NL1004130C1 - Waterleiding met bufferelement. - Google Patents

Description

Waterleiding met bufferelement

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een waterleidingstelsel dat wordt gevoed vanuit een warmwatertoestel dat bestemd is om via een tappunt permanent in open verbinding te staan met de buitenlucht, waarbij in een toevoerleiding naar het 5 warmwatertoestel een bedieningskraan is opgenomen.

Het warmwatertoestel dat in een dergelijk waterleidingstelsel is opgenomen wordt ook wel een drukloos warmwatertoestel genoemd. Bij toepassing van dergelijke drukloze stelsels is de bedieningskraan voor warm water, die zich op een mengkraan bevindt, in de toevoerleiding naar het warmwatertoestel, een boiler, geplaatst. De mengkraan dient 10 derhalve aangesloten te zijn op drie leidingen, waarbij een eerste leiding een toevoerleiding voor koud water naar de kraan omvat, een tweede leiding vertakt is van de eerste leiding en een toevoerleiding voor koud water naar het warmwatertoestel omvat en een derde leiding een toevoerleiding voor warm water naar de kraan omvat.

De warmwaterkraan bevindt zich dus in de koudwaterleiding in de, van de eerste 15 toevoerleiding vertakte, tweede toevoerleiding naar het warmwatertoestel. Bij opening van de bedieningskraan voor warm water zal koud water vanuit de eerste toevoerleiding door de tweede toevoerleiding naar het warmwatertoestel stromen en van daaruit via de derde toevoerleiding als warm water uit het tappunt stromen.

Omdat het warmwatertoestel bij bovengenoemd systeem zonder tussenplaatsing van een 20 bedieningskraan in open verbinding staat met de buitenlucht wordt het systeem drukloos. Hierdoor kan het warmwatertoestel worden uitgevoerd in kunststof, in tegenstelling tot de conventionele waterverwarmingsinrichtingen die onder druk staan en uitgevoerd dienen te worden in een meer drukbestendig materiaal zoals koper. Bovendien dienen de conventionele verwarmingssystemen voorzien te zijn van een 25 inlaatcombinatie met een afvoerleiding, hetgeen niet benodigd is in het nieuwe drukloze waterverwarmingssysteem. De besparingen die met dit alles gepaard gaan blijken in ruime mate op te wegen tegen de meerprijs van de meer ingewikkelde mengkraan die benodigd is bij het drukloze waterverwarmingssysteem.

r Λ ’ ^ T ‘ 1 0 V- 1 -2-

Het gebruik van bovengenoemd watertoevoersysteem met de drukloze waterverwarmingsinrichting heeft echter als nadeel dat het in het warmwatertoestel verwarmde water dat door de temperatuur, zoals bekend, uitzet, uit de kraan druppelt doordat deze in open verbinding staat met het warmwatertoestel. Het verder 5 dichtdraaien van de warmwaterbedieningskraan, hetgeen een reactie van de gebruiker hiervan zal zijn, voorkomt dit probleem niet, daar deze kraan zich niet tussen het warmwatertoestel en het tappunt bevindt, doch voor het warmwatertoestel.

De onderhavige uitvinding beoogt een oplossing voor dit probleem te verschaffen en voorziet hiertoe in een waterleidingstelsel volgens de aanhef dat gekenmerkt wordt 10 doordat het warmwatertoestel in open communicatie staat met een bufferkamer die ten minste een beweegbare wand omvat, dat tussen de bedieningskraan en het warmwatertoestel een huis in de toevoerleiding is opgenomen met een element dat daarin beweegbaar is tussen een inlaatopening en voorbij een uitstroomopening en dat het beweegbare element is gekoppeld aan de beweegbare wand om bij een geopende 15 bedieningskraan onder invloed van de dan daarop uitgeoefende waterdruk de beweegbare wand naar een de kamer verkleinende stand te stuwen.

Doordat het warmwatertoestel steeds in open communicatie staat met de bufferkamer kan uitgezet water vanuit het warmwatertoestel in deze bufferkamer stromen, terwijl bij een geopende toestand van de bedieningskraan het beweegbare element onder invloed 20 van de daarop uitgeoefende waterdruk de wand in een positie zal bewegen waarbij het volume van de kamer verkleind wordt en het in de kamer aanwezige uitgezette water naar het warmwatertoestel zal worden gestuwd.

De uitvinding berust daarbij op het inzicht dat de de tegendruk die door het expansiewater uit het warmwatertoestel van de bufferkamer wordt ondervonden relatief 25 klein dient te blijven om het warmwatertoestel voldoende te ontlasten en daardoor in het algemeen onvoldoende zal zijn om het in het buffervat opgenomen expansiewater naderhand daaruit te kunnen verdrijven, maar dat de bij geopende bedieningskraan heersende waterleidingdruk daarentegen voor dit doel kan worden aangewend.

10 o 4 13 0 -3-

Bij het openen van de bedieningskraan beweegt het beweegbare element onder invloed van de daarop uitgeoefende waterdruk de beweegbare wand in een positie waarbij het volume van de kamer verkleind wordt, terwijl het beweegbare element voorbij de uitstroomopening beweegt zodat het water uit deze uitstroomopening naar het 5 warmwatertoestel kan stromen. Bij het sluiten van de kraan zal de druk in de waterleiding verlagen en zal het expansiewater vanuit het warmwatertoestel in de bufferkamer stromen. Naar gelang de hoeveelheid expansiewater in de bufferkamer toeneemt, zal de druk verhoogd worden en zal de beweegbare wand in een positie worden gestuwd waarbij het volume van de kamer vergroot wordt. Het beweegbare 10 element dat met de beweegbare wand gekoppeld is zal de uitlaat passeren zodat de doorgang tussen inlaatopening en uitstroomopening in hoofdzaak geblokkeerd wordt.

Het beweegbare element heeft een doorsnede die in hoofdzaak kleiner is de dan doorsnede van de toevoerleiding zodat het in de toevoerleiding aanwezige water langs het element kan stromen en dit element bij gesloten toestand van de bedieningskraan 15 onder invloed van de druk van het expansiewater terug kan bewegen.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn beschreven in conclusies 2-5. Tevens heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een bufferelement dat kan worden toegepast in een waterleidingstelsel.

De onderhavige uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand 20 van de bij gevoegde tekening, waarin: figuur 1 schematisch een waterleidingstelsel volgens de onderhavige uitvinding toont; en figuur 2 schematisch een bufferelement in de geloten toestand toont.

Figuur 1 toont een waterleidingstelsel 1 volgens de onderhavige uitvinding. In de leiding 25 2 bevindt zich de, niet getoonde bedieningskraan voor de warmwatertoevoer. Daar de kraan zich voor het warmwatertoestel bevindt staat dit toestel via tappunt 5 in open verbinding met de buitenlucht. Verwijzingscijfer 6 toont de bufferkamer die gekoppeld is met beweegbaar element 7 en onder invloed van waterdruk vanuit de toevoerleiding 10 0:1Ί -4- 2, danwel vanuit bufferorgaan 6 kan worden bewogen. Verwijzingscijfers 8 en 9 tonen respectievelijk de in- en uitlaatopening.

In figuur 1 is de toestand van het bufferelement getoond waarbij onder invloed van de druk van de waterstroom de bufferkamer een minimaal volume omvat. Het toegevoerde 5 water zal door doorvor 10 naar het warmwatertoestel stromen.. In figuur 2 is de gesloten toestand weergegeven.

‘ 0 0 ·'; 1 3 0

Claims (6)

1. Waterleidingstelsel omvattende een warmwaterdeel dat wordt gevoed vanuit een warmwatertoestel dat bestemd is om via een tappunt permanent in open verbinding te staan met de buitenlucht, waarbij in een toevoerleiding naar het warmwatertoestel een 5 bedieningskraan is opgenomen met het kenmerk dat het warmwatertoestel in open communicatie staat met een bufferkamer die ten minste een beweegbare wand omvat, dat tussen de bedieningskraan en het warmwatertoestel een huis in de toevoerleiding is opgenomen met beweegbaar element dat daarin gangbaar tussen een inlaatopening en voorbij een uitstroomopening is opgenomen en dat het beweegbare element is 10 gekoppeld aan de beweegbare wand om bij een geopende bedieningskraan onder invloed van de dan daarop uitgeoefende waterdruk de beweegbare wand naar een de kamer verkleinende stand te stuwen.

2. Waterleidingstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de wateruitlaat van het warmwatertoestel voorzien is van een zich onder invloed van druk openend 15 afsluitorgaan.

3. Waterleidingstelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de beweegbare wand een membraan omvat dat afdichtend met wanden van de bufferkamer is verbonden.

4. Waterleidingstelsel volgens een of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat 20 het beweegbare element een zuigerelement omvat.

5. Waterleidingstelsel volgens conclusies 1-4, met het kenmerk dat de beweegbare wand een groter oppervlak heeft dan het beweegbare element.

6. Bufferelement, omvattende een bufferkamer met ten minste een beweegbare wand die gekoppeld is met een beweegbaar element dat in een huis is opgenomen volgens een of 25 meer van de conclusies 1-5, geschikt voor toepassing in een waterleidingstelsel. Λ 1 7 0 - . · w *