NL1005267C2 - Remschijfafdraaisamenstel. - Google Patents

Description

Remschiifafdraaisamenstel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een remschijfaf-draaisamenstel, omvattende een remschijfafdraai-inrichting alsmede een 5 opspaninrichting met twee aan de remklauworen van het voertuig te bevestigen verbindingsdelen, welke anderzijds via bevestigingsopenin-gen aan de remschi jfafdraai-inrichting zijn te bevestigen, waarbij een koppeldeel aangebracht is tussen de verbindingsdelen en zodanig uitgevoerd is, dat de afstand van de bevestigingen voor de remschijfaf-10 draai-inrichting in verschillende posities van de verbindingsdelen in hoofdzaak constant is.

Remschijfafdraai-inrichtingen die een remschijf afdraaien, die zich nog op het voertuig bevindt, worden toegepast om enerzijds tijd te besparen en anderzijds te garanderen dat het remschijfvlak zuiver 15 haaks op de wielas staat. Gebleken is dat bij demonteren van de remschi jf en het vervolgens vlakken daarvan, na het aanbrengen door onvolkomenheden in de pasvlakken tussen de remschijf en de wielnaaf nog steeds slingeren op kunnen treden waardoor trillingen en dergelijke tijdens het remmen veroorzaakt kunnen worden.

20 In de stand der techniek zijn vele soorten remschijfafdraai-in richtingen bekend. Als niet beperkend voorbeeld wordt verwezen naar de Nederlandse octrooiaanvrage 8303014. Een dergelijke remschijfafdraai-inrichting is via verbindingsdelen met de oren waaraan de remklauw of het remzadel bevestigd is, verbonden. Omdat in het algemeen beoogd 25 wordt dergelijke remschijfafdraai-inrichtingen zo universeel mogelijk toe te passen, worden verschillende verbindingsdelen en verschillende hulpstukken om de verbindingsdelen aan te passen met de remschijfaf-draai-inrichting meegeleverd. Dit kunnen vulschijven en allerlei soorten bouten zijn.

30 Het vrije uiteinde van de verbindingsdelen dat met de remschijfaf- draai-inrichting verbonden moet worden, is vaak van schroefdraad voorzien of heeft een opening waardoor een bout gestoken kan worden die in een opening van de remschijfafdraai-inrichting valt. De opening in de remschijfafdraai-inrichting is in een dergelijk geval van schroefdraad 35 voorzien, maar het is ook mogelijk deze als langwerpige sleuf uit te voeren en in dat geval is het verbindingsdeel van schroefdraad voorzien. Door het universele karakter van de verbindingsdelen, d.w.z. dat het mogelijk moet zijn deze onderling in allerlei posities te kunnen 1005267e 2 verdraaien om de beitels van de remschijfafdraai-inrichting in optimale positie te brengen, was het tot nu toe gebruikelijk op elk remza-deloor een dergelijk verbindingsdeel aan te brengen en later deze verbindingsdelen afzonderlijk met de remschijfafdraai-inrichting te 5 verbinden op de hierboven beschreven wijze.

Een dergelijke bevestigingsmethode is echter omslachtig. Immers onder verhoudingsgewijs moeilijke omstandigheden en in een beperkte ruimte (wielkast) dient gewerkt te worden. Bovendien is het gewicht van de remschijfafdraai-inrichting aanzienlijk en moet de monteur de 10 remschijfafdraai-inrichting precies voor de verbindingsdelen positioneren. Indien bovendien vulschijven en dergelijke toegevoegd moeten worden, wordt een dergelijke werkzaamheid bijzonder onaantrekkelijk.

Zoals in het Amerikaanse octrooischrift 4854199 beschreven, en uit de aanhef van conclusie 1 bekend is, is een remschijfafdraaisamenstel 15 bekend, voorzien van verbindingsdelen die in een dwarsgeleiding met behulp van een rondsel/heugelconstructie verplaatsbaar zijn. Daardoor kan in aanpassing aan verschillende afstanden tussen de openingen in de remklauworen voorzien worden. Een dergelijke constructie is bijzonder gecompliceerd en neemt veel ruimte in, waardoor het toepas-20 singsgebied beperkt is. Bovendien ontstaat door een dergelijke constructie speling in de remschijfafdraai-inrichting, hetgeen weer tot trillingen en andere ongewenste effecten leidt, welke uiteindelijk onnauwkeurig afdraaien van de remschijf tot gevolg zullen hebben.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding deze nadelen te 25 vermijden en in een eenvoudige opspaninrichting te voorzien, waarmee bevestiging aan elk soort remschijfafdraai-inrichting op aanzienlijk vereenvoudigde wijze plaats kan vinden.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven opspaninrichting verwezenlijkt doordat die verbindingsdelen zodanig scharnierbaar aan de 30 remschijfafdraai-inrichting zijn te bevestigen, dat de onderlinge afstand van de bevestigingsopeningen aan de betreffende remklauworen aanpasbaar is.

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag de bevestigingspunten aan de remschijfafdraai-inrichting van de verbindingsdelen 35 onderling vast te leggen, d.w.z. indien de gebruiker eenmaal een verbindingsdeel juist ten opzichte van de remschijfinrichting gepositioneerd heeft het andere verbindingsdeel automatisch zich in een zodanige positie bevindt dat bevestiging met de remschijfafdraai-inrichting 1005267* 3 eenvoudig mogelijk is. Door de lengte van het koppeldeel aan te passen kan in aanpassing aan verschillende soorten remschijfafdraai-inrich-tingen voorzien worden. Voor één soort remschijfafdraai-inrichting kan in principe met één koppeldeel volstaan worden. Door gebruik te maken 5 van een scharnierende constructie kan deze bijvoorbeeld met behulp van klembussen of elke andere in de stand der techniek bekende eenvoudige constructie spelingvrij gemaakt worden. Bovendien is een scharnierende constructie eenvoudig uit te voeren en neemt weinig ruimte in.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding be-10 staan de verbindingsdelen elk uit een verbindingsarm, enerzijds voorzien van een opening voor het opnemen van bevestigingsmiddelen ter bevestiging aan het remklauw- of remzadeloor en anderzijds voorzien van een tweede opening voor het opnemen van bevestigingsmiddelen ter bevestiging van de remschijfafdraai-inrichting. Daarbij is het koppel-15 deel tussen die tweede openingen van de twee verbindingsdelen aangebracht. Dat wil zeggen, de afstand tussen de hartlijnen van de bevestigingsmiddelen tussen de verbindingsdelen en de remschijfafdraai-inrichting is constant.

Om in verplaatsing in axiale richting, d.w.z. evenwijdig met de 20 hartlijn van de wielas, te voorzien, is bij voorkeur een verplaatsbare bus aanwezig in de hierboven beschreven openingen aangebracht in de bevestigingsdelen waarbij deze opening dient ter bevestiging van de remschijfafdraai-inrichting.

De bevestigingsmiddelen kunnen alle in de stand der techniek be-25 kende constructies omvatten zoals een bout. Om de positie in axiale richting zoals hierboven beschreven van de bus ten opzichte van de opening vast te leggen, kunnen klemmiddelen voor de bus aangebracht zi jn.

De verbindingsarmen kunnen elke in de stand der techniek gewenste 30 vorm hebben. Bij voorkeur zijn deze echter Z-vormig uitgevoerd. Deze kunnen uitgevoerd zijn om zowel aan te grijpen op het vlak van de remklauworen dat aan de zijde van de remschi jf ligt als op het vlak wat aan de daar tegenoverliggende zijde ligt.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstel bestaande 35 uit enige in de stand der techniek bekende remschijfafdraai-inrichting en de hierboven beschreven opspaninrichting.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij 1005267* 4 tonen:

Fig. 1 in perspectivisch aanzicht een deel van een voorwielophan-ging van een voertuig voorzien van een opspaninrichting volgens de uitvinding en een zeer schematisch slechts gedeeltelijk afgebeelde 5 remschijfafdraai-inrichting; en

Fig. 2 in perspectivisch aanzicht details van de opspaninrichting volgens de uitvinding.

In fig. 1 is met 1 de draagconstructie van een wielophanging van een niet nader afgeheeld voertuig getoond, in dit geval betreft dit 10 een voorwielophanging maar begrepen zal worden dat net zo goed de onderhavige uitvinding toegepast kan worden bij een achterwiel. Met 2 is een remschijf aangegeven die bewerkt moet worden. Om de remschijf zonder demontage te kunnen bewerken, wordt een zogenaamde remschijfaf-draai-inrichting, die zeer schematisch afgebeeld is en aangeduid is 15 met 5, toegepast. Deze remschijfafdraai-inrichting is niet in detail getoond omdat deze elke in de stand der techniek bekende constructie kan omvatten. Deze is via een opspaninrichting 4 verbonden met de remklauworen 3. Immers voor het afdraaien van de remschijf wordt eerst de (niet getoonde) remklauw van de remklauworen 3 verwijderd en wordt 20 daarna de hier getoonde opspaninrichting 4 aangebracht. Deze is door middel van bouten 9 bevestigd. In de hier getoonde uitvoering is de opening 12 (zie fig. 2) voorzien van draad. Een andere uitvoering wordt eveneens beoogd waarbij de opening in de opspaninrichting niet van draad voorzien is omdat het oor 3 voorzien is van schroefdraad.

25 Zoals uit fig. 2 blijkt bestaat de opspaninrichting uit twee ver- bindingsarmen 11. Elke verbindingsarm 11 bestaat uit een eerste deel 20 dat van de opening 12 voorzien is waarin al dan niet schroefdraad aangebracht is. Afhankelijk van de positionering van deel 20 op of onder remklauwoor 3 zal hetzij het ene vlak hetzij het andere vlak 30 bewerkt zijn om zich loodrecht op boutgat 12 uit te strekken. Vanzelfsprekend kunnen ook beide vlakken bewerkt zijn. Verbindingsarm 11 omvat bovendien een tweede deel 21 dat voorzien is van een verhoudingsgewijs grote opening 14 waarin een bus 18 heen en weer geschoven kan worden. De positie van bus 18 ten opzichte van opening 14 kan 35 vastgelegd worden door het hulsvormige deel 15 vast te klemmen met behulp van bouten 17 en klemlippen 16. Het eerste deel 20 en het tweede deel 21 zijn verbonden door een overgangsdeel 22. De lengte van bus 18 en de "hoogte" van deel 22 zijn zodanig dat rekening houdend met de 1 005267"» 5 afstand tussen de remklauworen 3 en de remschijven zoveel mogelijk in een universeel aanpasstuk voorzien is. Bussen 18 zijn aan het kopse vlak vlak afgewerkt en dit vlak is met 19 aangegeven. Dit vlak 19 is in hoofdzaak evenwijdig met het in fig. 2 zichtbare vlak van het eer-5 ste deel 20 of het daar tegenoverliggende vlak van deel 20. Bussen 18 zijn verbonden door een koppeldeel 10. In bussen 18 is een opening aangebracht waardoor zich bouten 13 uitstrekken. Deze bouten 13 dienen ter bevestiging van de niet nader in detail afgebeelde remschijfaf-draai-inrichting 5. Een dergelijke bevestiging kan elke in de stand 10 der techniek bekende constructie omvatten. Deze bouten zijn voorzien van een karteling 23 zodat het eerste aandraaien zonder gereedschap kan plaatsvinden. Voor het vastdraaien kan een binnenzeskant of zes-kantkop aangebracht zijn.

Uit de tekeningen blijkt duidelijk dat de afstand tussen de bussen 15 18 door de aanwezigheid van het koppeldeel 10 onder alle omstandighe den gelijkblijvend zal zijn. Bovendien wordt een stabiel geheel verkregen, d.w.z. dat bij axiale verplaatsing van een bus 18, d.w.z. verplaatsing evenwijdig met de wielas, zal de andere bus 18 bij het opgespannen zijn van beide armen 11, deze axiale verplaatsing in 20 hoofdzaak volgen. Het is thans voor de gebruiker bijzonder eenvoudig na het monteren van delen 20 op de remklauworen de remschijfafdraai-inrichting aan te brengen. Door het draaien van verbindingsarmen 11 ten opzichte van de bussen 18 kan steeds in aanpassing aan de verschillende afstand onderling van de remklauworen voorzien worden. Door 25 verstelling van de positie van de bus 18 ten opzichte van klemhuls 15 kan in verstelling in axiale richting voorzien worden. Al deze handelingen zijn op eenvoudige wijze achtereenvolgend uit te voeren en het is niet langer noodzakelijk dat deze stappen gelijktijdig gerealiseerd worden.

30 Gebleken is dat behalve eenvoudiger in te stellen de hier getoonde constructie veel stijver is dan hetgeen bekend is in de stand der techniek. Dit heeft tot gevolg dat bij het draaien het risico van trillen aanzienlijk verminderd is. Overigens is in de tekening niet aangegeven hoe de remschijf geroteerd wordt, maar dit kan met elk in 35 de stand der techniek bekend middel of door de eigen aandrijving van het voertuig verwezenlijkt worden.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een bepaalde uitvoering van de remschijfafdraai-inrichting beschreven is, dient begre- 1005267- 6 pen te worden dat talrijke varianten mogelijk zijn zonder buiten het bereik van de onderhavige uitvinding te geraken. Alle in de stand der techniek bekende remschijfafdraai-inrichtingen kunnen, eventueel na eenvoudige aanpassing, met behulp van de hierboven beschreven opspan-5 inrichting op bijzonder eenvoudige wijze aan de remklauworen of andere delen van de wielophanging bevestigd worden. Dergelijke varianten zijn voor de vakman voor de hand liggend na het lezen van bovenstaande beschrijving en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

1005267*

Claims (6)

1. Remschijfafdraaisamenstel omvattende een remschijfafdraai-in-richting (5) alsmede een opspaninrichting (4) met twee aan de rem-5 klauworen (3) van het voertuig te bevestigen verbindingsdelen (11, 22), welke anderzijds via bevestigingsopeningen (12) aan de remschijf-afdraai-inrichting zijn te bevestigen, waarbij een koppeldeel (10) aangebracht is tussen de verbindingsdelen en zodanig uitgevoerd is, dat de afstand van de bevestigingen voor de remschijfafdraai-inrich-10 ting in verschillende posities van de verbindingsdelen in hoofdzaak constant is, met het kenmerk, dat die verbindingsdelen (11, 12) zodanig scharnierbaar aan de remschijfafdraai-inrichting (5) zijn te bevestigen, dat de onderlinge afstand van de bevestigingsopeningen (12) aan de betreffende remklauworen (3) aanpasbaar is.

2. Remschijfafdraaisamenstel volgens conclusie 1, waarbij de ver bindingsdelen elk omvatten een verbindingsarm (11) enerzijds voorzien van een eerste opening (12) voor het opnemen van een bevestigingsmiddel (13) ter bevestiging aan een remklauwoor, en aan de andere zijde voorzien van een tweede opening (14) voor het opnemen van een bevesti-20 gingsmiddel ter bevestiging van de remschijfafdraai-inrichting, waarbij dat koppeldeel tussen die tweede openingen (11) werkt.

3. Remschijfafdraaisamenstel volgens conclusie 2, waarbij dat bevestigingsmiddel ter bevestiging van de remschijfafdraai-inrichting omvat een in die opening (14) verplaatsbare bus (18) voorzien van een 25 bevestigingsvlak (19) voor die remschijfafdraai-inrichting.

4. Remschijfafdraaisamenstel volgens conclusie 3, waarbij zich door die bus een bevestigingsbout (13) voor die remschi jfafdraai-inrichting uitstrekt.

5. Remschijfafdraaisamenstel volgens conclusie 2 of 3, waarbij 30 klemmiddelen (16, 17) voor die bus aangebracht zijn.

6. Remschijfafdraaisamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verbindingsarmen omvatten een eerste van die eerste opening voorzien deel (20), een tweede van die tweede opening voorzien deel (21) en een derde deel (22) dat die eerste en tweede 35 delen verbindt, waarbij die eerste en tweede delen evenwijdig zijn en versprongen ten opzichte van elkaar aangebracht zijn. ******** 1005267«·