NL1002954C2

NL1002954C2 - Inrichting voor het opslaan en selectief afspelen van schijfvormige informatiedragers.

Info

Publication number: NL1002954C2
Application number: NL1002954A
Authority: NL
Inventors: Siebren De Vries
Original assignee: Chess Engineering B V
Priority date: 1996-04-26
Filing date: 1996-04-26
Publication date: 1997-10-28
Also published as: US6163511A; WO1997041559A1; EP0935801A1; DE69726000D1; EP0935801B1

Description

Inrichting voor het opslaan en selectief afspelen van schijfvormige informatiedragers.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opslaan en selectief afspelen van schijfvormige informatiedragers omvattende een magazijn om daarin de informatiedragers laagsgewijs rondom een denkbeeldige hartlijn gerangschikt 5 te omvatten, een afspeeleenheid c.q. afspeeleenheden om daarin een geselecteerde informatiedrager te ontvangen, en stuurbare transportmiddelen om een vrij selecteerbare informatiedrager op te nemen dan wel vrij te geven en tussen een individuele opslagpositie en de afspeeleenheid te transporteren. Hierbij dient overigens binnen het kader van de uitvinding het begrip afspelen ruim te worden opgevat zodat daaronder niet 10 louter afspelen in een enge betekenis van het woord is te verstaan waarbij op de informatiedrager vastgelegde informatie wordt uitgelezen, maar daaronder tevens het optekenen van informatie op de al of niet nog lege informatiedrager moet worden begrepen.

Een dergelijke inrichting kan met name worden ingezet voor de opslag van 15 informatiedragers van CD-formaat van verscheidene typen zoals muziek CD’s, CD-ROM, CDR(ecordable) en CDI(interactive). Een dergelijke schijfvormige informatiedrager kan op zichzelf reeds een grote hoeveelheid informatie bevatten maar schiet te kort voor de immense hoeveelheid gegevens zoals die in archieven, bibliotheken en dergelijke wordt aangetroffen. Indien er voor wordt gekozen die 20 gegevens vast te leggen op een dergelijk medium valt er niet aan te ontkomen de informatie over een groot aantal afzonderlijke schijven te verdelen. In dat geval groeit de behoefte aan een efficiënte opslag en adequate vindbaarheid van de individuele informatiedragers.

Om hierin te voorzien beschrijft de Duitse octrooiaanvrage nr. 36 21 790 een inrichting 25 van de in de aanhef genoemde soort, die wel wordt aangeduid als (CD-)jukebox of (CD-)wisselaar. Deze bekende inrichting omvat een rechthoekige behuizing met een viertal magazijnen voor de opslag van informatiedragers, zoals magneetbanden en optische dan wel magnetische schijven, die in de hoeken daarvan zijn opgesteld. De afzonderlijke informatiedragers liggen daarbij in kolommen boven elkaar, welke 30 kolommen rond een hartlijn van het magazijn zijn gerangschikt. Op een diagonaal van

NL96927 NL

1002954 -2- de behuizing laten de informatiedragers een ruimte vrij die toegang biedt aan een tussenruimte tussen de magazijnen waarin twee afspeeleenheden zijn geplaatst aan weerszijden van een primaire manipulator die samenwerkt met een secundaire manipulator in de kern van een magazijn om tezamen een specifieke informatiedrager 5 tussen zijn opslagplaats en een der afspeeleenheden te transporteren. De secundaire manipulator licht daartoe de geselecteerde informatiedrager uit zijn positie, brengt hem naar de primaire manipulator, waaraan de informatiedrager via de vrijgelaten ruimte in het magazijn wordt overgegeven. De primaire manipulator brengt de informatiedrager vervolgens naar de afspeeleenheid. Om de informatiedrager na gebruik terug te plaatsen, 10 spelen deze stappen zich in omgekeerde volgorde af.

Niet alleen benut deze bekende inrichting de maximale opslagcapaciteit van het magazijn slechts ten dele doordat daarin steeds tenminste één kolompositie dient te worden vrijgehouden voor de overgave van een informatiedrager van de ene aan de andere manipulator, ook leidt het van elkaar ovememen van de informatiedrager tussen 15 beide manipulatoren tot oponthoud en een extra kans op storing in het transport van de informatiedrager tussen diens opslagplaats en de afspeeleenheid.

Met name in een computeromgeving is de behoefte groot aan een snelle, trefzekere en betrouwbare bemachtiging van de gewenste informatiedrager uit het magazijn. De onderhavige uitvinding stelt zich onder meer ten doel daarin te voorzien. De uitvinding 20 stelt zich verder ten doel te voorzien in een inrichting van de in de aanhef genoemde soort met een hoge opslagcapaciteit.

Daartoe heeft een inrichting voor het opslaan en selectief afspelen van schijfvormige informatiedragers van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de informatiedragers een centrale kem van het magazijn vrijlaten van 25 waaruit de afspeeleenheid direct toegankelijk is en dat de transportmiddelen zich volledig in de kem van het magazijn bevinden. In tegenstelling tot de bekende inrichting is bij de inrichting volgens de uitvinding de afspeeleenheid vanuit de kem van het magazijn direct toegankelijk. Aldus wordt vermeden dat de informatiedrager een lange H' 0 2 9 5 4 -3- weg moet afleggen tussen zijn opslagpositie en de afspeelpositie en daarbij moet worden overgegeven van een eerste naar een volgende manipulator in de transportmiddelen zoals bij de bekende inrichting, hetgeen zowel de snelheid als de betrouwbaarheid van het transport ten goede komt. Bovendien kan de ruimte in het magazijn rondom de 5 hartlijn ten volle worden benut voor de opslag van informatiedragers en behoeft niet langer een kolom te worden vrijgehouden, zodat een belangrijke winst in opslagcapaciteit wordt geboekt ten opzichte de bekende inrichting. Een verhoogde opslagcapaciteit laat zich op zijn beurt weer vertalen in een snelheidswinst als gevolg van de daaraan inherente kleinere gemiddelde transportafstand van de opgeslagen 10 informatiedragers.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de transportmiddelen een wagen omvatten die althans axiaal gangbaar zowel als roteerbaar op een volgens een centrale as van het magazijn geplaatste geleiding is aangebracht, dat een centrale verwerkingseenheid de rotatie en axiale 15 verplaatsing van de wagen althans tijdens bedrijf regelt in overeenstemming met een gewenste bestemming daarvan, dat het lichaam tenminste een uitschuifbare arm omvat die zich vanaf de centrale as radiaal uitstrekt en aan een uiteinde is voorzien van een opnameorgaan dat in staat is om samen te werken met een geselecteerde informatiedrager en daarbij een tijdelijke verbinding met de informatiedrager tot stand te 20 brengen dan wel te verbreken en dat de afspeeleenheid zodanig is geplaatst dat een informatiedrager daardoor wordt ontvangen in een gelijke stand als in diens opslagpositie. Daarbij is het transport van de informatiedrager geheel geconcentreerd op genoemde as en bestaat dit slechts uit een axiale translatie daarover en een rotatie daaromheen. Niet alleen is dit vanuit constructief oogpunt aantrekkelijk, ook vergroot 25 dit de transportsnelheid en betrouwbaarheid.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting heeft daarbij volgens de uitvinding als kenmerk dat de transportmiddelen zijn ingericht om samen te werken met een centraal gat in een informatiedrager. Deze uitvoeringsvorm is gebaseerd op het inzicht dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld de doorsnede of omtrek van een CD-achtige _ 9 5 4 -4- informatiedrager het middelpunt met de centrale opening daarvan exact vast ligt en daardoor nauwkeuriger is bepaald. Deze uitvoeringsvorm leidt daardoor tot een verhoogde trefzekerheid van het opnameorgaan aan het uiteinde van de arm.

De axiale verplaatsing en rotatie op de centrale as kan op zichzelf op verscheidene 5 wijzen worden gerealiseerd. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft evenwel als kenmerk dat de wagen een binnendraad omvat om samen te werken met een buitendraad van een nagenoeg volgens de hartlijn geplaatste spindel waarop de wagen is geplaatst, dat de spindel is voorzien van een regelbare aandrijving en dat de wagen is voorzien van stuurbare middelen om de wagen tijdelijk 10 op de spindel te fixeren. De rotatie van de spindel zorgt daarbij voor de gewenste axiale verplaatsing van de wagen zolang hij daarop niet is gefixeerd en bewerkt een rotatie daarvan zodra deze fixatie is gerealiseerd. Aldus zou voor beide bewegingen met een enkel overbrengmechanisme kunnen worden volstaan.

Bij voorkeur is het opnameorgaan in de inrichting volgens de uitvinding zodanig 15 uitgevoerd dat dit niet alleen in staat is een geselecteerde informatiedrager uit zijn positie te lichten maar tevens voorziet in een tijdelijke opslag van de informatiedrager gedurende diens transport. In conventionele inrichtingen van de in de aanhef genoemde soort komt het voor dat de informatiedrager voor het transport op een afzonderlijke tafel wordt gelegd. Conform de hier beschreven uitvoeringsvorm van de inrichting volgens 20 de uitvinding wordt de daarmee gemoeide tijd en kans op storing uitgespaard.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de wagen meerzijdig, bijvoorbeeld aan weerszijden, een althans nagenoeg identieke arm omvat die zich vanaf de hartlijn in radiale richting uitstrekt. Niet alleen wordt op deze wijze bereikt dat een zojuist afgespeelde informatiedrager uit 25 de afspeeleenheid kan worden genomen terwijl de volgende informatiedrager reeds beschikbaar is om daarin te worden geplaatst, ook wordt aldus de maximale rotatiehoek beperkt die nodig is om de opslagpositie van een geselecteerde informatiedrager te bereiken, hetgeen beide verder bijdraagt aan de snelheid van de inrichting.

H' Ü 2 9 5 4 -5-

Een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting voor het opslaan en selectief afspelen van schijfvormige informatiedragers heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de individuele opslagplaatsen voor de informatiedragers in een regelmatig circulair patroon laagsgewijs zijn gerangschikt, dat de opslagplaatsen van oneven lagen 5 althans nagenoeg recht boven elkaar liggen, dat de opslagplaatsen van even lagen althans nagenoeg recht boven elkaar liggen en dat de opslagplaatsen van oneven lagen althans nagenoeg midden tussen die van de even lagen zijn gelegen. Voor een opname van een informatiedrager in bijvoorbeeld het hart daarvan, dient de informatiedrager van boven- of onderaf bereikbaar te zijn wat een minimale tussenruimte tussen 10 opeenvolgende lagen in het magazijn vergt. Deze uitvoeringsvorm baseert zich op het inzicht dat door de voorgestelde onderling versprongen stapeling van de informatiedragers in de lagen voldoende tussenruimte kan worden gerealiseerd bij een minimaal verlies aan opslagruimte. Hierdoor is een uitermate hoge opslagdichtheid van de informatiedragers haalbaar, wat niet alleen vanuit een oogpunt van ruimtebesparing 15 een voordeel is maar tevens de gemiddelde afstand en daarmee de transporttijd tussen de individuele opslagposities en de afspeeleenheid reduceert.

Voor een adequate toegankelijkheid van het hart van een informatiedrager in diens opslagpositie is een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het magazijn is opgebouwd uit een aantal platte segmenten met 20 volgens een cirkelboog aangebrachte equidistante verdiepingen om daarin de informatiedragers te ontvangen en doordat steeds althans nagenoeg midden tussen naburige verdiepingen een inham in een segment is aangebracht welke zich tenminste tot aan de cirkelboog uitstrekt en bestemd is om daarin een uiteinde van de arm met het opnameorgaan te ontvangen. Vanuit een dergelijke inham is het hart van een 25 informatiedrager uit een boven of onder gelegen laag voor de transportmiddelen steeds bereikbaar.

Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat iedere laag van het magazijn een aantal afzonderlijke segmenten omvat die onderling zijn gefixeerd en meer in het bijzonder dat de segmenten van de even en 1002954 -6- oneven lagen onderling aanliggen en ieder zijn voorzien van een of meer onderling corresponderende boringen om daarin doorgaande pennen te ontvangen die het geheel tot een rigide samenstel fixeren. Dit resulteert in een uitermate compacte en rigide stapeling van de segmenten met de daarin opgeslagen informatiedrager, die desgewenst 5 in zijn geheel uit het magazijn kan worden genomen om bijvoorbeeld te worden verwisseld voor een andere.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening, waarin

Figuur 1 een dwarsdoorsnede geeft van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting 10 volgens de uitvinding; en

Figuur 2 in perspectief een magazijn toont voor toepassing in de inrichting van figuur 1.

De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name zijn ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies daarin sterk overdreven weergegeven. 15 Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

De inrichting van figuur 1 omvat een rechthoekige behuizing 1 met daarin een magazijn 2 waarin informatiedragers 3, in dit geval van het compact disc type (CD), laagsgewijs rondom een denkbeeldige hartlijn 4 zijn gerangschikt. De behuizing biedt verder 20 volledig plaats aan één of meer, hier in projectie aangegeven, afspeeleenheden, CD- lezers en/of -schrijvers 5, die onder dan wel boven het magazijn 2 zijn geplaatst en aldus vanuit een centrale, door de informatiedragers 3 vrijgelaten kern 6 direct toegankelijk zijn.

In de kern bevinden zich voorts microprocessor gestuurde transportmiddelen in de vorm 25 van een wagen 10 met twee aan weerszijden daarvan zich radiaal uitstrekkende, uitschuifbare armen 11,12. De wagen is volgens de hartlijn 4 op- en neer beweegbaar zowel als roteerbaar gangbaar bevestigd en voor wat betreft beide bewegingen 10 0 ? 9 5 * -7- nauwkeurig stuurbaar. Hiertoe is de wagen op een geleiding geplaatst die in dit geval de vorm heeft van een centrale schroefdraadspindel 13 die onderin de inrichting wordt aangedreven en door een binnendraad in de wagen wordt ontvangen. Een nauwkeurige regeling van het aantal omwentelingen daarvan zorgt voor een exacte verstelling van de 5 wagen qua hoogte zowel als rotatiegraad in overeenstemming met de gewenste bestemming daarvan. Daarbij is de wagen 10 voorzien van een niet getekende, stuurbare vergrendeling op de spindel. Bij bekrachtiging daarvan is de wagen op de spindel gefixeerd en zal de wagen met de spindel meeroteren terwijl in onbekrachtigde toestand de wagen 10 axiaal over de spindel glijdt.

10 De wagen is in staat om een vrij selecteerbare CD met één van zijn armen op te nemen dan wel vrij te geven en tussen diens individuele en vastgelegde opslagpositie en één van beide afspeeleenheden te verplaatsen. Hiertoe zijn beide armen 11,12 aan hun uiteinde voorzien van een opnameorgaan 15 dat microprocessor gestuurd in een centrale opening 33 van een informatiedrager kan aangrijpen om de informatiedrager (tijdelijk) 15 vast te klemmen dan wel vrij te geven. De tekening toont een eerste informatiedrager 31 in vastgeklemde toestand, waarin het opnameorgaan 15 tevens voorziet in een tijdelijke opslag van de informatiedrager gedurende diens transport, terwijl bij een tweede informatiedrager 32 het opnameorgaan 15 (nog) niet in contact is met de binnenrand van de centrale opening daarin.

20 Tijdens bedrijf wordt vanaf een werkplek een selectie voor een bepaalde informatiedrager ingegeven waarna een centrale verwerkingseenheid vanuit een al of niet vluchtig geheugen de locatie daarvan bemachtigt en de wagen in overeenstemming daarmee naar de gewenste informatiedrager stuurt. Nadat de geselecteerde informatiedrager door een arm 11,12 werd opgenomen, wordt hij daarop vastgeklemd 25 naar en in de afspeeleenheid gevoerd. Indien de gewenste afspeeleenheid nog niet vrij is, kan eerst de daarin aanwezige informatiedrager met behulp van de andere arm daaruit worden genomen. Deze oude informatiedrager wordt naderhand weer naar zijn opslagpositie terug gebracht. Doordat het gehele transport zich volledig in de kern van het magazijn afspeelt en louter uit een axiale translatie en een rotatie van de wagen 10 1002954 -8- om dezelfde as bestaat in combinatie met een radiale verplaatsing van diens armen, kan een en ander snel, efficiënt en uiterst betrouwbaar worden bewerkstelligd. Aan deze eenvoud draagt mede bij dat de afspeeleenheden de informatiedrager ontvangen in eenzelfde oriëntatie als in zijn uitgangspositie waarin hij ligt opgeslagen.

5 In figuur 2 is het magazijn 2 in meer detail in perspectief weergegeven. Het magazijn omvat een hechte stapeling van laagsgewijs onderling verbonden platte segmenten 21..23 waarin de individuele opslagplaatsen voor de informatiedragers 3 in een regelmatig circulair patroon zijn gerangschikt. De segmenten 21..23 omvatten daartoe ieder een drietal equidistante, volgens een cirkelboog aangebrachte verdiepingen 25..27 10 zodat per laag in totaal negen informatiedragers op een volledige cirkel kunnen worden opgeslagen. Het spreekt vanzelf dat binnen het kader van de uitvinding ook een groter of kleiner aantal informatiedragers binnen een laag kan worden geherbergd door de diameter van het magazijn overeenkomstig aan te passen. Ook kan iedere laag uit een enkel integraal segment worden gevormd in plaats van drie of meer afzonderlijke. De 15 opdeling in afzonderlijke segmenten strekt evenwel van voordeel bij de fabricage daarvan waarbij de segmenten veelal door spuitgieten uit een geschikte kunststof worden vervaardigd.

De opslagplaatsen van de oneven lagen alsmede die van de even lagen liggen daarbij steeds recht boven elkaar zodat telkens afzonderlijke kolommen 34,35,36,37,38,39,40... 20 van informatiedragers kunnen worden onderscheiden. De kolommen 35,37,39,...

gevormd door de opslagplaatsen uit de oneven lagen liggen daarbij vrijwel midden tussen de kolommen 34,36,38,40... gevormd door de informatiedragers uit de even lagen zodat de informatiedragers om-en-om over de helft verschoven over de lagen zijn verdeeld. Een dergelijke rangschikking schept extra tussenruimte tussen de centra van in 25 hoogte naburige informatiedragers die nodig is om het uiteinde van een van beide armen 11,12 toe te laten. Aan de toegankelijkheid van de centra van de dicht op elkaar gepakte informatiedragers dragen in belangrijke mate ook bij de inhammen 28 die steeds midden naburige verdiepingen 25..27 zijn aangebracht en daardoor precies liggen ter plaatse van de centra van de informatiedragers uit de onder en boven gelegen laag. Via een

100295 A

-9- dergelijke inham, die zich uitstrekt tenminste tot aan de cirkelboog opgespannen door de centra van de opslagplaatsen, heeft het uiteinde van de arm 11, 12 vrij toegang tot het centrum van de geselecteerde informatiedrager. Al met al kan aldus een bijzonder hoge pakkingsdichtheid worden gerealiseerd die niettemin toestaat dat de informatiedragers in 5 het nauwkeurig bepaalde midden daarvan worden opgenomen.

In dit voorbeeld liggen de lagen dicht tegen elkaar gepakt en zijn in de segmenten boringen 24 aangebracht om daarin, niet getekende, doorgaande pennen of staven te ontvangen die zorgen voor een onderlinge fixatie van de afzonderlijke lagen. Hierdoor wordt een bijzonder compact en rigide samenstel verkregen dat in zijn geheel uit de 10 inrichting kan worden genomen dan wel daarin kan worden geplaatst, met een onderlinge vertikale steek tussen de lagen van 6,5 mm en een omtrek van het magazijn van 175 cm.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter dit ene uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, zal het eenieder duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding 15 geenszins daartoe is beperkt. Integendeel zijn voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen te bedenken zonder van hem te vergen buiten het kader van de uitvinding te treden. In het algemeen opent de uitvinding de weg naar een uitermate compact opslagsysteem voor grote aantallen informatiedragers die daarin kunnen worden opgeslagen en volledig automatisch in korte tijd teruggevonden om te 20 worden afgespeeld.

1002954

Claims

1. Inrichting voor het opslaan en selectief afspelen van schijfvormige informatiedragers omvattende een magazijn om daarin de informatiedragers laagsgewijs rondom een denkbeeldige hartlijn gerangschikt te omvatten, een afspeeleenheid c.q. 5 afspeeleenheden om daarin een geselecteerde informatiedrager te ontvangen, en stuurbare transportmiddelen om een vrij selecteerbare informatiedrager op te nemen dan wel vrij te geven en tussen een individuele opslagpositie en de afspeeleenheid te transporteren met het kenmerk dat de informatiedragers een centrale kern van het magazijn vrijlaten van waaruit de afspeeleenheid direct toegankelijk is en dat de 10 transportmiddelen zich volledig in de kern van het magazijn bevinden.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de transportmiddelen een wagen omvatten die althans axiaal gangbaar zowel als roteerbaar op een volgens een centrale as van het magazijn geplaatste geleiding is aangebracht, dat een centrale verwerkingseenheid de rotatie en axiale verplaatsing van de wagen althans tijdens 15 bedrijf regelt in overeenstemming met een gewenste bestemming daarvan, dat het lichaam tenminste een uitschuifbare arm omvat die zich vanaf de centrale as radiaal uitstrekt en aan een uiteinde is voorzien van een opnameorgaan dat in staat is om samen te werken met een geselecteerde informatiedrager en daarbij een tijdelijke verbinding met de informatiedrager tot stand te brengen dan wel te verbreken en dat de 20 afspeeleenheid zodanig is geplaatst dat een informatiedrager daardoor wordt ontvangen in een gelijke stand als in diens opslagpositie.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de transportmiddelen zijn ingericht om samen te werken met een centraal gat in een informatiedrager.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk dat de wagen een 25 binnendraad omvat om samen te werken met een buitendraad van een nagenoeg volgens de hartlijn geplaatste spindel waarop de wagen is geplaatst, dat de spindel is voorzien 1002954 -11- van een regelbare aandrijving en dat de wagen is voorzien van stuurbare middelen om de wagen tijdelijk op de spindel te fixeren.

5. Inrichting volgens een of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat het opnameorgaan voorziet in een tijdelijke opslag van de informatiedrager gedurende 5 diens transport.

6. Inrichting volgens een of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de wagen meerzijdig, bijvoorbeeld aan weerszijden, een althans nagenoeg identieke arm omvat die zich vanaf de hartlijn in radiale richting uitstrekt.

7. Inrichting volgens een of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat 10 in het magazijn de individuele opslagplaatsen voor de informatiedragers in een regelmatig circulair patroon laagsgewijs zijn gerangschikt, dat de opslagplaatsen van oneven lagen althans nagenoeg recht boven elkaar liggen, dat de opslagplaatsen van even lagen althans nagenoeg recht boven elkaar liggen en dat de opslagplaatsen van oneven lagen althans nagenoeg midden tussen die van de even lagen zijn gelegen.

8. Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk dat het magazijn is opgebouwd uit een aantal platte segmenten met volgens een cirkelboog aangebrachte equidistante verdiepingen om daarin de informatiedragers te ontvangen en dat steeds althans nagenoeg midden tussen naburige verdiepingen een inham in een segment is aangebracht welke zich tenminste tot aan de cirkelboog uitstrekt en bestemd is om 20 daarin een uiteinde van de arm met het opnameorgaan te ontvangen.

9. Inrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk dat iedere laag van het magazijn een aantal afzonderlijke segmenten omvat die onderling zijn gefixeerd. 1 ί 0 Ö 2 9 5 A Inrichting volgens conclusie 8 of 9 met het kenmerk dat de segmenten van de even en oneven lagen onderling aanliggen en ieder zijn voorzien van een of meer -12- onderling corresponderende boringen om daarin doorgaande pennen te ontvangen die het geheel tot een rigide samenstel fixeren.

11. Inrichting volgens conclusie 9 met het kenmerk dat ieder magazijnlaag een nuttige doorsnede heeft van circa 1650 cm2 en daarbinnen plaats biedt aan 9 5 informatiedragers van CD-formaat en dat de segmenten circa 6,5 millimeter dik zijn.

12. Magazijn zoals toegepast in de inrichting volgens een der conclusies 7 tot en met 11. 1002954