NL1004672C2 - Inrichting voor het verplaatsen van een verpompbaar produkt. - Google Patents

Inrichting voor het verplaatsen van een verpompbaar produkt. Download PDF

Info

Publication number
NL1004672C2
NL1004672C2 NL1004672A NL1004672A NL1004672C2 NL 1004672 C2 NL1004672 C2 NL 1004672C2 NL 1004672 A NL1004672 A NL 1004672A NL 1004672 A NL1004672 A NL 1004672A NL 1004672 C2 NL1004672 C2 NL 1004672C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
storage vessel
rotatable element
product
valve
spiral
Prior art date
Application number
NL1004672A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Willem Snoeker
Original Assignee
Agri Octrooi B V I O
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Agri Octrooi B V I O filed Critical Agri Octrooi B V I O
Priority to NL1004672A priority Critical patent/NL1004672C2/nl
Priority to AU54171/98A priority patent/AU5417198A/en
Priority to PCT/NL1997/000664 priority patent/WO1998026999A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1004672C2 publication Critical patent/NL1004672C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • A01K5/004Fodder distributors with mixer or shredder with mixing or shredding element rotating on vertical axis

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)

Description

Inrichting voor het verplaatsen van een verpompbaar produkt
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verplaatsen van een verpompbaar produkt omvattende een voorraadvat voorzien van een uitstroomkanaal, en een afsluitbare beladingsopening.
5 In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het verplaatsen van een verpompbaar produkt omvattend een voorraadvat dat aan de onderzijde trechtervormig is uitgevoerd en daar is voorzien van een uitstroomkanaal, en welke aan de bovenzijde een voor de belading 10 van het voorraadvat bestemde afsluitbare opening heeft.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de praktijk van het boerenbedrijf maar vindt ook daarbuiten toepassing, en dient voor het op pneumatische wijze verplaatsen van moeilijk verpompbare produkten, zoals spaanders, zaagsels, hout-15 schaafsel, veren, strooisel, strohaksel, textiel of andere vezels, plastic of papiersnippers, en dergelijke. Bij het pneumatisch verpompen van een produkt is het grootste probleem het optreden van verstopping in de toevoer naar het uitstroomkanaal. Met de uitvinding wordt beoogd dit probleem 20 geheel op te lossen, en overigens voordelen te bereiken welke in het navolgende zullen worden toegelicht.
Voor het bereiken van de doelstelling van de uitvinding is de inrichting erdoor gekenmerkt, dat het voorraadvat trechterzijdig is voorzien van een in het voorraadvat roteer-25 baar element ter bestrijding van samenklontering van het produkt. Dit laat zich eenvoudig realiseren door het roteerbare element uit te voeren als een langs de trechterzijdige wand van het voorraadvat verplaatsbare stang of staaf.
De verstopping van de toevoer naar het uitstroomka-30 naai wordt daarbij optimaal tegengegaan indien het roteerbare element een om haar lengte-as roteerbare stang of staaf is.
In dat geval heeft het ook zin dat op het roteerbare element schraapelementen zijn aangebracht. Dit kunnen simpele ronde of platte stukjes metaal zijn die loodrecht op de roterende 35 staaf zijn gelast en lang genoeg zijn om klontering van het produkt mede tegen te gaan.
10 0 4 6 7 2 2
Deze pennen of bladen kunnen al dan niet regelmatig verdeeld zijn, maar het heeft de voorkeur dat de schraapele-menten spiraalvormig op het roteerbare element zijn geplaatst. Hierdoor ondergaat het produkt in het voorraadvat 5 een opwaartse beweging. De bladen hebben tevens de eigenschap dat zij het produkt beluchten, waardoor de samenstelling in het voorraadvat zo los mogelijk wordt.
In een alternatieve uitvoeringsvorm is het roteerbare element voorzien van regelmatig verdeeld aangebrachte mes-10 bladen. Daarmee kan tevens het in het voorraadvat aanwezige produkt worden vermalen.
Om deze maalbewerking nog fijner uit te voeren, kunnen trechterzijdig op de binnenwand van het voorraadvat regelmatig verdeelde messen zijn aangebracht, welke verscho-15 ven ten opzichte van de mesbladen op het roteerbare element zijn geplaatst. Uiteraard kan de fijnheid van vermaling worden bepaald door het selecteren van de gewenste hoeveelheid messen, alsmede door een geschikte keuze van de rotatiesnel-heid van het roteerbare element.
20 In weer een alternatieve uitvoeringsvorm is het ro teerbare element voorzien van een spiraalvormige bedekking. Dit geeft een mengfunctie aan het roteerbare element. De spiraalvormige bedekking heeft bij voorkeur een scherpe rand, hetgeen in tegenstelling tot een afgeronde rand het produkt 25 ook doet vermalen.
De aandrijving van het roteerbare element is bij voorkeur zo gerealiseerd, dat het roteerbare element carda-nisch gekoppeld is met een ten dele door het uitstroomkanaal verlopende aandrijfas welke is gekoppeld met een aandrijfag-30 gregaat. De aandrijving als zodanig kan dan buiten het voorraadvat geplaatst worden, zodat geen hinder wordt ondervonden van het in het voorraadvat aanwezige produkt. Met de cardani-sche koppeling wordt dan op eenvoudige wijze voorzien in een aanpassing van de aandrijving aan de stand die het roteerbare 35 element op ieder moment in het voorraadvat inneemt.
Het is daarbij wenselijk dat het roteerbare element voorzien is van een wiel ter afsteuning van het element op de trechterzijdige wand van het voorraadvat. De op het roteerbare element voorziene spiraalvormige bedekking of messen blij 1004 6 7 2 3 ven dan altijd enigszins verwijderd van de trechterzijdige bodemwand van het voorraadvat.
In de uitvoeringsvormen welke zijn uitgerust met mesbladen of de spiraalvormige bedekking, heeft het dan de 5 voorkeur dat het wiel met het roteerbare element is gekoppeld via een vertragingsinrichting, bijvoorbeeld een epicycloïdale vertraging, waardoor het roteerbare element met hoge snelheid om haar as kan ronddraaien, terwijl het wiel en de as zelf met een lagere snelheid in het voorraadvat roteren.
10 In een bepaald aspect van de uitvinding is de in richting erdoor gekenmerkt, dat op de aandrijfas een arm is bevestigd, en dat het uitstroomkanaal een van een spleet voorziene transportbuis omvat welke voorzien is van een aan-sluitflens voor aankoppeling van een flexibele afvoerslang, 15 door welke spleet in de transportbuis de arm zich bij rotatie van de aandrijfas beweegt. Door deze uitvoering wordt opeenhoping van het produkt in de opening van de transportbuis voorkomen, doordat de op de aandrijfas bevestigde arm met elke omwenteling een eventueel gevormde verstopping verwij-20 derd bij de beweging door de spleet. Eventueel kan zijn voorzien in verdere armen op de aandrijfas op andere plaatsen in het uitstroomkanaal teneinde verstoppingen te voorkomen. Het verstoppingsprobleem komt vaker voor wanneer in het te transporteren produkt vreemde voorwerpen aanwezig zijn, zoals 25 stukken hout, stukken plastic, en dergelijke. Aangezien dergelijke vreemde voorwerpen met kracht verwijderd worden, dienen zowel de van een spleet voorziene transportbuis alsook de ronddraaiende arm stevig te worden uitgevoerd. Teneinde het verstoppingsprobleem verder tegen te gaan, dient de trans-30 portbuis alsook de flexibele afvoerslang over haar gehele lengte eenzelfde inwendige diameter te hebben.
Teneinde belading en ontlading van het voorraadvat op diverse wijzen mogelijk te maken, is de inrichting volgens de uitvinding er verder door gekenmerkt, dat de afsluitbare 35 opening voor de belading van het voorraadvat hermetisch afsluitbaar is, en dat voorzien is in middelen voor het veranderen van de druk in het voorraadvat. Eén uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is daartoe voorzien van een compressor welke via een leiding op het voorraadvat is 1004672 4 aangesloten, zodat het voorraadvat op druk gebracht kan worden teneinde pneumatisch transport van het in het voorraadvat aanwezige produkt te kunnen realiseren.
Het is daarbij soms voordelig dat de compressor met 5 een regelbare koppeling aangesloten is op een toevoerpunt aan de transportbuis voor secundaire lucht. Dit ondersteunt het transport van het produkt door de transportbuis. Voor de goede regeling van het transport van het produkt is in de transportbuis een afsluiter opgenomen. In een alternatieve uitvoe-10 ringsvorm met een vergroot bedieningsgemak kan de inrichting volgens de uitvinding zijn ingericht met een flexibele af-voerslang waarin een handbediende afsluiter is opgenomen. Voorts is wenselijk dat op de transportbuis een drukregelaar is aangesloten.
15 Bij voorkeur is voornoemde compressor voorzien van een koppeling voor aansluiting van een aandrijfaggregaat, bij voorkeur een tractor. Met name in de landbouw, waar de inrichting volgens de uitvinding zich op geschikte wijze laat toepassen, is veelal sprake van de toepassing van een inrich-20 ting volgens de uitvinding die verrijdbaar is. Dit verrijden geschiedt doorgaans met behulp van een tractor, die derhalve toch reeds beschikbaar is en welke alsdan tevens kan dienen voor aandrijving van de compressor.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrich-25 ting volgens de uitvinding kan de compressor als vacuümpomp worden bedreven voor het creëren van een onderdruk in het voorraadvat, en is op het voorraadvat een stoffilter aangesloten dat koppelbaar is met de zuigende kant van de compressor, en is het voorraadvat voorts voorzien van een aanzuig-30 slang. Dit maakt mogelijk het in het voorraadvat opzuigen van het nadien te verpompen produkt en het tegelijkertijd daarbij stofvrij maken van het opgezogen produkt.
Weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is erdoor gekenmerkt, dat het roteerba-35 re element een taps naar boven toelopend schroefvormig spi-raalelement is. Een dergelijke uitvoering leent zich in het bijzonder voor de automatische verwerking en dosering van kuilvoer, waarbij dit voer wordt fijngemalen en intensief gemengd. Bij deze uitvoeringsvorm is het wenselijk dat op het 1004 67 2 5 spiraalelement messen zijn aangebracht. Vooral wanneer tevens op de trechterzijdige wand van het voorraadvat verdere messen zijn aangebracht, wordt dan op zeer efficiënte wijze het fijn hakken van het voer verzorgd. In deze uitvoeringsvorm is ver-5 der wenselijk dat de aandrijfas van het spiraalelement is voorzien van ten minste een vaste arm. Hiermee wordt verhinderd dat het produkt in het voorraadvat gaat samenklonteren.
Voor alle uitvoeringsvormen kan tevens wenselijk zijn dat het voorraadvat kantelbaar is tussen een in hoofd-10 zaak verticale positie en een in hoofdzaak horizontale positie. Hierbij dient de verticale positie de distributiefunctie van het produkt en is de in hoofdzaak horizontale positie van het voorraadvat gericht op de belading daarvan. Het voorraadvat heeft dan in essentie de gedaante van een kiepemmer, wel-15 ke in de horizontale positie een schepfunctie vervult voor het innemen van produkt vanaf een hoop.
Deze laatste functie wordt ondersteund door de uitvoering waarin het voorraadvat een scherpe scheprand heeft aan de bovenzijde van het voorraadvat. Daarbij is wenselijk 20 dat het voorraadvat aan de buitenzijde nabij de scheprand is voorzien van een stootrand ter bescherming van de scherpe scheprand.
De inrichting volgens de uitvinding kan voorts zo zijn ingericht dat het voorraadvat aan de bovenzijde is voor-25 zien van een verstelbare frees voor inname van produkt in het voorraadvat. De frees is naar haar aard roteerbaar en bij voorkeur voorzien van pennen op het oppervlak daarvan voor het naar binnen harken van het op een hoop gestapelde produkt . De frees dient dan voor het afpellen van de hoop en 30 successievelijk invoeren van het produkt in het voorraadvat.
De uitvoeringsvorm welke is voorzien van een extern geplaatst aandrijfaggregaat voor het roteerbare element, is in een voorkeursuitvoeringsvorm erdoor gekenmerkt, dat de aandrijfas ten dele als wormwielas is gevormd en dat op de 35 wormwielas een wormwiel is geplaatst welke bedienend is gekoppeld met de afsluiter. Op deze wijze is een zeer betrouwbare produktdosering mogelijk doordat het al dan niet roteren van de aandrijfas bewerkstelligt dat het verpompen van het produkt loopt of onderbroken is.
100 4 67 2 6
De uitvinding is tot zoverre beschreven aan de hand van een voorraadvat dat aan de onderzijde trechtervormig is uitgevoerd. De uitvinding is echter tevens belichaamd in een inrichting welke voorzien is van een voorraadvat dat cilin-5 drisch van vorm is. In dat geval is deze er volgens de uitvinding door gekenmerkt, dat de inrichting in het voorraadvat is voorzien van een centraal opgesteld roteerbaar element. Daarbij is dan voordelig dat deze nabij een wand van het voorraadvat een roteerbare spiraal heeft. Deze roteerbare 10 spiraal dient het transport van het produkt in het voorraadvat in de richting van het uitstroomkanaal, aangezien vanwege de bij deze uitvoeringsvorm gebruikelijke plaatsing met een horizontaal opgestelde longitudinale as met zich meebrengt dat de zwaartekracht voor dit transport niet kan worden aan-15 gewend.
Deze uitvoeringsvorm is er verder bij voorkeur door gekenmerkt, dat het roteerbare element axiaal verlopende pennen omvat die op een centrale as zijn gemonteerd. Behalve het tegengaan van klontering van het produkt, hebben de spiraal-20 vormende staven tevens dan de functie van mengen van het produkt. Een alternatieve uitvoeringsvorm van dit laatste type van de inrichting volgens de uitvinding is erdoor gekenmerkt, dat het roteerbare element axiaal verlopende pennen omvat die op een centrale as zijn gemonteerd.
25 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een aantal niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding welke zullen worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin: fig. 1 in schematisch zijaanzicht een eerste uitvoe-30 ringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding toont in de distributiestand; fig. 2 de inrichting volgens fig. 1 toont in de be-ladingsstand; fig. 3A en 3B alternatieve uitvoeringsvormen van de 35 afsluitbare opening aan de bovenzijde van het voorraadvat toont; fig. 4.1, 4.2 en 4.3 verschillende uitvoeringsvormen van een detail aan de trechtervormige onderzijde van het voorraadvat van de inrichting volgens de uitvinding toont; 1004672 7 fig. 5 een schakelschema toont voor enkele hydraulische cilinders welke dienen voor bediening van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 6 een alternatieve uitvoeringsvorm van de in-5 richting volgens de uitvinding toont, waarmee het voorraadvat beladen kan worden en het produkt tegelijk stofvrij gemaakt; fig. 7 en 8 in respectievelijk distributiestand en beladingsstand een alternatieve uitvoeringsvorm tonen van de inrichting volgens de uitvinding welke voorzien is van een 10 voorraadvat dat aan de bovenzijde een innamefrees heeft; fig. 9 in detail de trechtervormige onderzijde van het voorraadvat van de inrichting volgens de uitvinding toont, waarbij een alternatieve pneumatische transportwijze wordt toegepast; 15 fig. 10.1 en 10.2 in detail de trechtervormige on derzijde van het voorraadvat tonen, waarbij in het uitstroomkanaal een afsluiter is opgenomen; fig. 11.1, 11.2, 11.3 en 11.4 in diverse aanzichten een alternatieve inrichting volgens de uitvinding tonen.
20 In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.
Fig. 1, 2, 6, 7 en 8 tonen een hoofduitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding waarbij sprake is van een kiepemmer 1, dat dient als voorraadvat en welke voorzien 25 is van een trechtervormige onderzijde en een beladingsopening aan de bovenzijde die afsluitbaar is. Het voorraadvat 1 dient zodanig te zijn uitgevoerd dat deze bestand is tegen de voor de pneumatische overslag van het produkt benodigde druk welke afhangt van de produktdichtheid, de lengte en doorsnede van 30 de afvoerslang 15, en het gewenste debiet. Als voorbeeld kan gelden een druk welke in het voorraadvat 1 dient te worden gerealiseerd van 1,4 kgs/cm2 voor het transport van stal-strooisels door een afvoerslang 15 met een diameter van 60 mm over een lengte van 30 m. De in genoemde figuren getoonde 35 uitvoeringsvorm is aan de onderzijde trechtervormig met een konische bodem gesteld onder een hoek van circa 45°. De precieze hoek is echter niet bepalend voor de uitvinding en kan naar believen gevarieerd worden. Boven de trechtervormige bodem is een cilindrisch gedeelte geplaatst dat uiteindelijk 1 o 0 4 6 7 2 8 aan de bovenzijde vierkant of rechthoekig uitloopt ten behoeve van de plaatsingsmogelijkheid van een hermetisch afsluitende klep 9. De bovenzijde van het voorraadvat 1 is daarbij bij voorkeur zoals getoond onder een hoek geplaatst, hetgeen 5 het vullen na kiepen van het voorraadvat 1 mogelijk maakt. Daartoe wordt het voorraadvat 1 in de in fig. 2 en 8 getoonde horizontale positie gebracht waarna de inrichting achterwaarts tegen een hoop van het in te nemen produkt kan worden gereden voor het beladen van het voorraadvat 1. Aan de boven-10 zijde is het voorraadvat 1 uitgerust met een klep 9 die be-dienbaar is met een mechanisch of hydraulisch systeem, bijvoorbeeld een bedieningscilinder 8. Meer in detail in fig. 3A is getoond dat het scharniersysteem 8.1 zo is uitgevoerd dat de klep 9 wanneer deze aan het eind van zijn zijwaartse bewe-15 ging is, in plaats van zijwaarts opwaarts wordt bewogen voor het verbeteren van de afsluiting. In fig. 3B wordt in detail een klepuitvoering getoond waarmee de bovenkant praktisch geheel kan worden geopend. In dat geval bestaat de klep uit twee onderling scharnierende panelen die bedienbaar zijn met 20 behulp van de bedieningscilinder 8. Op de aansluitingen van de onderscheidenlijke klepdelen op de wanden van het voorraadvat 1 zijn rubber strips aangebracht voor het verzorgen van de hermetische afsluiting van de opening.
Mede aan de hand van fig. 4.1 zal de uitvinding nu 25 nader worden toegelicht. Aan de binnenzijde van het voorraadvat 1 bevindt zich een roteerbaar element 2, in dit geval een staaf of stang. Deze wordt via een cardanas 25 aangedreven door een aandrijfas 22 die ten dele zich uitstrekt door het uitstroomkanaal aan de onderzijde van het voorraadvat 1, en 30 is gekoppeld met een aandrijfsysteem 4 dat buiten het voorraadvat 1 is geplaatst. Dit aandrijfsysteem 4 kan bijvoorbeeld een hydraulische reductiemotor zijn, welke veel toepassing vindt in een agrarische omgeving. Een dergelijke motor heeft voordelen ten aanzien van betrouwbaarheid, geluidsni-35 veau en regelgemak (koppelbegrenzing, draaisnelheid). Het roterende element 2 is in het in fig. 4.1 getoonde geval voorzien van schrapers 7 voor het strooisel dat zich in het voorraadvat 1 bevindt. Deze schrapers kunnen simpele ronde, of platte stukjes metaal zijn, die loodrecht op de longitudi- 10 0 4 67 2 9 nale as van het roterende element 2 zijn gelast, en lang genoeg zijn om de samenklontering van het produkt mede te verhinderen. De schrapers 7 kunnen al dan niet regelmatig verdeeld op het roterende element 2 zijn aangebracht. De 5 voorkeur heeft echter de in fig. 4.1 getoonde spiraalvormige plaatsing, waardoor het produkt in het voorraadvat 1 tevens een opwaartse beweging ondergaat. De schrapers 7 hebben verder de functie van het beluchten van het produkt, hetgeen de samenstelling daarvan losser maakt en de uitstroming door het 10 uitstroomkanaal 20 bevordert. Het roterende element 2 draait om zijn eigen as door middel van genoemde aandrijving. Deze draaiing in combinatie met de helling van de trechtervormige bodem zorgt ervoor dat het produkt regelmatig naar de onderzijde van het voorraadvat 1 stroomt. Het roterende element 2 15 rust door zijn eigen gewicht op de trechtervormige wand met een wiel 6 dat bijvoorbeeld van geribbeld rubber kan zijn gemaakt, waardoor deze langs de trechtervormige bodem beweegt, ook in situaties dat het roterende element 2 klonten van het produkt ontmoet. In het laatste geval leidt de con-20 structie volgens de uitvinding tot verbreken van de klonte-ring.
Het uitstroomkanaal 20 omvat een van een spleet voorziene transportbuis, welke voorzien is van de aansluit-flens 26 voor aankoppeling van een flexibele afvoerslang 15. 25 Door genoemde spleet in de transportbuis beweegt zich de arm 21 bij rotatie van de aandrijfas 22, zodat met elke omwenteling een eventueel gevormde verstopping door de roterende arm verwijderd wordt. Van belang is dat de transportbuis inclusief de daarop aansluitende flexibele afvoerslang 15 een con-30 stante doorsnede heeft over haar gehele lengte te rekenen vanaf het beginpunt, het voorraadvat 1, tot aan het eindpunt, het uiteinde van de flexibele afvoerslang 15. Voorzien kan zijn in een tweede blad of verdere bladen 2Ibis voor het tegengaan van verstoppingen op andere plaatsen in het uit-35 stroomkanaal 20 van het voorraadvat 1. Dergelijke verstoppingen komen vaker voor wanneer het te transporteren produkt vreemde voorwerpen bevat, zoals stukken hout, stukken plastic, en dergelijke. In verband daarmee dienen zowel de van een spleet voorziene transportbuis alsook de in de spleet 10 0 4 6 7 2 10 bewegende arm 21 verstevigd te zijn uitgevoerd, aangezien deze onderdelen mede als doel hebben om dergelijke vastere voorwerpen te vermalen tot een formaat dat geschikt is de transportbuis te passeren. Indien een vreemd voorwerp dat te 5 hard of te groot is nochtans tot verstopping leidt welke niet kan worden doorbroken door vermaling met de arm 21, dan zal een drukbegrenzer 45 (zie fig. 4) welke gekoppeld is met aandrijf aggregaat 4, de aandrijving onderbreken. Genoemde drukbegrenzer 45 regelt de maximale druk van dit aandrijfaggre-10 gaat 4. In dat geval wordt de afvoer van produkt uit het voorraadvat 1 onderbroken, en kan de druk van het voorraadvat 1 worden verwijderd en klep 23 geopend worden voor verwijdering van het blokkerende vreemde voorwerp.
In fig. 4.2 wordt een uitvoeringsvorm getoond van de 15 inrichting volgens de uitvinding waarin het roterende element 2 is voorzien van mesbladen 7.2 welke dienen voor vermaling van het in voorraadvat 1 aanwezige produkt. Een verdere verfijning van de maalbewerking kan worden bereikt door op het trechtervormige bodemoppervlak van het voorraadvat 1 te voor- 20 zien in messen 27. De vermaalfijnheid kan worden ingesteld door een geschikte keuze van het aantal messen, en tevens door instelling van de draaisnelheid van het roteerbare element 2. In het in fig. 4.2 getoonde geval is het roteerbare element 2 met het wiel 6 verbonden door middel van een epicy-25 cloïdale vertraging 28, waardoor het roteerbare element 2 met hoge snelheid kan ronddraaien om haar longitudinale as terwijl het wiel 6 een lagere rotatiesnelheid heeft.
In fig. 4.3 wordt een uitvoeringsvorm getoond waarin het roteerbare element 2 een mengfunctie is gegeven. Daartoe 30 is dit element voorzien van een spiraalvormige bekleding 7.3 welke een afgeronde of scherpe rand heeft. De scherpe rand is gewenst indien men tegelijkertijd het produkt wil vermalen.
De in fig. 4.3 getoonde uitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt voor voedseldistributie voor dieren, waarbij kuil-35 voer op pneumatische wijze wordt gemengd met andere produk-ten. De roterende spiraalvormige bekleding 7.3 verplaatst het produkt opwaarts vanaf de trechtervormige bodem van het voorraadvat 1, waarna dit meer naar het midden van het voorraadvat 1 een benedenwaartse beweging ondergaat.
1004672 11
Verwijzend weer naar de fig. 1, 2, 6, 7 en 8 zijn de middelen voor de pneumatische overslag op het chassis C gemonteerd. Binnen het kader van de uitvinding is echter ook denkbaar dat de lucht voor het pneumatische transport van een 5 externe bron komt. Elke blower of compressor kan worden gebruikt, bijvoorbeeld een Roots-blower 3. De aandrijving van deze persluchtaanvoer kan aangesloten worden op een koppeling 14 en kan afkomstig zijn verschillende thermische, elektrische, hydraulische of andere aandrijvingen. Bij voorkeur zal 10 op de koppeling 14 echter de aftakas van een tractor worden aangesloten, hetgeen met name in agrarische omstandigheden een algemeen beschikbare energiebron vormt. Afhankelijk van de gewenste draaisnelheden kan tussen de koppeling 14 van de luchtaanvoer en de krachtbron een versnellings- of vertra-15 gingskast worden geplaatst. Dit is verder volgens de vakman wel duidelijk en behoeft niet in de tekening te worden getoond. De luchtaanvoer wordt gedimensioneerd op volume en druk afhankelijk van de eigenschappen van het te transporteren produkt, zoals dichtheid en deeltjesgrootte, alsmede de 20 lengte en diameter van het distributiekanaal waarvan de flexibele afvoerslang 15 deel uitmaakt, en van het gewenste debiet. Als voorbeeld kan genoemd worden dat voor het transporteren van spaanders via een flexibele slang van 30 m lengte en met een diameter van 60 mm, een drukniveau van 1,4 kgs/cm2 25 in het voorraadvat 1 nodig is voor het opleveren van een debiet van 400 m3 per uur. De lucht wordt in het voorraadvat 1 gebracht via ten minste één leiding 13, en gecontroleerd met behulp van een overdrukventiel 17 dat bij voorkeur op 0,1 kgs/cm2 boven de voor het transport benodigde druk in het 30 voorraadvat 1 wordt ingesteld. Het kan voordelig zijn om de lucht ook op andere plaatsen aan te voeren, bijvoorbeeld nabij het aansluitpunt van de flexibele slang 15 op de afsluit-flens 26 via aansluiting 24 (zie fig. 4.1, 4.2 en 4.3). De op deze plaats toegevoerde hoeveelheid lucht wordt dan geregeld 35 met behulp van een regelschuif 16 (zie fig. 1, 2, 6, 7 en 8).
Mede aan de hand van fig. 5 zal nu verder worden toegelicht hoe de bediening van de bedieningscilinders 8 en 5 van de inrichting volgens de uitvinding verloopt. De twee bedieningscilinders 8 en 5, alsmede het hydraulische aan- 15 0 4 6 7 2 12 drijfaggregaat 4 kunnen worden bediend door middel van handbediende hydraulische afsluiters of via elektrische bediening. In het laatste geval zijn elektromagnetische afsluiters nodig.
5 In fig. 5 wordt een bruikbare schakeling getoond. De hoofdschakeling is beveiligd met behulp van een overdrukven-tiel 45. Voor het kantelen van het voorraadvat 1 en het weer omhoog brengen daarvan, worden de spoelen van de elektromagnetische afsluiter 44.1 aangestuurd. Voor bediening van de 10 hermetisch afsluitende klep 9 worden de spoelen van de elektromagnetische afsluiter 44.2 aangestuurd. Voor het besturen van het aandrijfaggregaat 4 dient de spoel 4.1. Indien een vreemd voorwerp het uitstroomkanaal 20 en in het bijzonder de van een spleet voorziene transportbuis aan haar ingang blok-15 keert, wordt spoel 4.2 aangestuurd om het roterende element 2 korte tijd in tegenovergestelde richting te laten draaien. De niet-weergegeven hydraulische eenheid van de inrichting is bijvoorbeeld aangesloten op het hydraulische systeem van een tractor welke wordt gebruikt voor het verplaatsen van de in-20 richting volgens de uitvinding. De inrichting met het voorraadvat 1 is daartoe geplaatst op een verrijdbaar chassis C welke voorzien is van wielen R. De compressor 3 kan dan zijn aangesloten op een aftakas van de tractor. De elektrische kast voor de afstandsbediening van de hydraulische eenheid is 25 aangesloten op elektrische handschakelaars die hiertoe op de tractor zijn aangebracht. De tractor rijdt de inrichting achteruit een ruimte in alwaar het in te nemen produkt, bijvoorbeeld stalstrooisel, ligt opgeslagen. Door aansturing van de elektromagnetische afsluiter 5.2 wordt bedieningscilinder 5 30 ingetrokken, waardoor de bak plat op de grond wordt gekanteld. Vervolgens wordt spoel 8.2 aangestuurd voor het openen van klep 9 van het voorraadvat 1. Dan volgt het aanrijden van het voorraadvat 1 tegen het produkt. Wanneer de tractor niet verder naar achteren kan, vindt aansturing van elektromagneet 35 5.1 plaats om de bak weer omhoog te brengen. Tegelijkertijd wordt verder achteruit gereden teneinde het verder vullen van het voorraadvat 1 tijdens het omhoog draaien te bewerkstelligen. Wanneer het voorraadvat volledig omhoog is gekomen, wordt de tractor vooruit gereden. Daarna kan zo nodig het 100 4 67 2 13 voorraadvat weer naar de bodem gekanteld worden voor het verder vullen daarvan.
In de figuren is tevens nog een stootblok 11 getoond aan de bovenzijde van het voorraadvat 1 welke dient voor be-5 scherming van de scherpe rand 10 waarmee het insteken in het produkt wordt vergemakkelijkt. Wanneer het vullen gestaakt wordt, wordt vervolgens de elektromagnetische afsluiter 8.1 aangestuurd voor het sluiten van de klep 9. Daarna kan de inrichting naar het gebouw of de omgeving verplaatst worden, 10 alwaar de inhoud van het voorraadvat verspreid kan worden. Daartoe dient de compressor 3 gestart te worden en de flexibele afvoerslang 15 aangesloten te worden op de aansluitflens 26. Door middel van een handmatige of elektrische afstandsbediening wordt dan de elektromagnetische afsluiter 4.1 aange-15 stuurd voor het aansturen van het aandrijfaggregaat 4, waardoor het roterende element 2 gaat draaien. Vanaf dat moment kan het in het voorraadvat 1 aanwezige produkt via het uitstroomkanaal 20 en de afvoerslang 15 verspreid worden. Deze verspreiding kan worden onderbroken door het deactiveren van 20 de elektromagnetische afsluiter 4.1 waardoor het aandrijfaggregaat 4 en het roterende element 2 ophouden met draaien. Doordat het produkt dat zich in het voorraadvat 1 bevindt de neiging heeft tot samenklonteren en in het algemeen moeilijk verpompbaar is, heeft dit tot gevolg dat aan de bodem van de 25 trechtervormige onderzijde van het voorraadvat 1 een verstopping ontstaat. De lucht die extra wordt toegevoerd op aan-sluitpunt 24 zorgt ervoor dat het produkt wordt voortgestuwd en de flexibele afvoerslang 15 wordt geleegd. Het kan zijn dat het produkt makkelijker verpompbaar is, bijvoorbeeld 30 zaagsel, tengevolge waarvan het stoppen van het roterende element 2 niet voldoende is om het stromen van het produkt in het afvoerkanaal 20 te onderbreken. Daartoe kan zijn voorzien in een automatische afsluiter 18 die bijvoorbeeld bedienbaar is met een hydraulische bedieningscilinder welke is aangeslo-35 ten op het aandrijfaggregaat 4. Wanneer de elektromagneet 4.1 wordt geactiveerd, zal zich dan de afsluiter 18 tegelijkertijd openen met het starten van het aandrijfaggregaat 4. Voor het sluiten van de afsluiter 18 is nodig dat de spoel 4.2 gedurende korte tijd wordt aangestuurd, waardoor de draai- 10 0 4 6 7 2 14 richting van het aandrijfaggregaat 4 wordt omgekeerd, en de afsluiter 18 wordt gesloten. Dit onderbreekt het transport van het produkt. Ondertussen is compressor 3 continu in werking, echter de lucht welke deze inbrengt, kan niet ontsnap-5 pen via de in fig. 4.1, 4.2 en 4.3 getoonde terugslagklep 24 of de afvoerslang 15, waardoor de druk in het voorraadvat 1 oploopt en uiteindelijk afgeblazen wordt via overdrukventiel 17. Een andere mogelijkheid welke toepasbaar is voor produk-ten met zeer goede stromingseigenschappen en weinig neiging 10 tot verstoppen, zoals poeders, is de volgende. De flexibele afvoerslang 15 kan aan het uiteinde zijn voorzien van een handbediende afsluiter 18bis (zie fig. 1 en 6). Na aankoppe-ling van de flexibele afvoerslang 15 op de aansluitflens 26 kan de afsluiter 18 handmatig geopend worden, echter wordt 15 het produkt nog geblokkeerd doordat de afsluiter 18bis nog gesloten is. Het starten van verspreiden van het produkt kan dan aanvangen door openen van de afsluiter 18bis. Onderbreken van dat transport kan eenvoudigweg geschieden door weer sluiten van de afsluiter I8bis. Door het afsluiten van de afslui-20 ter 18bis ontstaat in het voorraadvat 1 door het nog in werking zijn van de compressor 3 een drukverhoging welke ook in dit geval beperkt wordt door het overdrukventiel 17.
De inrichting is tevens bruikbaar op de volgende wijze waarbij de functie van de drukregelaar 29 getoond in de 25 fig. 4.1, 4.2 en 4.3 ter sprake komt. In deze methode is de inrichting voorzien van de afsluiter 18, de handbediende afsluiter 18bis en de flexibele afvoerslang 15 en genoemde drukregelaar 29 die op een druk is ingesteld die iets hoger is dan de voor het transport van het produkt benodigde druk. 30 De aansturing van de elektromagnetische afsluiter 43 (zie fig. 5) loopt via het gesloten contact van de drukregelaar 29. Wanneer de druk in het transportsysteem hoger is dan de op de drukregelaar 29 ingestelde druk dan wordt het contact verbroken en wordt de elektromagnetische afsluiter 43 niet 35 verder aangestuurd. De werkwijze is nu als volgt.
De compressor 3 wordt ingeschakeld voorafgaande aan de inschakeling van de besturingsschakeling. Dientengevolge stijgt de druk tot aan de op de drukregelaar 29 ingestelde maximale druk waardoor het contact van de drukregelaar 29 1004672 15 wordt verbroken. Vervolgens wordt de besturingsschakeling onder spanning gezet, echter de spoel 4.1 kan door het verbroken zijn van het contact van de drukregelaar 29 niet worden aangestuurd. Door het openen van de handmatige afsluiter 5 18bis kan de druk in het systeem weer beginnen te dalen tot het moment dat de drukregelaar 29 weer contact maakt en de spoel 4.1 kan worden aangestuurd. Dientengevolge wordt het aandrijfaggregaat 4 aangestuurd en begint het roterende element 2 te draaien. Door de dientengevolge veroorzaakte tegen-10 druk wordt de bedieningscilinder van de afsluiter 18 geopend en kan het produkt gaan stromen. Het beëindigen wordt geïnitieerd door het sluiten van de handmatige afsluiter 18bis. Onmiddellijk neemt dan de druk in het systeem weer toe tot het moment dat de drukregelaar 29 de stroom naar de spoel 4.1 15 onderbreekt en het aandrijfaggregaat 4 stopt.
In fig. 6 wordt een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding getoond waarin het voorraadvat 1 op onderdruk wordt bedreven. Hiermee zijn met de inrichting volgens de uitvinding verdere functies mogelijk. In het 20 voorraadvat 1 wordt een onderdruk gecreëerd door middel van een leiding 56 die via een stoffilter 55 en een leiding 59 op het voorraadvat 1 is aangesloten en verder aansluit op de compressor 3 welke is voorzien van een vacuümstand. In het getoonde geval wordt een afsluiter 51 toegepast waarmee het 25 circuit gevormd door de leidingen 56 en 59 en stoffilter 55 aansluitbaar is tussen de compressor 3 en het voorraadvat 1. Zodra de afsluiter 51 in de juiste stand is geplaatst en de compressor 3 in de vacuümstand, kan een tevens op het voorraadvat 1 aangesloten slang 54 dienen voor het opzuigen van 30 het in te nemen produkt alsmede buitenlucht zodra afsluiter 52 is geopend. Dit wordt gerealiseerd doordat de compressor 3 in het voorraadvat 1 een onderdruk heeft gerealiseerd. Het ingezogen produkt blijft in het voorraadvat 1 achter terwijl de aangezogen lucht met daarin aanwezige stofdeeltjes via de 35 leiding 59 door de stoffilter 55 worden geleid. Als stoffilter 55 wordt bijvoorbeeld een cycloon toegepast. Na passeren van de filter wordt stofvrije lucht via leiding 56 naar de compressorvacuümpomp 3 gezogen die de lucht afvoert naar de atmosfeer. Zodra het voorraadvat 1 gevuld is kan de compres- 1004672 16 sor 3 worden afgeschakeld en klep 9 worden geopend voor het op atmosferische druk brengen van het voorraadvat 1. Door openen van afsluiter 57 kan het in de cycloon 55 afgevangen stof worden afgevoerd. Een verdere gebruiksmogelijkheid van 5 deze inrichting is de volgende.
Wanneer produkt in het voorraadvat 1 is opgeslagen, kan klep 9 geopend worden en compressor 3 gestart voor het via leiding 16 inbrengen van omgevingslucht. Vervolgens kan het roterende element 2 in werking worden gezet. Bij dit ge-10 bruik zorgt de onderin het voorraadvat 1 ingeblazen lucht in combinatie met het bewegen van het roterende element 2 voor het vrijkomen van in het produkt aanwezige stof. De ingebrachte lucht met dit vrijgemaakte stof wordt via de geopende klep 9 op de atmosfeer geloosd waarmee het produkt dat in het 15 voorraadvat 1 aanwezig is volledig stofvrij gemaakt kan worden .
De toe te passen afvoerslang 15 is in de regel geïndividualiseerd aanwezig in ieder gebouw waar de inrichting volgens de uitvinding gebruikt wordt. Dit om hygiënische re-20 denen. Echter, om economische redenen kan de inrichting volgens de uitvinding, zoals getoond in fig. 7, worden uitgerust met een handbediend of automatisch oprolmechanisme voor een met de inrichting vastgekoppelde flexibele afvoerslang. De benodigde lengte van de afvoerslang 15 wordt dan eenvoudig 25 van een haspel 61 die op de inrichting is bevestigd afgerold. Het produkt kan door de haspel stromen via een draaiende goed afsluitende koppeling 62. In fig. 7 is voorts een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding getoond die geschikt is voor automatische verwerking en distributie van 30 kuilvoer zoals dat gewenst wordt door bepaalde rundvee- en schapenfokkers. Daartoe wordt de inrichting volgens de uitvinding uitgevoerd met een verticale menger in de vorm van een schroefdraadvormige spiraal 64 die op een konische as 66 is gemonteerd. Deze vorm verhindert dat lange vezels zich 35 vastdraaien in de menger. Op de spiraal kunnen messen 65 zijn aangebracht en tevens kan zijn voorzien in messen 67 die daar tegenover liggen en zijn aangebracht op de wanden van het voorraadvat 1 en welke in onderlinge samenwerking zorgen voor het fijnhakken van het voer. Daarnaast kan zijn voorzien in 1004672 17 één of twee vaste armen 60 op de aandrijfas welke het samenklonteren van het produkt verhinderen.
De figuur toont verder een roterende frees 68 welke aan de bovenzijde van het voorraadvat 1 is aangebracht. Deze 5 frees 68 heeft een functie in de laadpositie welke in fig. 8 wordt getoond. In deze horizontale laadpositie wordt de frees 68 eerst omhoog bewogen. Door middel van een bedieningscilin-der 70 wordt de klep 9 geopend en vervolgens de inrichting achteruitgereden tegen de hoop kuilvoer aan. Vervolgens wordt 10 de frees 68 omlaag bewogen waarbij het draaien van de frees 68 zorgt voor het losraken van het kuilvoer. De frees is voorzien van tanden in een vorm welke geschikt zijn om ervoor te zorgen dat het kuilvoer gelijkmatig naar het voorraadvat 1 wordt bewogen.
15 In fig. 9 wordt een detail van het voorraadvat 1 getoond, te weten de trechtervormige onderzijde met pneumatische middelen welke de inrichting geschikt doen zijn voor een toepassing waarin het voorraadvat 1 aan de bovenzijde niet hermetisch afsluitbaar is. Bij deze alternatieve uitvoerings-20 vorm wordt het uitstromen van het produkt uit het voorraadvat 1 niet bewerkstelligd door het realiseren van een overdruk in het voorraadvat 1 maar wordt het produkt aangezogen van buiten het voorraadvat 1 door toepassing van een venturisysteem 70. De lucht die nodig is voor de werking van de venturi 70 25 kan afkomstig zijn van een turbine 71 die door rotatie van haar schoepen 72 lucht uit het centrum 73 van de turbine aanzuigt en het onder druk in de venturi 70 blaast. Verhoging van het rendement van dit systeem is mogelijk door in plaats van een turbine 71 een compressor 3 toe te passen.
30 In weer een alternatieve uitvoeringsvorm blijft de venturi 70 achterwege. In dit verder niet getoonde geval wordt het produkt direct via de aanzuigopening van de turbine 71 aangezogen en door de schoepen 72 in de flexibele afvoer-leiding 15 geblazen. Deze aanpassing kan in het bijzonder 35 interessant zijn indien het te transporteren produkt nog verder dient te worden fijngehakt. In dat geval is het voordelig om de turbine 71 te vervangen door een hakinrichting met ingebouwde blower.
ÏO0 4 6 7 2 18
De fig. 10.1 en 10.2 dienen ter illustratie van een maatregel welke geschikt is om het stromen van het produkt te onderbreken indien het stoppen van de rotatie van het roterende element 2 daartoe niet volstaat. Zoals hierboven reeds 5 beschreven kan in dat geval een afsluiter 18 worden toegepast. Het is dan voordelig om het openen en sluiten van de afsluiter 18 te realiseren door gebruikmaking van de rotatie van de aandrijfas 22. Het uiteinde van de aandrijfas 22 wordt daartoe zodanig bewerkt dat deze als wormwiel kan functione-10 ren waarbij de twee uiterste windingen van het wormwiel op zichzelf vrijlopen. Op het wormwiel kan een bus met daarin een kogel worden geplaatst zodat een op- en neergaande beweging langs de spiraal 81 van het wormwiel kan worden uitgevoerd. Deze bus 85 is via een hefboom 84 met de afsluiter 18 15 gekoppeld waarbij verder twee veren 82 en 83 worden toegepast voor het in evenwicht houden van de hefboom 84 tussen haar twee uiteinden.
In fig. 10.2 is schematisch aangegeven dat rotatie van het wormwiel in combinatie met de kracht van de veer 83 20 ertoe leidt dat de bus 85 omhoog beweegt waardoor de afsluiter 18 via de hefboom 84 wordt geopend. Wanneer de bus 85 haar hoogste stand bereikt, handhaaft hij deze vanwege het feit dat de boven geplaatste winding op zichzelf rondloopt.
In fig. 10.1 wordt getoond dat voor het sluiten van 25 de afsluiter 18 het omdraaien van de draairichting van de aandrijfas 22 volstaat totdat de bus 85 door de kracht van de veer 82 op de hefboom 84 en de werking van de wormwielaan-drijving de hefboom 84 weer doet kantelen. Op het moment dat de bus 85 de onderste winding heeft bereikt, kan de omgekeer-30 de rotatie van de aandrijfas 22 gestopt worden.
In de fig. 11.1, 11.2, 11.3 en 11.4 wordt nog een inrichting getoond waarin de uitvinding tevens is belichaamd en welke voorzien is van een in hoofdzaak cilindrisch gevormd vat met een horizontaal geplaatste longitudinale as. Het 35 voorraadvat 1 is roteerbaar om een centrale as 95 door middel van een hydraulische bedieningscilinder 5. In fig. 11.l is getoond dat het voorraadvat 1 zich in de laadpositie bevindt. Het vat is daartoe voorzien van een schep 96 voor het vormen van een laadvoorziening. Zoals in fig. 11.1 getoond is de 1o o 4 6 7 2 19 klep 9 geopend en de machine geschikt voor het beladen met het produkt. Wanneer de belading voltooid is, wordt het voorraadvat 1 bijna 90° gedraaid en de hermetisch afsluitende klep 9 gesloten door middel van de bedieningscilinder 8. De 5 dan bereikte distributiestand is getoond in fig. 11.2. De inrichting is voorts voorzien van een centraal geplaatst roterend element 7 dat via een versnellingsbak 97 kan worden aangedreven door een aandrijfaggregaat 4. Dit roterende element 7 heeft bij voorkeur de vorm van een aantal staven met 10 een lichte spiraalvorm welke tegelijkertijd de functie hebben om het produkt dat zich in het voorraadvat 1 bevindt te mengen. In fig. 11.3 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond waarbij in plaats van staven met een lichte spiraalvorm in de longitudinale richting van het voorraadvat 1 voorzien is van 15 axiaal op de centrale as 2 geplaatste pennen welke daarop bijvoorbeeld door middel van lassen zijn bevestigd. In beide uitvoeringsvormen is de inrichting verder voorzien van een spiraal 7bis welke aandrijfbaar is door het aandrijfaggregaat 4 en welke dient voor het verplaatsen van het produkt in de 20 richting van het uitstroomkanaal 20. Ook hier is voorzien in een bij het begin van het uitstroomkanaal 20 draaiende pen 21 die door een spleet van de daar aanvangende transportbuis beweegt. In de onderhavige uitvoeringsvorm volstaat het stilzetten van het aandrijfaggregaat 4 voor het onderbreken van 25 produkttransport. Indien nochtans produkten worden verplaatst die een zeer lage viscositeit bezitten zodat deze blijven stromen na het stilzetten van het aandrijfaggregaat 4, kan in het uitstroomkanaal 20 nog een afsluiter worden geïnstalleerd. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat in het kader 30 van de uitvinding diverse varianten op de hierboven besproken niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden mogelijk zijn welke alle vallen binnen de beschermingsomvang van de navolgende conclusies.
1004 67 2

Claims (35)

1. Inrichting voor het verplaatsen van een verpomp-baar produkt omvattend een voorraadvat dat aan de onderzijde trechtervormig is uitgevoerd en daar is voorzien van een uitstroomkanaal, en welke aan de bovenzijde een voor de belading 5 van het voorraadvat bestemde afsluitbare opening heeft, met het kenmerk, dat het voorraadvat (1) trechterzijdig is voorzien van een in het voorraadvat roteerbaar element (2) ter bestrijding van samenklontering van het produkt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat het roteerbare element een langs de trechterzijdige wand van het voorraadvat verplaatsbare stang of staaf (2) is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het roteerbare element een om haar lengte-as roteerbare stang of staaf is.
4. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat op het roteerbare element (2) schraapelemen-ten (7) zijn aangebracht.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de schraapelementen (7) spiraalvormig op het roteerbare 20 element (2) zijn geplaatst.
6. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het roteerbare element (2) voorzien is van regelmatig verdeeld aangebrachte mesbladen (7.2).
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, 25 dat trechterzijdig op de binnenwand van het voorraadvat (1) regelmatig verdeelde messen (27) zijn aangebracht, welke verschoven ten opzichte van de mesbladen (7.2) op het roteerbare element (2) zijn geplaatst.
8. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 30 dat het roteerbare element (2) is voorzien van een spiraal- vormige bedekking (7.3).
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de spiraalvormige bedekking (7.3) een scherpe rand heeft.
10. Inrichting volgens een der conclusies 1-9, met 35 het kenmerk, dat het roteerbare element (2) cardanisch gekoppeld is met een ten dele door het uitstroomkanaal (20) ver- '‘-04 672 lopende aandrijfas (22) welke is gekoppeld met een aandrijf-aggregaat (4).
11. Inrichting volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het roteerbare element (2) voorzien is van 5 een wiel (6) ter afsteuning van het element (2) op de trech-terzijdige wand van het voorraadvat (1).
12. Inrichting volgens een der conclusies 6, 7, 8 of 9 en conclusie 11, met het kenmerk, dat het wiel (6) met het roteerbare element (2) is gekoppeld via een vertragingsin- 10 richting (28).
13. Inrichting volgens een der conclusies 10-12, met het kenmerk, dat op de aandrijfas (22) een arm (21) is bevestigd, en dat het uitstroomkanaal (20) een van een spleet voorziene transportbuis omvat welke voorzien is van een aan- 15 sluitflens (26) voor aankoppeling van een flexibele afvoer-slang (15), door welke spleet in de transportbuis de arm (21) zich bij rotatie van de aandrijfas (22) beweegt.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de transportbuis, evenals de flexibele afvoerslang 20 (15), over haar gehele lengte eenzelfde inwendige diameter heeft.
15. Inrichting volgens een der conclusies 1-14, met het kenmerk, dat de afsluitbare opening voor de belading van het voorraadvat (1) hermetisch afsluitbaar is, en dat voor- 25 zien is in middelen voor het veranderen van de druk in het voorraadvat (1).
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat voorzien is in een compressor (3) welke via een leiding (13) op het voorraadvat (1) is aangesloten.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het ken merk, dat de compressor (3) met een regelbare koppeling (16) aangesloten is op een toevoerpunt (24) aan de transportbuis voor secundaire lucht.
18. Inrichting volgens een der conclusies 13-17, met 35 het kenmerk, dat in de transportbuis een afsluiter (18) is opgenomen.
19. Inrichting volgens een der conclusies 13-18, met het'kenmerk, dat in de flexibele afvoerslang (15) een handbediende afsluiter (18bis) is opgenomen. 1004 6 7 2
20. Inrichting volgens een der conclusies 13-19, met het kenmerk, dat op de transportbuis een drukregelaar (29) is aangesloten.
21. Inrichting volgens een der conclusies 16-20, met 5 het kenmerk, dat de compressor (3) is voorzien van een koppeling (14) voor aansluiting van een aandrijfaggregaat, bij voorkeur een tractor.
22. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de compressor (3) als vacuümpomp wordt bedreven 10 voor het creëren van een onderdruk in het voorraadvat (1), en dat op het voorraadvat (1) een stoffilter (55) is aangesloten dat koppelbaar is met de zuigende kant van de compressor (3), en dat het voorraadvat (1) voorts voorzien is van een aan-zuigslang (53).
23. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het roteerbare element een taps naar boven toelopend schroefvormig spiraalelement (64) is.
24. Inrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat op het spiraalelement (64) messen (65) zijn aan- 20 gebracht.
25. Inrichting volgens conclusie 23 of 24, met het kenmerk, dat op de trechterzijdige wand van het voorraadvat (1) verdere messen (67) zijn aangebracht.
26. Inrichting volgens een der conclusies 23-25, met 25 het kenmerk, dat de aandrijfas van het spiraalelement (64) is voorzien van ten minste een vaste arm (60).
27. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voorraadvat (l) kantelbaar is tussen een in hoofdzaak verticale positie en een in hoofdzaak 30 horizontale positie.
28. Inrichting volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het voorraadvat (1) een scherpe scheprand (10) heeft aan de bovenzijde van het voorraadvat (1).
29. Inrichting volgens conclusie 28, met het ken- 35 merk, dat het voorraadvat (1) aan de buitenzijde nabij de scheprand (10) is voorzien van een stootrand (11).
30. Inrichting volgens een der conclusies 1-29, met het kenmerk, dat het voorraadvat (1) aan de bovenzijde is 1004 6 7 2 voorzien van een verstelbare frees (68) voor inname van pro-dukt in het voorraadvat (1) .
31. Inrichting volgens een der conclusies 13-17 en 18, met het kenmerk, dat de aandrijfas (22) ten dele als 5 wormwielas (81) is gevormd en dat op de wormwielas (81) een wormwiel (85) is geplaatst welke bedienend is gekoppeld met de afsluiter (18).
32. Inrichting voor het verplaatsen van een verpomp-baar produkt omvattende een voorraadvat voorzien van een uit- 10 stroomkanaal, en een afsluitbare beladingsopening, met het kenmerk, dat deze in het voorraadvat (1) is voorzien van een centraal opgesteld roteerbaar element (7).
33. Inrichting volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat deze nabij een wand van het voorraadvat (1) een 15 roteerbare spiraal (7bis) heeft.
34. Inrichting volgens conclusie 32 of 33, met het kenmerk, dat het roteerbare element (7) spiraalvormende staven omvat.
35. Inrichting volgens conclusie 32 of 33, met het 20 kenmerk, dat het roteerbare element (7) axiaal verlopende pennen omvat die op een centrale as zijn gemonteerd. 1004 672
NL1004672A 1996-12-03 1996-12-03 Inrichting voor het verplaatsen van een verpompbaar produkt. NL1004672C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004672A NL1004672C2 (nl) 1996-12-03 1996-12-03 Inrichting voor het verplaatsen van een verpompbaar produkt.
AU54171/98A AU5417198A (en) 1996-12-03 1997-12-03 Apparatus for displacing a product suitable for pumping
PCT/NL1997/000664 WO1998026999A1 (en) 1996-12-03 1997-12-03 Apparatus for displacing a product suitable for pumping

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004672 1996-12-03
NL1004672A NL1004672C2 (nl) 1996-12-03 1996-12-03 Inrichting voor het verplaatsen van een verpompbaar produkt.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004672C2 true NL1004672C2 (nl) 1998-06-05

Family

ID=19763977

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004672A NL1004672C2 (nl) 1996-12-03 1996-12-03 Inrichting voor het verplaatsen van een verpompbaar produkt.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU5417198A (nl)
NL (1) NL1004672C2 (nl)
WO (1) WO1998026999A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2015654B1 (nl) * 2015-10-23 2017-05-11 Peeters Landbouwmach Mengwagen.

Citations (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE6910555U (de) * 1969-03-14 1969-09-11 Rietbergwerke Inh Seppeler Sti Pumptankwagen
DE1941351A1 (de) * 1969-08-14 1971-02-25 Spitzer Kg Ludwig Sen Auslaufeinrichtung fuer einen Druckbehaelter zum Schuettguttransport
BE777790A (fr) * 1972-01-06 1972-05-02 Nieuwe Molens Gent & Brugge N Apparaten voor het ledigen van kegelvormige tremels.
GB1382482A (en) * 1972-01-28 1975-02-05 Redler Conveyors Ltd Bin discharging devices
US4025122A (en) * 1975-10-03 1977-05-24 Reed Manufacturing Co., Inc. Transmission of granular material
FR2424208A1 (fr) * 1978-04-28 1979-11-23 Dupiellet Claude Dispositif de distribution de produits en vrac
NL8002664A (nl) * 1980-05-09 1981-12-01 Bertus Van Beek Inrichting voor het loswoelen en verplaatsen van zich in een opslagruimte bevindend materiaal.
FR2489655A1 (fr) * 1980-09-08 1982-03-12 Wolf Johann Gmbh Kg Dispositif de prelevement de fourrage dans un silo plat
FR2490605A1 (fr) * 1980-09-22 1982-03-26 Lazareth Bernard Dispositif pour l'extraction de produits pulverulents dans les cones de silos
EP0061666A1 (de) * 1981-04-01 1982-10-06 Hoopman Onderzoek en Ontwikkeling B.V. Verschwenkbares Futtermittelmischgerät
EP0404028A2 (en) * 1989-06-21 1990-12-27 Tiziano Faccia Improved truck for mixing fibrous products
EP0704153A2 (en) * 1994-09-28 1996-04-03 Tiziano Faccia Truck for shredding and mixing products for zoo technical use

Patent Citations (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE6910555U (de) * 1969-03-14 1969-09-11 Rietbergwerke Inh Seppeler Sti Pumptankwagen
DE1941351A1 (de) * 1969-08-14 1971-02-25 Spitzer Kg Ludwig Sen Auslaufeinrichtung fuer einen Druckbehaelter zum Schuettguttransport
BE777790A (fr) * 1972-01-06 1972-05-02 Nieuwe Molens Gent & Brugge N Apparaten voor het ledigen van kegelvormige tremels.
GB1382482A (en) * 1972-01-28 1975-02-05 Redler Conveyors Ltd Bin discharging devices
US4025122A (en) * 1975-10-03 1977-05-24 Reed Manufacturing Co., Inc. Transmission of granular material
FR2424208A1 (fr) * 1978-04-28 1979-11-23 Dupiellet Claude Dispositif de distribution de produits en vrac
NL8002664A (nl) * 1980-05-09 1981-12-01 Bertus Van Beek Inrichting voor het loswoelen en verplaatsen van zich in een opslagruimte bevindend materiaal.
FR2489655A1 (fr) * 1980-09-08 1982-03-12 Wolf Johann Gmbh Kg Dispositif de prelevement de fourrage dans un silo plat
FR2490605A1 (fr) * 1980-09-22 1982-03-26 Lazareth Bernard Dispositif pour l'extraction de produits pulverulents dans les cones de silos
EP0061666A1 (de) * 1981-04-01 1982-10-06 Hoopman Onderzoek en Ontwikkeling B.V. Verschwenkbares Futtermittelmischgerät
EP0404028A2 (en) * 1989-06-21 1990-12-27 Tiziano Faccia Improved truck for mixing fibrous products
EP0704153A2 (en) * 1994-09-28 1996-04-03 Tiziano Faccia Truck for shredding and mixing products for zoo technical use

Also Published As

Publication number Publication date
AU5417198A (en) 1998-07-15
WO1998026999A1 (en) 1998-06-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU757711B2 (en) Method and apparatus for harvesting crops
US4274790A (en) Granular material unloading vehicle with pressure-relief box
US7293723B2 (en) Material handling device for vehicle
US4448361A (en) Self-loading bale disintegrating machine
US4892259A (en) Apparatus for receiving, transporting, chopping, and dispensing blocks of fodder
US4330091A (en) Self-loading feed mixer and transport apparatus
US4201348A (en) Feed grinding and mixing apparatus
US4555063A (en) Liquid waste agitating and pumping apparatus
US4341492A (en) Method for pneumatically handling agglomerative materials
CA1057281A (en) Agricultural feed mixer featuring conically shaped draft tube auger
NL1004672C2 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van een verpompbaar produkt.
US3596717A (en) Beach-cleaning vehicle
US3369762A (en) Mobile feed grinding and mixing and distributing apparatus
US4026529A (en) Feed material mixing apparatus
CN108640428A (zh) 一种含汞工业废水深处理零排放系统
US6263649B1 (en) Leaf gathering and compressing machine and method
US20170361330A1 (en) Mobile Size Reduction Device
EP0954220B1 (en) Shredding apparatus with tiltable loading mechanism
CA1177366A (en) Self-loading bale disintegrating machine
US3829066A (en) Particulate material mixing machine
CS209688B1 (en) Stable devug spreader and similar substances
CA2311261C (en) Method and apparatus for harvesting crops
EP2536271B1 (en) An animal feed mixing, dispensing and storage apparatus
TWI312657B (en) Combine
US3696950A (en) Cheese making apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010701