NL1004305C2

NL1004305C2 - Wandelstok.

Info

Publication number: NL1004305C2
Application number: NL1004305A
Authority: NL
Inventors: Joannes Adrianus Mich Helvoort
Original assignee: Joannes Adrianus Michael Cleme
Priority date: 1996-10-17
Filing date: 1996-10-17
Publication date: 1998-08-26
Also published as: US5755245A; NL1004305A1; DE29620832U1

Description

WANDELSTOK

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een langwerpig steunelement, zoals een wandelstok, kruk of paraplu-stok, omvattende een langwerpige holle stok die aan zijn onderzijde van twee steunpoten is voorzien die 5 kantelbaar zijn tussen een ingeklapte stand en een uitgeklapte, aktieve stand, waarbij aan de bovenzijde van de stok een bedieningselement is aangebracht voor het bedienen van de steunpoten en het bedieningselement met een zich door de holle stok heen uitstrekkend aandrijforgaan 10 is verbonden.

Een dergelijk langwerpig steunelement is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 94.01235.

Een dergelijk steunelement in de vorm van een kruk, wandelstok of paraplu wordt bij gebruik nogal eens neer-15 gezet, omdat de gebruiker zijn handen vrij wil hebben.

Een dergelijke situatie doet zich bijvoorbeeld voor in winkels, wanneer de gebruiker zijn handen vrij wil hebben. Veelal is er dan geen wand of voorwerp, waar de stok tegenaan geplaatst kan worden, of zijn eventueel 20 beschikbare wanden of voorwerpen zo glad, dat het steunelement hier niet goed tegenaan kan worden geplaatst. Dit probleem doet zich bijvoorbeeld bij winkels voor, waarbij het veelal niet mogelijk is een dergelijk steunelement tegen een toonbank te plaatsen, zonder dat deze omvalt.

25 Het steunelement, dat in de hierboven genoemde publikatie is beschreven, verschaft hiervoor een oplossing door het te voorzien van uitklapbare steunpoten, waardoor de gebruiker het desbetreffende steunelement kan neerzetten.

30 Bij dit, tot de stand van de techniek behorende steunelement worden de poten bediend door middel van een hefboommechanisme. De ervaring leert dat dit hefboomme-chanisme aan ernstige slijtage onderhevig is, waarna hierin speling onstaat, en de positie van de uitklapbare 35 steunpoten niet voldoende gewaarborgd is, zodat de stok η:et stevig staat.

A004305 2

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een langwerpig steunelement, waarbij bovengenoemde nadelen worden vermeden.

Dit doel wordt bereikt, doordat het aandrijforgaan 5 een zich door de holle stok heen uitstrekkende, aan zijn onderzijde van een tandheugel voorziene stang en elk met een poot verbonden, in de tandheugel aangrijpende tand-kransen omvat.

Als gevolg van deze maatregelen is het mogelijk 10 speling te vermijden. Bovendien is het mechanisme minder aan slijtage onderhevig.

Een ander voordeel is dat deze constructie meer stelmogelijkheden toelaat, zodat bij eventueel ontstaan van speling deze gemakkelijk kan worden gecorrigeerd.

15 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is dan ook een stok aan zijn onderzijde van een vormstuk voorzien waarin de poten draaibaar zijn gelagerd, en waarin de dwarswand is aangebracht, waar de stang zich doorheen uitstrekt, welke dwarswand tevens als aanslag fungeert voor het in 20 de uitgeklapte stand beperken van de beweging van de poten.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de handgreep van het steunelement verbonden met een huls die over de stok heen in axiale richting van de stok glijd-25 baar is, en is de huls aan zijn binnenzijde met de stang verbonden. Dit leidt tot een bijzonder aantrekkelijke constructie.

Volgens weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm zijn in de huls twee gaten aangebracht en is in de stang 30 een arreteerelement aangebracht dat door een veer naar buiten wordt gedrongen en dat is ingericht om zich door een van de gaten heen uit te strekken. Aldus wordt een goede, arreteerbare constructie verkregen.

Volgens weer een ander voorkeursuitvoeringsvorm zijn 35 de gaten en het arreteerelement afgedicht door een laag van flexibel materiaal. Hierdoor wordt de inrichting wat prettiger in het gebruik; het indrukken van het arreteerelement wordt hierdoor minder als onaangenaam ervaren.

10 04 ?:- 3

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: figuur l: een perspectivisch aanzicht van een wan-5 delstok volgens de uitvinding; figuur 2: een doorsnedeaanzicht van de in figuur 1 afgebeelde wandelstok aan de onderzijde met ingeklapte steunpoten; figuur 3: een met figuur 2 overeenkomend doorsnede-10 aanzicht met uitgeklapte steunpoten; figuur 4: een dwarsdoorsnedeaanzicht volgens de lijn IV-IV in figuur 2; figuur 5: een dwarsdoorsnedeaanzicht volgens de lijn V-V in figuur 2; en

15 figuur 6: een dwarsdoorsnede volgens de lijn VI-VI

in figuur 2.

In figuur 1 is een wandelstok 1 getoond die wordt gevormd door de eigenlijke stok 2, welke aan zijn bovenzijde van een verjonging 3 voorzien, waarop een huls 4 is 20 aangebracht die aan zijn bovenzijde door een handgreep 5 wordt afgesloten. Aan zijn onderzijde is de stok 2 verbonden met een verdikt stuk 6 dat uitloopt in een taps toelopende voet 7. Verder zijn twee steunpoten 8,9 aangebracht die terugklapbaar zijn tot in daartoe aangebrach-25 ten holten 10, waarbij de holte voor de poot 9 niet zichtbaar is.

Verder is een arreteerknop 11 zichtbaar.

In figuur 2 is een lengtedoorsnede volgens de lijn II-II afgebeeld. Hieruit blijkt dat de eigenlijke stok 2 30 aan zijn onderzijde verbonden is met een vormstuk 12, waarin een dwarswand 13 is aangebracht die voorzien is van een opening 14. In het vormstuk zijn verder twee assen aangebracht, waarvan er slechts één, 15, zichtbaar is. Deze as is gelagerd in het vormstuk 12, en op de as 35 is tevens de poot 9 gelagerd. De poot 9 is aan zijn gelagerde zijde voorzien van een tandkrans 16. De poot 9, die in figuur 2 in de ingeklapte toestand getoond is, A ' ~ ' ' 4 strekt zich in deze toestand uit in de in de stok 2 aangebrachte holte 17.

Voor het bedienen van het in- respectievelijk uitklappen van de poten 8,9 wordt gebruik gemaakt van een 5 zich door de holle stok 2 heen uitstrekkende stang 18. De stang 18 strekt zich hierbij door de opening 14 heen uit. Aan zijn ondereinde is de stang 18 van een schroefdraad 19 voorzien, waarop een glijstuk 20 bevestigd is door middel van twee moeren 21. Het glijstuk 20 rust aan één 10 zijde tegen een binnenwand van het vormstuk 12, en is aan zijn andere zijde van een tandheugel 22 voorzien. De tandheugel 22 grijpt aan in de tandkrans 16 van de poot 9.

Rondom het vormstuk 12 is een verdikkingsstuk 23 15 aangebracht dat door middel van geschikte middelen aan het vormstuk 12, bijvoorbeeld door lijmen of lassen is bevestigd. Het verdikkingsstuk 23 is aan zijn onderzijde van een dwarswand 24 voorzien, waarin een opening 25 is aangebracht, waar het onderste deel van de bedienings-20 stang 18 zich doorheen uitstrekt. Verder is het verdikkingsstuk 23 aan zijn onderzijde van een rok 26 voorzien, waarop de bijvoorbeeld van rubber vervaardigde voet 7 is geschoven.

Aan de bovenzijde van de stok 2 is een prop 30 25 aangebracht die aan zijn bovenzijde uitloopt in een cilinder 31. In de prop 30 is een holte 32 aangebracht die uitloopt in een dunne opening 33. De bedieningsstang 18, die zich overigens in het onderste deel van de stok a-centraal uitstrekt en zich in het bovenste deel van de 30 stok centraal uitstrekt, strekt zich door het gat 33 en de in de prop 30 aangebrachte holte 32 heen uit. Aan zijn bovenzijde is de bedieningsstang 18 van schroefdraad 34 voorzien, waarmee de bedieningsstang 18 is verbonden met een in de cilinder 31 beweegbare stop 35. De beweging van 35 de stop 35 binnen de cilinder 31 is dus gekoppeld met die van de bedieningsstang 18.

Aan zijn bovenzijde is de prop 35 gekoppeld met de handgreep 36. De handgreep 36 is aan zijn onderzijde 1 o:' 5 voorzien van een rok 37 die zich rondom de cilinder 31 heen uitstrekt. Tussen de stop 35 en de prop 30 is in de holte 31 een schroefveer 38 aangebracht, waarmee de stop 35 naar boven wordt gedrongen.

5 Voor het arreteren van de stop 35 ten opzichte van de met de stok 2 verbonden cilinder 31 zijn in de cilinder 31 twee gaten 39,40 aangebracht, waarbij bovendien in de rok 37 een gat 41 is aangebracht. In de stop is verder een cilindrische dwarsholte 42 aangebracht, waarin een 10 van een halfboogvormige top voorziene drukknop 43 glijd-baar is bevestigd. Tussen de knop 43 en de wand van de holte 42 is een schroefveer 44 aangebracht.

Hierbij kan, afhankelijk van de positie van de stop 35 ten opzichte van de stok 2 de arreteerknop 43 zich 15 uitstrekken door een van de openingen 40, respectievelijk 39, en steeds door de in de rok 37 aangebrachte opening 41, aangezien de beweging van de arreteerknop 43 samenvalt met die van de rok 37.

Aldus biedt dit mechanisme de mogelijkheid de bedie-20 ningsstang 18 in twee posities ten opzichte van die van de stok 2 te positioneren, waarbij in de eerste, bovenste positie de arreteerknop 43 zich door de opening 40 heen uitstrekt, zoals in figuur 3 getoond is, en de poten zijn uitgeklapt, en in de tweede positie de arreteerknop 43 25 zich door de onderste opening 41 heen uitstrekt en de poten zijn ingeklapt, zoals in figuur 2 getoond is.

Hiermee is aldus een betrouwbaar, weinig aan slijtage onderhevig en nastelbaar mechanisme verkregen voor het in- en uitklappen van de poten.

30 Zoals gesteld is, is het volgens een voorkeursuit voeringsvorm mogelijk aan de buitenzijde van de rok 37 een laag van flexibel materiaal aan te brengen, zoals in figuur 2 is aangeduid met 45.

Ten slotte wordt er op gewezen dat de eigenlijke 35 stok 2 van een geêxtrudeerd, niet rond profiel is vervaardigd om plaats te bieden aan de uitsparingen 17 voor de ingeklapte poten. In het hogere deel van de stok zijn deze opgevuld met vulstukken 46. Aldus wordt een wandel- 6 stok verkregen, waarvan de meeste onderdelen van diverse materialen kunnen worden vervaardigd, zoals aluminium, in het bijzonder de geéxtrudeerde onderdelen, of kunststoffen die al of niet met glasvezels kunnen zijn versterkt.

1004305

Claims

1. Langwerpig steunelement, zoals een wandelstok, kruk of paraplu-stok, omvattende een langwerpige holle stok die aan zijn onderzijde van twee steunpoten is voorzien die kantelbaar zijn tussen een ingeklapte stand 5 en een uitgeklapte, aktieve stand, waarbij aan de bovenzijde van de stok een bedieningselement is aangebracht voor het bedienen van de steunpoten en het bedieningselement met een zich door de holle stok heen uitstrekkend aandrijforgaan is verbonden, met het kenmerk, dat het 10 aandrijforgaan een zich door de holle stok heen uitstrekkende, aan zijn onderzijde van een tandheugel voorziene stang en elk met een poot verbonden, in de tandheugel aangrijpende tandkransen omvat.

2. Langwerpig steunelement volgens conclusie l, met 15 het kenmerk, dat de tandheugel van twee vertandingen is voorzien, waarvan de projectie op een zich loodrecht op de as van de stang uitstrekkend vlak over een onderlinge hoek zijn verdraaid die hoofdzakelijk gelijk is aan de onderlinge hoek tussen de projectie van de poten in 20 uitgeklapte positie op hetzelfde vlak.

3. Langwerpig steunelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tandheugel is aangebracht op een afzonderlijk element dat op een aan de onderzijde van de stang aangebrachte schroefdraad door middel van opslui- 25 tende moeren is bevestigd.

4. Langwerpig steunelement volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de stok aan zijn onderzijde van een vormstuk is voorzien, waarin de poten draaibaar zijn gelagerd, en waarin een dwarswand is aangebracht, waar de 30 stang zich doorheen uitstrekt, welke dwarswand tevens als aanslag fungeert voor het in de uitgeklapte stand beperken van de beweging van de poten.

5. Langwerpig steunelement volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de handgreep 35 verbonden is met een huls die over de stok in de axiale 1004305 richting van de stok glijdbaar is en de huls aan zijn binnenzijde met de stang is verbonden.

6. Langwerpig steunelement volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat aan de bovenzijde van de stok een prop 5 is aangebracht waar de stang zich doorheen uitstrekt, en dat tussen de huls en de prop een zich rondom de stang uitstrekkende schroefveer is aangebracht.

7. Langwerpig steunelement volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat in de huls twee gaten zijn aange- 10 bracht, en dat in de stang een arreteerelement is aange-beracht dat door een veer naar buiten wordt gedrongen en dat is ingericht om zich door een van de gaten heen uit te strekken.

8. Langwerpig steunelement volgens conclusie 7, met 15 het kenmerk, dat de gaten en het arreteerelement zijn afgedicht door een laag van flexibel materiaal. 1C0*'· Oi,