteem met de andere opslagtank (of opslaghouder) tot stand te kunnen brengen. In het frame 2 is verder een houder 14 voor een medium ondergebracht. 10 Deze houder 14 is via leidingen 15 verbonden met elk compartiment van de tank 3. Elk compartiment is bovendien voorzien van een in de leidingen 15 aangebrachte één-richtingsklep, welke bij onderschrijding van een bepaalde gewenste werkdruk in een compartiment medium vanuit de houder 14 in het compartiment laat stromen. Het medium in de houder 14 zal volgens de uitvinding bij een met betrekking tot de te 15 vervoeren brandstof en damp daarvan inert materiaal zijn, dat bovendien geen ontvlambaar laat staan een explosief mengsel met de gasdamp zal vormen. Volgens de uitvinding zal hierbij bij voorkeur C02 of een ander goedkoop gas, dat zich gemakkelijk tot een vloeistof laat comprimeren, worden toegepast.

Als voorbeelden kunnen de volgende indicatie afmetingen voor een 20 transporteenheid volgens de uitvinding genoemd worden: lengte frame 10 feet (± 3 meter); inhoud tank ca. 12.000 a 15.000 liter; lengte frame 20 feet (± 6 meter); inhoud tank ca. 21.000 a 27.000 liter; lengte frame 30 feet (± 9 meter); inhoud tank ca. 35.000 a 40.000 liter; lengte frame 40 feet (±12 meter); inhoud tank ca. 42.000 a 50.000 liter.

25 De tank zal bij voorkeur van roestvrij of roestvast staal zijn vervaardigd.

Hierdoor wordt een snelle en grondige schoonmaak van de tank door middel van zogenaamde "life steam" mogelijk.

In het nuvolgende zullen ter verduidelijking van de uitvinding nog enkele voorbeelden worden geschetst.

30 1005778 13

Voorbeeld I

Vervoer van vloeibare brandstoffen over grotere afstand (>100 km) volgens de stand der techniek.

De huidige manier van vervoer van vloeibare brandstoffen over grotere afstand 5 is globaal als volgt: bij de raffinaderij wordt de vloeibare brandstof als bulk in een schip geladen, de bulk wordt met het schip vanaf de raffinaderij naar een opslagdepot gebracht en aldaar wordt de bulk vanuit het schip overgebracht in een bij het opslagdepot voorziene opslaghouder. Met behulp van tankwagens wordt de bulk dan vaak in deelhoeveelheden naar een voorraaddepot zoals een benzinestation gebracht. 10 Daartoe wordt een gedeelte van de bulk vanuit de opslaghouder overgeladen in de tankwagen, met de tankwagen naar het voorraaddepot gebracht en daar aangekomen wordt de in de tankwagen aanwezige bulk in een daartoe bij het voorraaddepot voorziene opslaghouder overgeladen. Voor afname door bijvoorbeeld de eindgebruiker wordt de brandstof dan uit de opslaghouder bij het voorraaddepot afgetapt, 15 veelal in kleine deelhoeveelheden.

Voorbeeld II

Vervoer van vloeibare bulk, in het bijzonder vloeibare brandstoffen, overeenkomstig de uitvinding.

20 Met een transporthouder volgens de uitvinding en/of bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de bulk in de tank of een compartiment daarvan van een transporteenheid volgens de uitvinding, ook wel tankcontainer genoemd, geladen en wel bij voorkeur al op de raffinaderij. Vervolgens wordt de transporteenheid of tankcontainer per schip, trein of vrachtwagen of combinatie 25 daarvan naar zijn eindbestemming gebracht. Bij de eindbestemming zal de bulk dan vanuit de tank of compartimenten daarvan in een voorraadhouder worden overgeslagen. De eindbestemming kan bijvoorbeeld een tankstation zijn. Doordat met een transporteenheid en/of met de werkwijze volgens de uitvinding het aantal keren dat de bulk vanuit één houder naar een andere houder overgeslagen moet worden kan 30 worden verminderd, worden enerzijds de daarbij optredende overslagverliezen gereduceerd en is anderzijds in het bijzonder bij toepassing van een gesloten systeem (dat wil zeggen met gas/damp-retour-systeem) de uitstoot van dampen/ gassen in het milieu te verminderen of zelfs geheel te voorkomen.

1005778 14

Voorbeeld III Variant op voorbeeld II.

In plaats van het overslaan van de bulk naar een opslaghouder bij de eindbestemming is het ook mogelijk om de transporteenheid zelf bij de 5 eindbestemming achter te laten en dan als het ware de taak van opslaghouder te doen ovememen. De transporteenheid of tankcontainer kan dan bijvoorbeeld worden gestationeerd in een betonnen bak, welke eventueel in de grond verzonken kan zijn. Deze betonnen bak zal bij voorkeur zijn voorzien van een vloeistofdichte laag, zodat in geval van lekkage geen bodemverontreiniging zal plaatsvinden. Bij een dergelijke 10 uitvoeringsvorm kunnen de bij tankstations gebruikelijke ondergrondse voorraadtanks dan vervallen. Een groot voordeel bij deze uitvoeringsvorm is dat als het ware in één oogopslag is te zien in hoeverre er enige lekkage optreedt. Grondvervuiling is daarmee geheel tegen te gaan, zodat afgravingen van grond en grondreiniging niet meer nodig zijn.

1005778

Claims (17)

1. Werkwijze voor het vervoeren van vloeibare bulk, waarbij de vloeibare bulk bij een eerste vulstation is of wordt geladen in ten minste één intermodale tankcontainer, waarbij de tankcontainer met een of meer keer overladen per 5 combinatie van trein en/of schip en/of vrachtwagen is of wordt vervoerd, met het kenmerk, dat de vloeibare bulk één of meer vloeibare brandstoffen omvat, en dat de tankcontainer per vrachtwagen naar een of meer afnemers wordt vervoerd voor distributie van de vloeibare brandstof.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de een of meer 10 afnemers tankstations zijn.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of conclusie 2, met het kenmerk, dat de tank van de tankcontainer twee of meer compartimenten heeft, en dat de compartimenten bij het vulstation met verschillende vloeibare brandstoffen gevuld zijn of worden.

4. Werkwijze volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het eerste 15 vulstation een raffinaderij voor de produktie van de vloeibare brandstof(/fen) is.

5. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de vloeibare brandstof of brandstoffen bij de een of meer afnemers wordt respectievelijk worden overgeslagen in voorraadhouders.

6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de 20 tankcontainer naar één afnemer wordt vervoerd voor distributie, en dat de tankcontainer bij de ene afnemer van de vrachtwagen afgeladen wordt en op één of meer afname-installaties, zoals pompen voor benzine of diesel, wordt aangesloten.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bij het van de afname-installaties afnemen vrijkomende of retour komende dampen naar de tank van 25 de tankcontainer of het respectieve compartiment daarvan worden gevoerd en daarin worden opgeslagen.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tankcontainer geheel of gedeeltelijk geleegd van de afnemer terug wordt gebracht naar een verder vulstation, dat het eerste vulstation kan zijn.

9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat lege of geleegde tankcontainer tot groepen worden verzameld en vervolgens groepsgewijs, bijvoorbeeld met tien a tachtig, zoals met veertig a zestig, tegelijk naar een verder vulstation, dat het eerste vulstation kan zijn, worden teruggebracht. 1005778

10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tank van de tankcontainer, in het geval van een gecompartimenteerde tank per compartiment, is voorzien van: een gas/damp-retouraansluiting, welke bij voorkeur is voorzien van een voor 5 wat betreft de doorlaatrichting omschakelbare detonatieklep, en/of een meetinrichting voor het meten van de temperatuur, druk en/of hoeveelheid van de respectieve vloeibare brandstof.

11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame van de tankcontainer is voorzien van een houder die via een leidingstelsel 10 aansluitbaar is op de tank van de tankcontainer of in het geval van een gecompartimenteerde tank op de compartimenten daarvan, en dat zich in de houder een medium bevindt, dat bij de werkdruk waarbij de brandstof of brandstoffen opgeslagen wordt respectievelijk worden: gasvormig is; 15. ten opzichte van de brandstoffen en brandstofdampen inert is, en met de brandstoffen geen ontvlambaar mengsel of een niet-ontvlambaar mengsel vormt, dat de druk van het zich in de houder bevindende medium hoger is dan de werkdruk waarbij de brandstoffen worden opgeslagen, dat zich in het ladingstelsel een 20 eenrichtingsklep of in het geval van een gecompartimenteerde tank per compartiment een éénrichtingsklep bevindt, welke is respectievelijk zijn voorzien van regelmiddelen om bij onderschrijding van de werkdruk in de tank respectievelijk het respectieve compartiment medium vanuit de houder naar de tank respectievelijk het respectieve compartiment door te laten, 25 en dat de werkdruk in de tank respectievelijk het respectieve compartiment hoger is dan de dampspanning van de daarin te vervoeren brandstof.

12. Tankcontainer, in het bijzonder geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, welke tankcontainer omvat een in hoofdzaak cilindrische tank voor opname van vloeibare bulk, alsmede een een rechthoekig 30 parallellepipedum opspannend frame waarbinnen de tank is aangebracht, met het kenmerk, dat de tank twee of meer compartimenten kan omvatten, en dat de tank, in het geval van een gecompartimenteerde tank per compartiment, is voorzien van: 1005778 een gas/damp-retouraansluiting, welke bij voorkeur is voorzien van een voor wat betreft de doorlaatrichting omschakelbare detonatieklip, en/of een meetinrichting voor het meten van de temperatuur, druk en/of hoeveelheid van de respectieve vloeibare brandstof.

13. Tankcontainer volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het frame van de tankcontainer is voorzien van een houder die via een leidingstelsel aansluitbaar is op de tank van de tankcontainer of in het geval van een gecompartimenteerde tank op de compartimenten daarvan, en dat zich in de houder een medium bevindt, dat bij de werkdruk waarbij de brandstof of brandstoffen opgeslagen wordt respectievelijk 10 worden: gasvormig is; ten opzichte van de brandstoffen en brandstofdampen inert is, en met de brandstoffen geen ontvlambaar mengsel of een niet-ontvlambaar mengsel vormt, 15 dat de druk van het zich in de houder bevindende medium hoger is dan de werkdruk waarbij de brandstoffen worden opgeslagen, dat zich in het ladingstelsel een eenrichtingsklep of in het geval van een gecompartimenteerde tank per compartiment een éénrichtingsklep bevindt, welke is respectievelijk zijn voorzien van regelmiddelen om bij onderschrijding van de werkdruk in de tank respectievelijk het respectieve 20 compartiment medium vanuit de houder naar de tank respectievelijk het respectieve compartiment door te laten, en dat de werkdruk in de tank respectievelijk het respectieve compartiment hoger is dan de dampspanning van de daarin te vervoeren brandstof.

14. Tankcontainer volgens conclusie 12 of conclusie 13, met het kenmerk, dat 25 de uitwendige afmetingen van het frame overeenkomen met die van een zogenaamde ISO-container bijvoorbeeld volgens de ISO 668 norm.

15. Tankcontainer volgens een der conclusies 12-14, met het kenmerk, dat op de hoekpunten van het frame hoekelementen, zoals zogenaamde corner castings, zijn voorzien met ten minste twee, elk in een verticaal zijvlak openende, ogen.

16. Tankcontainer volgens een der conclusies 12-15, met het kenmerk, dat de tank, bij voorkeur per compartiment, is voorzien van een vloeistof-afvoer/toevoeraansluiting. 1005778

17. Tankcontainer volgens een der conclusies 12-16, met het kenmerk, dat de tank ontworpen is om een werkdruk van ten minste ongeveer 1 bar, zoals ongeveer 1,6 a 2,1 bar, te kunnen weerstaan, zoals bijvoorbeeld een werkdruk van maximaal ongeveer 1,75 bar. 1005778