NL1004716C2 - Beenbeugel. - Google Patents

Beenbeugel. Download PDF

Info

Publication number
NL1004716C2
NL1004716C2 NL1004716A NL1004716A NL1004716C2 NL 1004716 C2 NL1004716 C2 NL 1004716C2 NL 1004716 A NL1004716 A NL 1004716A NL 1004716 A NL1004716 A NL 1004716A NL 1004716 C2 NL1004716 C2 NL 1004716C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
leg
user
frame
harness
brace
Prior art date
Application number
NL1004716A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1004716A1 (nl
Inventor
Jeffrey Stearns
Juan Bautista Paez
Original Assignee
Dobi Symplex Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dobi Symplex Inc filed Critical Dobi Symplex Inc
Publication of NL1004716A1 publication Critical patent/NL1004716A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1004716C2 publication Critical patent/NL1004716C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/01Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces
    • A61F5/0102Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces specially adapted for correcting deformities of the limbs or for supporting them; Ortheses, e.g. with articulations
    • A61F5/0123Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces specially adapted for correcting deformities of the limbs or for supporting them; Ortheses, e.g. with articulations for the knees
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C44/00Shaping by internal pressure generated in the material, e.g. swelling or foaming ; Producing porous or cellular expanded plastics articles
    • B29C44/02Shaping by internal pressure generated in the material, e.g. swelling or foaming ; Producing porous or cellular expanded plastics articles for articles of definite length, i.e. discrete articles
    • B29C44/12Incorporating or moulding on preformed parts, e.g. inserts or reinforcements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/01Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces
    • A61F5/0102Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces specially adapted for correcting deformities of the limbs or for supporting them; Ortheses, e.g. with articulations
    • A61F2005/0132Additional features of the articulation
    • A61F2005/0172Additional features of the articulation with cushions
    • A61F2005/0174Additional features of the articulation with cushions laterally placed

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nursing (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)
  • Rehabilitation Tools (AREA)
  • Prostheses (AREA)
  • Professional, Industrial, Or Sporting Protective Garments (AREA)
  • Golf Clubs (AREA)

Description

Beenbeuqel.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een op maat gevormde beenbeugel om een onstabiele knie te stabiliseren gedurende verschillende activiteiten, en op het proces voor het vervaardigen van een dergelijke 5 beugel, en meer in het bijzonder op een beenbeugel die lichter en sterker is en die rotatie of andere beweging van het scheenbeen comfortabeler beheerst dan bekende beugels.
Na letsel aan het been, en meer in het bijzonder 10 de knie, is het aanbevolen praktijk om de knie te stabiliseren en rotatie van het been te verhinderen onder gebruikmaking van een beugel zoals bekend is uit het Amerikaanse octrooi nummer 4.620.532.
Bekende beenbeugels bestaan in wezen in twee 15 vormen. De eerste, compleet op maat gemaakte beugels, vereisen het maken van een gipsen afgietsel van het been van de gebruiker, het transporteren van dit gipsen afgietsel naar de fabriek, en daarna de vervaardiging van een beenbeugel vanuit het niets die op maat vervaardigd wordt 2 0 om te passen op het afgietsel van het been. Dit proces voldoet, maar de procedure is kostbaar en kost zeer veel tijd. Alternatief is het mogelijk een kant en klare beugel te kopen, die in een groot aantal maten beschikbaar is, maar die niet op maat gemaakt is voor het been van de 25 gebruiker. Ook deze beugel voldoet, maar, hoewel de ge bruiker direct kan beginnen de beenbeugel te gebruiken, de passing van de beugel kan niet nauwkeurig zijn, en als zodanig zou de bescherming die de gebruiker van deze beugel nodig heeft niet verschaft kunnen zijn door dit 30 type beugel. Het zou daarom wenselijk zijn een beugel te verschaffen die minder kostbaar is en minder produktietijd kost om te vervaardigen, zoals de kant en klare beugel, maar die een op maat gemaakte passing verschaft, zoals het 1004716 2 op maat gefabriceerde beugelmodel.
In de bekende beenbeugels wordt gewoonlijk een zeer gecompliceerd en zware bandsamenstel gebruikt om het constructiegedeelte van de beugel tegen de knie of het 5 been vast te houden. Gewoonlijk bestaat dit bandsamenstel uit een aantal Velcro® banden die aan de buitenzijde van het constructiegedeelte van de beugel geklonken zijn. Daarna worden deze banden ineengewonden en op een specifieke wijze rond de benen van de gebruiker gewikkeld, 10 waardoor de beugel vanaf de buitenzijde van de beugel naar de benen van de gebruiker geduwd wordt. Dit resulteerde in beugels die zeer log en zwaar waren, aangezien iedere band tenminste één metalen klinknagel vereist, verbonden met de buitenzijde van het constructiegedeelte van de beugel om 15 de banden met de beugel verbonden te houden. Daarenboven vereisen dergelijke beugels veel onderdelen zoals frame-kussens, haak- en lusbanden, handkussens, en een onderkous. Ook is de vervaardiging van een dergelijke beugel tijdrovend en duur aangezien iedere klinknagel en band 20 individueel met de beugel verbonden moet worden. Daarenboven zijn deze externe vastzetmechanismen visueel niet bevredigend.
Vaak worden de bekende beenbeugels gevormd onder gebruikmaking van een thermohardend materiaal en werkwij-25 ze. Deze werkwijze om een beugel te vormen vereist complexe vormstappen met inbegrip van het juist mengen van de chemicaliën bij de juiste temperaturen. Verder zijn de bijprodukten van thermoharding schadelijke dampen en chemische bijprodukten die schadelijk zijn voor de omge-30 ving of grote zorg vereisen bij het afvoeren.
De bekende been- en kniebeugels waren bruikbaar. Zij leiden echter ook aan een aantal tekortkomingen.
Beide bekende been- en kniebeugels zijn zeer zwaar. Teneinde voldoende constructieve eenheid te ver-35 schaffen aan de beugel zodat deze ongewenste beweging van het been of de knie kan verhinderen, is het gebruikte materiaal een metaal of thermohardend materiaal dat zeer 1004716 3 zwaar is, en als resultaat daarvan de gebruiker vermoeit en de beweging van de gebruiker van de beugel begrenst door het gewicht.
Zwaardere beugels hebben de neiging langs het 5 been van de gebruiker af te zakken, waardoor de effectiviteit van de beugel verminderd wordt.
Daarnaast beschermen de bekende been- en knie-beugels niet voldoende tegen rotatie van het scheenbeen. Met name nadat een gebruiker van een letsel te leiden 10 heeft dat enige instabiliteit van de weefselbanden veroorzaakt, zoals (bijvoorbeeld) een scheur in de anterieure kruisband, heeft het scheenbeen niet alleen een neiging naar voren te bewegen (anterieur) , maar ook om te roteren (in andere situaties zou het scheenbeen in andere richtin-15 gen kunnen bewegen). De bekende beenbeugel echter, die ontworpen is om een transversaal constructie-element over de voorzijde van het been van de gebruiker toe te passen teneinde iedere anterieure beweging van het scheenbeen te beperken, pakt de problemen van de rotatie of andere 20 bewegingsrichtingen die verbonden zijn met weefselbandin-stabiliteit niet aan. Daarenboven zal, aangezien dit transversale constructie-element op slechts één punt in contact komt met het scheenbeen, elke kracht die uitgeoefend wordt op de beugel overgebracht worden op het punt 25 van het scheenbeen dat in contact is met het constructie-element, en daardoor overmatige pijn voor de gebruiker veroorzaken, en mogelijk de gebruiker ervan weerhouden de beugel voldoende strak te trekken om de vereiste ondersteuning te verschaffen. Het zou nuttig zijn een beenbeu-3 0 gel te verschaffen die stijf maar licht is, en zowel de anterieure beweging als de rotatiebeweging van het scheenbeen aanpakt, terwijl hij voor de gebruiker comfortabel is.
Alle beugels moeten nauwsluitend tegen het been 35 van de gebruiker vastgehouden worden om effectief te zijn. Banden op bekende beugels verschaffen geen enkel mechanismen om de greep van de band door de gebruiker te verster- 1 0 0 4 7 1 8 4 ken. Het zou nuttig zijn een band te verschaffen met een greepversterkend mechanisme om de gebruiker te helpen de beugel nauwsluitend tegen het been van de gebruiker te trekken.
5 Tenslotte vereisen deze harsnassystemen met een aantal banden vaak dat de gebruiker de banden op een bijzondere wijze over of onder elkaar legt om een juist gebruik van de beugel te verzekeren. Iemand die niet ervaren is in het gebruik van een dergelijke beugel zou de 10 banden echter onjuist kunnen bevestigen, waardoor de effectiviteit van de beugel verminderd wordt. Daarenboven kost het op juiste wijze aantrekken van de beugel de gebruiker veel tijd. Aangezien de banden verbonden zijn met de buitenzijde van de beugel, en de beugel tegen het 15 been geduwd wordt, kan het oncomfortabel zijn voor de gebruiker, en daarbij zou de beugel kunnen verschuiven aangezien alleen het harde constructiegedeelte van de beugel vastgehouden wordt tegen het been door banden die op de buitenzijde daarvan gesitueerd zijn. Optellend bij 2 0 het oncomfortabel zijn is het vereiste van een kous onder de beugel die rondom het been van de gebruiker gedragen wordt. Het is daarom gewenst een beenbeugel te verschaffen die de problemen van de stand der techniek overwint en een dergelijk gecompliceerd bandsysteem niet gebruikt, maar 25 eerder een vereenvoudigd systeem voor het vasthouden van de beugel tegen het been gebruikt. Daarenboven zou het gewenst zijn een beenbeugel te verschaffen waarbij het harnassysteem in plaats van tegen de buitenzijde van de beugel geklonken te zijn, tegen de binnenzijde van de 30 beugel geklonken is zodat de beugel naar het been getrokken zou worden, en met meer zekerheid vastgehouden zou worden op het been van de gebruiker, en het harnas in contact zou zijn met het been in plaats van het constructiegedeelte van de beugel, waardoor de passing en het 35 comfort van de beugel verbeterd wordt en het vereiste van een kous onder de beugel weggenomen wordt.
In overeenstemming met de uitvinding is algemeen 1004716 5 gesproken een beenbeugel verschaft voor het verhinderen van rotatie of anterieure beweging van het scheenbeen, en beweging van enig ander gedeelte van de knie of het been. De beenbeugel is gevormd met een frame, gevormd uit ten-5 minste een thermoplastisch materiaal en omvat een dijman-chet en een kuitmanchet. De beenbeugel omvat ook eerste en tweede scharnierelementen die het dijmanchet en het kuitmanchet verbinden, en die toestaan dat het dijmanchet zwenkbaar is ten opzichte van het kuitmanchet. De beenbeu-10 gel gebruikt ook een dij harnas dat vastgemaakt is aan het dijmanchet van het frame, waarbij het dijharnaselement tijdens gebruik vastgehouden is aangrenzend aan het been van de gebruiker en een kuitharnas dat vastgemaakt is aan het kuitmanchet van het frame, waarbij het kuitharnas tij-15 dens gebruik vast gehouden is aangrenzend aan het been van de gebruiker. De beenbeugel kan verder gevormd zijn met een scheenbeenbegrenzingsgedeelte dat gevormd is door een gedeelte van het onderste gedeelte van het frame. Het scheenbeenbegrenzingsgedeelte is gesitueerd om tijdens 20 gebruik langs en in hoofdzaak parallel aan de mediale schacht van het scheenbeen van de gebruiker te lopen waardoor iedere ongewenste beweging of rotatie van het scheenbeen van de gebruiker verhinderd wordt. De beenbeugel kan verder gevormd zijn met een driehoekige dwarsdoor-25 snede om zijn sterkte te doen toenemen. De harnassen kunnen gevormd zijn met daarin gevormde doorstiksels om het comfort en de mogelijkheid van vochtopname van de beugel te verbeteren. Tenslotte kan het frame gevormd zijn met klinknagelinzetstukken die op het binnenoppervlak 30 daarvan gevormd zijn zodat de harnassen met het binnenoppervlak van het frame verbonden kunnen zijn.
Bekende beenbeugels met een frame omvattend een dijmanchet en een kuitmanchet, scharnierelementen en een dijharnas en een kuitharnas zijn bekend uit US-A-35 4.854.308, EP-A-0.862.241, EP-A-0.512.666 en EP-A- 0.173.161. Geen van deze beenbeugels toont een frame gevormd uit tenminste een thermoplastisch materiaal met 1004716 6 een niet-uniforme dichtheid in dwarsdoorsnede.
De uitvinding omvat ook een werkwijze voor het vormen van een dergelijke beugel, omvattend de stappen van het vormen van een beugelkern uit een mengsel van een 5 thermoplastisch materiaal en een schuimmiddel in de algemene vorm van een beugel die op het been van de gebruiker past, en dan het plaatsen van een composietmateriaal gevormd uit tenminste een thermoplastisch materiaal en een vezelachtig materiaal in contact met de kern. Vervolgens 10 worden de kern en het composietmateriaal in een mal geplaatst en wordt de mal verwarmd tot een temperatuur die voldoende is om het thermoplastische materiaal toe te staan gesmolten te worden, hetgeen veroorzaakt dat het schuimmiddel expandeert en het composietmateriaal tegen 15 een binnenwand van de holte van de mal dwingt, en hetgeen veroorzaakt dat het schuimmiddel het thermoplastische materiaal in de kern tot een interne cellulaire structuur vormt. Daarna worden de mal en zijn inhoud afgekoeld. Vervolgens wordt de beenbeugel opnieuw verwarmd tot een 20 temperatuur die voldoende is om het thermoplastische materiaal toe te staan vervormbaar te worden, maar die niet voldoende is om het thermoplastische materiaal toe te staan te smelten en de constructieve eenheid van de beenbeugel te vernietigen, en wordt de beenbeugel rond het 25 been van de gebruiker, of een model dat daar een weergave van is, opnieuw gevormd om een op maat gemaakte passing te verschaffen. Deze werkwijze kan ook gebruikt worden om welk constructie-element dan ook te vormen en opnieuw te vormen, en is niet beperkt tot de vorming van een beenbeu-30 gel.
Tenslotte is het harnassysteem voor de beenbeugel gevormd uit een rondgaand gedeelte voor bevestiging aan het binnenoppervlak van een beenbeugel, waarbij tenminste één opneemarm een eerste en een tweede einde bezit, 35 waarbij het eerste einde vastgemaakt is aan het rondgaande gedeelte en tenminste één bevestigingselement aangesloten is op en vastgemaakt is aan het tweede einde van de ten- 1004716 7 minste ene opneemarm. Ook inbegrepen is tenminste één eerste verbindingsarm aangesloten op het tenminste ene bevestigingselement en de tenminste ene opneemarm, welke een eerste en een tweede einde bezit, waarbij het eerste 5 einde vastgemaakt is aan het rondgaande gedeelte. Het tweede einde van de tenminste ene verbindingsarm is tij -dens gebruik vastgemaakt aan het bijbehorende tenminste ene bevestigingselement waardoor het harnas en de beenbeu-gel in een vaste positie tegen het been van de gebruiker 10 vastgehouden zijn. Bij voorkeur omvat iedere arm een grijpelement om de gebruiker te helpen bij het straktrek-ken van de bijbehorende arm, en de esthetica van de beugel te verbeteren.
Dienovereenkomstig is het doel van de uitvinding 15 een verbeterde beenbeugel te verschaffen.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde beenbeugel waarbij verscheidene gedeelten van de beugel afgestemd zijn op de mediale schacht van het scheenbeen, waardoor rotatie en andere 20 ongewenste beweging van het scheenbeen voorkomen wordt.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een beenbeugel gevormd uit een sterk, super-licht materiaal om vermoeidheid van de gebruiker te voorkomen en de beugel in zijn juiste positie te houden.
25 Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een beenbeugel die eerst verwarmd kan worden om hem tot algemene maten te vormen, en daarna opnieuw verwarmd kan worden teneinde op maat passend gemaakt te worden voor het been van de gebruiker zonder de 30 constructieve eenheid van de beugel te vernietigen zodat een op maat gemaakte beugel verschaft kan worden.
Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een beugel die een vereenvoudigde harnas-constructie bezit.
3 5 Weer een ander doel van de onderhavige uitvin ding is het vormen van een beenbeugel met een harnassys-teem dat binnenin de beugel in plaats van buitenop de 1004716 8 beugel gesitueerd is, waardoor de beugel naar het been getrokken wordt en makkelijker in positie blijft.
Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een harnassysteem voor gebruik bij een 5 beenbeugel die lichter in gewicht is, makkelijker te gebruiken is, minder onderdelen heeft, eenvoudiger samen te stellen is en koeler is dan conventionele beenbeugel-bandsamenstellen.
Weer een ander doel van de onderhavige uitvin-10 ding is het verschaffen van een beenbeugel waarbij het inwendige harnassysteem met de beugel verbonden is vanaf het binnenoppervlak daarvan, waarbij de verbindingselementen binnenin de interne constructie van de beenbeugel vastgehouden worden.
15 Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een beugel gebruikmakend van materialen en processen die milieuvriendelijk zijn.
Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het vormen en dan 20 opnieuw vormen van een constructie-element.
Weer andere doelen en voordelen van de uitvinding zullen ten dele voor de hand liggend zijn en zullen ten dele blijken uit de beschrijving.
De uitvinding omvat dienovereenkomstig verschei-25 dene stappen en de relatie van één of meer van dergelijke stappen ten opzichte van ieder van de andere stappen, en de inrichting die de kenmerken van de constructie belichaamd, de combinatie van elementen en de opstelling van onderdelen die aangepast zijn om dergelijke stappen te be-30 invloeden, alles zoals toegelicht in de volgende gedetailleerde beschrijving, en de reikwijdte van de uitvinding zal worden aangegeven in de conclusies.
Voor een beter begrip van de uitvinding wordt verwezen naar de volgende beschrijving in samenhang met de 35 begeleidende tekeningen. Daarin is:
Figuur 1 een vooraanzicht van een beenbeugel gedragen door een gebruiker en geconstrueerd in overeen- 1004716 9 stemming met de uitvinding;
Figuur 2 een achteraanzicht van de beenbeugel volgens figuur l;
Figuur 3 een zijaanzicht van de beenbeugel 5 volgens figuur 1;
Figuur 4 een dwarsdoorsnede genomen langs lijn IV- IV volgens figuur 1;
Figuur 5 een dwarsdoorsnede genomen langs lijn V- V volgens figuur 1; 10 Figuur 6 een zijaanzicht van een scharniermecha- nisme gebruikt in de beenbeugel volgens figuur 1;
Figuur 7 een dwarsdoorsnede genomen langs lijn VII-VII volgens figuur 6;
Figuur 8 een onderaanzicht van het dijharnas van 15 de beenbeugel volgens figuur 1;
Figuur 9 een bovenaanzicht van het dij harnas van de beenbeugel volgens figuur 1;
Figuur 10 een dwarsdoorsnede genomen langs lijn X- X volgens figuur 9; 20 Figuur 11 een dwarsdoorsnede genomen langs lijn XI- XI volgens figuur 8;
Figuur 12 een onderaanzicht van het kuitharnas van de beenbeugel volgens figuur l;
Figuur 13 een bovenaanzicht van het kuitharnas 25 van de beenbeugel volgens figuur 1;
Figuur 14 een dwarsdoorsnede genomen langs lijn XIV-XIV volgens figuur 13; en
Figuur 15 een stroomschema dat de stappen voor het vervaardigen van de beenbeugel in overeenstemming met 30 de uitvinding weergeeft.
Verwezen wordt in de eerste plaats naar de figuren 1, 2 en 3 die in zijn algemeenheid een beenbeugel 1 weergeven die ontworpen is om de relatieve positionering van het boven- en onderbeen, de knie en het scheenbeen van 35 een gebruiker vast te houden. Beenbeugel 1 omvat een frame-element 10 dat onderverdeeld is in een dijmanchet 12 en een kuitmanchet 14, en een kuitharnas 40, en dijharnas 1004716 30.
10
Het dijmanchet 12 bezit een lateraal gedeelte 12a dat zich langs de laterale zijde van het been van de gebruiker uitstrekt, en een mediaal gedeelte 12b dat zich 5 langs de mediale zijde van het been 100 van de gebruiker uitstrekt om daaraan constructieve ondersteuning te bieden. Een transversaal gedeelte 12c strekt zich dwars over de dij 102 van de gebruiker uit vanaf het laterale gedeelte 12a tot aan het mediale gedeelte 12b om een één geheel 10 vormend dijmanchet 12 te vormen. Het transversale gedeelte 12c is gebogen om overeen te komen met de kromming rond de dij van de gebruiker. Dit transversale gedeelte 12c loopt over de dij 102 van de gebruiker om constructief ondersteuning te verschaffen aan de beenbeugel 1, terwijl het 15 de relatieve positionering van de beenbeugel l tegen het been 100 van de gebruiker handhaaft. Het laterale gedeelte 12a, het mediale gedeelte 12b met het transversale gedeelte 12c verschaffen samen constructieve ondersteuning voor het been 100 van de gebruiker door de relatieve positione-20 ring van de dij 102 van de gebruiker en de knie 101 van de gebruiker stijf vast te zetten. Scharnierelementen 20, 21 zijn vastgemaakt aan het dijmanchet 12 bij respectievelijk het laterale gedeelte 12a en het mediale gedeelte 12b.
Zoals getoond is in figuur 11 zijn van schroef-25 draad voorziene inzetstukken 50 ingezet in het oppervlak 19 van het dijmanchet 12 dat gericht is naar de dij 102 van de gebruiker. De inzetstukken 50 zijn op hun binnenomtrek en op hun buitenomtrek van schroefdraad voorzien. Het dijmanchet 12 wordt in contact gehouden met de dij 102 van 3 0 de gebruiker door een dijharnaselement 3 0 (figuur 4) , zoals hieronder besproken zal worden.
De figuren 8-10 tonen respectievelijk een onderaanzicht, bovenaanzicht en dwarsdoorsnede van een rechter-dijharnas 30. Een linkerdijharnas 30 zal het spiegelbeeld 3 5 zijn van hetgeen in de figuren 8-10 getoond is. Zoals getoond in figuur 8, is het dijharnas 30 gevormd als een elliptisch gedeelte 31, met respectievelijke eerste en 1004716 11 tweede verbindingsarmen 33a en 33b, respectievelijke eerste en tweede opneemarmen 34a en 34b, en respectievelijke eerste en tweede luselementen met D-vorm respectievelijk 35a en 35b. Het elliptische gedeelte 31 is verder 5 gevormd met een snede 38 daarin. Deze snede vormt ante-rieure armen 36a en 36b in het elliptische gedeelte 31.
Dit harnas kan gevormd zijn uit ieder veerkrachtig materiaal dat voldoende tegen het been van de gebruiker vastgehouden kan worden om de positie van de beugel te 10 handhaven. In een voorkeursuitvoering echter is de beugel gevormd uit een drielagig materiaal, zoals getoond in figuur 10 en in figuur 11. In een voorkeursuitvoering kan het harnas 30 gevormd zijn uit een kussenlaag 37a, een materiaallaag met gesloten cellen 37b, en een tegen scheu-15 ren bestand zijnde materiaallaag 37c zoals getoond in figuur 10. Zoals getoond zijn deze drie lagen met elkaar verbonden, teneinde een laminaat met een enkelvoudige opbouw te vormen. Zoals daarenboven getoond is in figuur 10 en in figuur 9, is de kussenlaag 37a gevormd met daarin 20 gevormde doorstiksels 32 die gescheiden zijn door uitstekende secties 33. Deze doorstiksels staan het gemakkelijk buigen van het harnas toe om vormverandering van het harnas te vergemakkelijken, zodat het beter kan passen tegen de beugel en uitpuilen of opbollen kan verhinderen 25 wanneer de beugel vastgemaakt is op het been van een gebruiker. De uitstekende secties 33 helpen bij het afvoe-ren (wicking) van vocht vanaf het lichaam van de gebruiker. De laag 37b is gevormd uit een materiaal met gesloten cellen teneinde geen water van de gebruiker of van enige 30 uitwendige bron vast te houden. In een voorkeursuitvoering is dit celmateriaal met gesloten cellen een EVA vezel en kan het bij meer voorkeur gevormd zijn als een laag van ongeveer 5 mm (3/16") dik. Het kussenmateriaal en tegen scheuren bestand materiaal kan gevormd zijn uit ieder 35 materiaal dat geschikt is om als kussen dienst te doen, terwijl het toestaat dat daarin doorstiksels gevormd worden in het geval van kussen 37a, en ieder tegen scheu- 1004716 12 ren bestand materiaal dat vervormbaar genoeg is om gebruikt te worden en contact te maken met de gesloten celstructuur 37b gedurende gebruik van het harnassysteem. Verdere lagen kunnen toegevoegd worden aan het materiaal 5 om de functionering van het harnas te versterken.
Zoals ook getoond is in figuur 8 is het dij harnas 30 ook gevormd met daarin opgenomen klinknagels 60. Ieder van deze klinknagels is gevormd met een steel 62 en een loodrecht vlak gedeelte, of kop 61 die een daarmee 10 verbonden klinknagel vormt. De kop 61 van iedere klinknagel 60 is vastgehouden tussen de lagen 37b en 37c van de figuren 10 en 11, waarbij de steel 62 zich uitstrekt door de laag 37c. De steel 62 is verder gevormd met daaropge-vormde vasthoudbladen (blades) 63. Gedurende gebruik, 15 wanneer de klinknagel 60, en de steel 62 daarvan, ingezet is in het vasthoudinzetstuk 50, opgenomen in frame 10, houden de vasthoudbladen 63 de klinknagel 60 vast binnenin het vastzetinzetstuk 50 door koppeling met de vasthoudin-zetstukdraden 51, zoals getoond in figuur 11. Deze klink-20 nagels 60 kunnen ook ingezet zijn in blinde gaten geboord in het frame 10.
Het kuitmanchet 14 van het frame 10 van de been-beugel 1 omvat een lateraal gedeelte 14a, gesitueerd op de laterale zijde van de kuit 103 van de gebruiker, een 25 mediaal gedeelte 14b, gesitueerd op de mediale zijde van de kuit 103 van de gebruiker, waarbij deze laterale en mediale gedeelten 14a en 14b ondersteuning verschaffen aan de bijbehorende zijden van het been 100 van de gebruiker. Het kuitmanchet 14 is verder gevormd met een transversaal 30 gedeelte 14c dat zich uitstrekt vanaf het mediale gedeelte 14b tot aan het gebied van het been 100 van de gebruiker waar het scheenbeen (niet getoond) gesitueerd is. Dit transversale gedeelte 14c is gebogen om overeen te komen met de vorm van het been van de gebruiker. Overeenkomstig 35 het dijmanchet 12 van het frame 10 van de beenbeugel 1, is het kuitmanchet 14 van het frame 10 van de beenbeugel 1 vastgemaakt aan de eerste en tweede scharnierelementen 20 1004716 13 en 21 bij het laterale gedeelte 14a en het mediale gedeelte 14b. Daardoor is, wanneer de eerste en de tweede schar-nierelementen 20 en 21 tegen de knie 101 van de gebruiker gesitueerd zijn, het kuitmanchet 14 van het frame 10 5 aangrenzend aan de kuit 103 van de gebruiker gepositioneerd om contact te maken met het scheenbeen.
Het kuitmanchet 14 is verder gevormd met een scheenbeenbegrenzingsgedeelte 15 dat zich in hoofdzaak in de mediale richting naar beneden uitstrekt en weg van het 10 mediale gedeelte 14b gebogen is in een richting naar het laterale gedeelte 14a en transversale gedeelte 14c en in hoofdzaak parallel aan de mediale schacht van het scheenbeen van het been 100 van de gebruiker loopt en dus in contact daarmee blijft. Het scheenbeenbegrenzingsgedeelte 15 15 is op zodanige parallelle wijze gesitueerd teneinde de beweging in de anterieure, posterieure, mediale, of laterale richtingen van het scheenbeen tegen te houden, iedere rotatie van het scheenbeen te beperken, en verder iedere kracht die aangebracht wordt op de beugel over een groter 20 gebied van het scheenbeen te spreiden. Net als bij het dijmanchet 12 zijn inzetstukken 50 aangebracht binnen een oppervlak 19 van het kuitmanchet 14 dat gericht is naar het been van de gebruiker (figuur 11).
Zoals hierboven aangegeven bevatten de bekende 25 beugels dit scheenbeenbegrenzingsgedeelte niet, maar zal het transversale gedeelte 14c zich in plaats daarvan geheel dwars over de voorzijde van het been 100 van de gebruiker uitstrekken. Aangezien het gedeelte van het constructie-element (transversaal gedeelte 14c) in de 30 bekende beugel in hoofdzaak loodrecht op de richting van het scheenbeen zal zijn, terwijl dit transversale element voldoende zou kunnen zijn om iedere anterieure beweging van het scheenbeen te weerstaan, zou er geen begrenzing zijn van de rotatie van het scheenbeen aangezien geen 35 gedeelte van het constructie-element aan één van de zijden van het scheenbeen zou zijn, naast het scheenbeen, teneinde deze rotatie te begrenzen. Daarenboven zou dit trans- 1004716 14 versale element het scheenbeen bij slechts één punt kruisen. Daardoor zou iedere kracht die uitgeoefend wordt op de beugel direct aan dat punt van het scheenbeen doorgegeven worden, hetgeen ongemak voor de gebruiker zou veroor-5 zaken.
Daarom staat de beenbeugel 1 geconstrueerd in overeenstemming met de uitvinding, verder gebruikmakend van het scheenbeenbegrenzingsgedeelte 15, de beperking van iedere ongewenste beweging van het scheenbeen toe, vermin-10 dert het het ongemak van de gebruiker wanneer deze de beugel draagt, en verschaft hij voldoende stijve en constructieve ondersteuning tussen de dij 102, de knie 101 en de kuit 103 van de gebruiker om iedere verdere ongewenste beweging van de dij 102 of de kuit 103 van de gebruiker 15 ten opzichte van de knie 101 van de gebruiker te weerstaan. Het kuitmanchet 14 van het constructieve element 10 van de beenbeugel 1 wordt tegen het been 100 van de gebruiker gehouden door het gebruik van een onderste harnas 40 dat hieronder beschreven zal worden.
2 0 Een kuitharnas 4 0 is vastgemaakt aan het kuit manchet 14 (figuur 5) om de kuit en het scheenbeen van de gebruiker goed binnen de beugel te houden. Net als het harnas 30, is het harnas 40 gevormd met een elliptisch gedeelte 41 zoals getoond in de figuren 12-14, met eerste 25 en tweede verbindingsarmen 43a en 43b, eerste en tweede opneemarmen 44a en 44b, en eerste en tweede bevestigings-elementen 45a en 45b. Wederom kan in een voorkeursuitvoering het harnas 40 gevormd zijn uit een kussenlaag 47a, een materiaal met gesloten cellen 47b en een tegen scheu-30 ren bestand zijnde materiaallaag 47 c, zoals getoond in figuur 14. De kussenlaag 47a kan gevormd zijn met daarin gevormde doorstiksels 42 gescheiden door uitstekende secties 43. Klinknagels 60 met een steel 62, een kop 61 en bladen 63 zijn aangebracht tussen de lagen 47b en 47c van 35 het harnas 40 en zodanig georiënteerd dat het blad 63 en de steel 62 opgenomen kunnen zijn door een overeenkomstige vasthoudinzetstuk 50 binnen het kuitmanchet 14.
1004716 15
De dij - en kuitmanchetten 12 en 14 van het frame 10 zijn gevormd uit een constructief stijf, lichtgewicht materiaal. Zoals getoond is in de dwarsdoorsnede in figuur 11, is het frame 10 gevormd met een stijve buitenlaag 70, 5 en een celvormige kern 72. Zoals ook getoond is in figuur 11 bezit het frame 10 bij voorkeur een in hoofdzaak driehoekige dwarsdoorsnede, waarvan de top 17 van het been van de gebruiker vandaan gericht is, terwijl het oppervlak 19 dat gericht is naar het been van de gebruiker, en waarin 10 het harnassysteem (hieronder besproken) verankert is, de basis van de driehoek vormt. In een voorkeursuitvoering kan de stijve buitenlaag gevormd zijn van een thermoplastisch composietmateriaal waarin een vezelachtig materiaal gecombineerd is met een thermoplastische hars. Bij voor-15 keur is deze thermoplastische hars polypropyleen, maar hij kan bestaan uit ieder type thermoplastische hars. Daarbij is het vezelachtige materiaal bij voorkeur glasvezel, maar het kan ook bestaan uit koolstofvezel, KEVLAR vezelmateri-aal, of ieder ander vezelachtig materiaal. De inwendige 20 kern bezit een celvormige opbouw, waarbij de constructieve elementen van de cel ook gevormd zijn uit een thermoplastisch materiaal, bij voorkeur hetzelfde thermoplastische materiaal dat gebruikt is in het composietmateriaal. Het frame 10, gevormd uit dit materiaal met tweevoudige laag 25 is voorzien van constructieve eenheid door de stijve uitwendige opbouw en de constructieve eenheid is verhoogd door de interne cellulaire opbouw verschaft door het thermoplastische materiaal en de driehoekige vorm. Daarbij staat de cellulaire inwendige opbouw toe dat de beugel 30 lichter is dan de bekende beugels terwijl de constructieve stijfheid behouden is. Tenslotte helpt de vorm van het frame 10 met driehoekige dwarsdoorsnede ook constructieve eenheid voor de beugel te verschaffen.
Deze dij- en kuitmanchetten 12 en 14 zijn res-35 pectievelijk met elkaar verbonden via het eerste schar-nierelement 20 en het tweede scharnierelement 21 zoals in dit gebied van de techniek bijvoorbeeld bekend is uit het •1 00 4 7 1 6 16
Amerikaanse octrooi nr 4.620.532 of door het tandwielme-chanisme van figuur 6.
Deze eerste en tweede scharnierelementen 20 en 21 kunnen vertande overbrengingen 23, 25 omvatten die op 5 elkaar aangrijpen om de relatieve beweging van ofwel het dijmanchet 12, het kuitmanchet 14, ofwel beweging van zowel het dijmanchet 12 als het kuitmanchet 14 ten opzichte van de eerste en tweede scharnierelementen 20 en 21 toe te staan, terwijl de eerste en tweede scharnierelementen 10 20 en 21 in hun oorspronkelijke positie ten opzichte van de knie van de gebruiker gehouden worden. Een dekplaat 27 beschermt de overbrenging 23, 25. Gedeelten 12a, 14a zijn gevormd met uitsparingen 29, 39 om speling te verschaffen rond dekplaat 27. De eerste en tweede scharnierelementen 15 20 en 21 omvatten verder respectievelijke condylekussens 22 die op het binnenoppervlak daarvan vastgezet zijn teneinde de knie van de gebruiker tegen de eerste en tweede scharnierelementen 20 en 21 te beschermen. In een voorkeursuitvoering kunnen deze condylekussens vastgemaakt 20 zijn aan de scharnierelementen onder gebruikmaking van een bevestigingselement van het haak-en-grendeltype. Deze condyle kussens kunnen echter op iedere andere wijze aan de scharnierelementen 20 en 21 vastgemaakt zijn, om ofwel verwijderbaar of permanent vastgemaakt te zijn (figuren 6 25 en 7).
De beenbeugel 1 is bij voorkeur zodanig ontworpen dat de eerste en tweede scharnierelementen 20 en 21 op het niveau van de kniehartlijn van de gebruiker vastgehouden worden, waardoor het dijmanchet en kuitmanchet 12 en 30 14 van het frame-element 10 van de beenbeugel 1 toegestaan wordt rond de knie te scharnieren in coördinatie met iedere willekeurige beweging van de knie 101 van de gebruiker. Op deze wijze volgt de beugel 1 de beweging van het been wanneer dit beweegt teneinde het buigen van het 35 been rond de knie niet te begrenzen. Met de eerste en tweede scharnierelementen 20 en 21 gepositioneerd bij de knie van de gebruiker, zal het dijmanchet 12 van het 1004716 17 frame-element 10 van de beenbeugel 1 daardoor aangrenzend aan de dij 102 van de gebruiker gepositioneerd zijn en daar losneembaar aan vastgezet zijn door het harnas 30.
De stappen voor het vormen van de bovenste en 5 onderste gedeelten 12 en 14 van het constructieve element 10 van de beenbeugel 1 zullen nu beschreven worden onder verwijzing naar het stroomdiagram van figuur 15. Zoals getoond is in figuur 15 wordt het frame 10 gevormd in stap 200, waarbij een beugelkern bestaande uit een mengsel van 10 thermoplastisch materiaal en een schuimmiddel gevormd is in de algemene vorm van een beugel die overeenkomt met een been van een bepaalde maat. Vervolgens wordt in stap 202 een composietmateriaal gevormd uit een thermoplastische hars en een of ander type vezelachtig materiaal, zoals 15 hierboven omschreven is. Vervolgens wordt in stap 203 dit composietmateriaal rond de kern uit thermoplastische materiaal en schuimmiddel geplaatst, waardoor een huls gevormd wordt, en wordt deze daarna gevormd tot wat een "voorvorm" genoemd wordt. In stap 204 worden een eerste 20 voorvorm die uiteindelijk gevormd zal worden tot het dijmanchet 12 van frame 10, en een tweede kuitmanchet-voorvorm die gevormd zal worden tot een kuitmanchet 14 van het frame 10 beide in de mal geplaatst. In stap 205 worden het malhuis, de voorvorm voor de dijmanchet, en de voor-25 vorm voor de kuitmanchet, verwarmd. In de voorkeursuitvoering bezit de mal een in hoofdzaak driehoekige vorm die daarin gevormd is om een in hoofdzaak driehoekige dwarsdoorsnede aan de gevormde delen te verschaffen.
In stap 206 worden de mal en de daarin opgenomen 30 componenten verwarmd tot een temperatuur die voldoende is dat het in de kern van de beugel opgenomen schuimmiddel gas begint te vormen en begint te schuimen. Deze temperatuur is ook voldoende dat het thermoplastische materiaal gesmolten wordt en begint te vloeien. Het gasvormen of 35 schuimen van het schuimmiddel bouwt dan een druk op binnenin het composietmateriaal, en het composietmateriaal wordt door de interne druk opgeblazen in contact met de 1 0 0 A 7 16 18 binnenwanden van de vormholte. Aangezien het schuimmiddel schuimt en gas vormt wordt daarbij het gesmolten thermoplastische materiaal tot een celvormige structuur binnen de composiethuls gevormd, en ook gevormd tot een stevige 5 structuur die vervlochten is met het composietmateriaal tegen de binnenwand van de vormholte. Wanneer de temperatuur van de componenten daarna verlaagd wordt hardt het composietmateriaal en het thermoplastische materiaal uit in zijn opstelling van dat moment, waardoor een qua opbouw 10 goede en stijve buitenlaag 70 (oorspronkelijk de composiethuls) en een cellulaire thermoplastische inwendige kern 72 (figuur 11) geproduceerd worden. De beugel is nu tot een algemene vorm en maat gevormd, maar is nog niet op maat gevormd voor het individuele been van een gebruiker. 15 De driehoekige dwarsdoorsnede verschaft stijfheid aan de beugel, zelfs hoewel de binnenlaag van het frame 10 uit schuim gevormd is, zodat de sterkte niet opgeofferd wordt voor het bereiken van een verminderd gewicht, en hoewel de vorm niet driehoekig behoeft te zijn, verdient dit in deze 20 uitvoering de voorkeur. Verder zullen in een voorkeursuitvoering de secties van de gedeelten 12a, 12b, 14a, 14c die uiteindelijk aangrenzend aan de scharnieren 20, 21 zijn, gevormd worden met een gebogen speling om het scharnieren van de manchetten 12, 14 rond een scharnierdekplaat toe te 25 staan.
Vervolgens wordt in stap 207, wanneer het nodig is de beugel op maat te maken voor het been van de gebruiker, de beugel opnieuw verwarmd tot een temperatuur die lager is dan de temperatuur die oorspronkelijke gebruikt 30 is om de beugel te vormen. Aldus wordt de beugel opnieuw verwarmd tot een temperatuur waarbij het thermoplastische materiaal zacht wordt voor het opnieuw vormen van de vorm van het manchet, maar die het thermoplastische materiaal niet toestaat te veranderen in een volledig gesmolten 35 toestand, en die de constructieve eenheid van de beugel niet beïnvloedt. Aldus wordt, wanneer de beugel opnieuw verwarmd is, de beugel daarna gevormd naar het been van 1 00 4 7 16 19 een specifieke gebruiker of een modelweergave daarvan, zodat een op maat gemaakte passing verschaft is. Vervolgens kunnen in stap 208 vasthoudinzetstukken 50 in de basis van het driehoekige gedeelte van de stijve uitwendi-5 ge structuurlaag 70 aangebracht (drilled) worden en kunnen scharnieren 20 en 21 aangebracht worden in de gedeelten 12a, 12b, 14a, 14b van de dij- en kuitmanchetten 12 en 14. Deze inzetstukken kunnen gebruikt worden in stap 209, om aan de dij- en kuitharnassen 30 en 40 te bevestigen, zoals 10 hieronder beschreven zal worden. Zoals getoond is in figuur 11, is het echter duidelijk dat een klinknagelele-ment 60 dat vastgezet is op ofwel het bovenste of het onderste harnaselement 30 of 40 (30 in figuur 11) ingé bracht is in het vasthoudinzetstuk 50 teneinde het boven-15 ste of onderste harnaselement 30 of 40 vast te houden tegen de stijve uitwendige structuurlaag 70 van het con-structie-element 10.
In alternatieve uitvoeringen kan het vasthoudinzetstuk 50 gedurende een eerdere stap ingezet worden in 20 de beugel. Concreet kunnen in de eerste plaats de vasthoudinzetstukken in de mal geplaatst worden met de voorvorm en de scharnieren gedurende stap 204 en daarna, wanneer de mal verwarmd is (stap 205) en het schuimmiddel het thermoplastische en het composietmateriaal tegen de mal dringt 25 (stap 206) kunnen de klinknagels omgeven worden en daardoor in de opbouw van de beugel opgenomen zijn. Alternatief is het tussen de stappen 206 en 207 mogelijk de vasthoudinzetstukken 50 in de opbouw van de beugel aan te brengen nadat de beugel gevormd en afgekoeld is, maar 30 voordat de beugel opnieuw verwarmd wordt voor het op maat pasmaken.
Daarbij kan de buitenzijde van de beugel in verscheidene kleuren geverfd worden. Alternatief kunnen kleuren op twee wijzen aan de beugel verleend worden. Ten 35 eerste kan een pigment toegevoegd worden aan het compo-sietvezelmateriaal, zoals de glasvezel, voordat het tot een composietmateriaal gevormd wordt. Daarna zal dit 1004716 20 materiaal gekleurd worden wanneer het tot de beugel gevormd wordt. Alternatief kan een gelbedekkingspigment geplaatst worden op het binnenoppervlak van de mal voordat de voorvorm in de mal geplaatst wordt. Wanneer de mal 5 daarna verwarmd wordt (stap 205) en de voorvorm tot de beugel gevormd wordt door het vloeien van het thermoplastische materiaal (stap 206), zal de gelbedekking opgenomen zijn in de beugel, en daardoor zal de kleur verleend worden aan de beugel gedurende het vormproces. Verder kan 10 een pigment toegevoegd worden aan een thermoplastische laag, die dezelfde hars is als de hars die gebruikt wordt in het composietmateriaal. Deze laag kan rond de voorvorm gewikkeld worden vóór het vormen. Wanneer de voorvorm dan verwarmd wordt, zal de laag smelten op het oppervlak van 15 het manchet, en daaraan de gewenste kleur verschaffen.
Tenslotte, hoewel de hierboven omschreven werkwijze toont dat de scharnieren in het frame aangebracht worden, is het mogelijk de dij- en kuitmanchetten 12 en 14 van het frame 10 in stap 2 04 te vormen met de scharnieren 20 20 en 21 die met de voorvormen in de mal geplaatst zijn.
Bij het verwarmen omgeeft het vloeiende materiaal de scharnieren 20, 21 voldoende om hen te verbinden met de gedeelten 12a, 12b, 14a, 14b om een in hoofdzaak uit één geheel bestaande eenheid te vormen zonder de beweging van 25 de scharnieren te hinderen.
Vervolgens kunnen, zoals getoond is in stap 209, de klinknagelelementen van het harnasgedeelte ingebracht worden in de vasthoudinzetstukken 50 en daardoor zullen het harnas en de klinknagels bevestigt worden aan het 30 dijmanchet 14 van het frame 10. De klinknagel koppen 61 zijn in een maat gevormd die groot genoeg is om de kracht die daarop uitgeoefend wordt door om het even welke trekkracht van de beugel te verdelen. Daarbij zijn de klinkna-gelkoppen 61 groot genoeg gevormd om een relatief groot 35 gedeelte van het kuitharnaselement 40 tegen het kuitman-chet 14 van het constructieve element 10 vast te houden.
Gedurende het gebruik van het onderste harnas- 1004716 21 element 40 zijn eerste en tweede elementen 35a en 35b met een D-vormige lus respectievelijk permanent vastgemaakt aan de eerste en tweede opneemarmen 34a en 34b. Deze elementen met een D-vormige lus kunnen op iedere conventi-5 onele wijze aan de opneemarmen bevestigt zijn, en kunnen van ieder conventioneel type zijn. In een voorkeursuitvoering zijn al deze elementen met een D-vormige lus echter gevormd als een rechthoekig element, en wordt elke opnee-marm door het bijbehorende element met D-vormige lus rond 10 één zijde van het bijbehorende bevestigingselement met D-vormige lus geslagen, en worden zij ieder op zichzelf bevestigt, waardoor het bijbehorende element met D-vormige lus binnen de bijbehorende bevestigde lus van de bijbehorende bevestigde opneemarm gevangen is. Wanneer het boven-15 ste harnaselement 30 samen met de beugel gebruikt wordt, wordt het elliptische gedeelte 31 op het anterieure gedeelte van het been van de gebruiker vastgehouden, terwijl de eerste en tweede verbindingsarmen achter het been van de gebruiker gevouwen zijn, op het posterieure gebied, en 20 daarna respectievelijk verbonden zijn met de eerste en tweede bevestigingselementen. Deze verbinding kan gemaakt worden door ieder conventioneel verbindingsmiddel, maar in een voorkeursuitvoering wordt een verbindingselement van het klittebandtype gebruikt waarbij de beide delen van het 25 bevestigingselement vastgemaakt zijn aan de eerste en tweede verbindingsarmen 33a en 33b. Het harnasmateriaal kan ook functioneren als het lusgedeelte van het verbindingselement, waardoor de noodzaak tot het vastmaken van een verder lusgedeelte vervalt. In het bijzonder is dit 30 klitteband vastzetelement permanent vastgemaakt aan het harnas om het de gebruiker mogelijk te maken de beugel op juiste wijze te bevestigen en los te maken. Gedurende de bevestiging wordt de verbindingsarm door de opening van het respectievelijk bevestigingselement gevoerd, en daarna 35 op zichzelf teruggevouwen om de beugel op het been van de gebruiker vast te houden. Bij het vouwen worden de klitte-bandvastzetelementen gekoppeld, en wordt het harnassysteem 1004716 22 in positie vastgehouden. Het harnas 40 wordt op soortgelijke wijze opgesteld.
Zoals getoond in de figuren 1-3 worden de beugel en het harnas op het anterieure gedeelte van het been van 5 de gebruiker geplaatst in stap 210, en in stap 211 worden de bijbehorende verbindingsarmen en bevestigingselementen verbonden om de beugel rond het been van de gebruiker vast te maken. Zoals getoond is in figuur 3 wordt het frame 10 tegen het been van de gebruiker vastgehouden door de 10 harnaselementen 30 en 40 die in direct contact met het been goed bevestigd zijn. Zoals getoond kan worden in figuur 1 rusten de sneden 38 en 48 in de elliptische gedeelten 31 en 41 respectievelijk op het anterieure gedeelte van het been van de gebruiker. De anterieure 15 armen 36a en 36b, en 46a en 46b worden dan losneembaar aan elkaar vastgemaakt met een vastzetelement om te assisteren bij het vaststellen van de maat van beugel, en het vasthouden van de beugel op het been van de gebruiker. Daarbij helpt de anterieure distale band verder bij het beheersen 20 van het scheenbeen, en de anterieure proximale band evenals alle andere banden helpen verder bij het verhinderen van het in lengterichting bewegen of van de knie vandaan bewegen. Verder worden, zoals getoond is in de figuren 1-3, de verschillende verbindingsarmen, opneemarmen en 25 bevestigingselementen gebruikt om het harnas vast te houden, en daardoor de daaraan bevestigde beugel in de juiste positie tegen het posterieure gedeelte van het been van de gebruiker te houden. Omdat de harnaselementen vanaf de binnenzijde van de beugel aan het frame 10 bevestigt 30 zijn, trekken de harnaselementen de beugel naar het been waarbij het harnas gesitueerd is tussen het been en de beugel. Daardoor is de beugel comfortabeler te dragen aangezien het harnassysteem niet gehinderd wordt door de beugel bij het in contact komen met het been van de ge-35 bruiker. Ook is een kous onder de beugel niet vereist aangezien het harnassysteem voldoende comfort voor de gebruiker verschaft. De beugel is comfortabeler te dragen, 1 004 7 16 23 en wordt gemakkelijker in zijn optimale positie gehouden, en dit voor een langere tijdsperiode.
Daarmee is, aangezien de klinknagels vastgehouden zijn in het inwendige gedeelte van de beugel, in 5 plaats van in het uitwendige, de beugel voor het oog veel aantrekkelijker en veel minder volumineus. Verder is, omdat de klinknagels opgenomen zijn binnen de beugel en geen extra apparatuur vereist is om de banden met de beugel of de klinknagels met de beugel te verbinden, de 10 beugel verder licht gemaakt ten opzichte van de bekende beugels.
Het vormen van het frame 10 uit een thermoplastisch materiaal is voordelig omdat in tegenstelling tot thermohardend materiaal dat volgens de stand der techniek 15 gebruikt wordt en dat wanneer eenmaal hard geworden daarna niet opnieuw gevormd kan worden, het thermoplastische materiaal tot een beugel gevormd kan worden zoals hierboven omschreven is, en dan verwarmd kan worden tot een lagere temperatuur waarbij de beugel vervormbaar wordt om 20 de beugel toe te staan aangepast te worden tot een op maat gemaakte passing op het been van een gebruiker, terwijl de constructieve eenheid van de beugel niet vernietigd wordt. Daarbij breekt het thermoplastische materiaal dat gebruikt wordt volgens de uitvinding niet zo catastrofaal, maar 25 buigt het eerder, terwijl thermohardend materiaal verbrijzeld wanneer het breekt door overmatige spanning of een breekkracht. Daarom is het thermoplastische materiaal veel veiliger in gebruik dan het thermohardende materiaal. Daarenboven is het thermoplastische materiaal een betere 30 schokabsorbeerder dan het thermohardende materiaal, waardoor het comfort van de beugel voor de drager toeneemt. Tenslotte zijn, gedurende het vormen van de beugel uit thermoplastisch materiaal, de geproduceerde gassen veilig voor het milieu en niet schadelijk, terwijl de gedurende 35 het thermohardende materiaalproces geproduceerde gassen schadelijk zijn, en daarom niet milieuvriendelijk zijn. Als resultaat daarvan is het vervaardigingsproces veel 1004716 24 moeilijker, tijdrovender en duurder wanneer het thermohar-dende materiaal gebruikt wordt aangezien op juiste wijze met deze gassen omgegaan moet worden en zij op de juiste wijze afgevoerd moeten worden.
5 Door het verschaffen van een beenbeugel zoals hierboven geconstrueerd overwint de beenbeugel volgens de uitvinding de tekortkomingen van de stand der techniek doordat de beenbeugel gevormd is uit een lichtgewicht, sterk materiaal dat verwarmd kan worden en opnieuw gevormd 10 kan worden om op maat passend te zijn, waarbij de bovenste en onderste harnassen ieder gevormd zijn uit enkele mate-riaaldelen, waardoor de bevestigingsprocedure vereenvoudigt wordt, waarbij ieder van de harnassen aan de binnenzijde van de beenbeugel bevestigd is zodat de beugel naar 15 het been getrokken wordt en voor een langere tijdsperiode op het been zal blijven, en niet vereist dat hun kous onder de beugel rond het been van de gebruiker gedragen wordt. Daarbij is de beugel volgens de uitvinding comfortabeler in gebruik voor de drager aangezien de skeletge-2 0 deelten van de beugel niet direct tegen het been van de gebruiker gehouden worden, de beugel een scheenbeenbegren-zingsgedeelte bezit dat specifiek gericht is op de beweging van het scheenbeen zonder overmatige druk op het scheenbeen uit te oefenen, en de klinknagels die het 25 harnas vasthouden inwendig aan de beugel gehouden zijn zodat deze klinknagels niet getoond worden en kleiner kunnen zijn, en aldus geen substantieel extra gewicht aan de beugel toevoegen.
Opgemerkt wordt ook dat hoewel de vorming van 30 een beenbeugel onder gebruikmaking van dit proces beschreven is, dit slechts bij wijze van voorbeeld gebeurd is. Het proces dat de opnieuw-vormstap omvat kan gebruikt worden voor de produktie van ieder ander produkt, met inbegrip van maar niet beperkt tot andere beugels voor 35 lichaamsdelen, rugbeugels, sportuitrusting, tennisrackets, of ieder ander produkt of constructie-element.
Gezien zal dus worden dat de hierboven bedoelde 1004716 25 doelen, samen met diegene die duidelijk geworden zijn uit de voorafgaande beschrijving, efficiënt bereikt worden en, aangezien bepaalde veranderingen aangebracht kunnen worden bij het uitvoeren van in de bovenstaande werkwijze en in 5 de beschreven constructie zonder af te wijken van geest en reikwijdte van de uitvinding, het de bedoeling is dat alles dat opgenomen is in de bovenstaande beschrijving en in de begeleidende tekening getoond is geïnterpreteerd dient te worden als zijnde illustratief, en niet in beper-10 kende zin.
Ook dient begrepen te worden dat de volgende conclusies bedoeld zijn om al de generieke en specifieke kenmerken van de hierin beschreven uitvinding te dekken, en alle uiteenzettingen van de reikwijdte van de uitvin-15 ding die gezien het taalgebruik, daartussen zouden kunnen vallen.
1004716

Claims (13)

1. Beenbeugel, omvattend: een frame gevormd uit tenminste een thermoplastisch materiaal met in dwarsdoorsnede een niet-uniforme dichtheid, waarbij het frame een dijmanchet en een kuit-5 manchet omvat; eerste en tweede scharnierelementen die het dijmanchet en het kuitmanchet verbinden, om het dijmanchet toe te staan ten opzichte van het kuitmanchet te scharnieren; 10 een dijharnas dat vastgemaakt is aan het dijman chet van het frame, waarbij het dijharsnas tijdens gebruik aangrenzend aan het been van de gebruiker vastgehouden wordt; en een kuitharnas dat vastgemaakt is aan het onder- 15 ste gedeelte van het frame, waarbij het kuitharnas tijdens gebruik aangrenzend aan het been van de gebruiker vastgehouden wordt.
2. Beenbeugel volgens conclusie 1, waarbij het dijharnas en/of het kuitharnas bevestigd zijn aan een 20 oppervlak van het frame dat tijdens gebruik tegenover het been van de gebruiker staat.
3. Beenbeugel volgens conclusie 2, waarbij het frame gevormd is met klinknagelinzetstukken die aan het binnenoppervlak daarvan gevormd zijn, waarbij het dijhar- 25 nas en het kuitharnas verder klinknagels omvatten die ingebracht moeten worden in de klinknagelinzetstukken om de harnassen tegen het binnenoppervlak van het frame vast te houden.
4. Beenbeugel volgens conclusie l, waarbij het 30 kuitmanchet tenminste een gedeelte van het frame dat een scheenbeenbegrenzingsgedeelte vormt, omvat, waarbij het scheenbeenbegrenzingsgedeelte zodanig gesitueerd is dat het langs en in hoofdzaak parallel aan de mediale schacht 1 0047 16 van het scheenbeen van de gebruiker loopt en in contact met het scheenbeen van een gebruiker gehouden moet worden wanneer het been van de gebruiker in de beugel geplaatst is, waardoor iedere ongewenste beweging of rotatie van het 5 scheenbeen van de gebruiker verhinderd wordt.
5. Beenbeugel, omvattend: een frame met een dijmanchet en een kuitmanchet; een scheenbeenbegrenzingsgedeelte gevormd uit tenminste een gedeelte van het frame, waarbij het scheen-10 beenbegrenzingsgedeelte zodanig gesitueerd is dat het langs en in hoofdzaak parallel aan de mediale schacht van het scheenbeen van een gebruiker loopt en in contact met het scheenbeen van een gebruiker gehouden moet worden wanneer het been van de gebruiker in de beugel geplaatst 15 is, waardoor iedere ongewenste beweging of rotatie van het scheenbeen van de gebruiker verhinderd wordt; en eerste en tweede scharnierelementen die het dijmanchet en het kuitmanchet van het frame verbinden, om het kuitmanchet toe te staan ten opzichte van het dijman-20 chet te scharnieren rondom het scharnier.
6. Beenbeugel, omvattend: een frame gevormd uit tenminste een thermoplastisch materiaal; een harnaselement dat vastgemaakt is aan het 25 binnenoppervlak van het frame, waarbij het harnaselement vastgehouden wordt aangrenzend aan het been van een gebruiker tijdens gebruik; en waarbij het frame een scheenbeenbegrenzingsge deelte omvat, waarbij het scheenbeenbegrenzingsgedeelte 30 geplaatst is om zich langs en in hoofdzaak parallel aan de mediale schacht van het scheenbeen van een gebruiker uit te strekken en in contact met het scheenbeen van een gebruiker gehouden te worden, dat in de beugel geplaatst is, waardoor iedere ongewenste beweging of rotatie van het 35 scheenbeen van de gebruiker verhinderd wordt.
7. Werkwijze voor het vervaardigen van een beenbeugel, omvattend de stappen: 1004716 het vormen van een beugelkern uit een mengsel van een thermoplastisch materiaal en een schuimmiddel in de algemene vorm van een beugel om te passen om het been van een gebruiker; 5 het plaatsen van een composietmateriaal in contact met de kern, waarbij het composietmateriaal gevormd is uit tenminste een thermoplastisch materiaal en een vezelachtig materiaal; het plaatsen van de kern en het composietmateri-10 aal in een mal; het verwarmen van de mal tot een temperatuur die voldoende is om toe te staan dat het thermoplastische materiaal gesmolten wordt, hetgeen veroorzaakt dat het schuimmiddel expandeert en het composietmateriaal tegen 15 een binnenwand van de mal dwingt, en het schuimmiddel het thermoplastische materiaal in de kern tot een inwendige cellulaire structuur vormt; het koelen van de mal; het opnieuw verwarmen van de beenbeugel tot een 20 temperatuur die voldoende is om toe te staan dat het thermoplastische materiaal vervormbaar wordt, maar niet voldoende om toe te staan dat het thermoplastische materiaal gesmolten wordt en de constructieve eenheid van de beenbeugel vernietigd wordt; en 25 het opnieuw vormen van de beenbeugel.
8. Werkwijze voor het vervaardigen van een construct ie-element, omvattend de stappen: het vormen van een kern uit een mengsel van een thermoplastisch materiaal en een schuimmiddel; 3. het plaatsen van een composietmateriaal in contact met de kern, waarbij het composietmateriaal gevormd is uit tenminste een thermoplastisch materiaal en een vezelachtig materiaal; het plaatsen van de kern en het composietmateri-35 aal in een mal; het verwarmen van de mal tot een temperatuur die voldoende is om toe te staan dat het thermoplastische 1004716 materiaal gesmolten wordt, hetgeen veroorzaakt dat het schuimmiddel expandeert en het composietmateriaal tegen een binnenwand van de mal dwingt, en het schuimmiddel het thermoplastische materiaal in de kern tot een inwendige 5 cellulaire structuur vormt; het koelen van de mal; het opnieuw verwarmen van het element tot een temperatuur die voldoende is om toe te staan dat het thermoplastische materiaal vervormbaar wordt, maar niet 10 voldoende om toe te staan dat het thermoplastische materiaal gesmolten wordt en de constructieve eenheid van de beenbeugel vernietigd wordt; en het opnieuw vormen van het element tot een gewenste vorm.
9. Harnassysteem voor een beenbeugel, omvattend: een rondgaand gedeelte voor bevestiging aan het interne oppervlak van een beenbeugel; tenminste één opneemarm met een eerste en een tweede einde, waarbij het eerste einde bevestigd is aan 20 het rondgaande gedeelte; tenminste één bevestigingselement dat in verbinding staat met en vastgemaakt is aan het tweede einde van de tenminste ene opneemarm; tenminste één eerste verbindingsarm die aange-25 sloten is op het tenminste ene bevestigingselement en de tenminste ene opneemarm, en die een eerste en tweede einde bezit, waarbij het eerste einde vastgemaakt is aan het rondgaande gedeelte; en waarbij het tweede einde van de tenminste ene 30 verbindingsarm tijdens gebruik vastgemaakt is aan het bijbehorende tenminste ene bevestigingselement, waardoor het harnas en de beenbeugel in een vaste positie tegen het been van de gebruiker vastgehouden worden.
10. Systeem voor het bevestigen van een veer-35 krachtig materiaal aan een stijf frame, omvattend: een thermoplastisch frame, waarbij het frame gevormd is met een stijve buitenlaag en een cellulaire 1 004 7 16 inwendige structuur; klinknagelinzetstukken die verankerd zijn in het thermoplastische frame, waarbij de inzetstukken op een oppervlak van het frame gesitueerd zijn; en 5 klinknagels die ingezet zijn in de klinknagel inzetstukken, waarbij de klinknagels vastgehouden worden in de klinknagelinzetstukken, waarbij het veerkrachtige materiaal geplaatst is tussen de klinknagels en het frame wanneer de klinknagels ingezet zijn in de klinknagelinzet-10 stukken.
11. Beenbeugel volgens conclusie 1, waarbij ieder constructie-element van het frame met een in hoofdzaak driehoekige dwarsdoorsnede gevormd is.
12. Beenbeugel volgens conclusie 5, waarbij het 15 frame gevormd is uit tenminste een thermoplastisch materiaal met in dwarsdoorsnede een niet-uniforme dichtheid.
13. Beenbeugel volgens conclusie 11, waarbij het in dwarsdoorsnede in hoofdzaak driehoekige frame gevormd is met een stijve buitenlaag van thermoplastisch compo- 20 sietmateriaal, en een minder dicht thermoplastisch schuim opgenomen is in de stijve buitenlaag. -o-o-o-o-o-o-o-o- KRT/KP *10047 18
NL1004716A 1995-12-07 1996-12-06 Beenbeugel. NL1004716C2 (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US834395P 1995-12-07 1995-12-07
US834395 1995-12-07
US57783595 1995-12-22
US08/577,835 US5891071A (en) 1995-12-07 1995-12-22 Leg brace

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1004716A1 NL1004716A1 (nl) 1997-06-17
NL1004716C2 true NL1004716C2 (nl) 1998-07-20

Family

ID=26678094

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004716A NL1004716C2 (nl) 1995-12-07 1996-12-06 Beenbeugel.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US5891071A (nl)
JP (1) JPH09187471A (nl)
AU (1) AU7411696A (nl)
BE (1) BE1012196A5 (nl)
CA (1) CA2192287A1 (nl)
DE (1) DE19650782A1 (nl)
DK (1) DK139696A (nl)
FR (2) FR2742045B1 (nl)
GB (1) GB2308305B (nl)
IT (1) IT1289719B1 (nl)
NL (1) NL1004716C2 (nl)
NO (1) NO965208L (nl)
SE (1) SE9604451L (nl)

Families Citing this family (62)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6331169B1 (en) * 1996-12-19 2001-12-18 Dj Orthopedics, Llc Orthopaedic brace having one-piece cuff
USD433756S (en) * 1999-11-02 2000-11-14 Castillo Edward L Osteoarthritis knee brace
DE10057462A1 (de) * 2000-11-20 2002-05-23 Lohmann & Rauscher Gmbh & Co Vorrichtung zur medizinischen Versorgung von Gelenkverletzungen
US6821261B2 (en) * 2000-12-12 2004-11-23 Dj Orthopedics, Llc Orthopedic brace having length-adjustable supports
US6623439B2 (en) * 2001-08-31 2003-09-23 Dj Orthopedics, Llc Contoured knee brace frame
GB2382778B (en) * 2001-12-07 2005-02-16 Blatchford & Sons Ltd An orthotic strut component
US6969364B2 (en) * 2002-06-28 2005-11-29 Shane Sterling Anatomically designed orthopedic knee brace
US20040024341A1 (en) * 2002-07-31 2004-02-05 Scott Jacobs Protective device
DE20301399U1 (de) * 2003-01-27 2003-03-27 Bort Gmbh Knieorthese zur Stabilisierung des Kniegelenks
DE10338129B4 (de) * 2003-08-15 2007-03-29 Otto Bock Healthcare Gmbh Orthese
DE10338128B4 (de) * 2003-08-15 2007-09-06 Otto Bock Healthcare Gmbh Unterschenkelorthese
US7157140B1 (en) * 2004-03-03 2007-01-02 Rtp Company Malleable composites and methods of making and using the same
DE102004046743A1 (de) * 2004-09-27 2006-04-06 Gerhard Lambert Knieorthese
US8585623B2 (en) 2004-12-22 2013-11-19 Ossur Hf Orthopedic device
KR100630314B1 (ko) * 2005-11-09 2006-10-02 임규동 4축 보조기 관절
DE102006021789A1 (de) * 2006-05-09 2007-11-22 Otto Bock Healthcare Ip Gmbh & Co. Kg Gelenkorthese
DE102007005648A1 (de) * 2007-01-31 2008-08-14 Bernhard Sacherer Vorrichtung und Verfahren zur Herstellung eines orthopädischen Hilfsmittels sowie entsprechendes Hilfsmittel
ATE511822T1 (de) 2007-09-13 2011-06-15 Ossur Hf Tragbare vorrichtung
DE102007057578A1 (de) 2007-11-28 2009-06-10 Otto Bock Healthcare Ip Gmbh & Co. Kg Sprunggelenkorthesensystem
JP5161036B2 (ja) * 2008-11-06 2013-03-13 本田技研工業株式会社 歩行補助装置
IT1400552B1 (it) * 2009-01-30 2013-06-11 Tryonic Ltd Tutore ortopedico ad elementi articolati
DE102009056710B4 (de) * 2009-11-25 2019-01-17 Bauerfeind Ag Stabilisierungsspange für orthesen, verfahren zu deren herstellung sowie diese enthaltende orthese
WO2012024479A2 (en) 2010-08-20 2012-02-23 Ossur Hf Configurable subshell components in orthopedic devices
USD647622S1 (en) * 2010-08-20 2011-10-25 Ossur Hf Orthopedic device
WO2012037275A1 (en) 2010-09-16 2012-03-22 Steadman Philippon Research Institute Posterior cruciate ligament support brace
US8777884B2 (en) * 2011-04-04 2014-07-15 Patrick DeHeer Hinged equinus brace with pediatric, diabetic and clubfoot versions
US9375342B2 (en) 2011-04-04 2016-06-28 Iqmed Llc Adjustable-slider, equinus brace with toe wedge
WO2013001083A1 (en) 2011-06-30 2013-01-03 Tomtec Nv Thermoplastic sheet material provided with a support layer and use thereof
JP6031443B2 (ja) * 2011-09-15 2016-11-24 保 佐喜眞 関節アシスト装置及び関節アシスト装置の調整方法
US9125787B2 (en) 2011-09-30 2015-09-08 Covidien Lp Compression garment having a foam layer
US9125730B2 (en) 2011-10-31 2015-09-08 Ossur Hf Orthopedic device for dynamically treating the knee
JP6133047B2 (ja) * 2012-12-10 2017-05-24 株式会社長崎かなえ 片側支柱長下肢装具
EP2941226B1 (en) 2013-01-07 2017-09-06 Ossur Hf Orthopedic device and method for securing the same
EP2948108B1 (en) 2013-01-25 2019-03-27 Ossur Hf Orthopedic device having a dynamic control system
US9539135B2 (en) 2013-01-25 2017-01-10 Ossur Hf Orthopedic device having a dynamic control system and method for using the same
US10413437B2 (en) 2013-01-25 2019-09-17 Ossur Iceland Ehf Orthopedic device having a dynamic control system and method for using the same
EP2950758B1 (en) 2013-01-31 2020-11-18 Össur HF Progressive force strap assembly for use with an orthopedic device
EP2950759B1 (en) 2013-01-31 2020-05-13 Ossur Hf Orthopedic device having detachable components for treatment stages
US9402779B2 (en) 2013-03-11 2016-08-02 Covidien Lp Compression garment with perspiration relief
EP3010456B1 (en) 2013-06-21 2020-05-27 Ossur Iceland EHF Dynamic tension system for orthopedic device
WO2015026889A1 (en) 2013-08-22 2015-02-26 Ossur Hf Torque limiting tool and method for using the same
US10588770B2 (en) 2014-07-10 2020-03-17 Ossur Hf Versatile orthopedic device
US10512305B2 (en) 2014-07-11 2019-12-24 Ossur Hf Tightening system with a tension control mechanism
US10653546B2 (en) 2014-10-31 2020-05-19 Ossur Hf Orthopedic device having a dynamic control system
US9668903B2 (en) 2014-11-20 2017-06-06 Ossur Iceland Ehf Polymeric polycentric hinge
CN108135720B (zh) 2015-10-15 2021-11-19 Djo有限责任公司 旨在用于骨关节炎患者的可定制的膝部支具
US11980561B2 (en) * 2016-04-14 2024-05-14 United States Of America As Represented By The Secretary Of Defense Versatile articulated dynamic response ankle foot orthosis
US11850175B2 (en) 2016-06-06 2023-12-26 Ossur Iceland Ehf Orthopedic device, strap system and method for securing the same
US11253384B2 (en) 2016-06-06 2022-02-22 Ossur Iceland Ehf Orthopedic device, strap system and method for securing the same
WO2018106759A1 (en) 2016-12-06 2018-06-14 Ossur Iceland Ehf Movable joint for use in a prosthetic or orthopedic system
US11590044B2 (en) 2017-09-26 2023-02-28 Iq Medical Llc Dorsiflexion/plantarflexion extension above the knee brace
US11547589B2 (en) 2017-10-06 2023-01-10 Ossur Iceland Ehf Orthopedic device for unloading a knee
WO2019104302A2 (en) 2017-11-27 2019-05-31 Ossur Iceland Ehf Orthopedic device having a suspension element
GB2571965A (en) * 2018-03-14 2019-09-18 Orthotic Composites Ltd Medical device
DE102018106573A1 (de) * 2018-03-20 2019-09-26 Otto Bock Healthcare Products Gmbh Orthese, Orthesen- oder Prothesenkomponenten sowie Verfahren zu deren Herstellung
USD882803S1 (en) 2018-10-08 2020-04-28 Ossur Iceland Ehf Orthopedic shell
USD908458S1 (en) 2018-10-08 2021-01-26 Ossur Iceland Ehf Hinge cover
USD888258S1 (en) 2018-10-08 2020-06-23 Ossur Iceland Ehf Connector assembly
USD986423S1 (en) 2020-03-26 2023-05-16 Ossur Iceland Ehf Orthopedic Frame
USD986422S1 (en) 2020-03-26 2023-05-16 Ossur Iceland Ehf Orthopedic frame
US20220110776A1 (en) * 2020-10-14 2022-04-14 Darco International, Inc. Rear entry walker
EP4267049A1 (en) 2020-12-28 2023-11-01 Ossur Iceland Ehf Sleeve and method for use with orthopedic device

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4312335A (en) * 1978-04-17 1982-01-26 Daniell Jr Roy B Custom-fitted knee guard and brace
US4387709A (en) * 1981-07-13 1983-06-14 Shen C Anthony Knee brace
DE3575668D1 (de) * 1984-08-13 1990-03-08 Townsend Ind Inc Vielachsig bewegungsgesteuerte knieausrichtung.
US5042464A (en) * 1985-10-04 1991-08-27 Minnesota Mining And Manufacturing Company Off-the shelf custom knee brace
US4854308A (en) * 1986-12-29 1989-08-08 Drillio Robert C Knee orthosis having offset within hinges and anti-rotation straps
US4732143A (en) * 1987-02-13 1988-03-22 Spectrum Orthopedics, Ltd. Selectable extension stop for a polycentric hinge
US4796610A (en) * 1987-07-02 1989-01-10 Donjoy, Inc. Lateral impact knee guard and medial collateral ligament knee brace
US4933131A (en) * 1987-12-29 1990-06-12 Sundstrand Corporation Method of fabricating composite structures
US4928670A (en) * 1988-12-06 1990-05-29 Delorenzo Richard Human knee joint stabilizing orthosis with semi-rigid, substantial encasement means for lower leg
US4940044A (en) * 1989-02-08 1990-07-10 Innovation Sports, Inc. Knee brace incorporating adjustment means to accommodate anatomical variations of the knee joint and leg
US4986264A (en) * 1989-09-29 1991-01-22 Miller Marion E Knee brace
CH677601A5 (nl) * 1989-09-30 1991-06-14 Tamagni Ag
US5009223A (en) * 1989-10-02 1991-04-23 Defonce Michael A Variable axis knee brace
US5121742A (en) * 1989-10-27 1992-06-16 Baylor College Of Medicine Lower extremity orthotic device
GB8926862D0 (en) * 1989-11-28 1990-01-17 Santillo Ltd Body part impact guard
US5133341A (en) * 1991-03-01 1992-07-28 Samuel Singer Knee brace with posterior strut
US5230697A (en) * 1991-05-02 1993-07-27 Innovation Sports, Inc. Knee brace
DE4140554A1 (de) * 1991-12-09 1993-06-17 Biedermann Motech Gmbh Knieorthese
US5437614A (en) * 1993-02-16 1995-08-01 Royce Medical Company Soft-goods type, custom "in situ" formable back support
DE69636867T2 (de) * 1995-07-25 2007-08-30 Medstent Inc., Rexdale Expandierbarer stent

Also Published As

Publication number Publication date
DE19650782A1 (de) 1997-06-12
FR2742045B1 (fr) 2001-11-23
DK139696A (da) 1997-06-08
US5891071A (en) 1999-04-06
ITTO960991A1 (it) 1998-06-06
CA2192287A1 (en) 1997-06-08
FR2742045A1 (fr) 1997-06-13
SE9604451D0 (sv) 1996-12-03
GB9625061D0 (en) 1997-01-22
JPH09187471A (ja) 1997-07-22
BE1012196A5 (fr) 2000-07-04
AU7411696A (en) 1997-06-12
GB2308305A (en) 1997-06-25
NL1004716A1 (nl) 1997-06-17
NO965208L (no) 1997-06-09
FR2745489A1 (fr) 1997-09-05
SE9604451L (sv) 1997-06-08
IT1289719B1 (it) 1998-10-16
GB2308305B (en) 2000-06-28
NO965208D0 (no) 1996-12-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1004716C2 (nl) Beenbeugel.
US7892195B2 (en) Knee immobilizer
US4271831A (en) Knee brace
US7311687B2 (en) Osteoarthritis brace
US4793333A (en) Knee stabilizer
US5658244A (en) Knee orthosis with improved suspension strap
EP0512666B1 (en) Improved knee brace
US8043243B2 (en) Knee brace hinges having dual axes of rotation
US9788987B2 (en) Orthotic system for an ankle joint
US4733656A (en) Knee stabilizer
US20070276306A1 (en) One piece brace liner having multiple adjustment zones
JPH043973B2 (nl)
WO1997020527A9 (en) Knee orthosis with improved suspension strap
JP2003524449A (ja) 改善されたユーザーカスタム可能な膝補強材
WO2003088877A1 (en) Low-profile lumbo-sacral orthosis
EP1703871B1 (en) Orthopedic brace suspension system
US4790299A (en) Knee stabilizer
US5707347A (en) Impact-dispersing knee brace
KR102326818B1 (ko) 어깨 외전 보조기
CN217136901U (zh) 一种适用于精神行为异常患者的关节护具
US6926684B1 (en) Orthopedic splint
GB2342048A (en) A leg brace
WO2015044906A1 (en) Protective device for protecting the lower limbs of the human body

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 19980313

PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: SEATTLE ORTHOPEDIC GROUP, INC.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030701