NL1004604C1 - Waterleiding met bufferelement. - Google Patents

Waterleiding met bufferelement. Download PDF

Info

Publication number
NL1004604C1
NL1004604C1 NL1004604A NL1004604A NL1004604C1 NL 1004604 C1 NL1004604 C1 NL 1004604C1 NL 1004604 A NL1004604 A NL 1004604A NL 1004604 A NL1004604 A NL 1004604A NL 1004604 C1 NL1004604 C1 NL 1004604C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
hot water
supply system
water supply
movable
Prior art date
Application number
NL1004604A
Other languages
English (en)
Inventor
Johan Gerrit Wormmeester
Original Assignee
Johan Gerrit Wormmeester
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johan Gerrit Wormmeester filed Critical Johan Gerrit Wormmeester
Priority to NL1004604A priority Critical patent/NL1004604C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1004604C1 publication Critical patent/NL1004604C1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24HFLUID HEATERS, e.g. WATER OR AIR HEATERS, HAVING HEAT-GENERATING MEANS, e.g. HEAT PUMPS, IN GENERAL
    • F24H1/00Water heaters, e.g. boilers, continuous-flow heaters or water-storage heaters
    • F24H1/18Water-storage heaters
    • F24H1/188Water-storage heaters with means for compensating water expansion

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Domestic Plumbing Installations (AREA)

Description

Waterleiding met bufferelement
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een waterleidingstelsel, omvattende warmwaterdeel met een warmwatertoestel dat via een tappunt in hoofdzaak in open verbinding staat met de buitenlucht, waarbij in een toevoerleiding naar het 5 warmwatertoestel een bedieningskraan is opgenomen.
Het warmwatertoestel dat in een dergelijk waterleidingstelsel is opgenomen wordt ook wel een drukloos warmwatertoestel genoemd. Bij toepassing van dergelijke drukloze stelsels is de bedieningskraan voor warm water, die zich op een mengkraan bevindt, in de toevoerleiding naar het warmwatertoestel, zoals een boiler, geplaatst. De mengkraan 10 dient derhalve aangesloten te zijn op drie leidingen, waarbij een eerste leiding een toevoerleiding voor koud water naar de kraan omvat, een tweede leiding vertakt is van de eerste leiding en een toevoerleiding voor koud water naar het warmwatertoestel omvat en een derde leiding een toevoerleiding voor warm water naar de kraan omvat.
De warmwaterkraan bevindt zich dus in de koudwaterleiding in de, van de eerste 15 toevoerleiding vertakte, tweede toevoerleiding naar het warmwatertoestel. Bij opening van de bedieningskraan voor warm water zal koud water vanuit de eerste toevoerleiding door de tweede toevoerleiding naar het warmwatertoestel stromen en van daaruit via de derde toevoerleiding als warm water uit het tappunt stromen.
Omdat het warmwatertoestel bij bovengenoemd systeem zonder tussenplaatsing van een 20 bedieningskraan in open verbinding staat met de buitenlucht wordt het systeem drukloos. Hierdoor kan het warmwatertoestel worden uitgevoerd in kunststof, in tegenstelling tot de conventionele warmwatertoestellen die onder druk staan en uitgevoerd dienen te worden in een meer drukbestendig materiaal zoals koper. Bovendien dienen de conventionele verwarmingssystemen voorzien te zijn van een 25 inlaatcombinatie met een afvoerleiding, hetgeen niet benodigd is in het nieuwe drukloze waterverwarmingssysteem. De besparingen die met dit alles gepaard gaan blijken in ruime mate op te wegen tegen de meerprijs van de meer ingewikkelde mengkraan die benodigd is bij het drukloze waterverwarmingssysteem.
1 0 04 6 0 4 -2-
Het gebruik van bovengenoemd waterleidingstelsel met de drukloze waterverwarmingsinrichting heeft echter als nadeel dat het in het warmwatertoestel verwarmde water dat door de temperatuur, zoals bekend, uitzet, uit de kraan druppelt doordat deze in open verbinding staat met het warmwatertoestel. Het verder 5 dichtdraaien van de warmwaterbedieningskraan, hetgeen een reactie van de gebruiker hiervan zal zijn, voorkomt dit probleem niet, daar deze kraan zich niet tussen het warmwatertoestel en het tappunt bevindt, doch voor het warmwatertoestel.
De onderhavige uitvinding beoogt een oplossing voor dit probleem te verschaffen en voorziet hiertoe in een waterleidingstelsel volgens de aanhef dat gekenmerkt wordt 10 doordat het warmwatertoestel in open communicatie staat met een bufferkamer die ten minste een beweegbare wand omvat, dat tussen de bedieningskraan en het warmwatertoestel een huis in de toevoerleiding is opgenomen met een beweegbaar element dat daarin gangbaar tussen een inlaatopening en voorbij een uitstroomopening is opgenomen en dat het beweegbare element is gekoppeld aan de beweegbare wand om 15 bij een geopende bedieningskraan onder invloed van de dan daarop uitgeoefende waterdruk de beweegbare wand naar een de kamer verkleinende stand te stuwen en dat de wateruitlaat van het warmwatertoestel voorzien is van een zich onder invloed van druk openend afsluitorgaan.
20 Doordat het warmwatertoestel steeds in open communicatie staat met de bufferkamer kan uitgezet water vanuit het warmwatertoestel in deze bufferkamer stromen, terwijl bij een geopende toestand van de bedieningskraan het beweegbare element onder invloed van de daarop uitgeoefende waterdruk de wand in een positie zal bewegen waarbij het volume van de kamer verkleind wordt en het in de kamer aanwezige uitgezette water 25 naar het warmwatertoestel zal worden gestuwd.
De uitvinding berust daarbij op het inzicht dat de tegendruk die door het expansiewater uit het warmwatertoestel van de bufferkamer wordt ondervonden relatief klein dient te blijven om het warmwatertoestel voldoende te ontlasten en daardoor in het algemeen onvoldoende zal zijn om het in het buffervat opgenomen expansiewater naderhand 1004604 -3- daaruit te kunnen verdrijven, maar dat de bij geopende bedieningskraan heersende waterleidingdruk daarentegen voor dit doel kan worden aangewend.
Bij het openen van de bedieningskraan beweegt het beweegbare element onder invloed van de daarop uitgeoefende waterdruk de beweegbare wand in een positie waarbij het 5 volume van de kamer verkleind wordt. Het in de bufferkamer aanwezige water wordt, doordat de bufferkamer in open communicatie staat met het warmwatertoestel, vanuit de bufferkamer naar het warmwatertoestel gestuwd. Bij het sluiten van de kraan zal de druk in de waterleiding lager worden. In het warmwatertoestel kan zich onder invloed van de temperatuur expansiewater vormen dat, door de relatief kleine tegendruk die door de 10 bufferkamer wordt geboden, naar de bufferkamer kan ontsnappen. Naar gelang de hoeveelheid expansiewater in de bufferkamer toeneemt, zal de druk verhoogd worden en zal de beweegbare wand in een positie worden gestuwd waarbij het volume van de kamer vergroot wordt. Bij het wederom openen van de bedieningskraan zal het. beweegbare element onder invloed van de daarop uitgeoefende waterdruk de wand weer 15 in een de bufferkamer verkleinende stand stuwen.
Om te verzekeren dat al het expansiewater uit het warmwatertoestel naar de bufferkamer stroomt en niet via het tappunt hieruit druppelt, is de wateruitlaat van het warmwatertoestel voorzien van een zich onder invloed van druk openend afsluitorgaan. Door een dergelijk orgaan zodanig in te stellen of te kiezen dat het de wateruitlaat 20 slechts opent bij een relatief hoge overdruk, terwijl de beweegbare wand en het beweegbare element zodanig zijn ingesteld dat deze, onder invloed van de in de bufferkamer heersende druk van expansiewater, reeds bij een relatief lage druk bewegen, kan dit gewaarborgd worden. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het zich in het onderhavige geval handelt om een lage druk systeem, waarbij 0,2 bar reeds een 25 relatief hoge overdruk kan vormen.
Daar het expansiewater dat in de bufferkamer is opgenomen bij het openen van de bedieningskraan uit de bufferkamer naar het warmwatertoestel wordt gestuwd, behoeft dit stelsel niet te worden voorzien van een afvoerleiding, hetgeen gebruikelijk is bij de 1 0 04 6 0 4 -4- bekende inlaatcombinatie. Het moge duidelijk zijn dat de afwezigheid van een dergelijke afvoerleiding bijzonder voordelig is.
Het Duitse octrooischrift DE-C-3631178 heeft eveneens betrekking op een waterleidingstelsel waarin een drukloos warmwatertoestel is opgenomen en voorziet in 5 een inrichting om het druppelen van water uit de kraan te vermijden. Deze inrichting omvat een inlaat en een uitlaat, een met de uitlaat communicerende eerste kamer met een beweegbare wand, welke kamer in volume kan veranderen, en een aangrenzende, met de inlaat communicerende tweede kamer die eveneens in volume kan veranderen. In de gemeenschappelijke wand tussen de eerste en de tweede kamer bevinden zich een 10 ventiel en een opening. Wanneer vanuit de inlaatzijde druk wordt uitgeoefend op de tweede kamer wordt de gemeenschappelijke wand vanuit de uitgangspositie in een werkingspositie bewogen, waarbij het ventiel geopend is en waarbij het volume van de eerste kamer gereduceerd is. Bij drukontlasting beweegt de gemeenschappelijke wand terug tot in de uitgangspositie, waarbij het ventiel gesloten is, terwijl water vanuit het 15 warmwatertoestel in de zich vergrotende eerste kamer gezogen wordt. De terugwaartse beweging van de gemeenschappelijke wand vindt plaats onder invloed van het elastische materiaal van de wanden van de eerste kamer, dat bij de drukontlasting een terugstelbeweging teweeg brengt of onder invloed van een toegevoegd terugstelelement, zoals bijvoorbeeld een veer.
20 De inrichting volgens DE-C-3631178 kent echter een aantal belangrijke nadelen. Wanneer de watertoevoer naar het warmwatertoestel gesloten wordt vindt drukontlasting plaats en wordt de gemeenschappelijke wand in de uitgangspositie bewogen, waarbij water uit het warmwatertoestel wordt gezogen. Hierbij wordt ook water uit de leiding die van het warmwatertoestel naar het tappunt loopt, gezogen.
25 Wanneer de kraan opnieuw geopend wordt zal het toegevoerde water in deze leeggezogen leiding en derhalve in het warmwatertoestel lopen. Dit betekent dat water in het systeem ‘terugloopt’; reeds door het warmwatertoestel afgegeven water kan ook weer in het toestel teruglopen. Dit is, met name vanuit het oogpunt van hygiëne; een zeer ongewenste situatie. Doordat het warmwatertoestel in het stelsel volgens de 1 0 04 6 0 4 -5- onderhavige uitvinding voorzien is van een zich onder invloed van druk openend afsluitorgaan wordt bovengenoemde situatie vermeden.
Bovendien bestaat bij DE-C-3631178 de mogelijkheid dat, ondanks het feit dat de inrichting een hoeveelheid water uit het warmwatertoestel zuigt, de expansie in het 5 warmwatertoestel zodanig is dat alsnog een hoeveelheid water uit de kraan blijft druppelen. Gezien het feit dat het warmwatertoestel in open verbinding staat met de buitenlucht en niet voorzien is van een zich onder invloed van druk openend afsluitorgaan heeft het water een vrije doorgang naar de buitenlucht. Tenslotte dient de inrichting volgens DE-C-3631178 voorzien te zijn van middelen die bewerkstelligen dat 10 de gemeenschappelijke wand bij drukontlasting in de uitgangspositie wordt gebracht.
Deze middelen kunnen het wandmateriaal van de kamer(s) omvatten; een andere, meer waarschijnlijke, mogelijkheid is dat de inrichting voorzien is van een veerelement. In beide uitvoeringsvormen is de inrichting relatief gecompliceerd en de vervaardiging hiervan arbeidsintensief. In de onderhavige uitvinding vindt beweging van de wand 15 plaats onder invloed van de, al dan niet direct, daarop uitgeoefende waterdruk.
Additionele middelen die bewerkstelligen dat de wand in de uitgangspositie wordt gebracht zijn hierbij niet nodig.
In het bijzonder wordt het beweegbare element onder invloed van de daarop uitgeoefende waterdruk voorbij de uitstroomopening gestuwd. Wanneer het element tot 20 voorbij deze opening is gestuwd kan bij geopende bedieningskraan water vanuit de toevoerleiding door het huis naar de uitstroomopening stromen. Deze uitstroomopening staat in verbinding met het warmwatertoestel waar verwarming van het toegevoerde water plaatsvindt. Na sluiting van de bedieningskraan kan het beweegbare element onder invloed van de druk van het expansiewater in omgekeerde richting bewegen 25 waarbij het volume van de bufferkamer wordt vergroot en het beweegbare element tot voor de uitstroomopening beweegt.
Met voordeel is het beweegbare element onder vrijlating van een ruimte in hoofdzaak passend in het huis opgenomen. Door vrijlating van een ruimte kan het in het 10 04 604 -6- waterleidingstelsel aanwezige water bij beweging van het beweegbare element hierlangs bewegen zodat verplaatsing van het element mogelijk wordt gemaakt. De vrijgelaten ruimte kan een opening in het element omvatten; een andere mogelijkheid is dat het element niet volledig aansluit aan de binnenwanden van het huis, zodat water door de 5 ruimte tussen de omtrek van het element en de binnenwanden van het huis kan stromen. Door de vrijgelaten ruimte kan het beweegbare element, ook wanneer het tot voor de uitstroomopening is verplaatst en een doorvoer tussen de in- en uitstroomopening in hoofdzaak afsluit, tegen het volume van het in het waterleidingstelsel aanwezige water worden bewogen 10 Bij voorkeur is de vrijgelaten ruimte waarmee het beweegbare element in hoofdzaak passend in het huis is opgenomen zeer klein en omvat deze een doorsnede van 0,1-1,5 mm. Hierdoor zal de beweging van het beweegbare element en de beweegbare wand slechts zeer langzaam verlopen. Wanneer echter de vrijgelaten ruimte te groot is zal bij geopende bedieningskraan water door deze ruimte stromen en zal het beweegbare 15 element onder invloed van de uitgeoefende waterdruk niet worden gestuwd. Juist door de aanwezigheid van een zeer kleine ruimte in of bij het beweegbare element, wordt bewerkstelligd dat dit element bij een daarop uitgeoefende waterdruk heen en weer kan worden gestuwd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het element een in hoofdzaak schijfvormig 20 element. Een dergelijk element vervult hierbij de functie van een voor de vakman bekende zuiger. Het schijfvormige element kan bijvoorbeeld onder toepassing van een staafvormig orgaan met de beweegbare wand zijn gekoppeld.
In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm omvat het beweegbare element een in hoofdzaak hol lichaam, waarbij een uiteinde van het lichaam gesloten is en waarbij een 25 door het holle lichaam omsloten ruimte aan het overliggende uiteinde uitmondt in de bufferkamer. De ruimte in het holle lichaam van het beweegbare element en de bufferkamer vormen in deze uitvoeringsvorm een geheel. Door een zijde van het element dat in aanraking komt met de waterstroom te voorzien van een of meer 1 0 04 6 0 4 -7- openingen, kan het element binnen het huis bewegen, terwijl water uit het waterleidingstelsel in de ruimte van het holle lichaam kan stromen.
Bij voorkeur omvat de beweegbare wand een membraan dat afdichtend met een wand van de bufferkamer is verbonden. Een dergelijke afdichting met behulp van een 5 membraan waarborgt waterdichtheid van de afdichting. Voorts kan door de flexibiliteit van het membraan de wand gemakkelijk bewegen.
In een voordelige uitvoeringsvorm heeft de beweegbare wand een groter oppervlak dan een deel van het beweegbare element dat bij geopende bedieningskraan in aanraking komt met de waterstroom. De druk voor de inlaat is daardoor groter dan de druk in de 10 bufferkamer. Doordat de druk in de bufferkamer relatief laag is stroomt het expansiewater uit het warmwatertoestel gemakkelijk naar de bufferkamer.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een bufferelement, geschikt voor toepassing in een waterleidingstelsel, omvattende een bufferkamer met ten minste een beweegbare wand die gekoppeld is met een beweegbaar element dat in een huis is 15 opgenomen, zoals in het voorgaande beschreven.
Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een samenstel van een bufferelement en een afsluitorgaan, zoals in het voorgaande beschreven, geschikt om te worden toegepast in een waterleidingstelsel waarvan een warmwaterdeel wordt gevoed vanuit een warmwatertoestel dat via een tappunt in open verbinding staat met de 20 buitenlucht.
De onderhavige uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin: figuur 1 schematisch een mengkraan, geschikt voor toepassing bij een drukloos warmwatertoestel toont; 25 figuur 2 schematisch een waterleidingstelsel volgens de onderhavige uitvinding toont; 10 04 604 -8- figuur 3 schematisch een waterleidingstelsel in een volgende uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding toont, bij geopende bedieningskraan; en figuur 4 schematisch het bufferelement uit figuur 3, bij de bedieningskraan in de 5 geloten toestand, toont.
De figuren zijn zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name zijn ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven weergegeven. Overeenkomstige onderdelen zijn in de verschillende figuren zoveel mogelijk met een zelfde verwijzingscijfer aangeduid.
10 Figuur 1 toont schematisch een mengkraan 1 die geschikt is om te worden toegepast bij gebruik van een drukloos warmwatertoestel. De mengkraan is aangesloten op drie leidingen, namelijk een eerste leiding 2 voor de toevoer van koud water naar het tappunt 3; een tweede leiding 4 die vertakt is van de eerste leiding 2 en een toevoerleiding voor koud water naar een warmwatertoestel omvat; en een derde leiding 5 voor de toevoer 15 van warm water vanuit het warmwatertoestel naar het tappunt 3. De toevoer voor koud water naar het tappunt 3 kan worden bediend met de koudwaterbedieningskraan 7, terwijl de toevoer voor warm water naar het tappunt 3 kan worden bediend met de warmwaterbedieningskraan 8. Bij het openen van bedieningskraan 8 stroomt koud water vanuit de eerste leiding 2 door de tweede leiding 4 naar een warmwatertoestel en 20 vervolgens van daaruit via de derde leiding 5 naar het tappunt 3. De bedieningskraan 8 voor warm water is dus in de toevoerleiding 4 naar het warmwatertoestel opgenomen en het toestel staat in open verbinding met de buitenlucht via tappunt 3.
Figuur 2 toont schematisch een waterleidingstelsel volgens de onderhavige uitvinding. Hierbij is getoond hoe het water door de tweede leiding 4 naar het warmwatertoestel 10 25 stroomt. Tussen de bedieningskraan 8 en het warmwatertoestel 10 bevindt zich een huis 11 in de toevoerleiding 4 met een beweegbaar element 12 dat daarin gangbaar tussen inlaatopening 14 en uitstroomopening 15 is opgenomen. Het beweegbare element 12 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een in hoofdzaak schijfvormig element dat onder vrijlating van een ruimte tussen de omtrek hiervan en de binnenwand van het huis 11 in
10 04 60 A
-9- het huis 11 is opgenomen. Het beweegbare element 12 is gekoppeld met een beweegbare wand 17 die een bufferkamer 18 begrensd. In de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm is het element 12 met de wand 17 gekoppeld door middel van een stangvormig orgaan 16. De beweegbare wand 17 die de bufferkamer 18 begrenst omvat 5 een membraan 30 dat in hoofdzaak afdichtend met de wanden van de bufferkamer is gekoppeld, terwijl een beweging van de wand mogelijk wordt gemaakt. De bufferruimte staat via opening 13 en leiding 4B in open communicatie met het warmwatertoestel 10. De wateruitlaatopening 25 van het warmwatertoestel is voorzien van een zich onder invloed van druk openend afsluitorgaan 24.
10 Figuur 3 toont schematisch een volgende uitvoeringsvorm van het waterleidingstelsel volgens de onderhavige uitvinding. In de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm omvat het beweegbare element 12 een in hoofdzaak hol lichaam met een in hoofdzaak gesloten uiteinde 19 en overliggend open uiteinde dat uitmondt in de bufferkamer 18. Hierdoor vormen de door het holle lichaam omsloten ruimte 20 en de bufferkamer 18 een 15 doorlopende ruimte. Het membraan 30 omvat in deze uitvoeringsvorm een rolmembraan dat aan de uiteinden hiervan verbonden is met de wanden van de bufferkamer 18. Het beweegbare element 12 en het huis 11 zijn in deze uitvoeringsvorm eveneens met behulp van een rolmembraan 29 met elkaar gekoppeld. In deze uitvoeringsvorm is het huis 11 voorzien van een luchtopening 27 opdat de druk ter plaatse aan weerszijden van 20 de wand gelijk is en er zich bij heen en weer gaande beweging van de beweegbare wand 17 geen druk kan opbouwen in de waterloze ruimte 28 binnen het huis 11. Het beweegbare element 12 is onder vrijlating van opening 21 in het huis 11 opgenomen. De bufferruimte 18 staat via opening 22 en leiding 4B in open communicatie met het warmwatertoestel 10. 1 1 0 04 6 0 4
Figuur 4 toont schematisch een bufferelement 23 zoals opgenomen in het waterleidingstelsel volgens conclusie 3. Terwijl het bufferelement 23 in figuur 3 getoond is in de toestand bij geopende bedieningskraan 8, toont figuur 4 de toestand bij gesloten bedieningskraan 8, waarbij de bufferkamer 18 ten minste gedeeltelijk gevuld is met expansiewater vanuit het warmwatertoestel 10.
-10-
De werking van het waterleidingstelsel en het bufferelement volgens de onderhavige uitvinding zijn als volgt. Wanneer de bedieningskraan 8 voor warm water geopend wordt, stroomt koud water vanuit de eerste leiding 2 door de toevoerleiding 4 in de richting van het warmwatertoestel 10. Hierdoor wordt op het beweegbare element 12 5 een waterdruk uitgeoefend waardoor dit element 12 in een stand wordt gestuwd waarbij het volume van de bufferkamer 18 verkleind wordt. Deze situatie is getoond in figuur 3. Het in de bufferkamer aanwezige water wordt in de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm via opening 13 en leiding 4B en in de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm via opening 22 en leiding 4B naar het warmwatertoestel 10 gestuwd.
10 Wanneer het beweegbare element 12 de uitstroomopening 15 passeert zal het toestromende water vanuit leiding 4 door inlaatopening 14 door het huis 11 naar uitstroomopening 15 stromen. In de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm zal het water via leiding 4A naar leiding 4B worden gevoerd, terwijl in de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm het water direct in de leiding 4B terecht komt. Het water dat in het 15 warmwatertoestel 10 is opgewarmd zal dit toestel via wateruitlaat 25 verlaten. Deze uitlaat 25 is voorzien van een afsluitorgaan, of overdrukventiel, 24 dat, onder de bij geopende bedieningskraan heersende omstandigheden, de uitlaat 25 in geopende toestand zal brengen.
Indien de bedieningskraan 8 voor warm water gesloten wordt, daalt de druk in het 20 waterleidingstelsel. De situatie op het moment van sluiten van de bedieningskraan 8 voor warm water is die zoals getoond in figuur 3, waarbij het volume van de bufferkamer tot een minimum gereduceerd is. Bovendien zal de wateruitlaat 25 van warmwatertoestel 10 afgesloten worden door het overdrukventiel 24. Na verloop van tijd zal het water in het warmwatertoestel 10 gaan expanderen. Doordat de bufferkamer 25 18 een relatief kleine tegendruk biedt zal het water vanuit het warmwatertoestel 10 door leiding 4B en opening 13 (figuur 2) of opening 22 (figuur 3) in de bufferkamer 18 stromen. Hierbij is het afsluitorgaan 24 zodanig ingesteld dat deze de wateruitlaat 25 pas opent bij een (water)druk die hoger is dan de druk waarbij de beweegbare wand 17 van de bufferkamer 18, onder invloed van de druk van het expansiewater, beweegt. Wanneer 30 de wand 17 onder invloed van een druk van bijvoorbeeld 0,1 bar beweegt, dient de druk 1 0 04 6 0 4 -11- waarbij het afsluitorgaan 24 de uitlaat 25 opent groter te zijn dan 0,1 bar, bijvoorbeeld 0,2 bar.
Onder invloed van de druk van het expansiewater in de bufferkamer 18 worden de beweegbare wand 17 en het beweegbare element 12 verder gestuwd. Hierbij kan het 5 beweegbare element de uitstroomopening 15 weer passeren zodat de doorgang tussen de inlaatopening 14 en de uitstroomopening 15 in hoofdzaak geblokkeerd wordt. Deze situatie is getoond in de figuren 2 en 4. In deze situatie blijft het warmwatertoestel 10 steeds in open communicatie met de bufferkamer 18. De beweging van het beweegbare element 12 wordt in de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm mogelijk gemaakt door de 10 ruimte die aanwezig is tussen de omtrek van het schijfvormige element en de binnenwand van het huis 11. Hierdoor kan water vanuit de leiding 4 in de ruimte tussen het beweegbare element 12 en de beweegbare wand 17 stromen. In de in figuren 3 en 4 getoonde uitvoeringsvorm is een uiteinde 19 van het holle lichaam voorzien van een ruimte in de vorm van een opening 21 waardoor water in de door het holle lichaam 15 omsloten ruimte 20 kan stromen en het element 12 tegen de waterdruk van het in het waterleidingstelsel aanwezige water kan bewegen. De afmetingen van de ruimte en de opening 21 zijn zo klein mogelijk en de doorsneden hiervan bedragen in het onderhavige voorbeeld ongeveer 0,1 mm. Hierdoor kan het beweegbare element onder invloed van waterdruk heen en weer worden gestuwd. Slechts het water dat weg dient te 20 stromen om het beweegbare element te verplaatsen zal door de vrijgelaten ruimte stromen. Daar zowel in de in figuur 2 als in de in figuren 3 en 4 getoonde uitvoeringsvormen de beweegbare wand 17 een groter oppervlak heeft dan het deel van het beweegbare element 12 dat in aanraking komt met de waterstroom, zal de druk in de bufferkamer 18 veel lager liggen dan in het waterleidingdeel voor het beweegbare 25 element 12. De beweging van het element 12 en de wand 17 zullen dan ook langzaam verlopen. Doordat het volume van bufferkamer 18 beduidend groter is dan het volume dat wordt “ingenomen” door de verplaatsing van het beweegbare element 12 kan de bufferkamer 18 een relatief grote hoeveelheid expansiewater opnemen.
1 0 04 60 4 -12-
Het moge duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de hierboven besproken uitvoeringsvormen. In het algemeen berust de uitvinding op het inzicht dat een relatief kleine tegendruk door de bufferkamer geboden dient te worden om expansiewater vanuit het warmwatertoestel in de bufferkamer te laten stromen. Daar 5 deze tegendruk onvoldoende is om het expansiewater vervolgens uit de bufferkamer te verdrijven, kan de bij geopende warmwaterkraan heersende waterdruk kan voor dit doel worden aangewend.
1 0 04 604

Claims (10)

1. Waterleidingstelsel omvattende een warm waterdeel met een warmwatertoestel (10) dat via een tappunt (3) in hoofdzaak in open verbinding staat met de buitenlucht, waarbij in een toevoerleiding (4) naar het warmwatertoestel (10) een bedieningskraan 5 (8) is opgenomen, met het kenmerk dat het warmwatertoestel (10) in open communicatie staat met een bufferkamer (18) die ten minste een beweegbare wand (17) omvat, dat tussen de bedieningskraan (8) en het warmwatertoestel (10) een huis (11) in de toevoerleiding (4) is opgenomen met een beweegbaar element (12) dat daarin gangbaar tussen een inlaatopening (14) en voorbij een uitstroomopening (15) is 10 opgenomen en dat het beweegbare element (12) is gekoppeld aan de beweegbare wand (17) om bij een geopende bedieningskraan (8) onder invloed van de dan daarop uitgeoefende waterdruk de beweegbare wand (17) naar een de kamer (18) verkleinende stand te stuwen en dat de wateruitlaat (25) van het warmwatertoestel (10) voorzien is van een zich onder invloed van druk openend afsluitorgaan (24).
2. Waterleidingstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het beweegbare element (12) onder invloed van de daarop uitgeoefende waterdruk voorbij de uitstroomopening (15) wordt gestuwd.
3. Waterleidingstelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het beweegbare element (12) onder vrijlating van een ruimte in hoofdzaak passend in het 20 huis (11) is opgenomen.
4. Waterleidingstelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de ruimte een doorsnede omvat van 0,1-1,5 mm.
5. Waterleidingstelsel volgens een of meer van de conclusies 1-4, met het kenmerk dat het beweegbare element (12) een in hoofdzaak schijfvormig element omvat. 1 0 04 6 0 4 -14-
6. Waterleidingstelsel volgens een of meer van de conclusies 1-5, met het kenmerk dat het beweegbare element (12) een in hoofdzaak hol lichaam omvat, waarbij een uiteinde (19) van het lichaam in hoofdzaak gesloten is en waarbij een door het holle lichaam omsloten ruimte (20) aan het overliggende uiteinde uitmondt in de bufferkamer 5 (18).
7. Waterleidingstelsel volgens een of meer van de conclusies 1-6, met het kenmerk dat de beweegbare wand (17) een membraan (30) omvat dat afdichtend met een wand van de bufferkamer (18) is verbonden.
8. Waterleidingstelsel volgens een of meer van de conclusie 1-7, met het kenmerk 10 dat de beweegbare wand (17) een groter oppervlak heeft dan een deel van het beweegbare element (12) dat bij geopende bedieningskraan in aanraking komt met de waterstroom.
9. Bufferelement (23), geschikt voor toepassing in een waterleidingstelsel, in het bijzonder een waterleidingstelsel waarvan een warmwaterdeel wordt gevoed vanuit een 15 warmwatertoestel (10) dat via een tappunt (3) in hoofdzaak in open verbinding staat met de buitenlucht, omvattende een bufferkamer (18) met ten minste een beweegbare wand (17) die gekoppeld is met een beweegbaar element (12) dat in een huis (11) is opgenomen, volgens een of meer van de conclusies 1-8.
10. Samenstel van een bufferelement (23) volgens conclusie 9 en een afsluitorgaan 20 (24), geschikt om te worden toegepast in een waterleidingstelsel, in het bijzonder een waterleidingstelsel waarvan een warmwaterdeel wordt gevoed vanuit een warmwatertoestel (10) dat via een tappunt (3) in hoofdzaak in open verbinding staat met de buitenlucht. 1004604
NL1004604A 1996-11-25 1996-11-25 Waterleiding met bufferelement. NL1004604C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004604A NL1004604C1 (nl) 1996-11-25 1996-11-25 Waterleiding met bufferelement.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004604A NL1004604C1 (nl) 1996-11-25 1996-11-25 Waterleiding met bufferelement.
NL1004604 1996-11-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004604C1 true NL1004604C1 (nl) 1998-05-27

Family

ID=19763925

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004604A NL1004604C1 (nl) 1996-11-25 1996-11-25 Waterleiding met bufferelement.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1004604C1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4263498A (en) Expansion chamber arrangement for water heating and dispensing device
US7151892B2 (en) Rapid electric heating water dispenser
US5788840A (en) Dispensing spigot with controllable lever
US2912142A (en) Combined hot and cold fluid dispensing apparatus
EP2077086B1 (en) Coffee maker with depressurization valve
CA2355262A1 (en) Container for dispensing fluid, comprising a pressure control device with activation step
CA1291196C (en) Open water heater
US3642176A (en) Means for storing and dispensing heated liquid and system therefor
DK1136434T3 (da) Anordning til uddeling af flydende födevarer, fx drikke
JPH0471528B2 (nl)
NL1004604C1 (nl) Waterleiding met bufferelement.
MY117663A (en) Container for dispensing fluid, comprising a pressure control device with activation step
US20030198465A1 (en) Device and method for making hot water or the like
US2110251A (en) Water heater
KR950011321A (ko) 액체 분배 장치
US5429186A (en) Open hot-water heater
NL1004130C1 (nl) Waterleiding met bufferelement.
KR940009069B1 (ko) 순간온수 가열장치
JP4540780B2 (ja) 高温出湯防止弁
WO1990000694A1 (en) Fluid flow control apparatus
US3082915A (en) Hot water dispenser
JP2827308B2 (ja) 温水器付き手洗器
CN211695446U (zh) 热水终端的冷水回收装置
KR20190100186A (ko) 차동 압력 및/또는 체적 유량을 제어하기 위한 컨트롤 피팅
JP3876851B2 (ja) 給湯装置

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010601