NL1003030C2 - Inrichting voor het bewerken van landbouwgewas met hefinrichting. - Google Patents
Inrichting voor het bewerken van landbouwgewas met hefinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1003030C2 NL1003030C2 NL1003030A NL1003030A NL1003030C2 NL 1003030 C2 NL1003030 C2 NL 1003030C2 NL 1003030 A NL1003030 A NL 1003030A NL 1003030 A NL1003030 A NL 1003030A NL 1003030 C2 NL1003030 C2 NL 1003030C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- frame
- working
- main frame
- processing means
- arm
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B63/00—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
- A01B63/14—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors
- A01B63/24—Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame
- A01B63/32—Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame operated by hydraulic or pneumatic means without automatic control
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D34/00—Mowers; Mowing apparatus of harvesters
- A01D34/01—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
- A01D34/412—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
- A01D34/63—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
- A01D34/64—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
- A01D34/66—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
- A01D34/661—Mounting means
Description
INRICHTING VOOR HET BEWERKEN VAN LANDBOUWGEWAS MET HEFINRICHTING
5
In de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 1002013, is een maai-inrichting beschreven waarbij het frame een voorste framedeel en een achterste 10 framedeel omvat, terwijl daartussen naast geleidingen ook hydraulische cilinders zijn aangebracht voor het verplaatsen van het voorste en achterste framedeel ten opzicht van elkaar en zodoende van de positie van de maaibalk ten opzichte van de bodem.
15 Bij deze bestaande inrichting blijkt het echter moeilijk om de maaibalk te heffen vanuit een werkzame stand waarin deze het maaiveld volgt tot in de geheven stand, bijvoorbeeld voor het omkeren aan de rand van een veld of voor transport over de weg. Doordat zowel de 20 stand van de wielen ten opzichte van een eventueel ongelijke bodem niet goed bekend is, en de maaibalk scheef kan hangen, bijvoorbeeld door aanklevende klei of dergelijke, is het zelfs met behulp van een gecompliceerde gelijkloop tussen de twee hydraulische cilinders, niet 25 goed mogelijk gebleken de maaibalk te heffen zonder het risico te lopen dat in scheve stand de hoge zijden van de maaibalk in eerste instantie wordt geheven, waardoor de lage zijde daarvan in de grond wordt gedrukt, hetgeen ongewenst is, zowel voor de bodem als voor het maaitoe-30 stel.
De onderhavige uitvinding verschaft een inrichting voor het bewerken van gewas, bijvoorbeeld het maaien van gras, omvattende: - bewerkingsmiddelen die zich over een bepaalde 35 breedte op of boven de te bewerken bodem uitstrekken; - een frame waaraan de bewerkingsmiddelen zijn aangebracht; 1003030 2 - lichtmiddelen voor het van de bodem oplichten van de bewerkingsmiddelen, welke lichtmiddelen een enkele cilinder omvatten die in hoofdzaak centraal ten opzichte van de bewerkingsmiddelen is aangebracht; en 5 - verbindingsmiddelen voor het verbinden van de lichtmiddelen met de bewerkingsmiddelen, waarbij de verbindingsmiddelen tenminste één arm omvatten die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de bewerkingsmiddelen en in hoofdzaak dwars op de hefmiddelen over tenminste enige 10 afstand aan weerszijden daarvan uitstrekt, alsmede aan weerszijden van de arm aangebrachte koppelmiddelen die _ een eerste gekoppelde stand met maximale lengte en één of meer andere ontkoppelde standen hebben.
De inrichting volgens de onderhavige uitvinding 15 omvat gedragen, getrokken en (aan de voorzijde) aangebouwde landbouwwerktuigen, zoals maaiers. De voorkeursuitvoeringsvorm betreft echter een getrokken maai-inrich-ting, waarbij een wielframe en een hoofdframe, waaraan in werkzame stand het maaitoestel is opgehangen, ten opzich-20 te van elkaar scharnierbaar zijn. De werking en voordelen van deze maaier zijn beschreven in bovengenoemde niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage.
De koppelmiddelen kunnen onderling scharnierba-re schakels of armen omvatten, maar evenzeer schakelele-25 menten met een ovale sleuf daarin voor het geleiden van een pen of bus, opdat de koppelmiddelen slap kunnen hangen gedurende werkzame stand van het maaitoestel. Tevens is het denkbaar dat de koppelmiddelen een indrukbaar element omvatten, waarvan de slag begrensd is.
30 Bij voorkeur omvatten de verbindingsmiddelen een bolscharnier, opdat de bewerkingsmiddelen de te bewerken bodem goed kunnen volgen.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de 35 hand van de navolgende beschrijving met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: 1003030 3 fig. 1 een gedeeltelijk weggebroken aanzicht in perspectief van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 een aanzicht in perspectief van detail 5 II uit fig. 1; en fig. 3 een gedeeltelijk in gebroken lijnen aangeduid aanzicht in perspectief van detail II in fig. 2 in een tweede stand.
Een inrichting 10 (fig. 1) wordt door een niet 10 getoonde trekker voortgetrokken aan een trekbalk 11 in de richting van de pijl A. De trekbalk 11 is scharnierend verbonden roet een in hoofdzaak liggende opgestelde fraroebalk 12, terwijl voor de hoekinstelling tussen trekbalk 11 en framebalk 12 een hydraulische cilinder 13 15 daartussen is aangebracht. Aan framebalk 12 is via scharnierpennen 14 en 15 een wielframe 16 aangebracht, waaraan wielen 17 zijn bevestigd. Een maaibalk 18, voorzien van maaiorganen 19, zoals bijv. een schijvenmaaier, is via veren 20 opgehangen aan framebalk 20 12 teneinde de druk van de maaiorganen op het veld te beperken. Met behulp van cilinders 21 en geleidings-stangen 22 kan de stand tussen wielframe 16 en framebalk 12 binnen zekere grenzen worden ingesteld.
Verdere details van de onderlinge verbinding 25 van hoofdframe en wielframe en instelling daarvan zijn beschreven in de bovengenoemde niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage, waarvan de inhoud hier als ingelast dient te worden beschouwd.
Voor het gelijkmatig van de bodem oplichten, 30 dat wil zeggen zoveel mogelijk zonder dat één van de einden van de maaibalk 18 in de grond wordt geduwd, is tussen framebalk 12 en een balk 23 van een subframe voor de maaibalk 18 een hef- of lichtmechanisme 30 aangebracht .
35 Zoals vooral in fig. 2 zichtbaar is, omvat het hef mechanisme 30 een enkele hydraulische cilinder 31, die aan één zijde scharnierbaar is aangebracht aan een enigszins S-vormige of banaanvormige arm 32 die aan zijn 1003030 4 andere einde scharnierbaar is aangebracht aan een as 33 die via steunen 34 aan de steunbalk 12 is bevestigd. Aan de andere zijde is de hydraulische cilinder 31 scharnierbaar aangebracht aan dwarsarm 35 die zich aan 5 beide zijden buitenwaarts ten opzichte van het einde van de cilinder uitstrekt. De arm 35 is bevestigd aan platen 36 aan uiteinden waarvan een aantal schakels 37, 38 van een ketting of ten opzichte van elkaar scharnierbare armen zijn aangebracht. In de in fig. 2 getoonde stand 10 hangen deze schakels 37 en 38 slap, in welke stand de cilinder 31 niet werkzaam is en drukloos kan zijn. Ter verdere versterking van de verbinding tussen framebalk 12 en subframebalk 23 zijn aan framebalk 23 nog aan beide zijden een schuine platen 39 bevestigd die zich 15 bovenwaarts uitstrekt tot aan opstaande steunbalk 40.
Voorts is in fig. 2 zichtbaar dat de hydraulische cilinder 31 zich uitstrekt door een instelorgaan 41 heen, dat derhalve voorzien is van sleuven, en dat enerzijds scharnierbaar via scharnier 42 dat bij voorkeur als 20 bolscharnier is uitgevoerd, met subframebalk 23 is gekoppeld en anderzijds via een instelzwengel 43 met schroefeinde instelbaar is verbonden met plaat 44 die scharnierbaar is aangebracht aan framebalk 12.
Door verdraaiing van de zwengel 43, kan de 25 afstand tussen de subframebalk 23 en de framebalk 12 worden ingesteld.
In de in fig. 1 en 2 getoonde stand heeft het lichtmechanisme in zoverre geen functie dat, zoals bij normale maaiwerkzaamheden, de maaibalk 18 via glijsloffen 30 de bodem kan volgen en het mechanisme 3 0 de daarvoor benodigde bewegingen van framebalk 23 ten opzichte van framebalk 12 toelaat.
Indien maaibalk 18 van de bodem moet worden opgelicht, bijvoorbeeld voor het keren en/of voor trans-35 port over de weg, wordt cilinder 31 bekrachtigd (zie fig.
3) waardoor eerst arm 32 over slag S aanslaat tegen balk 12, en vervolgens de platen 3 6 opdrukt, totdat aan tenminste één van de zijden de schakels 37, 38, (38' en 40 '003030 5 in fig. 3) strak komen te staan en subframebalk 23 (23' in schuine stand) aan die zijde als eerste wordt opgelicht. Bij het verder oplichten van de framebalk 23 zullen ook de schakels 37 en 38 aan de andere zijde strak 5 komen te staan, waarna de maaibalk in hoofdzaak horizontaal, of althans evenwijdig aan de framebalk 12 zal worden opgelicht, zonder dat daarbij één van beide einden van de maaibalk 18 in de grond zal worden gedrukt.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot 10 het hierboven beschreven voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies. Een niet beperkende variant binnen de strekking van die conclusies, betreft bijv. een getrokken maaier, waarbij het aangrijpingspunt van de trekker zich 15 ongeveer in het midden van het maaitoestel bevindt.
1003030
Claims (11)
1. Inrichting voor het bewerken van gewas, bijvoorbeeld het maaien van gras, omvattende: - bewerkingsmiddelen die zich over een bepaalde breedte op of boven de te bewerken bodem uitstrekken; 10. een frame waaraan de bewerkingsmiddelen en wielen zijn aangebracht; - lichtmiddelen voor het van de bodem oplichten van de bewerkingsmiddelen, welke lichtmiddelen een enkele cilinder omvatten die in hoofdzaak centraal ten opzichte 15 van de bewerkingsmiddelen is aangebracht; en - verbindingsmiddelen voor het verbinden van de lichtmiddelen met de verwerkingsmiddelen, waarbij de verbindingsmiddelen tenminste één arm omvatten die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de bewerkingsmiddelen en in 20 hoofdzaak dwars op de hefmiddelen over tenminste enige afstand aan weerszijden daarvan uitstrekt, alsmede aan weerszijden van de arm aangebrachte koppelmiddelen die een eerste gekoppelde stand een maximale lengte en één of meer andere ontkoppelde standen hebben.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het frame een hoofdframe, waarvan een in hoofdzaak liggend opgestelde balk deel uitmaakt en een wielframe waaraan twee of meer wielen zijn aangebracht, omvat.
3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het 30 hoofdframe en het wielframe scharnierbaar met elkaar zijn gekoppeld.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de lichtmiddelen zijn aangebracht tussen een hoofdframe en een subframe voor de bewerkingsmiddelen.
5. Inrichting volgens één van de conclusies 1- 4, voorzien van instelmiddelen voor het instellen van de stand van een subframe voor de bewerkingsmiddelen en een hoofdframe. 1003030
6. Inrichting volgens één van de conclusies 1-5, waarbij de koppelmiddelen tenminste twee ten opzichte van elkaar scharnierbare armen of schakels omvatten.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande 5 conclusies, waarbij de cilinder met een hoofdframe is verbonden via een scharnierbare arm.
8. Inrichting volgens de conclusie 7, waarbij de scharnierbare arm in hoofdzaak S-vormig is.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande 10 conclusies, waarbij de bewerkingsmiddelen en het frame daarvoor voorttrekbaar zijn.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bewerkingsmiddelen en het frame daarvoor aanbouwbaar zijn.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de verbindingsmiddelen een bolscharnier omvatten. 1003030
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1003030A NL1003030C2 (nl) | 1996-05-03 | 1996-05-03 | Inrichting voor het bewerken van landbouwgewas met hefinrichting. |
EP97201006A EP0804870A1 (en) | 1996-05-03 | 1997-04-09 | Apparatus for working agricultural crop |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1003030 | 1996-05-03 | ||
NL1003030A NL1003030C2 (nl) | 1996-05-03 | 1996-05-03 | Inrichting voor het bewerken van landbouwgewas met hefinrichting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1003030C2 true NL1003030C2 (nl) | 1997-11-06 |
Family
ID=19762800
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1003030A NL1003030C2 (nl) | 1996-05-03 | 1996-05-03 | Inrichting voor het bewerken van landbouwgewas met hefinrichting. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0804870A1 (nl) |
NL (1) | NL1003030C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE10121014A1 (de) * | 2001-04-28 | 2002-11-21 | Deere & Co | Mähvorrichtung |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2306744A (en) * | 1940-07-20 | 1942-12-29 | Int Harvester Co | Cultivator attachment |
US3751889A (en) * | 1970-10-29 | 1973-08-14 | B Krone Gmbh Maschf | Mowing machine |
US3857225A (en) * | 1972-03-09 | 1974-12-31 | G Knudson | Bean thinning and cutting device |
US4129186A (en) * | 1976-10-21 | 1978-12-12 | Sheathelm Dorwin J | Bean puller |
EP0116660A1 (de) * | 1983-02-18 | 1984-08-29 | Klöckner-Humboldt-Deutz Aktiengesellschaft | Landmaschine mit einem Mähwerk und einer Konditioniereinrichtung |
DE9001396U1 (nl) * | 1989-02-07 | 1990-04-12 | Kuhn S.A., Zabern/Saverne, Bas-Rhin, Fr | |
EP0406961A1 (en) * | 1989-07-06 | 1991-01-09 | C. van der Lely N.V. | A mowing machine |
DE9413007U1 (de) * | 1994-08-11 | 1994-10-13 | Poettinger Ohg Alois | Fahrrahmen |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1000301C2 (nl) * | 1995-05-04 | 1996-11-05 | Greenland Nv | Inrichting voor het bewerken van landbouwgewas met knikframe. |
-
1996
- 1996-05-03 NL NL1003030A patent/NL1003030C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1997
- 1997-04-09 EP EP97201006A patent/EP0804870A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2306744A (en) * | 1940-07-20 | 1942-12-29 | Int Harvester Co | Cultivator attachment |
US3751889A (en) * | 1970-10-29 | 1973-08-14 | B Krone Gmbh Maschf | Mowing machine |
US3857225A (en) * | 1972-03-09 | 1974-12-31 | G Knudson | Bean thinning and cutting device |
US4129186A (en) * | 1976-10-21 | 1978-12-12 | Sheathelm Dorwin J | Bean puller |
EP0116660A1 (de) * | 1983-02-18 | 1984-08-29 | Klöckner-Humboldt-Deutz Aktiengesellschaft | Landmaschine mit einem Mähwerk und einer Konditioniereinrichtung |
DE9001396U1 (nl) * | 1989-02-07 | 1990-04-12 | Kuhn S.A., Zabern/Saverne, Bas-Rhin, Fr | |
EP0406961A1 (en) * | 1989-07-06 | 1991-01-09 | C. van der Lely N.V. | A mowing machine |
DE9413007U1 (de) * | 1994-08-11 | 1994-10-13 | Poettinger Ohg Alois | Fahrrahmen |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0804870A1 (en) | 1997-11-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7673439B2 (en) | Agricultural machine for swathing products lying on the ground | |
US4135349A (en) | Crop shredder apparatus and adapter | |
AU717426B2 (en) | A hay-making machine | |
US5150999A (en) | Bale lifter and mover | |
CA2065112A1 (en) | Wheel rake | |
EP0406961A1 (en) | A mowing machine | |
US5127216A (en) | Adjustable folding hay raking windrowing apparatus | |
US9043958B1 (en) | Round bale mover | |
US5956934A (en) | Folding finger wheel V-rake | |
EP1616474A1 (en) | A towed mower comprising a running frame and two mowing aggregates | |
US9877422B2 (en) | Drawn agricultural machine | |
NL1003030C2 (nl) | Inrichting voor het bewerken van landbouwgewas met hefinrichting. | |
CA2021394A1 (en) | Agricultural frame for propulsion of ground working implements | |
NL8701767A (nl) | Cirkelhooioogstmachine. | |
NL9401502A (nl) | Landbouwmachine. | |
HU216532B (hu) | Mezőgazdasági munkagép, különösen szénaforgató | |
US4359854A (en) | Tractor drawn harvesting combine | |
CA2313362A1 (en) | Folding hay rake | |
EP0784920B1 (en) | An agricultural machine | |
NL9301170A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL9100572A (nl) | Landbouwmachine. | |
CA2211765A1 (en) | Tow bar assembly for multiple hay balers | |
NL1006397C2 (nl) | Werkwijze, alsmede een inrichting voor het verstellen van een landbouwmachine, zoals een hooibouwmachine. | |
NL1013735C2 (nl) | Hooibouwmachine. | |
NL8602334A (nl) | Voertuig voorzien van voorwielbesturing en een pendelende maai-inrichting. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20001201 |