NL1004971C2

NL1004971C2 - Modular construction system for use toy or educational purposes - has coupling between partly/wholly plastic parts that is free of play or rattle and easily released and has two edges forming boundary of hole(s) into which two lips inserted.

Info

Publication number: NL1004971C2
Application number: NL1004971A
Authority: NL
Inventors: Gerrit Jan De Wilde
Original assignee: Wild Design Holding Gmbh
Priority date: 1996-01-11
Filing date: 1997-01-10
Publication date: 1998-02-05
Also published as: ES2219747T3; DE69729582T2; EP0959973A1; CN1211199A; JP2000502926A; AU1443597A; ATE269140T1; NL1004971A1; KR19990077180A; PT959973E; NL1002070C2; TW310281B; CA2242854A1; DE69729582D1; EP0959973B1; DK0959973T3; WO1997025121A1

Abstract

Two at least partly plastic components (1,2) are connected by a releasable rigid coupling with two edges (4) and two lips (7). The edges form a wall of one component and the boundary of hole(s) in the wall. The lips are inserted into the hole(s) and snap fit with the edges. The coupled lips and edges can be released by rotation. A minimum force in a rearward direction is necessary to displace the coupled parts. The parts may be of acrylonitrile butadiene styrene or polypropylene.

Description

MODULAIR BOUWSYSTEEMMODULAR CONSTRUCTION SYSTEM

De uitvinding heeft betrekking op een modulair bouwsysteem, bijvoorbeeld voor educatieve doeleinden of ten gebruike als speelgoed, welk systeem ten minste twee door middel van koppelmiddelen losneembaar met elkaar te 5 koppelen onderdelen omvat, welke koppelmiddelen omvatten: twee van een wand van het ene onderdeel deel uitmakende, mede de begrenzing van een of twee doorgaande gaten in die wand vormende koppelranden; en twee koppellippen, die elk zijn ingericht om te 10 worden ingestoken in een of het doorgaande gat en daartoe elk ten minste één snaprand omvatten om zodanig met een betreffende koppelrand samen te werken, dat na het tot stand komen van die samenwerking de terugwaartse verplaatsing slechts door uitoefening van een zekere 15 minimale kracht in de richting van terugwaartse verplaatsing kan plaatsvinden.The invention relates to a modular building system, for example for educational purposes or for use as a toy, which system comprises at least two parts that can be releasably coupled by means of coupling means, which coupling means comprise: two of a wall of the one part part forming, in part the boundary of one or two through holes in that wall coupling edges; and two coupling lips, each arranged to be inserted into one or the through hole and each for this purpose comprise at least one snap edge to cooperate with a corresponding coupling edge in such a way that, after this cooperation has been effected, the reverse movement is only by exerting a certain minimum force in the direction of backward displacement.

Een dergelijk bouwsysteem is bijvoorbeeld bekend uit US-A-3 195 266. Het probleem bij een systeem van dit type is, dat de koppeling tussen de diverse 20 onderdelen moeilijk kan worden opgeheven. Voor het opheffen van de koppeling dient een relatief grote kracht op beide koppelranden van een stel tegelijkertijd te worden uitgeoefend, zodanig dat de koppeling in hoofdzaak axiale richting wordt opgeheven. Verder vertoont het 25 bouwsysteem volgens het genoemde Amerikaanse octrooischrift geen voorzieningen, waardoor de koppelingen tussen de onderdelen altijd speling- en rammelvrij zijn.Such a building system is known, for example, from US-A-3 195 266. The problem with a system of this type is that the coupling between the various parts is difficult to release. In order to release the coupling, a relatively great force must be exerted simultaneously on both coupling edges of a set, such that the coupling is essentially axially released. Furthermore, the building system according to the said US patent has no provisions, so that the couplings between the parts are always free of play and rattling.

De uitvinding beoogt een modulair bouwsysteem 30 te bieden, dat de genoemde gebreken van de stand der techniek niet vertoont. Daartoe vertoont het bouwsysteem 1004971 2 volgens de uitvinding het kenmerk dat de koppelranden en de koppellippen in gekoppelde toestand onder voorspanning tegen elkaar drukken met schuine koppelvlakken, zodanig dat door rotatie rond het ene stel koppelvlakken het 5 contact tussen het andere stel koppelvlakken kan worden opgeheven, aan een stel koppellippen een aanslagvlak aansluit dat in gekoppelde toestand met enige kracht tegen althans een deel van een koppelrand drukt, zodanig 10 dat de koppeling tussen de onderdelen spelingvrij is, en de onderdelen althans ten dele uit kunststof bestaan.The object of the invention is to provide a modular building system 30 which does not exhibit the aforementioned shortcomings of the prior art. To this end, the construction system 1004971 2 according to the invention has the feature that the coupling edges and the coupling lips in coupled condition press against each other under biasing with oblique coupling surfaces, such that the contact between the other set of coupling surfaces can be canceled by rotation around one set of coupling surfaces, a stop surface connects to a set of coupling lips which, in the coupled state, presses against at least a part of a coupling edge with some force, such that the coupling between the parts is free of play, and the parts at least partly consist of plastic.

Een voorkeursuitvoering vertoont de bijzonderheid dat de koppelvlakken een algemeen convexe 15 vorm vertonen.A preferred embodiment has the special feature that the coupling surfaces have a generally convex shape.

Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de koppelranden en de koppellippen aan hun van de genoemde koppelvlakken afgewende zijden schuine drukvlakken vertonen, die onder uitoefening van 20 een drukkracht over elkaar kunnen schuiven om de koppeling tot stand te brengen. Met deze uitvoering kan de koppeling door het uitoefenen van een van de genoemde schuine stand afhankelijke drukkracht tot stand wordt gebracht. Het zal duidelijk zijn, dat ook de 25 flexibiliteit van de lippen en de wrijvingscoëfficiënt van de over elkaar schuivende vlakken de noodzakelijke drukkracht bepalen. Ditzelfde geldt voor de genoemde ontkoppeling.A specific embodiment has the special feature that the coupling edges and the coupling lips have oblique pressure surfaces on their sides remote from the said coupling surfaces, which can slide over each other under application of a compressive force in order to effect the coupling. With this embodiment, the coupling can be effected by exerting a pressure force dependent on said tilt position. It will be clear that the flexibility of the lips and the coefficient of friction of the sliding surfaces over each other also determine the necessary compressive force. The same applies to the said decoupling.

Een bepaalde variant vertoont de bijzonderheid 30 dat de genoemde drukvlakken een algemeen convexe vorm vertonen.A particular variant has the special feature that said printing surfaces have a generally convex shape.

In het bijzonder de uitvoering, waarin de koppelvlakken zowel als de drukvlakken een algemeen convexe vorm vertonen kan met voordeel zodanig zijn 35 uitgevoerd dat de koppellippen en daarmee samenwerkende delen van de koppelranden in hoofdzaak dezelfde vormen vertonen.In particular, the embodiment in which the coupling surfaces as well as the pressure surfaces have a generally convex shape can advantageously be designed such that the coupling lips and parts of the coupling edges co-acting therewith have substantially the same shapes.

1004971 31004971 3

Bepaalde uitvoeringen kunnen voordelig de bijzonderheid vertonen dat de koppelranden en de koppellippen onrond zijn, zodanig dat gekoppelde onderdelen tegen relatieve rotatie geblokkeerd zijn.Certain embodiments can advantageously have the special feature that the coupling edges and the coupling lips are unround, such that coupled parts are blocked against relative rotation.

5 De voorkeur wordt gegeven aan de uitvoering waarin het aanslagvlak deel uitmaakt van een flensplaat.Preference is given to the embodiment in which the stop surface forms part of a flange plate.

Een specifieke variant van dit laatste principe vertoont het kenmerk dat de flensplaat permanent-magnetisch is. Hiermee kunnen ferromagnetische onderdelen 10 magnetisch met een vervaardigd bouwwerk verbonden worden.A specific variant of the latter principle has the feature that the flange plate is permanently magnetic. Ferromagnetic parts 10 can hereby be magnetically connected to a manufactured structure.

Een bijzondere uitvoering vertoont het kenmerk dat de flensplaat verzinkbaar is in een verdieping in de koppelrand.A special embodiment has the feature that the flange plate can be lowered into a recess in the coupling edge.

Deze uitvoering is bij voorkeur zodanig 15 uitgevoerd dat de flensplaat met geringe speling in de verdieping past.This embodiment is preferably designed such that the flange plate fits into the recess with little play.

Een specifieke uitvoering vertoont het kenmerk dat het ene onderdeel twee ter weerszijden van een flensplaat aanwezige stellen koppellippen omvat en dat de 20 diepte van de genoemde verdieping overeenkomt met de helft van de dikte van de flensplaat, zodanig, dat twee door het eerstgenoemde onderdeel gekoppelde onderdelen met hun koppelranden althans in hoofdzaak tegen elkaar liggen.A specific embodiment has the feature that one part comprises two sets of coupling lips present on either side of a flange plate and that the depth of said recess corresponds to half the thickness of the flange plate, such that two parts coupled by the first part with their coupling edges at least substantially against each other.

25 Een alternatief omvat spanmiddelen voor het in ingestoken toestand onder zodanig gerichte en zodanig grote spanning brengen van de lippen, dat de terugwaartse verplaatsing slechts mogelijk is na het onwerkzaam maken van de spanmiddelen.An alternative comprises clamping means for bringing the lips under such a directed and so great tension in the inserted position that the backward movement is only possible after the clamping means have been rendered ineffective.

30 Deze laatste uitvoering kan het kenmerk vertonen dat de spanmiddelen door middel van bedieningsmiddelen van buitenaf bedienbaar zijn.This last embodiment can have the feature that the clamping means can be operated from the outside by means of operating means.

Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de bedieningsmiddelen indicatiemiddelen 35 voor de werkzame en de onwerkzame toestand van de spanmiddelen omvatten, welke indicatiemiddelen bijvoorbeeld als kleurcoderingsmiddelen kunnen zijn uitgevoerd.A specific embodiment has the special feature that the operating means comprise indication means 35 for the active and inactive state of the tensioning means, which indication means can for instance be designed as color coding means.

1004971 41004971 4

Bij voorkeur vertoont het bouwsysteem volgens de uitvinding de bijzonderheid dat onderdelen uit kunststof, bijvoorbeeld ABS of polypropeen (PP), bestaan. Het gebruik van een zeer sterke kunststof als ABS heeft 5 het voordeel, dat ook bij langdurig en zelfs ruw gebruik de levensduur van de onderdelen zeer groot is. Bij toepassing van niet-klemmende of snappende koppelingen is het harde ABS een zeer goede keuze. In geval, waarin eisen aan de veerkrachtigheid van het materiaal worden 10 gesteld, in het bijzonder in geval van klemkoppelingen of snapkoppelingen, kan aan een zachtere, meer veerkrachtige kunststof de voorkeur worden gegeven. Dit kan bijvoorbeeld polypropeen zijn.The building system according to the invention preferably has the special feature that parts consist of plastic, for instance ABS or polypropylene (PP). The use of a very strong plastic such as ABS has the advantage that the service life of the parts is very long even with prolonged and even rough use. When using non-clamping or snapping couplings, the hard ABS is a very good choice. In case of demands on the resilience of the material, especially in the case of compression or snap couplings, a softer, more resilient plastic may be preferred. This can be, for example, polypropylene.

Een systeem met kunststof onderdelen kan de 15 bijzonderheid vertonen dat onderdelen door spuitgieten zijn vervaardigd.A system with plastic parts can have the special feature that parts are manufactured by injection molding.

Een alternatief kan het kenmerk vertonen dat onderdelen vervaardigd zijn door extrusie, gevolgd door het in stukken delen van de door extrusie vervaardigde 2 0 geprofileerde prismatische staaf, en eventueel gevolgd door het selectief wegnemen van gekozen gebieden.An alternative may be characterized in that parts are made by extrusion, followed by splitting the profiled prismatic rod produced by extrusion, and optionally followed by selectively removing selected areas.

Begrepen dient te worden, dat met het begrip "prismatisch" een vorm dient te worden begrepen, die dwars ten opzichte van een hoofdrichting op elke positie 25 dezelfde dwarsdoorsnede-vorm bezit.It is to be understood that the term "prismatic" is to be understood to mean a shape which has the same cross-sectional shape transverse to a main direction at any position.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening van een aantal willekeurige uitvoeringsvoorbeelden, waartoe de uitvinding zich niet beperkt. In de tekening tonen: 30 Fig. 1 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoering;The invention will now be elucidated with reference to the annexed drawing of a number of random exemplary embodiments, to which the invention is not limited. In the drawing show: FIG. 1 is a partial perspective view of a first embodiment;

Fig. 2 gedeeltelijk in zijaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede de gekoppelde onderdelen volgens fig. 1; 35 Fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoering;Fig. 2 partly in side view, partly in cross-section, the coupled parts according to fig. 1; FIG. 3 is a perspective view of a second embodiment;

Fig. 4 een dwarsdoorsnede IV-IV door het onderdeel volgens fig. 3 in gekoppelde toestand; 1004971 5Fig. 4 is a cross section IV-IV through the part according to FIG. 3 in coupled condition; 1004971 5

Fig. 5 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 5 is a partly broken away perspective view of a third exemplary embodiment;

Fig. 6 de dwarsdoorsnede VI-VI volgens fig. 5/ 5 Fig. 7 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een vierde uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 6 shows the cross section VI-VI according to FIG. 5/5. FIG. 7 is a partly broken away perspective view of a fourth exemplary embodiment;

Fig. 8 een perspectivisch aanzicht van een vijfde uitvoeringsvoorbeeld; 10 Fig. 9 een dwarsdoorsnede door het gedeelde blok volgens fig. 8 in gemonteerde toestand;Fig. 8 is a perspective view of a fifth exemplary embodiment; FIG. 9 is a cross section through the divided block of FIG. 8 in assembled condition;

Fig. 10 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een zesde uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 10 is a partial perspective view of a sixth embodiment;

Fig. 11 gedeeltelijk een bovenaanzicht, 15 gedeeltelijk een dwarsdoorsnede van het blok volgens fig. 10;Fig. 11 a partial plan view, 15 a partial cross-section of the block of FIG. 10;

Fig. 12 een dwarsdoorsnede, loodrecht op het vlak van de doorsnede volgens fig. 11, van het blok volgens fig. 10 in gemonteerde toestand; 20 Fig. 13 een met fig. 1 corresponderend aanzicht van een zevende uitvoeringsvoorbeeld, waarbij tevens de wijze van vervaardiging door extrusie is getoond;Fig. 12 is a cross-sectional view, perpendicular to the plane of the cross-section of FIG. 11, of the block of FIG. 10 in assembled condition; FIG. 13 is a view corresponding with FIG. 1 of a seventh embodiment, also showing the manner of manufacture by extrusion;

Fig. 14 een perspectivisch aanzicht van een achtste uitvoeringsvoorbeeld; 25 Fig. 15 een met fig. 2 corresponderend aanzicht van een negende uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 14 is a perspective view of an eighth embodiment; FIG. 15 is a view corresponding with FIG. 2 of a ninth exemplary embodiment;

Fig. 16 een perspectivisch aanzicht van een tiende uitvoeringsvoorbeeld, dat uit een aantal sub-onderdelen bestaat; 30 Fig. 17 een perspectivisch aanzicht van een elfde uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 16 is a perspective view of a tenth embodiment, which consists of a number of sub-parts; FIG. 17 is a perspective view of an eleventh exemplary embodiment;

Fig. 18 een plof-aanzicht van het twaalfde uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 18 an exploded view of the twelfth embodiment;

Fig. 19 een perspectivisch aanzicht van een 35 dertiende uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 19 is a perspective view of a thirteenth embodiment;

Fig. 20 een perspectivisch aanzicht van een veertiende uitvoeringsvoorbeeld; 1004971 6Fig. 20 is a perspective view of a fourteenth embodiment; 1004971 6

Fig. 21 gedeeltelijk in doorzicht een perspectivisch aanzicht van een vijftiende uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 21 partly a perspective view of a fifteenth exemplary embodiment;

Fig. 22 een dwarsdoorsnede in geëxpandeerde 5 toestand van het onderdeel volgens fig. 21;Fig. 22 is an expanded cross-sectional view of the part of FIG. 21;

Fig. 23 een met fig. 22 corresponderend aanzicht van het onderdeel in niet-geëxpandeerde toestand;Fig. 23 a view corresponding with fig. 22 of the part in the unexpanded state;

Fig. 24 een plof-aanzicht van een zestiende 10 uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 24 an exploded view of a sixteenth embodiment;

Fig. 25 een plof-aanzicht van een zeventiende uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 25 an exploded view of a seventeenth embodiment;

Fig. 26 een plof-aanzicht van een achttiende uitvoeringsvoorbeeld, dat verwantschap vertoont met het 15 zestiende uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 24,-Fig. 26 is an exploded view of an eighteenth embodiment, which is related to the sixteenth embodiment of FIG. 24,

Fig. 27 een gedeeltelijk weggebroken plof-aanzicht van een negentiende uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 27 is a partly broken away exploded view of a nineteenth exemplary embodiment;

Fig. 28 een gedeeltelijk plof-aanzicht van een twintigste uitvoeringsvoorbeeld, dat verwantschap 20 vertoont met het achttiende uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 26;Fig. 28 is a partial exploded view of a twentieth exemplary embodiment showing relationship 20 to the eighteenth exemplary embodiment of FIG. 26;

Fig. 29 een gedeeltelijk plof-aanzicht van de sub-onderdelen waar het frame volgens fig. 28 uit is opgebouwd; 25 Fig. 30 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een eenentwintigste uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 29 is a partial exploded view of the sub-components of which the frame according to FIG. 28 is constructed; FIG. 30 is a partial perspective view of a twenty-first embodiment;

Fig. 31 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een frame in een tweeëntwintigste uitvoeringsvoorbeeld; 30 Fig. 32 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een frame in een drieëntwintigste uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 31 is a partial perspective view of a frame in a twenty-second embodiment; FIG. 32 is a partial perspective view of a frame in a twenty-third embodiment;

Fig. 33 een perspectivisch aanzicht van een frame in een vierentwintigste uitvoeringsvoorbeeld; 35 Fig. 34 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een vijfentwintigste uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 33 is a perspective view of a frame in a twenty-fourth embodiment; FIG. 34 is a partial perspective view of a twenty-fifth embodiment;

Fig. 35 het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 34 in dwarsdoorsnede-aanzicht; 1004971 7Fig. The exemplary embodiment of figure 34 in cross-sectional view; 1004971 7

Fig. 36 een perspectivisch aanzicht van een zesentwintigste uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 36 is a perspective view of a twenty-sixth embodiment;

Fig. 37 een perspectivisch aanzicht van een zevenentwintigste uitvoeringsvoorbeeld; 5 Fig. 38 een perspectivisch aanzicht van een samenstel van onderdelen volgens figuur 37;Fig. 37 is a perspective view of a twenty-seventh embodiment; FIG. 38 is a perspective view of an assembly of parts according to FIG. 37;

Fig. 39 een perspectivisch aanzicht van een samenstel van onderdelen volgens figuur 36;Fig. 39 is a perspective view of an assembly of parts according to figure 36;

Fig. 40 een perspectivisch aanzicht van een 10 achtentwintigste uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 40 is a perspective view of a twenty-eighth embodiment;

Fig. 41 een perspectivisch aanzicht van een negenentwintigste uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 41 is a perspective view of a twenty-ninth embodiment;

Fig. 42 een perspectivisch aanzicht van een samenstel van onderdelen volgens figuur 40; 15 Fig. 43 een bouwsteen volgens de uitvinding in een dertigste uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 42 is a perspective view of an assembly of parts of FIG. 40; FIG. 43 a building block according to the invention in a thirtieth exemplary embodiment;

Fig. 44 een samenstel van bouwstenen volgens een eenendertigste uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 44 an assembly of building blocks according to a thirty-first embodiment;

Fig. 45 een perspectivisch aanzicht, 20 gedeeltelijk in plof-aanzicht van een bouwkundige constructie volgens de uitvinding,·Fig. 45 a perspective view, partly in exploded view of a constructional construction according to the invention,

Fig. 46 vijf bouwstenen volgens de uitvinding, alle volgens een tweeëndertigste uitvoeringsvoorbeeld maar met verschillende maatvoeringen; 25 Fig. 47 een plof-aanzicht van een uit twee identieke delen bestaande bouwsteen volgens de uitvinding in een drieëndertigste uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 46 five building blocks according to the invention, all according to a thirty-second embodiment, but with different dimensions; FIG. 47 an exploded view of a building block consisting of two identical parts according to the invention in a thirty-third embodiment;

Fig. 48 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een vierendertigste 30 uitvoeringsvoorbeeld;Fig. 48 is a partly broken away perspective view of a thirty-fourth embodiment;

Fig. 49 een vijfendertigste uitvoeringsvoorbeeld in perspectivisch aanzicht, waarbij de samenstellende onderdelen op enige onderlinge afstand getekend zijn; 35 Fig. 50 een perspectivisch aanzicht van de geassembleerde bouwsteen volgens figuur 49;Fig. 49 a thirty-fifth embodiment in perspective view, wherein the constituent parts are drawn some distance apart; FIG. 50 is a perspective view of the assembled building block of FIG. 49;

Fig. 5IA een perspectivisch aanzicht van een zesendertigste uitvoeringsvoorbeeld; 1004971 8Fig. 5IA is a perspective view of a thirty-sixth embodiment; 1004971 8

Fig. 5IB een zij-aanzicht daarvan;Fig. 5IB a side view thereof;

Fig. 52A een zij-aanzicht van een variant van het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 51,-Fig. 52A is a side view of a variant of the exemplary embodiment according to Figure 51,

Fig. 52B een toepassingsvoorbeeld van de 5 bouwsteen volgens figuur 52A;Fig. 52B is an application example of the building block of Figure 52A;

Fig. 52C een bovenaanzicht van de bouwsteen volgens figuur 52A;Fig. 52C is a top view of the building block of FIG. 52A;

Fig. 53 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een zevenendertigste uitvoeringsvoorbeeld, 10 waarbij twee bouwstenen door een schroefas worden gedragen en in rotatie daarvan axiaal beweegbaar zijn,·Fig. 53 is a partial perspective view of a thirty-seventh embodiment, wherein two building blocks are carried by a propeller shaft and are axially movable in rotation thereof,

Fig. 54 een perspectivisch aanzicht van een achtendertigste uitvoeringsvoorbeeld, waarvan het principe overeenstemt met het uitvoeringsvoorbeeld van 15 figuur 53; enFig. 54 is a perspective view of a thirty-eighth exemplary embodiment, the principle of which corresponds to the exemplary embodiment of FIG. 53; and

Fig. 55 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een negenendertigste uitvoeringsvoorbeeld.Fig. 55 is a partial perspective view of a thirty-ninth embodiment.

In alle figuren zijn functioneel gelijke onderdelen voor zover mogelijk met dezelfde 20 verwijzingsgetallen aangeduid.In all figures, functionally identical parts are designated with the same reference numerals as far as possible.

Fig. 1 toont een koppelblok 1 en een frame 2, beide onderdelen van een modulair bouwsysteem volgens de uitvinding. Het frame 2 omvat een doorgaand gat 3, dat begrensd wordt door vier onderling loodrechte 25 koppelranden, die allen met 4 zijn aangeduid en de getoonde trede-vormige structuur vertonen.Fig. 1 shows a coupling block 1 and a frame 2, both parts of a modular building system according to the invention. The frame 2 comprises a through hole 3, which is bounded by four mutually perpendicular coupling edges, all of which are indicated by 4 and which have the step-like structure shown.

Het koppelblok l vertoont een centrale plaat 5, waarvan de dikte tweemaal zo groot is als de diepte van de eerste trede 6.The coupling block 1 has a central plate 5, the thickness of which is twice as great as the depth of the first step 6.

30 Zoals fig. 2 toont, kunnen op deze wijze door middel van koppelblok l twee frames 2 zonder tussenruimten met elkaar worden gekoppeld. De plaat 5 vertoont aan elk van beide zijden twee koppellippen 7 met afgeronde buitenranden 8. Op de in fig. 2 getoonde wijze 35 kunnen deze lippen tot snappende samenwerking worden gebracht met de binnentreden 9. De snappende samenwerking is verzekerd door de getoonde afgeronde vorm van de buitenranden 8. Slechts door het uitoefenen van een 1004971 9 relatief grote kracht kan de koppeling tussen blok 1 en frame 2 vanuit de in fig. 2 getoonde toestand worden opgeheven.As Fig. 2 shows, in this way two frames 2 can be coupled to each other without gaps by means of coupling block 1. The plate 5 has on both sides two coupling lips 7 with rounded outer edges 8. In the manner shown in Fig. 2, these lips can be brought into snapping cooperation with the inner steps 9. The snapping cooperation is ensured by the rounded form shown. the outer edges 8. Only by exerting a relatively great force can the coupling between block 1 and frame 2 be released from the position shown in fig. 2.

Fig. 3 toont een koppelblok 10, waarvan de 5 koppellippen 11 met de afgeronde buitenranden 8 tot snappende samenwerking kunnen worden gebracht met frame 2 zoals getoond in fig. 4, maar waarbij de terugwaartse verplaatsing desgewenst kan worden geblokkeerd door spanmiddelen, uitgevoerd als een excentrisch nokelement 10 12, dat kan worden geroteerd door middel van een gereedschap 13, dat worden gestoken in corresponderend gevormd gat 14. Door deze rotatie drukken de uiterste vlakken van nok 12 tegen corresponderende gekromde bolle vlakken 15 met relatief grote kromtestraal van de lippen 15 11, waardoor deze effectief uiteen worden gedreven, althans de naar binnen gerichte verplaatsing wordt geblokkeerd. Uitsluitend door het onwerkzaam van de beschreven spanmiddelen kan de koppeling volgens fig. 4 ongedaan worden gemaakt.Fig. 3 shows a coupling block 10, the 5 coupling lips 11 of which with the rounded outer edges 8 can be brought into snapping cooperation with frame 2 as shown in fig. 4, but wherein the reverse movement can be blocked if desired by tensioning means, designed as an eccentric cam element 10 12, which can be rotated by means of a tool 13, which is inserted into correspondingly shaped hole 14. Due to this rotation, the extreme surfaces of cam 12 press against corresponding curved convex surfaces 15 with relatively large radius of curvature of the lips 11, so that be effectively dispersed, or at least the inward displacement is blocked. Only by ineffective of the described tensioning means can the coupling according to fig. 4 be undone.

20 De fig. 5 en 6 tonen het gebruik van een koppelblok 16, dat enkelzijdig is uitgevoerd, maar op hetzelfde principe is gebaseerd als het koppelblok 10. In deze uitvoering wordt gebruik gemaakt van een haakse overbrenging met twee samenwerkende conische tandwielen 25 17, die via corresponderende assen 18 nokelement 12 positief koppelen met een extern toegankelijk bedieningselement 18.Figures 5 and 6 show the use of a coupling block 16, which is single-sided, but is based on the same principle as the coupling block 10. In this embodiment use is made of a right-angle transmission with two co-operating bevel gears 17, which positively couple cam element 12 with corresponding externally accessible operating element 18 via corresponding axes 18.

Fig. 7 toont een variant, waarin een koppelblok 19 een nokelement 12 omvat, dat roteerbaar is door middel 30 van een aan de as 18 aangebracht tandwiel 20, dat samenwerkt met een tandheugel 21, die deel uitmaakt van een axiaal verplaatsbare bedieningsstaaf 22, die een zodanige lengte bezit, dat in de onwerkzame toestand van nok 12 het ene deel van de staaf buiten de structuur 35 uitsteekt en in de werkzame toestand het andere deel uitsteekt. Aldus is het de gebruiker steeds duidelijk, welke beweging hij moet uitvoeren om de spanmiddelen in de andere dan de heersende toestand te brengen. Voor alle 1004971 10 duidelijkheid kunnen de beide einden van de staaf 22 van duidelijk herkenbare afwijkende kleuren zijn voorzien ter indicatie van respectievelijk de werkzame en onwerkzame toestand van de spanmiddelen.Fig. 7 shows a variant in which a coupling block 19 comprises a cam element 12, which is rotatable by means of a gear 20 arranged on the shaft 18, which cooperates with a gear rack 21, which forms part of an axially displaceable operating rod 22, which has such a length, that in the inoperative state of cam 12, one part of the rod protrudes outside the structure 35 and in the operative state protrudes the other part. It is thus always clear to the user which movement he must perform in order to bring the tensioning means into the state other than the prevailing one. For the sake of clarity, the two ends of the rod 22 can be provided with clearly recognizable deviating colors to indicate the effective and ineffective condition of the tensioning means, respectively.

5 Fig. 8 toont een uitvoering, waarin een koppelblok 23 gedeeld is uitgevoerd. Nokelement 12 is overeenkomstig het tweede uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 3 uitgevoerd. De buitenranden 8 vormen in deze uitvoering de koppellippen, die evenwel niet elastisch 10 zijn, zodat de koppeling respectievelijk de ontkoppeling uitsluitend door rotatie van de nok 12 kan worden geëffectueerd. Deze wordt gedragen door een schijf 25, die de identieke delen 24 van blok 23 met elkaar door wrijving verbindt. Het gedeeld uitgevoerde koppelblok 23 15 omvat ribben 71, 72, die op de in figuur 9 aangeduide wijze in een uit twee delen 73, 74 bestaand raam passen. Met de buitenranden 8 kan op de getekende wijze een strakke passing worden verkregen.FIG. 8 shows an embodiment in which a coupling block 23 is divided. Cam element 12 is designed in accordance with the second exemplary embodiment according to Fig. 3. The outer edges 8 in this embodiment form the coupling lips, which are however not elastic 10, so that the coupling or the decoupling can be effected exclusively by rotation of the cam 12. This is carried by a disc 25, which frictionally connects the identical parts 24 of block 23. The split coupling block 23 comprises ribs 71, 72, which fit in a two-part frame 73, 74 in the manner indicated in figure 9. A tight fit can be obtained with the outer edges 8 in the drawn manner.

Fig. 10 toont een koppelblok 29, waarbij aan de 20 einden van de in deze uitvoering prismatische vorm deksels 26 zijn aangevormd, die door foliescharnieren met de hoofdvorm zijn verbonden. De deksels 26 hebben een zodanige vorm, dat zij snappend kunnen worden ingebracht in de door de koppellippen 7 bepaalde ruimte. Opgemerkt 25 wordt, dat volgens fig. 1 aanwezige verhogingen 27 in deze uitvoering ontbreken. Zoals fig. 11 toont, kan met een gereedschap 28 een aangebracht deksel 26 worden verwijderd.Fig. 10 shows a coupling block 29, in which at the ends of the prismatic shape in this embodiment lids 26 are formed, which are connected to the main shape by foil hinges. The lids 26 have a shape such that they can be snapped into the space defined by the coupling lips 7. It is noted that elevations 27 present according to Fig. 1 are missing in this embodiment. As shown in Fig. 11, an applied cover 26 can be removed with a tool 28.

Fig. 12 toont de in fig. 11 getoonde situatie 30 in een dwarsdoorsnede, die loodrecht op de dwarsdoorsnede volgens fig. 11 is gericht.Fig. 12 shows the situation 30 shown in FIG. 11 in a cross section, which is oriented perpendicular to the cross section of FIG. 11.

Fig. 13 toont een uitvoering, waarin een koppelblok 30 in essentie prismatisch is uitgevoerd. De verhogingen 27 ontbreken hier. Het blok 30 is vervaardigd 35 uit een extrudaat 31, dat op vaste deelzones 32 steeds is ingekort, waarna zones 33 zijn verwijderd ter verkrijging van treden 34.Fig. 13 shows an embodiment in which a coupling block 30 is essentially prismatic. The increases 27 are missing here. The block 30 is manufactured from an extrudate 31, which has always been shortened on fixed sub-zones 32, after which zones 33 have been removed to obtain steps 34.

1004971 111004971 11

Fig. 14 toont, dat een blok 35 uit drie delen bestaat, namelijk een separate plaat 5 en twee identieke lipeenheden 36, die door middel van koppelas 37 met de plaat 5 zijn verbonden. Aldus is een uit drie onderdelen 5 bestaande structuur verkregen, die identiek kan worden gegroepeerd aan blok 30. In deze uitvoering zijn de lipeenheden 36 evenwel onder elke gewenste hoek roteerbaar ten opzichte van plaat 5.Fig. 14 shows that a block 35 consists of three parts, namely a separate plate 5 and two identical lip units 36, which are connected to the plate 5 by means of coupling shaft 37. Thus, a three-piece structure 5 is obtained, which can be grouped identically to block 30. However, in this embodiment, the lip units 36 are rotatable at any desired angle relative to plate 5.

Fig. 15 toont een uitvoering, waarbij de 10 binnentreden 38 in tegenstelling tot de binnentreden 6 volgens fig. 2, afgeronde vormen vertonen. Dit vergemakkelijkt het tot stand brengen en het opheffen van de koppeling.Fig. 15 shows an embodiment in which the inner steps 38, in contrast to the inner steps 6 according to FIG. 2, have rounded shapes. This facilitates the establishment and release of the clutch.

Fig. 16 toont een variant van het achtste 15 uitvoeringsvoorbeeld van fig. 14. Hier zijn plaat 5 en lipeenheden 36 met elkaar gekoppeld door middel van zwaluwstaartverbindingen.Fig. 16 shows a variant of the eighth embodiment of FIG. 14. Here plate 5 and lip units 36 are coupled together by means of dovetail joints.

Fig. 17 toont een blok 39 met aan één zijde een lipeenheid 40 en aan de andere zijde een bus 41, 20 bijvoorbeeld voor het roterend opnemen van een as.Fig. 17 shows a block 39 with a lip unit 40 on one side and a sleeve 41, 20 on the other side, for example for rotatingly receiving an axle.

Fig. 18 toont een uitvoeringsvoorbeeld, waarin dat een effectieve combinatie vormt van het eerste uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 en het elfde uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 17.Fig. 18 shows an exemplary embodiment, in which it forms an effective combination of the first exemplary embodiment according to FIG. 1 and the eleventh exemplary embodiment according to FIG. 17.

25 Fig. 19 toont een uitvoeringsvoorbeeld, waarin twee blokken 41,42 door middel van een scharnier 43 met elkaar scharnierbaar gekoppeld zijn.FIG. 19 shows an exemplary embodiment in which two blocks 41, 42 are hingedly coupled to one another by means of a hinge 43.

Fig. 20 toont een veertiende uitvoeringsvoorbeeld, waarin blokken 44 identiek zijn 30 uitgevoerd en elk een opbouw vertonen, die verwant is met het tiende uitvoeringsvoorbeeld van fig. 16. De blokken 44 worden elk door middel van een zwaluwstaartverbinding gedragen door steunen 45. Beide steunen zijn identiek en tegengesteld gericht en definiëren samen met een 35 scharnieras 46 een scharnier. Opgemerkt wordt, dat een scharnier, van welk type ook, zich ook aan naar elkaar gerichte randen van blokken kan uitstrekken.Fig. 20 shows a fourteenth embodiment, in which blocks 44 are of identical design and each have a construction which is related to the tenth embodiment of fig. 16. The blocks 44 are each supported by supports 45 by means of a dovetail joint. Both supports are identical and oppositely oriented and define, together with a hinge shaft 46, a hinge. It should be noted that a hinge of any type can also extend to mutually facing edges of blocks.

1004971 121004971 12

De fig. 21, 22 en 23 tonen een blok 47, dat evenals het vijfde uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 8 expandeerbaar is door middel van een excentrisch element. Een roteerbare schijf 48 vertoont twee schuine 5 drukvlakken 49, die met corresponderende binnenvlakken 50 van de helften 51 van blok 47 samenwerken. De fig. 22 en 23 tonen respectievelijk de geëxpandeerde en de niet-geëxpandeerde toestand. De schijf 48 vertoont een geribd omtreksvlak, waardoor een gebruiker in staat is de 10 gewenste rotatiekracht met zijn vingers uit te oefenen. Als alternatief kan ook van één of meer uitsteeksels gebruik gemaakt worden.Figures 21, 22 and 23 show a block 47, which, like the fifth exemplary embodiment according to Figure 8, is expandable by means of an eccentric element. A rotatable disk 48 has two oblique printing surfaces 49 which cooperate with corresponding inner surfaces 50 of the halves 51 of block 47. Figures 22 and 23 show the expanded and unexpanded states, respectively. The disk 48 has a ribbed circumferential surface, enabling a user to exert the desired rotational force with his fingers. Alternatively, one or more projections can also be used.

Fig. 24 toont een koppelblok 52 dat enerzijds koppelbaar is met frame 2 en anderzijds twee koppellippen 15 53 omvat voor koppeling met een plaat 54 met kozijn 55.Fig. 24 shows a coupling block 52 which can be coupled on the one hand to frame 2 and on the other hand comprises two coupling lips 53 for coupling to a plate 54 with frame 55.

Fig. 25 toont een variant, waarin een koppelblok 56 vier paren koppellippen 57 omvat. Hiermee kunnen maximaal vier platen 55 met elkaar worden gekoppeld. Ook kan één plaat op de wijze volgens fig. 24 20 over de gehele breedte of lengte van blok 56 doorlopen, terwijl twee andere platen zich tot die doorgaande plaat kunnen uitstrekken.Fig. 25 shows a variant in which a coupling block 56 comprises four pairs of coupling lips 57. Up to four plates 55 can hereby be coupled together. One plate can also extend over the entire width or length of block 56 in the manner shown in Fig. 24, while two other plates can extend to that continuous plate.

Fig. 26 toont een frame 58 met vier doorgaande gaten 3 conform onder meer fig. 1. Hierin is een 25 koppelblok 1 snappend opgenomen.Fig. 26 shows a frame 58 with four through holes 3 in accordance with, inter alia, FIG. 1. A coupling block 1 is snap-fitted therein.

Fig. 27 toont twee platen 59, die kunnen worden gekoppeld met een koppelstuk 60, dat kan worden gekoppeld met de omtreksranden van gaten 3, conform bijvoorbeeld fig. 1. De dikte van plaat 61 komt overeen met de diepte 30 van trede 62, en de naar elkaar gerichte randen van de gaten 3 vertonen een zelfde uitsparing. Aldus kunnen de platen 59 zodanig met elkaar worden gekoppeld, dat de ondervlakken geen uitstekende delen vertonen, hetgeen wel het geval zou zijn bij de hiervoor beschreven blokken.Fig. 27 shows two plates 59, which can be coupled to a coupling piece 60, which can be coupled to the peripheral edges of holes 3, in accordance with, for example, fig. 1. The thickness of plate 61 corresponds to the depth 30 of step 62, and the mutually directed edges of the holes 3 have the same recess. Thus, the plates 59 can be coupled together such that the bottom surfaces do not have protruding parts, which would be the case with the blocks described above.

35 Zelfs een blok l volgens fig. 1, dat slechts eenzijdig zou zijn uitgevoerd, zou aan het genoemde criterium van afwezigheid van uitstekende delen niet voldoen, daar de 1004971 13 plaat 5 een dikte bezit, die tweemaal de diepte van trede 9 bedraagt.Even a block 1 according to Fig. 1, which would be made only on one side, would not meet the said criterion of absence of protruding parts, since the 1004971 13 plate 5 has a thickness twice the depth of step 9.

Nu zal duidelijk zijn, dat het frame 58 volgens fig. 26 vier platen met elkaar kan koppelen. Deze platen 5 zijn conform de platen 59 in hun hoekpunten van gaten 3 voorzien.It will now be clear that the frame 58 according to Fig. 26 can couple four plates together. These plates 5 are provided with holes 3 in their corner points in accordance with the plates 59.

Fig. 28 toont de koppeling tussen een koppelblok 1, een frame 2 en een plaat 63.Fig. 28 shows the coupling between a coupling block 1, a frame 2 and a plate 63.

Fig. 29 toont, dat frame 2 kan zijn uitgevoerd 10 als twee door spuitgieten vervaardigde delen 64,65, die door pen-gatverbindingen met elkaar verbindbaar zijn. Ook kan worden afgezien van de pennen 66 en bijbehorende, niet getekende gaten, in welk geval bijvoorbeeld lijmverbindingen kunnen worden toegepast. Dit heeft het 15 voordeel, dat de delen 64,65 identiek kunnen zijn. Elke geschikte verbindingstechniek is in principe toepasbaar. Bijvoorbeeld kan ook gebruik worden gemaakt van snapverbindingen, klemverbindingen, lasverbindingen of dergelijke.Fig. 29 shows that frame 2 can be constructed as two injection molded parts 64,65 which can be connected to each other by pin-hole connections. It is also possible to dispense with the pins 66 and associated holes, not shown, in which case glue connections can for instance be used. This has the advantage that the parts 64.65 can be identical. In principle, any suitable joining technique is applicable. For example, use can also be made of snap connections, clamp connections, welded connections or the like.

20 Fig. 30 toont een uitvoering, waarin een koppelblok 67 een in hoofdzaak rotatiesymmetrische vorm bezit. De vorm van doorgaand gat 68 in frame 69 met bijbehorende treden is daaraan aangepast. Duidelijk toont fig. 30, dat het blok 67 een relatief groot doorgaand gat 25 70 omvat, dit is van belang in geval van gebruik van deze uitvoering als kinderspeelgoed. Als een klein kind het blok 67 zou inslikken, blijft het gat 67 als luchtdoorvoerkanaal open, zodat stikken uitgesloten is. Bij voorkeur wordt de in figuur 30 getoonde structuur 30 zodanig uitgevoerd, dat de ribben 75, 76 aan hun axiaal naar buiten gerichte zijde een als zoekrand werkzame afschuining vertonen, waardoor ze gemakkelijk in staat zijn, de inwendige trede 77 in het frame 69 te passeren. Schematisch is aangeduid dat een eenmaal gefixeerd 35 samenstel van blok 67 en frame 69 gescheiden kan worden door de lippen 78 samen te drukken door gebruikmaking van een axiaal aan te duwen, schematisch aangeduid gereedschap 79.FIG. 30 shows an embodiment in which a coupling block 67 has a substantially rotationally symmetrical shape. The shape of through hole 68 in frame 69 with associated steps is adapted thereto. Fig. 30 clearly shows that the block 67 comprises a relatively large through hole 70, this is important in the case of use of this embodiment as children's toys. If a small child swallows the block 67, the hole 67 remains open as an air passage, so that stitching is excluded. Preferably, the structure 30 shown in FIG. 30 is constructed such that the ribs 75, 76 have a search edge bevel on their axially outward side, enabling them to easily pass the internal step 77 in the frame 69 . It is schematically indicated that an once fixed assembly of block 67 and frame 69 can be separated by compressing lips 78 using an axially pushable, schematically indicated tool 79.

1004971 141004971 14

De fig. 31, 32 en 33 tonen alternatieve frames 71, 72 en 73.Figures 31, 32 and 33 show alternative frames 71, 72 and 73.

Het blok 67 volgens figuur 30 is geschikt om samen te werken met de schematisch aangeduide gaten 68 in 5 het frame of de bouwsteen 72. Opgemerkt wordt, dat de randen van de gaten 68 slechts schematisch zijn aangeduid maar conform de leer van de uitvinding bijvoorbeeld een doorsnedevorm vertonen als in figuur 2 is weergegeven.The block 67 according to Figure 30 is suitable for co-operating with the schematically indicated holes 68 in the frame or the building block 72. It is noted that the edges of the holes 68 are indicated only schematically, but in accordance with the teachings of the invention, for example, show cross-sectional shape as shown in figure 2.

Door de aanwezigheid van uitsparingen 84 kan 10 het blok of de bouwsteen 67 tegen rotatie geblokkeerd in een gat 68 zijn opgenomen. In dat geval kan ten minste één uitsteeksel onder de ribben 30 van bouwsteen 67 aanwezig zijn, welk uitsteeksel past in een uitsparing 84 .Due to the presence of recesses 84, the block or the building block 67 can be received in a hole 68 blocked against rotation. In that case, at least one projection can be present under the ribs 30 of building block 67, which projection fits into a recess 84.

15 Een andere wijze van rotatieborging is verkregen met de onronde vormen van de gaten 85 volgens figuur 31, waarmee corresponderend gevormde bouwstenen kunnen samenwerken.Another way of rotation lock has been obtained with the non-round shapes of the holes 85 according to figure 31, with which correspondingly shaped building blocks can cooperate.

De figuren 34 en 35 tonen een vijfentwintigste 20 uitvoeringsvoorbeeld. Het getoonde koppelblok 80 vertoont een prismatische vorm en komt in die zin overeen met het zevende uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 13. Ten opzichte van het daar getekende koppelblok 30 zijn de koppellippen 81 verlengd. Analoog aan het aan de hand van 25 figuur 30 besprokene kan door gebruikmaking van een gereedschap 82 door axiaal aandrukken volgens pijl 83 worden bereikt, dat de koppellippen 81 uit hun in figuur 35 getoonde verende klempositie ten opzichte van frame 2 worden verwijderd, waardoor door het uitoefenen van een 30 voortgaande axiale aandrukkracht koppelblok 80 van het frame 2 kan worden verwijderd.Figures 34 and 35 show a twenty-fifth embodiment. The shown coupling block 80 has a prismatic shape and in that sense corresponds to the seventh exemplary embodiment according to figure 13. Compared to the coupling block 30 drawn there, the coupling lips 81 are elongated. Analogously to the one discussed with reference to figure 30, it can be achieved by using a tool 82 by axial pressing according to arrow 83 that the coupling lips 81 are removed from their resilient clamping position with respect to frame 2 shown in figure 35, whereby applying a progressive axial contact force coupling block 80 can be removed from the frame 2.

Het gereedschap 82 kan ook zodanig worden uitgevoerd, dat de bedoelde axiale kracht wordt verkregen door rotatie van het gereedschap.The tool 82 can also be configured so that the intended axial force is obtained by rotation of the tool.

35 Figuur 36 toont een bouwsteen 86, waarvan de bijzonderheden niet in detail behoeven te worden besproken, in verband met de corresponderende beschrijving van de relevante functionele aspecten 1004971 15 daarvan aan de hand van eerder beschreven uitvoeringsvoorbeelden.Figure 36 shows a building block 86, the details of which need not be discussed in detail, in connection with the corresponding description of the relevant functional aspects 1004971 15 thereof, using previously described embodiments.

In het algemeen zij opgemerkt, dat er in een bepaalde uitvoering naar wordt gestreefd, alle 5 koppelranden en koppellippen in overeenstemming met elkaar uit te voeren. Hierdoor kunnen alle complementaire bouwstenen met elkaar gekoppeld worden. Een andere uitvoering omvat bijvoorbeeld een aantal bouwstenen die elk zijn voorzien van ten minste twee verschillend 10 gedimensioneerde koppelranden en/of koppellippen.In general, it is noted that in a particular embodiment the aim is to design all 5 coupling edges and coupling lips in accordance with each other. This allows all complementary building blocks to be linked together. Another embodiment comprises, for example, a number of building blocks, each of which is provided with at least two differently dimensioned coupling edges and / or coupling lips.

Figuur 37 toont een variant 87 die afwijkt van de uitvoering volgens figuur 36 doordat bovenzijde en onderzijde open in plaats van gesloten zijn.Figure 37 shows a variant 87 which differs from the embodiment according to Figure 36 in that the top and bottom are open instead of closed.

De figuren 38 en 39 tonen 15 toepassingsvoorbeelden, waarin de bouwstenen volgens de figuren respectievelijk 37 en 36 met elkaar gekoppeld zijn. Het zal duidelijk zijn, dat het systeem volgens de uitvinding vele andere combinaties mogelijk maakt.Figures 38 and 39 show examples of application in which the building blocks according to Figures 37 and 36 are coupled to each other, respectively. It will be clear that the system according to the invention allows many other combinations.

Figuur 40 toont een enkelvoudige variant 88 van 20 het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 37.Figure 40 shows a single variant 88 of the exemplary embodiment according to Figure 37.

Figuur 41 toont een enkelvoudige variant 89 van het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 36.Figure 41 shows a single variant 89 of the exemplary embodiment according to Figure 36.

Figuur 42 toont een samenstel van de bouwstenen 88 volgens figuur 40.Figure 42 shows an assembly of the building blocks 88 according to Figure 40.

25 Figuur 43 toont een bouwsteen 90 met twee diagonaal gekruiste stellen koppelranden en dito koppellippen.Figure 43 shows a building block 90 with two diagonally crossed sets of coupling edges and ditto coupling lips.

Figuur 44 toont een aantal bouwstenen 91 die in langsrichting respectievelijk dwarsrichting met elkaar 30 gekoppeld zijn.Figure 44 shows a number of building blocks 91 which are coupled to each other in the longitudinal and transverse directions, respectively.

Figuur 45 toont weer een ander voorbeeld van een bouwkundige constructie met bouwstenen volgens de uitvinding.Figure 45 shows yet another example of an architectural construction with building blocks according to the invention.

Figuur 46 toont vijf bouwstenen 92, 93, 94, 95 35 en 96 met een algemeen langwerpige vorm, die aan hun eindzones van gaten met koppelranden zijn voorzien.Figure 46 shows five building blocks 92, 93, 94, 95, 35 and 96 of generally elongated shape, provided with holes with coupling edges at their end zones.

Figuur 47 toont een perspectivisch aanzicht van een uit twee identieke delen 97, 98 bestaande bouwsteen.Figure 47 shows a perspective view of a building block consisting of two identical parts 97, 98.

1004971 161004971 16

Overeenkomstig het beschrevene aan de hand van figuur 29 zijn de delen 97, 98 door spuitgieten vervaardigd en met elkaar verbindbaar door pen-gatverbindingen.In accordance with the description with reference to Figure 29, the parts 97, 98 are injection-molded and connectable by mortise and tenon joints.

Figuur 48 toont een bouwsteen 99, waarin de 5 koppelranden deel uitmaken van respectieve lijsten 100, die zijn uitgevoerd als inzetstukken. In dit verband wordt tevens verwezen naar de hierna volgende bespreking van figuur 55.Figure 48 shows a building block 99, in which the 5 coupling edges form part of respective frames 100, which are designed as inserts. In this connection reference is also made to the discussion of Figure 55 below.

Figuur 49 toont een uitvoering, waarin een 10 permanent-magnetische flensplaat 101 kan worden gekoppeld met separate platen 102, 103 die van koppellippen zijn voorzien. In dit verband wordt ter toelichting verwezen naar bijvoorbeeld de figuren 1 en 2. De platen 102, 103 kunnen bijvoorbeeld door een lijmverbinding met de 15 magnetische flensplaat 101 verbonden zijn. Ook kan gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld een snapkoppeling, waarbij de platen 102, 103 aan elkaar aangrijpen via het doorgaande gat 104 in flensplaat 101.Figure 49 shows an embodiment in which a permanent magnetic flange plate 101 can be coupled to separate plates 102, 103 provided with coupling lips. In this connection, reference is made to, for example, figures 1 and 2. The plates 102, 103 can for instance be connected to the magnetic flange plate 101 by means of an adhesive connection. Use can also be made, for example, of a snap coupling, wherein the plates 102, 103 engage together via the through hole 104 in flange plate 101.

Figuur 50 toont de aldus verkregen bouwsteen 20 105.Figure 50 shows the building block 20 105 thus obtained.

De figuren 51A en 51B tonen bouwsteen 106, waarin de respectieve koppelranden relatief 90° verdraaid zijn.Figures 51A and 51B show building block 106, in which the respective coupling edges are rotated relatively 90 °.

Deze zelfde structuur is te vinden in de 25 bouwsteen 107 volgens figuur 52.This same structure can be found in building block 107 according to figure 52.

Figuur 52B toont de koppeling van twee bouwstenen 107 met een plaat 108 met een doorgaand gat met corresponderende koppelranden.Figure 52B shows the coupling of two building blocks 107 to a through-hole plate 108 with corresponding coupling edges.

Figuur 53 toont een schroefspil 109 die twee 30 als moeren daarmee samenwerkende bouwstenen 110, 111 draagt. Door rotatie van de moer bewegen de bouwstenen 110, 111 naar elkaar toe of van elkaar weg, doordat de betreffende schroefdraden 112, 113 tegengesteld georiënteerd zijn.Figure 53 shows a screw spindle 109 which carries two building blocks 110, 111 co-acting as nuts. Rotation of the nut causes the building blocks 110, 111 to move towards or away from each other, because the respective threads 112, 113 are oriented in opposite directions.

35 Figuur 54 toont een variant, waarbij de bouwstenen 114, 115 tweezijdig zijn uitgevoerd conform bijvoorbeeld de figuren 1 en 2, terwijl de bouwstenen 110 en 111 enkelzijdig zijn uitgevoerd.Figure 54 shows a variant, in which the building blocks 114, 115 are made on both sides in accordance with, for example, figures 1 and 2, while the building blocks 110 and 111 are made on one side.

1004971 171004971 17

Figuur 55 tenslotte toont een bouwsteen 114, die is opgebouwd uit identieke wanden 115 en daarin via sleufgaten 116 te verankeren platen 117 die doorgaande gaten met koppelranden vertonen.Figure 55 finally shows a building block 114, which is built up of identical walls 115 and plates 117 to be anchored therein via slotted holes 116, which have through holes with coupling edges.

5 Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding zich niet tot de getekende en beschreven uitvoeringsvoorbeelden beperkt.It will be clear that the invention is not limited to the illustrated and described embodiments.

★ * ★ ★ * 1004971★ * ★ ★ * 1004971

Claims

Building system according to claim 1, characterized in that 1004971 the coupling surfaces have a generally convex shape.

3. Building system according to claim 1, characterized in that the coupling edges and the coupling lips have oblique pressure surfaces on their sides remote from said coupling surfaces, which can slide over each other under application of a compressive force in order to effect the coupling.

Building system according to claim 3, characterized in that said pressure surfaces have a generally convex shape.

Building system according to claims 2 and 4, characterized in that the coupling lips and parts of the coupling edges co-acting therewith have substantially the same shapes.

Building system according to claim 1, 20, characterized in that the coupling edges and the coupling lips are unround, such that coupled parts are blocked against relative rotation.

Building system according to claim 1, 25, characterized in that the stop surface forms part of a flange plate.

8. Building system according to claim 7, characterized in that the flange plate is permanently magnetic.

Building system according to claim 7, characterized in that the flange plate can be lowered into a recess in the coupling edge.

Building system according to claim 9, characterized in that the flange plate fits into the recess with little play. 1004971

11. Building system according to claim 9, characterized in that the one part comprises two sets of coupling lips present on either side of a flange plate and in that the depth of said recess corresponds to half the thickness of the flange plate, such that two pass through the first said part coupled parts with their coupling edges at least substantially lie against each other.

Construction system according to claim 1, characterized by tensioning means for bringing the lips under such a directed and so great tension in the inserted condition that the backward displacement is only possible after rendering the tensioning means inoperative.

Building system according to claim 12, characterized in that the tensioning means can be operated from the outside by means of operating means.

14. Building system according to claim 12, characterized in that the operating means comprise indication means for the active and inactive state of the tensioning means, which indication means can for instance be designed as color-coding means.

Building system according to claim 1, characterized in that parts consist of plastic, for example ABS or polypropylene (PP).

Building system according to claim 1, characterized in that parts are manufactured by injection molding.

Building system according to claim 1, characterized in that 35 parts are produced by extrusion, followed by dividing the profiled prismatic rod produced by extrusion, and 1004971 optionally followed by selectively removing selected areas. 1004971