NL1005328C2 - Sachet met een enkele kamer. - Google Patents

Description

Titel: Sachet met een enkele ‘kamer.

De uitvinding heeft betrekking op een sachet gevuld met een met behulp van een vloeistof te extraheren materiaal zoals thee of koffie, voorzien van een door een dunwandig materiaal gevormde en met het te extraheren materiaal gevulde enkele 5 kamer met twee tegenover elkaar gelegen zijwanden die nabij langsranden van het sachet met elkaar zijn verbonden, waarbij het sachet een eerste en tweede langsrand omvat die tegenover elkaar zijn gelegen, het sachet nabij de eerste langsrand is voorzien van een parallel aan de eerste langsrand lopende 10 eerste expansieplooi en nabij de tweede langsrand is voorzien van een parallel aan de tweede langsrand lopende eerste sealnaad, die de zijwanden met elkaar verbindt.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk sachet, waarbij een 15 langwerpige strook bandvormig materiaal langs een bewerkings-traject wordt getransporteerd en waarbij in het bewerkings-traject het bandmateriaal in ongeveer twee gelijke delen wordt gevouwen langs een zich in de lengterichting van het bandmateriaal uitstrekkende vouwnaad.

20 Een dergelijk sachet en werkwijze zijn bekend uit de

Europese octrooiaanvrage 0 148 153. Een dergelijk sachet heeft als voordeel dat deze met hoge snelheid kan worden vervaardigd. De meeste sachets zijn immers voorzien van twee van elkaar gescheiden kamers, hetgeen impliceert dat bij de 25 vervaardiging van dergelijke sachets vertragende en versnellende bewegingen dienen te worden uitgevoerd bij het bandvormige materiaal waarvan de sachets worden vervaardigd.

Een nadeel van het in de Europese octrooiaanvrage 0 148 153 omschreven één-kamer-omvattende sachet is, dat de 30 extractie van de inhoud van het sachet, bij de bereiding van een voor consumptie geschikte drank, relatief langzaam plaatsvindt.

De uitvinding beoogt een oplossing voor het hiervoor genoemde probleem te bieden.

1005328 2

Volgens een eerste aspect van de uitvinding is het sachet gekenmerkt in dat deze verder is voorzien van een parallel aan de tweede langsrand lopende en nabij de tweede langsrand gelegen tweede expansieplooi. Deze tweede expansieplooi heeft 5 tot gevolg dat het volume van het sachet aanzienlijk toe kan nemen wanneer het sachet in een hete vloeistof wordt gedompeld. Het zich in de kamer bevindende te extraheren materiaal kan hierbij royaal expanderen. Tijdens de expansie verschaffen de beide expansieplooien de vereiste volumever-10 groting van het sachet. De uitvinding breekt hiermee met het vooroordeel dat sealnaden niet in de nabijheid van expansieplooien kunnen worden aangebracht. Het bekende rechthoekige sachet met de enkele kamer omvat drie sealnaden, zodat slechts een van de langranden is voorzien van een expansieplooi.

15 De Britse octrooiaanvrage 2 053 668 omschrijft eveneens een sachet dat is voorzien van een enkele kamer. Het sachet is hierbij vervaardigd van een bandvormig materiaal waarvan tegenover elkaar gelegen langsranden met elkaar worden verbonden, zodat een kokervormig geheel met twee open einden 20 wordt verkregen. Eén open einde wordt vervolgens dichtgeseald. Bovendien worden twee expansieplooien aangebracht die tegenover elkaar zijn gelegen en zich in de lengterichting van het kokervormige deel uitstrekken. De eerste sealnaad strekt zich parallel tussen deze expansieplooien uit. Vervolgens kan het 25 geheel worden gevuld met het te extraheren product, waarna het tweede open einde kan worden dichtgeseald. Het is derhalve uit de Britse octrooiaanvrage 2 053 668 niet bekend dat een van de expansieplooien nabij en parallel aan een sealnaad loopt. Hiermee hangt dan samen dat een dergelijk sachet niet met hoge 30 snelheid kan worden vervaardigd. Voor het uitvoeren van de diverse bewerkingen aan het bandvormige materiaal ter verkrijging van het sachet volgens de Britse octrooiaanvrage 2 053 668, dient het bandvormige materiaal op verschillende plaatsen langs het bewerkingstraject te worden versneld en 35 vertraagd. Bij het zakje volgens de Britse octrooiaanvrage 2 053 668 moet deze via de korte zijde worden gevuld. Dit betekent dat het zakje 90° gedraaid moet worden na het vormen 1005328 3 van het zakje. Het draaien van het zakje houdt een tijdrovende discontinue beweging in.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding, dat eveneens een oplossing verschaft voor het probleem van de relatief 5 lange tijd die benodigd is voor het extraheren van de inhoud van het genoemde bekende sachet, is het sachet volgens de uitvinding gekenmerkt in dat de expansieplooi een twee benen omvattende V-vormige dwarsdoorsnede heeft, waarbij de lengte van elk van de benen groter is dan een vierde van de afstand 10 tussen de eerste en de tweede langsrand.

Doordat de benen van de expansieplooi groter zijn dan een vierde van de afstand tussen de eerste en tweede langsrand wordt bereikt dat wanneer in gebruik het sachet in een vloeistof wordt gedompeld de expansieplooi een relatief grote 15 volumevergroting van de kamer van het sachet kan verschaffen. Bij voorkeur is de lengte van elk der benen ongeveer gelijk aan de helft van de afstand tussen de eerste en tweede langsrand. Enerzijds verschaft een dergelijk sachet een relatief grote volumevergroting van de kamer bij het 20 extraheren en anderzijds heeft een dergelijk sachet het voordeel dat in geëxpandeerde toestand een sachet wordt verkregen met een min of meer driehoekige dwarsdoorsnede, hetgeen esthetisch als bijzonder aantrekkelijk wordt ervaren.

Een werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen 25 van dergelijke sachets heeft als kenmerk dat in het bewer-kingstraject voorts de volgende stappen worden uitgevoerd: 1. in het bandvormig materiaal wordt een expansieplooi aangebracht die parallel loopt aan de vouwnaad en die zich nabij de vouwnaad bevindt; 30 2. het bandmateriaal wordt voorzien van op gelijke afstand van elkaar gelegen paren sealnaden die loodrecht zijn gericht op de vouwnaad en die de gevouwen delen met elkaar verbindt, zodat tussen twee naburige sealnaden een aan een zijde open kamer wordt gevormd; 35 3. de gevormde kamers worden gevuld met een te extraheren materiaal; 4. de gevulde kamers worden dichtgeseald; en 1005328 4 5. de gevulde kamers van elkaar worden gescheiden.

*

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:

Figuur 1 een zijaanzicht van een eerste en tweede uitvoe-5 ringsvorm van een sachet volgens de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van het sachet volgens figuur 1; figuur 3 een dwarsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van het sachet volgens figuur 1; 10 figuur 4 een zijaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een sachet volgens de uitvinding; figuur 5 een dwarsdoorsnede van het sachet volgens figuur 4; figuur 6 een dwarsdoorsnede van het sachet volgens figuur 15 4 wanneer het sachet zich in een geëxpandeerde toestand bevindt; figuur 7.0 schematisch een werkwijze voor het vervaardigen van een sachet; figuur 7.1 een dwarsdoorsnede van een bandvormig materi-20 aal na bewerkingsstap I van figuur 7.0; figuur 7.2 een dwarsdoorsnede van een bandvormig materiaal na bewerkingsstap II van figuur 7.0; figuur 7.3 een dwarsdoorsnede van een bandvormig materiaal na bewerkingsstap III van figuur 7.0; en 25 figuur 7.4 een dwarsdoorsnede van een bandvormig materi aal na bewerkingsstap VI van figuur 7.0

In figuur 1 is mee verwijzingsnummer 1 een sachec volgens de uitvinding aangeduid. Het sachet is in dit voorbeeld gevuld met een met behulp van vloeistof te extraheren of op te lossen 30 materiaal, in dit geval thee. Het sachet is vervaardigd van een dunwandig materiaal zoals filtreerpapier. Het sachet omvat twee tegenover elkaar gelegen zijwanden 4, 6, die nabij langs-randen 8, 10, 12, 14 van het sachet met elkaar zijn verbonden. Het sachet is nabij de eerste langsrand 8 voorzien van een 35 parallel aan de eerste langsrand 8 lopende eerste expansie-plooi 16. Voorts is het sachet nabij de tweede langsrand 10 voorzien van een eerste sealnaad 18. De sealnaad 18 verbindt 1005328 5 in dit geval aan de bovenzijde van het sachet de langsranden van de zijwanden 4 en 6 met elkaar. Genoemde verbinding is in dit voorbeeld met behulp van "heat sealen" tot stand gebracht.

De zijwanden 4 en β zijn nabij hun derde langsrand 12 en 5 hun vierde langsrand 14 eveneens met behulp van respectievelijk een tweede sealnaad 20 en een derde sealnaad 22 met elkaar verbonden.

Het sachet is verder voorzien van een parallel aan de tweede langsrand 10 lopende en nabij de tweede langsrand 10 10 gelegen tweede expansieplooi 24.

De tweede expansieplooi 24 heeft een V-vormige dwarsdoorsnede (zie figuur 2) met een eerste been 26 en een tweede been 28 die in een naar de binnenzijde 20 van het sachet gerichte richting naar elkaar toelopen. De eerste sealnaad 18 bevindt 15 zich in het eerste been 26.

Volgens een mogelijk nadere uitwerking (zie figuur 2) is het eerste been langer dan het tweede been waarbij de eerste sealnaad 18 zich buiten de door de beide benen ingesloten ruimte 32 bevindt.

20 Wanneer het sachet (volgens figuren 1 en 2) in heet water wordt gedompeld, zal de thee 2 gaan expanderen. Ten .gevolge van deze expansie zullen de eerste expansieplooi 16 en de tweede expansieplooi 24 expanderen. Met andere woorden, de door de benen van de expansieplooien ingesloten hoek zal toe-25 nemen. Door de aanwezigheid van twee expansieplooien is bewerkstelligd dat het volume van de kamer van het sachet voldoende toe kan nemen, opdat een snelle en efficiënte extractie van de thee mogelijk is.

Doordat de eerste sealnaad zich buiten de door de beide 30 benen 26, 28 ingesloten ruimte 32 bevindt, kan tijdens het productieproces de eerste sealnaad gemakkelijk door middel van "heat sealen" worden aangebracht. Hierbij is niet het risico aanwezig dat door het "heat sealen" de genoemde benen 26, 28 eveneens aan elkaar worden geseald.

35 Een ander voordeel van het sachet volgens figuren 1 en 2 is dat deze bijzonder snel kan worden vervaardigd. Dit zal 1005328 6 later aan de hand van de figuren 7.0-7.6 nader uiteen worden gezet.

De figuren 1 en 3 tonen een alternatieve nadere uitwerking van het sachet volgens de uitvinding. Het kenmerkende 5 verschil met figuur 2 is dat de benen 26 en 28 ongeveer even lang zijn. Het sachet is derhalve symmetrisch uitgevoerd, hetgeen een esthetisch voordeel kan zijn. De eerste sealnaad ligt thans echter onvermijdelijk binnen de door de benen 26 en 28 ingesloten ruimte 32. Dit brengt met zich dat het 10 aanbrengen van deze sealnaad tijdens het productieproces mogelijk meer geconpliceerd is dan de sealnaad van het sachet volgens figuur 2. Om te bewerkstelligen dat tijdens het "heat sealen" de benen 26 en 28 niet met elkaar worden verbonden, kan bij het "heat sealen" slechts het eerste been 26 tegen de 15 zijwand 4 aan worden gedrukt. Dit impliceert dat een sealbekken in de ruimte 32 dient te worden gemanipuleerd. Het is echter eveneens mogelijk de genoemde sealnaad aan te brengen met behulp van vooraf aangebrachte lijm. De lijm kan dan bijvoorbeeld op het eerste been 26 en/of op de zijwand 24 20 zijn aangebracht. Wanneer vervolgens de zijwand 4 en de zijwand 6 nabij de tweede langsrand 10 naar elkaar toe worden gedrukt, eventueel onder verwarming, zal uitsluitend de gewenste eerste sealnaad worden aangebracht. Volgens een alternatieve methode wordt gebruik gemaakt van eenzijdig 25 sealbaar papier. Hierbij worden beide benen 26, 28 tussen een sealbekken ingeklemd. Hiermee wordt bereikt dac de beide benen na het sealen weer los van elkaar komen en op deze manier een symmetrisch zakje ontstaat.

Figuren 4 en 5 tonen een alternatieve uitvoeringsvorm van 30 het sachet volgens de uitvinding. Hierbij zijn met de figuren 1-6 overeenkomende onderdelen van dezelfde referentienummers voorzien. In tegenstelling tot wat bij het sachet volgens de figuren 1-3 het geval is, is het sachet volgens figuur 4 nabij de tweede langsrand 10 niet voorzien van een tweede expansie-35 plooi 24. Wel omvat het sachet de eerste expansieplooi 16. De eerste expansieplooi 16 heeft een twee benen 34, 36 omvattende V-vormige dwarsdoorsnede. De lengte van elk van deze benen is 100532« 7 groter dan een vierde van de afstand Li tussen de eerste langsrand 8 en de tweede langsrand 10. In dit voorbeeld hebben de benen 34 en 36 ongeveer een gelijke lengte Lo. Doordat de lengte Lo groter is dan een kwart van de lengte Li wordt 5 bereikt dat de eerste expansieplooi, wanneer deze wordt opengevouwen, een relatief grote volume vergroting van de inhoud van het sachet bewerkstelligt. Dit betekent dat in gebruik de inhoud van het sachet op zeer snelle en efficiënte wijze kan worden geëxtraheerd.

10 Bij voorkeur is de lengte Lo van elk der benen 34, 36 ongeveer gelijk aan de helft van de afstand Li tussen de eerste langsrand 8 en de tweede langsrand 10. Wanneer de inhoud van het sachet expandeert, zal een dwarsdoorsnede van het sachet de vorm aannemen zoals in figuur 6 is getoond. Dit 15 betekent in eerste instantie een optimale volumevergroting van de inhoud van het sachet. In tweede instantie heeft de dwarsdoorsnede van figuur 6 een in hoofdzaak driehoekige vorm. Dit wordt als esthetisch voordelig ervaren.

In ongebruikte toestand lopen de beide benen 34, 36 20 echter nagenoeg parallel aan elkaar, zoals in figuur 5 te zien is. Het is tevens mogelijk om in ongebruikte toestand de expansieplooi 16 dicht te sealen. Deze seal dient dan echter dermate zwak te zijn dat deze in gebruik, ten gevolge van de expanderende thee, wordt losgescheurd.

25 Voor elk van de hiervoor omschreven uitvoeringsvormen van het sachet geldt dat deze nog kunnen zijn voorzien van een koord met een daaraan bevestigd label. Dit koord kan bijvoorbeeld nabij de eerste of tweede langsrand van het sachet worden bevestigd. In geval van het sachet volgens 30 figuur 4 kan eveneens worden overwogen om het koord nabij de langsrand 12 of 14 aan het sachet te bevestigen. Dit in verband met de esthetische vorm van het sachet, zoals getoond in figuur 6.

Aan de hand van de figuren 7.0-7.4 wordt een werkwijze 35 omschreven waarmee de hiervoor besproken sachets kunnen worden vervaardigd. Volgens deze werkwijze wordt een langwerpige strook bandmateriaal 38, zoals bijvoorbeeld filtreerpapier, 10053 3" 8 van een rol 40 afgewikkeld. Het bandmateriaal 38 wordt • vervolgens langs een bewerkingstraject 42 in de richting van de pijl 44 gevoerd. In het bewerkingstraject ondergaat het bandmateriaal diverse behandelingen. In een eerste stap I van 5 het bewerkingstraject wordt het bandmateriaal in ongeveer twee gelijke delen gevouwen langs een zich in de lengterichting van het bandmateriaal uitstrekkende vouwnaad 46 (zie ook figuur 7.1). Deze vouwnaad 46 maakt later deel uit van de eerste langsrand 8 van het sachet. In stap II wordt de eerste 10 expansieplooi 16 in het bandvormig materiaal aangebracht. De expansieplooi 16 loopt parallel aan de vouwnaad 46 en bevindt zich nabij de vouwnaad 46 (figuur 7.2) . Tevens wordt in een stap III de tweede expansieplooi 24 aangebracht nabij de tegenover de vouwnaad 46 gelegen zijde van het gevouwen 15 bandvormig materiaal. Deze tweede expansieplooi strekt zich parallel aan laatstgenoemde zijde uit (figuur 7.3). De stappen I, II en/of III kunnen zowel na elkaar als gelijktijdig met behulp van een hiervoor ingericht gereedschap worden uitgevoerd.

20 In stap IV wordt het bandmateriaal voorzien van op gelijke afstand van elkaar gelegen paren sealnaden 20, 22 die loodrecht op de vouwnaad 46 zijn gericht en die de gevouwen delen 4, 6 met elkaar verbindt, zodat tussen twee naburige sealnaden 20, 22 een aan één zijde open kamer wordt gevormd.

25 In stap V worden de kamers gevuld met een te extraheren materiaal. Vervolgens worden in stap VI “de kamers dichtgeseald om vervolgens in stap VII van elkaar te worden gescheiden, zodat een sachet volgens de figuren 1-3 is verkregen.

Opgemerkt wordt dat het bandvormig materiaal tijdens het 30 uitvoeren van de stappen I-VII in principe niet behoeft te worden vertraagd of versneld. Alle handelingen kunnen worden uitgevoerd wanneer het bandmateriaal 38 met een constante snelheid langs het bewerkingstraject 42 wordt getransporteerd.

Voor het vervaardigen van een sachet volgens de figuren 35 4-6 kan uiteraard bewerkingsstap III worden weggelaten. Ook is het mogelijk dat de bewerkingsstappen I en II in één bewerkingsstap worden gecombineerd. De bewerkingsstap III kan 1005328 9 tevens vooraf aan de bewerkingsstap II worden uitgevoerd. Meer in het bijzonder wordt de bewerkingsstap III na de bewerkingsstap I en voor de bewerkingsstap V uitgevoerd.

Dergelijke varianten worden geacht binnen het kader van 5 de uitvinding te vallen.

1005328

Claims (14)

1. Sachet gevuld met een met behulp van een vloeistof te extraheren materiaal zoals thee of koffie, voorzien van een door een dunwandig materiaal gevormde en met het te extraheren materiaal gevulde enkele kamer met twee tegenover elkaar 5 gelegen zijwanden die nabij langsranden van het sachet met elkaar zijn verbonden, waarbij het sachet een eerste en tweede langsrand omvat die tegenover elkaar zijn gelegen, het sachet nabij de eerste langsrand is voorzien van een parallel aan de eerste langsrand lopende eerste expansieplooi en nabij de 10 tweede langsrand is voorzien van een parallel aan de tweede langsrand lopende eerste sealnaad die de zijwanden met elkaar verbindt, met het kenmerk, dat het sachet verder is voorzien van een parallel aan de tweede langsrand lopende en nabij de tweede langsrand gelegen tweede expansieplooi.

2. Sachet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een tweede expansieplooi een V-vormige dwarsdoorsnede heeft met een eerste en tweede been die in een naar de binnenzijde van het sachet gerichte richting naar elkaar toelopen, waarbij de eerste sealnaad zich in het eerste been bevindt.

3. Sachet volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste en tweede been een gelijke lengte hebben.

4. Sachet volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste been langer is dan het tweede been, waarbij de eerste sealnaad zich buiten de door de beide benen ingesloten ruimte 25 bevindt.

5. Sachet gevuld met een met behulp van een vloeistof te extraheren materiaal zoals thee of koffie, voorzien van een door een dunwandig materiaal gevormde en met het te extraheren materiaal gevulde enkele kamer met twee tegenover elkaar 30 gelegen zijwanden die nabij langsranden van het sachet met elkaar zijn verbonden, waarbij het sachet een eerste en tweede langsrand omvat die tegenover elkaar zijn gelegen en in hoofdzaak parallel aan elkaar zijn gericht, het sachet nabij de eerste langsrand is voorzien van een parallel aan de eerste 35 langsrand lopende expansieplooi en waarbij het sachet nabij de 1005328 tweede langsrand is voorzien van een parallel aan de tweede » langsrand lopende eerste sealnaad, met het kenmerk, dat de expansieplooi een twee benen omvattende V-vormige dwarsdoorsnede heeft, waarbij de lengte van elk van de benen 5 groter is dan een vierde van de afstand tussen de eerste en tweede langsrand.

6. Sachet volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de lengte van elk van de benen ongeveer gelijk is aan de helft van de afstand tussen de eerste en tweede langsrand.

7. Sachet volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat in ongebruikte toestand de beide benen nagenoeg parallel aan elkaar lopen.

8. Sachet volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in ongebruikte toestand de expansieplooi is dichtgeseald.

9. Sachet volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het sachet verder is voorzien van een derde en een vierde langsrand die tegenover elkaar zijn gelegen en in hoofdzaak loodrecht op de eerste en tweede langsrand zijn gericht, waarbij nabij en parallel aan de derde langsrand een 20 tweede sealnaad is aangebracht die de tegenover elkaar gelegen zijwanden met elkaar verbindt en waarbij nabij en parallel aan de vierde langsrand een derde sealnaad is aangebracht die de tegenover elkaar gelegen zijwanden met elkaar verbindt.

10. Sachet volgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat het sachet verder is voorzien van een koord dat nabij de eerste of tweede langsrand aan liet sachet is bevestigd.

11. Sachet volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het dunwandige materiaal bestaat uit eenzijdig 30 sealbaar papier.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een sachet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een langwerpige strook bandmateriaal langs een bewerkingstraject wordt getransporteerd en waarbij in het bewerkings traject het bandmateriaal in 35 ongeveer twee gelijke delen wordt gevouwen langs een zich in de lengterichting van het bandmateriaal uitstrekkende vouw- 1005328 * * naad, met het kenmerk, dat in het bewerkingstraject voorts de volgende stappen worden uitgevoerd: 1. in het bandvormig materiaal wordt een expansieplooi aangebracht die parallel loopt aan de vouwnaad en die 5 zich nabij de vouwnaad bevindt; 2. het bandmateriaal wordt voorzien van op gelijke afstand van elkaar gelegen paren sealnaden die loodrecht zijn gericht op de vouwnaad en die de gevouwen delen met elkaar verbindt, zodat tussen twee naburige sealnaden 10 een aan een zijde open kamer wordt gevormd; 3. de gevormde kamers worden gevuld met een te extraheren materiaal; 4. de gevulde kamers worden dichtgeseald; en 5. de gevulde kamers van elkaar worden gescheiden.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat na stap 1. en voor stap 3. nabij de tegenover de vouwnaad gelegen zijde van het gevouwen bandvormige materiaal een tweede expansieplooi wordt aangebracht die zich parallel aan laatstgenoemde zijde uitstrekt.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de expansieplooien elk een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede hebben. 100532C