NL1003756C2 - Snijinrichting. - Google Patents

Description

Snijinrichting

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een snijinrich-ting voor het snijden van plakken of schijven omvattende een frame 5 met een door een motor aangedreven roterend snijorgaan, een parallel daaraan liggende verstelbare aanslag/dikteplaat, waarbij instelmid-delen aanwezig zijn om de afstand van de dikteplaat tot het snijor-gaan in te stellen om zo de dikte van de te snijden plak/ schijf te bepalen, alsmede een ten opzichte van het frame verplaatsbare in de 10 gebruikstoestand vast aan het frame vergrendelde steuntafel, waarbij die instelmiddelen omvatten een eerste, in de aangebrachte positie van de steuntafel werkzame aanslag alsmede een tweede in de ontgrendelde positie van de steuntafel werkzame aanslag, waarbij in de tweede aanslagpositie het nabij de omtrek van het snijorgaan liggen-15 de deel van de dikteplaat de snijrand van het snijorgaan in hoofdzaak bedekt.

Een dergelijke snij inrichting is uit DE-3.728.062 A1 bekend. Voor het reinigen van de verschillende onderdelen is daarbij de steuntafel van het frame wegkantelbaar uitgevoerd. Volgens recente 20 veiligheidsvoorschriften is het daarbij noodzakelijk dat in de verwijderde toestand van de steuntafel de dikteplaat als beschermplaat functioneert, dat wil zeggen, dat de beschermplaat de snijrand van het snijorgaan ruimschoots overlapt, zodat tijdens het reinigen geen vingers of dergelijke in contact kunnen komen met het deel van het 25 snijorgaan dat zich bij de aanslag/beschermplaat bevindt.

Om aan deze eisen te voldoen, is in DE-3.728.062-A1 voorgesteld de instelmiddelen zo uit te voeren, dat in de losneempositie daarvan de aanslag/beschermplaat de snijrand van het snijorgaan bedekt. Om deze positie te kunnen verwezenlijken, is het echter noodzakelijk 30 dat de afstand waarmee de beschermplaat voorbij de snijrand steekt in de richting van de steuntafel noodzakelijkerwijs tenminste ψ overeenkomt met de afstand van de steuntafel tot het snijorgaan. Dit betekent dat tijdens bedrijf van de inrichting tussen de steuntafel en het snijorgaan ook in de zogenaamde nulstand steeds tenminste een 35 speling aanwezig is, die overeenkomt met het door de beschermplaat af te leggen veiligheidstraject. Door de aanwezigheid van een dergelijke spleet wordt het snijden negatief beïnvloed. Het te snijden materiaal, zoals worst, zal immers 'gemangeld' worden in de spleet 1003756 2 tussen de snijplaat en het snijorgaan (baardvorming). Dit is ongewenst .

Het doel van de onderhavige uitvinding is in een snijinrichting te voorzien, die enerzijds voldoet aan de hierboven beschreven vei-5 ligheidsvoorschriften, d.w.z. dat de aanslagplaat als beschermplaat kan functioneren in de reinigingsstand van de snijinrichting, d.w.z. bij het verwijderen van de tafel. Bovendien is het doel van de onderhavige uitvinding het ontstaan van de hierboven beschreven spleet tussen de steuntafel en het snijorgaan tijdens bedrijf te vermijden. 10 Dit doel wordt bij een hierboven beschreven inrichting verwe zenlijkt doordat de steuntafel in de verplaatsingsrichting van de dikteplaat tussen een eerste en tweede positie verplaatsbaar is, waarbij deze zich in de eerste positie dichter bij het snijorgaan bevindt dan in de tweede positie en waarbij in de tweede positie de 15 steuntafel tenminste gedeeltelijk aan het frame vergrendeld is.

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag naast de gebruikelijke nulaanslag in een tweede 'negatieve' aanslag van de ver-stelmiddelen te voorzien. D.w.z. bij het verwijderen van de steuntafel moet de aanslag/beschermplaat voorbij het nulpunt van de be-20 drijfstoestand bewogen worden naar de veilige positie waarin de snijrand van het snijorgaan in hoofdzaak bedekt wordt door de dan als beschermplaat functionerende dikteplaat. Pas dan of daarna kan de tafel losgenomen of weggekanteld worden.

De veiligheid van de hierboven beschreven inrichting kan nog 25 verder vergroot worden indien de steuntafel in fasen afgenomen wordt. Gedurende een eerste stap vindt een eerste gedeeltelijke verplaatsing weg van het snijorgaan plaats. Om de steuntafel nog verder weg van het snijorgaan te kunnen verplaatsen en vervolgens geheel te kunnen losnemen, is het noodzakelijk in een tweede fase de 30 dikteplaat in de beschermpositie te brengen. Pas daarna kan door verder ontgrendelen de tafel verwijderd worden.

Vanzelfsprekend is het mogelijk op andere wijze de uitvindings-gedachte te verwezenlijken. Het is essentieel voor de uitvinding dat gedurende de eerste fase van het losnemen, wegkantelen, of andere 35 verwijdering van de steuntafel deze van het roterende snijmes wegbeweegt om zodoende ruimte te maken voor de verplaatsing van de dikteplaat om in bescherming van het snijmes te voorzien. Een dergelijke beweging kan op elke voorstelbare wijze verwezenlijkt worden.

1003756 3

Begrepen zal worden dat de hierboven beschreven ontgrendeling van de tafel op vele in de stand der techniek bekende wijzen uitgevoerd kan worden.

Begrepen zal worden dat de hierboven beschreven snijinrichting 5 voor het snijden van allerlei soorten materialen, zoals levensmiddelen en andere stoffen kan dienen.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van in de tekeningen afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 10 Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoering van de snijinrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 in de vergrendelde positie van de steuntafel;

Fig. 3 een doorsnede volgens fig. 2 in een eerste stap van 15 ontgrendelen van de tafel;

Fig. 4 een doorsnede volgens fig. 2 in de volledig ontgrendelde positie van de tafel;

Fig. 5a -5c verschillende posities van de instelinrichting;

Fig. 6 een dwarsdoorsnede volgens de lijn VI-VI in fig. 1; 20 Fig. 7a en 7b doorsneden volgens de lijn VII-VII in fig. 6 in twee verschillende posities van de instelinrichting; en fig. 8 een tweede uitvoering van de snijinrichting volgens de uitvinding;

In fig. 1 is een eerste uitvoering van de snijinrichting vol-25 gens de uitvinding in zijn geheel met 1 aangegeven. Deze bestaat uit een frame 2 voorzien van poten 42. Op het frame 2 is een geleiding 40 aangebracht waarlangs een slede 39 voorzien van tafel 3 heen en weer kan bewegen. Voor het snijden met een mes 4. Begrepen moet worden dat in plaats van een mes elke andere verspanende inrichting, 30 zoals een zaag, gebruikt kan worden. Uit fig. 4 blijkt dat daartoe de tafel voorzien is van steunlagers 41 en een geleidingsstang 43, die aan het frame 2 bevestigd is. Op de tafel 3 is een gebruikelijke aandrukplaat 7 aangebracht.

Op het frame is bovendien op niet nader afgebeelde wijze een 35 snijmes 4 aangebracht, dat met behulp van een motor 6 roteert. Een aanslag- of beschermplaat 5 is aanwezig. De positie van de diktepl-aat 5 bepaalt de dikte van het te snijden produkt. Deze positie wordt gesteld met behulp van een stelknop 12.

1003756 4

Tafel 3 is losneembaar van frame 2 en het loskoppelen vindt plaats met behulp van een vergrendelmechanisme, waarvan handle 8 in fig. 1 zichtbaar is.

Zn fig. 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 5 getoond. Schematisch is de bescherm- of dikteplaat 5 weergegeven in de nulpositie, d.w.z. in de positie waarin het in de tekening rechter deel van deze plaat 5 in het verlengde van snijrand 9 ligt. In deze positie kan de begrenzing 10 van tafel 3 bij het tegen de dikteplaat 5 aanlopen een niet noemenswaardige speling met het snijmes 10 4 hebben. Dit is van belang omdat zoals de positie zoals afgeheeld in fig. 5a, waarbij plaat 5 op afstand van de snijrand 9 ligt, het te snijden produkt dat daar met 11 aangegeven is, over een zo groot mogelijke lengte tot aan de snijrand 9 ondersteund wordt. Indien de speling zou bestaan tussen de rand 10 en snijrand 9 zou het produkt 15 11 in deze spleet getrokken kunnen worden en tot minder fraai uiter lijk van het te snijden produkt kunnen leiden.

De met fig. 2 overeenkomende positie is in fig. 5b afgebeeld. Uit fig. 2 blijkt bovendien dat op handle 8 een pen 17 aansluit in het verlengde waarvan een excenter 19 ligt, welke weer verlengd is 20 met een pen 18. Handle 8 is roteerbaar en transleerbaar. Excenter 19 grijpt in een opening 38 van een spanplaat 21. Deze spanplaat is aan de andere zijde van een verdere opening 25 voorzien. Deze opening 25 is getrapt uitgevoerd met een schuin overgangsdeel 44. Tafel 3 is, zoals blijkt uit fig. 4, voorzien van een borgpen 22 nabij het vrije 25 uiteinde waarvan een uitsparing 23 is ingebracht, gevolgd door een bij het vrije uiteinde liggende eindverdikking 24. In de in fig. 2 getoonde positie bevindt het 'dikste' deel van excenter 19 zich naar beneden gericht, dat wil zeggen de spanplaat wordt in een maximale positie naar beneden bewogen waardoor het deel van opening 25 met de 30 kleinste diameter in de uitsparing 23 valt. Op eindverdikking 24 grijpt een op de slede 39 aangebrachte door een veer 27 bediende drukschotel 26 aan. Deze drukschotel is voorzien van een rand 29 met grotere diameter en een rand 28 met kleinere diameter.

In fig. 6 zijn de instelmiddelen voor verplaatsing van dikte-35 plaat 5 meer in detail afgebeeld. Daaruit blijkt dat dikteplaat 5 via een pendeel met heugel 15 in aangrijping is met een rondsel 16, dat via een as verbonden is met een tandwiel 14. Tandwiel 14 is van een opname 20 voorzien, die in lijn te brengen is met een opening 37 1003756 5 aangebracht in frame 40. Tandwiel 13 aangebracht op as 30 anderzijds verbonden met stelknop 12. Veer 45 is aanwezig welke de stelknop in de in fig. 6 getoonde stand neigt te drijven. Op tandwiel 14 is, zoals uit fig. 7a en b eveneens blijkt, een aanslagbus 34 aanwezig 5 voorzien van een eerste aanslagvlak 35 en een tweede aanslagvlak 36. Door draaien van stelknop 12 zal heugel 15 heen en weer bewegen en zal de afstand van de bescherm-/dikteplaat tot het mes variëren.

Uitgaande van de positie getoond in fig. 2 wordt voor het wegnemen van de tafel handle 8 naar beneden bewogen. Daardoor komt het 10 'dunnere' deel van excenter 19 aan de onderzijde van opening 38 te liggen en beweegt spanplaat 21 enigszins naar boven, zoals getoond is in fig. 3. Onder invloed van veer 27 wordt de eindverdikking 24 en zo de tafel 3 over een geringe afstand naar rechts bewogen. Deze afstand komt tenminste overeen met de gewenste verplaatsing van de 15 bescherm-/dikteplaat 5 van de in fig. 2 getoonde positie naar de 'veilige' positie van fig. 3. Een dergelijke verplaatsing kan enkele millimeters zijn. Deze positie is om de hierboven weergegeven redenen bijzonder onwenselijk voor het snijden van materiaal. Overigens is de constructie zodanig, dat in de positie van fig. 3 de tafel 20 weliswaar niet losneembaar is van de slede omdat uitsparing 23 niet uit opening 25 kan bewegen, maar de tafel is wel 'los' aan de geleiding bevestigd.

Uitgaande van de positie in fig. 3 wordt vervolgens handle 8 naar binnen gedrukt. Daarbij beweegt pen 18 door opening 37. Verdere 25 beweging naar binnen is slechts mogelijk indien tandwiel 14 zich in een zodanige positie bevindt dat pen 18 opname 20 kan binnentreden. Daartoe is het noodzakelijk dat tandwiel 14 zich beweegt vanaf de positie getoond in fig. 7a naar de positie getoond in fig. 7b. Beweging vanuit de positie getoond in fig. 7a van stelknop 12 is zonder 30 verdere maatregelen niet mogelijk, omdat eerste aanslagvlak 35 de eindpositie van de regeling bepaalt. Slechts door het bewegen van knop 12 in de richting van pijl 32 waardoor de aanslagrand 46 langs de eerste aanslagvlak 35 beweegt en voor aanslagvlak 36 komt te liggen waardoor verdere speling ontstaat, is verdere rotatie van 35 instelknop mogelijk. Daardoor ontstaat de positie, zoals afgebeeld in fig. 7b resp. 5c. Dit is de veilige positie. Pas in deze positie kan pen 18 volledig naar binnen gedrukt worden. In deze positie ligt pen 17 in opening 38 en kan spanplaat 21 ten opzichte van fig. 3 nog 1003756 6 verder naar boven bewogen worden, zodat opening 25 de eindverdikking 24 vrijgeeft en tafel 3 verwijderd kan worden.

In deze positie kan handle 8 niet neer terugbewogen worden, d.w.z. niet uitgetrokken worden, omdat excenter 19 opening 36 niet 5 kan binnentreden. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat opening 25 naar boven gehouden wordt, doordat drukschotel 26 met aanslagrand 28, in spanplaat 21 grijpt. Slechts door het wegdrukken van rand 28, hetgeen verwezenlijkt wordt door het inbrengen van de eindverdikking 24, kan spanplaat 21 naar beneden worden bewogen, zodat excenter 19 10 in opening 38 gebracht kan worden. Door het draaien van handle 16 vindt door de excentrische werking van excenter 19 automatisch centreren van de tafel plaats, d.w.z. de uitsparing 23 komt in de positie volgens fig. 2 te liggen.

Begrepen zal worden dat op deze wijze het alleen mogelijk is de 15 tafel te verwijderen indien de snijrand en de dikteplaat zich in een onderlinge positie bevinden, die overeenkomt met hetgeen getoond is in fig. 5c, dat wil zeggen de veilige positie.

Eveneens zal begrepen worden dat details van de werking van het grendelmechanisme kunnen afwijken van hetgeen hierboven beschreven 20 is.

In de uitvoering volgens fig. 1 staan de poten 42 in hoofdzaak loodrecht op het snijorgaan 4.

Het is echter op bijzonder eenvoudige wijze mogelijk door toevoegen van een tussenstuk de inrichting schuin te positioneren. Een 25 dergelijke constructie is in fig. 8 getoond waarin met 51 de snij inrichting weergegeven is, met 52 het frame en met 54 een tussenstuk.

Bij bestudering van de tekeningen blijkt duidelijk dat een zeer groot aantal onderdelen van de hierboven beschreven inrichting uit extrusieprofielen vervaardigd kan worden. Daardoor kan doelmatiger 30 gewerkt worden. Dit wordt o.a. veroorzaakt doordat in tegenstelling tot gietwerk bijna geen afkeuren van delen in verband met poreusheid plaatsvindt. Bovendien is het zonder wijziging van de basisvorm van de inrichting mogelijk deze in verschillende afmetingen te bouwen.

Tot slot wordt de daardoor ontstane vormgeving voor velen aantrekke-35 lijk gevonden.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, zal door degene bekwaam in de stand der techniek begrepen worden dat vele varianten mogelijk zijn, die lig- 1003756 7 gen binnen het bereik van de bijgevoegde conclusies en voor de handliggend zijn na het bovenstaande.

****** 1003756

Claims (8)

1. Snijinrichting (1,51) voor het snijden van plakken of schijven omvattende een frame (2,52) met een door een motor (6) aangedre- 5 ven roterend snijorgaan (4), een parallel daaraan liggende verstelbare aanslag/dikteplaat (5), waarbij instelmiddelen (12-15) aanwezig zijn om de afstand van de dikteplaat tot het snijorgaan in te stellen om zo de dikte van de te snijden plak/schijf te bepalen, alsmede een ten opzichte van het frame verplaatsbare in de gebruikstoestand 10 vast aan het frame vergrendelde steuntafel (3), waarbij die instelmiddelen omvatten een eerste, in de aangebrachte positie van de steuntafel werkzame aanslag (35) alsmede een tweede in de ontgrendelde positie van de steuntafel werkzame aanslag (36), waarbij in de tweede aanslagpositie het nabij de omtrek van het snijorgaan liggen-15 de deel van de dikteplaat de snijrand van het snijorgaan in hoofdzaak bedekt, met het kenmerk, dat de steuntafel (3) in de verplaat-singsrichting van de dikteplaat (5) tussen een eerste en tweede positie verplaatsbaar is, waarbij deze zich in de eerste positie dichter bij het snijorgaan bevindt dan in de tweede positie en waar-20 bij in de tweede positie de steuntafel tenminste gedeeltelijk aan het frame vergrendeld is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij in de eerste aanslagpositie het oppervlak van de dikteplaat waartegen het te snijden produkt geplaatst wordt in hoofdzaak in lijn ligt met de snijrand 25 (fig. 5b).

3. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de ontgrendelingsmiddelen voor de tafel slechts in de tweede aanslagpositie te bedienen zijn.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij 30 die ontgrendelingsmiddelen omvatten: middelen voor het verplaatsen van de tafel weg van het snijorgaan; middelen voor het vrijgeven van de instelmiddelen om deze van de eerste naar de tweede aanslag te bewegen; en 35 - middelen voor het losmaken van het tafelblad van het frame welke pas bedienbaar zijn na het bedienen van de eerste twee genoemde middelen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, omvattende blokkeermiddelen, 1003756 zodanig uitgevoerd, dat uitsluitend in de tweede aanslagstand de grendelmiddelen in de zin van het verwijderen van de ta£el bediend kunnen worden.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de grendelmiddelen, 5 die instelmiddelen in die tweede aanslagstand blokkeren.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die grendelmiddelen omvatten een heen en weer beweegbare grendelpen (17) met een vrij uiteinde (18) en een bedieningseinde alsmede een op de pen aangebracht excentrisch deel (19), waarbij die pen in een 10 opening (38) van een spanplaat (21) is opgenomen, welke trekplaat (21) van een verdere opening (25) is voorzien voor het vergrendelend opnemen van de bevestiging (22) van de tafel, waarbij in een eerste positie van de grendelpen het excenter binnen die opening ligt en in een tweede positie een deel (17) van de pen met wezenlijk kleinere 15 afmetingen in die opening (38) ligt, waarbij in die tweede positie het vrije uiteinde (18) in een opname van die instelmiddelen valt en deze blokkeert.

8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de steuntafel voorzien is van een slede (39), die in een overeenkom- 20 stige geleiding (40) van de snijinrichting verplaatsbaar is en waarbij zowel de slede (39) als de geleiding (40) als extrusieprofielen uitgevoerd zijn. ****** 1003756