NL1002096C2 - Zelfdragende koelwagen. - Google Patents

Description

*

Zelfdragende koelwagen

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zelfdragende koelwagen omvattende een achterasconstructie, waarop een doosachtige 5 carrosserie is aangebracht, welke carrosserie omvat een vloer, twee zijwanden, een dak en een kopschot, alle omvattende sandwichpanelen voorzien van een kern bestaande uit isolerend materiaal, waarbij de achterasconstructie uitsluitend via de carrosserie via de voorzijde van de wagen verbonden is, waarbij in dwarsdoorsnede ten minste een 10 deel van de vloer tussen de achterasconstructie en de voorzijde van de wagen over de gehele breedte uitsluitend omvat: een of meer onderling verbonden sandwich-panelen, waarbij het of elk sandwiches paneel uitsluitend omvat twee op afstand liggende huidplaten met een daartussen aangebrachte kern, welke kern een in alle richtingen 15 werkzame vulling omvat, waarbij elke zijwand omvat een sandwichpaneel omvattende een isolerende vulling en waarbij de vloer zodanig op de zijwand aansluit, dat (het verlengde van) de onderbegrenzing van de vloer en (het verlengde van) de kopse onderzijde van elke zijwand op elkaar aansluit, waarbij elke zijwand voorzien is van een ' 20 aantal verticale spanten, die zich over in hoofdzaak de gehele hoog te van de zijwanden uitstrekken en met de zijwand verbonden zijn.

Een dergelijke zelfdragende koelwagen is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.1Θ1.311.

In de stand der techniek zijn al vele voorstellen bekend om tot 25 een min of meer zelfdragend concept te komen. Voor verschillende toepassingen in het transport dient het volume resp. het laadvermogen gemaximeerd te worden. Door nationale of internationale overheden worden beperkingen opgelegd aan volume en totaal gewicht van dergelijke koelwagens. Bij koelwagens is in het algemeen het laadge-30 wicht de beperkende factor zodat gestreefd wordt naar een eigen wagengewicht dat zo laag mogelijk is.

In de stand der techniek is voorgesteld het chassis onder de opbouw niet meer toe te passen zodat in feite sprake is van een zelfdragende carrosserie. De vloer van de carrosserie bestaat bij 35 dergelijke constructies uit een combinatie van zich over de hele lengte van de koelwagen uitstrekkende langsliggers en ter versterking aangebrachte dwarsliggers. De hoogte van de langsliggers kan bij koelwagens op optimale wijze gebruikt worden door het aanbrengen 1 0 0 2 0 9 6 2 van schuimmateriaal om de isolerende eigenschappen van de vloer te verbeteren.

Hoewel in dergelijke constructies geen sprake meer is van een chassis waarop een opbouw geplaatst is is nog steeds sprake van zich 5 in langsrichting uitstrekkende balken die in of aan de zijkant van de vloer of vloerconstructie geïntegreerd zijn.

Daardoor kan het gewicht enigszins dalen maar vormt het gewicht nog steeds de beperkende factor voor het laden van dergelijke koelwagens .

10 Bovendien is gebleken dat met name in Europa de Europese Unie neigt tot het verlagen van het maximum gewicht van een combinatie. Dit is een verdere aanzet om tot gewichtsverlaging van een koelwagen te komen.

In het Amerikaanse octrooischrift 3.181.311 worden geen langs-15 liggers toegepast, maar is een groot aantal dwarsliggers aanwezig. Door de bijzondere uitvoering van de vloer kan een gewichtsbesparing verkregen worden door het achterwege laten van langsliggers.

Het doel van de onderhavige uitvinding is de hierboven beschreven constructie voor een zelfdragende koelwagen zodanig verder te - 20 verbeteren dat ook in het deel tussen de koppeling met het trekkende voertuig (resp. ondersteuning van de parkeerwielen) en het deel waar de achteras of achterassen zich bevinden, geen dwarsbalken nocczake-lijk zijn.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven zelfdragende koel-25 wagen verwezenlijkt doordat in de begrenzing tussen de vloer en elke zijwand een profiel met verschillende vleugels is aangebracht, waarbij een eerste vleugel nabij de binnenbegrenzing van een zijwand is aangebracht, een tweede vleugel nabij de bovenzijde van de vloer en een derde vleugel als voortzetting van de tweede vleugel zich in de 30 dikte van de zijwand uitstrekkend is uitgevoerd.

Door het aanbrengen van het hierboven beschreven profiel kunnen krachten en buigmomenten van de zijwanden in de bodem overgebracht worden. Indien een dergelijke constructie niet toegepast wordt, is gebleken dat de vloer bij langdurige belasting zal uitzakken en in 35 een extreem geval zich losmaakt van de zijwanden. Een dergelijk gevaar treedt bijvoorbeeld op bij de constructie die beschreven is in de Franse octrooiaanvrage 2.599.317.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding 1002096 3 heeft het profiel een vierde vleugel die een voortzetting is van de eerste vleugel in neerwaartse richting en zich hetzij uitstrekt in de vloer hetzij aangebracht is in de begrenzing tussen vloer en zijwand.

5 Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uit vinding omvat de achterasconstructie een subframe met aan weerszijden van elke as aangebrachte dwarsbalken die zich tot de zijwanden van de carrosserie uitstrekken, waarbij de nabij de achterasconstructie aanwezige verticale spanten mechanisch verbonden zijn met 10 de uiteinden van die dwarsliggers.

Volgens een voorkeursuitvoering omvat de vloer twee op elkaar aangebrachte sandwich-panelen met gemeenschappelijke huidplaat, t v waarbij de vulling van het bovenste sandwich-paneel een druksterk materiaal omvat en de vulling van het onderste paneel een mechanisch 15 hoogwaardig schuim omvat. Hieronder worden geen polystyreen of pur-schuim verstaan maar wel een PVC-schuim en PMl-schuim. Daarbij heeft de bovenlaag die voorzien kan zijn van een slijtvaste afwerklaag, een aanzienlijke sterkte tegen puntbelasting. Dergelijke puntbelas-ting ontstaat tijdens het laden en lossen van de wagen of door de ' 20 last. Daarvoor kan een honingraat gebruikt worden, bestaande uit aluminiummateriaal of balsahout.

Het daaronder liggende sandwich-paneel dient een isolerend schuim te bevatten om de isolerende eigenschappen van de koelwagen te verzekeren. Bovendien dient dit schuim een zekere mechanische 25 sterkte te hebben waardoor het niet mogelijk is polyurethaan of polystyreen toe te passen. Bij voorkeur wordt hiervoor een PVC-schuim toegepast met een druksterkte van minimaal 1 MPa.

De zijwanden kunnen elk bestaan uit een of meer sandwich-panelen. Bij voorkeur wordt een enkel sandwich-paneel toegepast met twee 30 op afstand liggende huidplaten, waartussen de spanten nauwsluitend opgenomen zijn en waarbij de kern van het sandwich-paneel PVC-schuim, polystyreen of PUR-schuim omvat. De zijwanden moeten als afschuifveld kunnen fungeren in de zelfdragende carrosserie. Bovendien is het noodzakelijk zoals hierboven aangegeven dat de zijwanden 35 krachten kunnen opnemen en doorleiden.

De spanten zijn bij voorkeur uit composietmateriaal opgebouwd. Deze omvatten bij voorkeur twee op afstand gelegen stroken van kool-stofvezel versterkt materiaal. De vezelrichting is daarbij in langs- 1002096 4 richting, dat wil zeggen in verticale richting. Tussen deze stroken wordt een drukvast schuim, zoals PVC-schuim, met verhoogde dichtheid toegepast.

Zoals hierboven aangegeven kan de wagen een motorwagen, aan-5 hangwagen of oplegger omvatten.

Indien deze als oplegger of aanhangwagen uitgevoerd is, is aan de voorzijde een zadelpen, draaiplaat of dergelijke constructie aanwezig. Deze is met een juk bevestigd aan een metalen draagplaat, welke draagplaat voorzien is van dwarsbalken. Volgens de uitvinding 10 kunnen deze delen geïntegreerd zijn in de vloer, waarbij de dwarsbalken zich uitstrekken tot aan de zijwand van de carrosserie, welke zijwand ter plaatse van de dwarsbalken is voorzien van spanten elk w mechanisch verbonden met de uiteinden van de dwarsbalken en zich over in hoofdzaak de hele hoogte van de zijwanden uitstrekkend, 15 verbonden met het sandwich-paneel en met een rekstijfheid in verticale richting groter dan 2.107 N.

Op deze plaats wordt dezelfde uitvindingsgedachte toegepast als bij de verbinding tussen achterasconstructie en carrosserie van de koelwagen. Dat wil zeggen, de krachten worden vanaf de onderzijde ^ 20 van de wagen ingeleid in de zijwanden.

De dwarsbalken aan de voorzijde van de wagen die hierboven genoemd zijn, zijn in de uitvinding vervaardigd uit hoogwaardig composietmateriaal .

Voor verdere versteviging kunnen korte langsbalken met de 25 dwarsbalken verbonden zijn.

Indien de koelwagen als oplegger uitgevoerd is zal bovendien tussen de achterasconstructie en de kingpin een steunpunt voor par-keerwielen aanwezig zijn. Ook dit steunpunt kan op de hierboven beschreven wijze uitgevoerd worden, dat wil zeggen het opnemen van een 30 of meer dwarsbalken al dan niet geïntegreerd in de vloer verbonden met zich in de zijwanden verticaal uitstrekkende spanten. Een dergelijke constructie met spanten kan ook in de kopse voorwand of daar gebruikt worden waar een last aan de wand zoals een koelaggregaat is aangebracht.

35 De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van in de teke ning afgeheelde uitvoeringsvormen verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Figuur 1 een oplegger volgens de uitvinding in perspectivisch 1002096 5 aanzicht;

Figuur 2 een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in figuur 1;

Figuur 3a, b een detail van de bevestiging van de verticale spanten met de dwarsliggers; 5 Figuur 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV in figuur 1;

Figuur 5 nadere details van de kingpinconstructie van de wagen volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm;

Figuur 6 een tweede uitvoeringsvorm van de kingpinconstructie van een koelwagen volgens de uitvinding en 10 Fig. 7 een gewijzigde uitvoering van de aansluiting dak-vloer in dwarsdoorsnede volgens de lijn vii-vii in fig. 1.

In figuur 1 is de oplegger volgens de uitvinding in het geheel met 1 aangegeven. Deze bestaat uit een carrosserie 2 waaronder een asconstructie 3 bestaande uit drie assen 5 is aangebracht. Deze 15 assen 5 zijn opgenomen in een sub-frame 6 dat voorzien is van onder andere dwarsliggers 7. Deze dwarsliggers 7 steunen af op de vloer 8. De vloer 8 is aan de voorzijde voorzien van een kingpin 4 ter koppeling aan een truck. Nabij de kingpin 4 is de vloer verdikt hetgeen met 11 aangegeven is.

' 20 De carrosserie is eveneens voorzien van zijwanden 9 en een dak 10.

Uit figuur 1 blijkt dat ter plaatse van de dwarsliggers 7 in de zijwanden 9 zich verticaal uitstrekkende spanten 12 aangebracht zijn. Bovendien zijn onder de vloer dwarsbalken 48 aangebracht voor 25 bevestiging met niet afgeheelde parkeerwielen. Deze dwarsbalken staan aan de uiteinden in verbinding met verticale spanten 13. Overeenkomstige spanten 14 zijn aanwezig nabij de kingpin 4.

In figuur 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn Il-ll in figuur 1 weergegeven.

30 Daaruit blijkt dat de vloer 8 bestaat uit twee op elkaar ge plaatste sandwich-panelen 15 en 16. Het onderste sandwich-paneel 16 bestaat uit een buiten- of huidplaat 17, een vulling 18 en een binnenplaat 19. Deze binnenplaat 19 is gemeenschappelijk voor sandwichpaneel 15 dat bovendien bestaat uit een honingraatconstructie 20 en 35 een vloerplaat 21 waarop een slijtlaag 22 is aangebracht. Deze slijtlaag kan dun zijn omdat de onderste composietlaag slijtvast is. De laag 21 wordt met name onderworpen aan puntbelasting bij het laden, lossen en transport. Daarom is kern 20 als honingraat uitge- 1002096 6 voerd. Het is ook mogelijk deze uit balsahout uit te voeren, maar bij voorkeur wordt onder laag 21 niet direct een kunststofschuim geplaatst. De bovenhuid kan bestaan uit een composietmateriaal met een vezeloriëntatie van 0 en 90°. Daardoor worden zowel sterkte en 5 stijfheid in langsrichting als sterkte en stijfheid in dwarsrichting verkregen. In plaats van een vezelversterkt materiaal kan ook alumi-niumplaat of dergelijke toegepast worden waarbij echter opgemerkt wordt dat aluminiumplaat bij zware belasting blijvend zal deformeren hetgeen vaak ongewenst is.

10 Door middel van de vulling 20 wordt de puntbelasting gelijkma tig verdeeld over binnenplaat 19. De druksterkte van deze vulling dient ongeveer 5 MPa te zijn. Gezien de hoge kostprijs en de slechte isolerende eigenschappen wordt ernaar gestreefd deze laag 20 zo dun mogelijk uit te voeren. In de praktijk is een waarde van 12 mm als 15 minimum aanvaardbaar gebleken.

Laag 19 bestaat bij voorkeur uit een kunststofcomposiet met random oriëntatie. Immers, deze dient de belasting van de honing-raatschotten op te nemen.

Onder laag 19 is zoals aangeven vulling 18 aangebracht bestaan-20 de uit PVC-schuim met een warmtegeleidbaarheid van bijvoorbeeld 0,03 W/Km. Dit schuim moet een druksterkte hebben van minimaal 1 MPa en meer in het bijzonder 1,3 MPa.

Buitenplaat 17 kan weer bestaan uit een aluminiumlaag of composietmateriaal met een vezeloriëntatie van 0/90° en +. 45°. Deze bui-25 tenplaat 17 moet een zekere afschuifsterkte hebben om belasting die ontstaat bij het nemen van verhoudingsgewijs korte bochten op te kunnen nemen.

Als voorbeeld kan een hoogte voor de hele vloerconstructie van 80 mm en meer in het bijzonder 100 mm genoemd worden.

30 Zoals uit figuur 3a blijkt bestaan de zijwanden uit een buiten plaat 26, een vulling 28 en een binnenplaat 27. Bovendien zijn, zoals uit figuur 1 blijkt, ter plaatse van de achterasconstructie zich verticaal uitstrekkende spanten 12 aanwezig bestaande uit kool-stofstrippen 29 en vulling 30.

35 Platen 26 en 27 bestaan bij voorkeur uit composietmaterialen met een vezeloriëntatie van o.a. + 45° omdat de zijwanden een typische afschuiffunctie hebben in de zelfdragende carrosserie. Daarbij is het van belang dat deze platen bestendig zijn tegen stoten van 1 00 2 0 96 7 buiten en van binnen af.

De vulling 28 dient niet alleen ter isolatie maar ook ter ondersteuning van de huidplaten om knik van deze platen te voorkomen ten gevolge van de belasting van de achterasconstructie, voor het 5 opnemen van krachten afkomstig van de achterasconstructie.

Bij voorkeur wordt polyvinylchlorideschuim met normale dichtheid gebruikt. Op deze wijze ontstaat een sandwich-paneel dat behoorlijke sterkte tegen stoten heeft, voldoende isolatie en eveneens knikspanningen op kan nemen. De dikte van de zijwand 9 is minimaal 10 45 mm. Deze zijwanden strekken zich in de afgebeelde uitvoering tot de onderzijde van de vloer uit, maar deze kunnen eveneens zodanig doorgetrokken worden dat deze zich tot of voorbij de onderzijde van de dwarsliggers 7 uitstrekken.

De koolstofstrippen 29 bestaan uit een composietmateriaal met 15 koolstofvezels welke koolstofvezels zich in verticale richting uitstrekken. Indien in deze beschrijving en conclusies richtingen aangeduid worden wordt gedoeld op de gebruikstoestand van de wagen volgens de uitvinding.

Tussen deze koolstofstrippen 29 is een vulling van bij voorkeur N 20 PVC-schuim met verhoogde dichtheid aanwezig. De rekstijfheid zijnde het produkt van stijfheid en het oppervlak van de doorsnede van de koolstof in verticale richting is minimaal 2.107 N en bij voorkeur 7,8 x 107. Zoals hieronder nog verduidelijkt zal worden worden in de spanten verticale krachten ingebracht en over de zijwanden ver-25 spreid. Daarom is een goede verbinding tussen zijwanden en spanten van belang en door de + 45°-oriëntatie van de huidplaten van de zijwanden kunnen deze krachten efffectief opgenomen worden. De toegepaste spant dient een kniksterkte van minimaal 20.000 N en bij voorkeur 30.000 N te hebben.

30 Het dak 10 bestaat eveneens uit buitenplaat 40, vulling 41 en binnenplaat 42. Aan het schuimmateriaal van vulling 41 worden wat betreft de sterkte minder hoge eisen gesteld. De huidplaten hebben in verband met de optredende belasting in het bijzonder afschuif-stijfheid in verband met torsie en stijfheid in langsrichting vanwe-35 ge de bovengordingfunctie van de gehele carrosserie een vezeloriën-tatie (indien deze als composiet uitgevoerd zijn) van bij voorkeur + 45° en onder 0°. De dikte van het dak kan tussen de 80 en de 120 mm liggen. Een en ander is mede afhankelijk van de gewenste isolatie- 1002096 8 waarde en de dikte van de gebruikte vloer.

Uit de doorsnede van de vloer blijkt dat daarin geen langsbal-ken zijn aangebracht. In plaats daarvan worden de krachten van de asconstructie 3 overgebracht naar de dwarsliggers 7 die op de wijze 5 getoond in figuur 3a met de verticale spanten 12 verbonden zijn. Een dergelijke verbinding omvat een boutverbinding 32. Bovendien blijkt uit deze figuur evenals uit figuur 2 de uitvoering van de verbinding tussen vloer en zijwand. Een kruisprofiel 23 dat bijvoorbeeld geëx-trudeerd aluminium kan zijn, maar ook uit roestvrij staal of kunst-10 stof opgebouwd kan zijn, is aangebracht en is enerzijds met de vloer en meer in het bijzonder vloerplaat 21 verlijmd en anderzijds ver-lijmd met laag 27 van de zijwand. Opgemerkt wordt dat de zijwand zich voorbij het horizontale deel van het kruisprofiel naar beneden uitstrekt en dit deel is aangegeven met 33. Buitenplaat 17 strekt 15 zich uit tot dit deel 33 en is daarmee verlijmd. Op deze wijze wordt een krachtsluitende verbinding tussen de vloer en zijwand verkregen, die hoge dwarskrachten en buigende momenten kan doorleiden. Dit is van belang omdat immers alle krachten naar de zijwand moeten worden geleid.

v 20 Uit figuur 3b blijkt dat in de vloer 10 ter plaatse van de dwarsbalken 7 u-profielen 49 opgenomen kunnen zijn. Deze kunnen zowel uit metaal, als uit composietmateriaal bestaan. De vulling 50 van deze profielen 49 kan dan weer uit een PVC-schuimmateriaal met verhoogde dichtheid bestaan. De bouten 51 kunnen aangrijpen op 25 dwarsbalken 7 en om in schroefdraad te voorzien kunnen strippen bijvoorbeeld staalstrippen 52 aangebracht zijn. Het is eventueel mogelijk aan deze profielen 49 korte langsbalkjes aan te brengen voor het opnemen van rem- en optrekkrachten alsmede zijwaartse krachten. Begrepen dient echter te worden dat in de vloer 8 volgens 30 de uitvinding geen zich over de hele lengte uitstrekkende langslig-gers aanwezig zijn.

Aan de bovenzijde, dat wil zeggen tussen zijwand en dak, wordt een overeenkomstige constructie toegepast (figuur 2). Deze bestaat uit een zich over de hele lengte uitstrekkend profiel 36, dat bij-35 voorbeeld uit aluminiumextrusie kunststof of staal kan bestaan. De kopse einden van de sandwich-panelen voor het dak en de zijwanden zijn voorzien van beschermdelen 37 zoals hout.

Begrepen zal worden dat voor de isolatie bijzondere maatregelen 1002096 9 genomen moeten worden. Daartoe is een afgerond buitenprofiel 34 aanwezig en is tussen dit buitenprofiel 34 en de extrusie 36 schuim-vulling 38 aangebracht. Omdat deze schuimvulling een beperkt dragende functie heeft kan deze uit polyurethaan of polystyreenschuim 5 bestaan. Bovendien zijn vulstukken 35 aanwezig die uit een isolerend materiaal bestaan.

In plaats van de hierboven beschreven hoekverbinding kan eveneens een zogenaamde vingerverbinding toegepast worden waardoor het mogelijk is om de hoekverbinding ook in composiet uit te voeren.

10 Hoewel niet verder afgebeeld zal begrepen worden dat aan de on derzijde van de vloer een constructie aangebracht kan zijn voor het bevestigen van een bumper. Eventueel kunnen balken zich uitstrekken tot aan het sub-frame.

In figuur 4-6 zijn details weergegeven van de voorzijde van de 15 oplegger en meer in het bijzonder de kingpinconstructie.

Uit figuur 4 blijkt dat de kingpin of zadelpen 4 verbonden is met een juk 43. Deze twee delen worden in elkaar bevestigd als gecertificeerd onderdeel toegeleverd. Volgens de thans bestaande voorschriften wordt juk 43 bevestigd aan een draagplaat 44, bijvoorbeeld v 20 een 8 mm dikke stalen draagplaat. Daaraan kan de constructie van de oplegger bevestigd worden. De draagplaat 44 is bevestigd aan twee dwarsbalken 45 zoals blijkt bij vergelijking van figuur 4 en 5. Deze dwarsbalken bestaan uit composietmateriaal van hoge stijfheidsterkte bij voorkeur koolstof. Dit is noodzakelijk vanwege de grote over-25 spanning tussen kingpen en zijwand door het ontbreken van langslig-gers. Behalve een bevestiging door lijmen is het eveneens gewenst bouten toe te passen. Gezien de hoge kostprijs van een gesloten balk uit een composietmateriaal 45 wordt een zogenaamde omegabalk toegepast. Binnen de U is PVC-schuim met verhoogde dichtheid aangebracht. 30 De oriëntatie van de vezels gebruikt voor de balken 45 is bij voorkeur 0° in de horizontale boven- en ondergording en +, 45° in de verticale lijfplaten. Dergelijke balken kunnen een buigmoment van 1.108 Nmm doorstaan. Gezien deze verhoudingsgewijs gecompliceerde constructie en hoge gewenste stijfheid en sterkte is de vloer ter 35 plaatse van de kingpinconstructie enigszins verdikt. Deze dikte kan tot 150 mm zijn. Aan het einde van de dwarsbalken zijn verbindings-beslagen 53 (figuur 5) aanwezig die in een verbinding voorzien tussen dwarsbalken en de verticale spanten 14. Deze verticale spanten 1002096 10 14 zijn op dezelfde wijze als spanten 12 aangebracht in zijwand 9 en op dezelfde wijze uitgevoerd. Dat wil zeggen belastingen op de dwarsbalken 45 worden op de zijwanden overgebracht. Afgezien van de dwarsbalken 45 zijn korte langsbalken 46 aanwezig. Deze dienen voor 5 het opnemen van de krachten die bij het aankoppelen kunnen optreden.

In figuur 6 is een variant van de hierboven getoonde constructie weergegeven waarbij in plaats van kunststofcomposietmaterialen een stalen plaat toegepast is waarop lijfplaten aangebracht zijn waarbij de zich dwars uitstrekkende lijfplaten met 55 aangegeven 10 zijn en de zich in langsrichting uitstrekkende lijfplaten met 56. Dit is in feite een variant op de voorkeursuitvoering waarbij de ondergording van de composiet omega-vormige balken is vervangen door een stalen plaat.

In figuur 7 is een variant getoond van de constructie die in 15 detail uit fig. 2 Blijkt, in de daarin getoonde constructie is de aansluiting van de vloer op de wand anders uitgevoerd. In tegenstelling tot hetgeen getoond is in fig. 2 Strekt de vloer zich thans tot aan de zijkant van het voertuig uit (met uitzondering van de buitenplaat 56 van de wand 28 en strekt de wand zich uit tot aan het 20 kruisprofiel 23. In deze uitvoering is de vloer met 58 aangegeven en bestaat eveneens uit twee op elkaar geplaatste sandwichpanelen 65 en 66. Het onderste sandwichpaneel 66 bestaat uit een buiten- of huid-plaat 67, een vulling 68 en een binnenplaat 69. Vulling 68 strekt zich tot een eindbegrenzing uit, die bijvoorbeeld door een houten of 25 kunststofblok gevormd kan worden nabij de zijkant van het voertuig. In vulling 68 is evenals in sandwichpaneel 65 en binnenplaat 69 een sleuf 70 aangebracht voor het opnemen van het zich neerwaarts uitstrekkende deel van profiel 23. Ook deze constructie is kracht-ge-sloten.

30 Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeurs uitvoering beschreven is zal begrepen dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken.

Zo is het mogelijk in plaats van koolstof andere vezelmateria-35 len met hoge scerkte te gebruiken. Hetzelfde geldt voor de andere toegepaste kunststofmaterialen zoals het schuim. Bovendien zijn vele varianten in de uitvoering mogelijk die voor de vakman voor de hand liggend zullen zijn na het lezen van bovenstaande beschrijving en 1002096 1 1 welke binnen het bereik ven de bijgaande conclusies liggen.

1002096

Claims (9)

1. Zelfdragende koelwagen omvattende een achterasconstructie, waarop een doosachtige carrosserie is aangebracht, welke carrosserie omvat een vloer, twee zijwanden, een dak en een kopschot, alle om- 5 vattende sandwichpanelen voorzien van een kern bestaande uit isolerend materiaal, waarbij de achterasconstructie uitsluitend via de carrosserie met de voorzijde van de wagen verbonden is, waarbij in dwarsdoorsnede ten minste een deel van de vloer tussen de achteras-constructie en de voorzijde van de wagen over de gehele breedte 10 uitsluitend omvat: een of meer onderling verbonden sandwich-panelen, waarbij het of elk sandwich-paneel uitsluitend omvat twee op afstand liggende huidplaten met een daartussen aangebrachte kern, welke kern een in alle richtingen werkzame vulling omvat, waarbij elke zijwand omvat een sandwich-paneel omvattende een isolerende vulling en waar-15 bij de vloer zodanig op de zijwand aansluit, dat (het verlengde van) de onderbegrenzing van de vloer en (het verlengde van) de kopse onderzijde van elke zijwand op elkaar aansluit, waarbij elke zijwand voorzien is van een aantal verticale spanten, die zich over in hoofdzaak de gehele hoogte van de zijwanden uitstrekken en met de s 20 zijwand verbonden zijn, met het kenmerk, dat in de begrenzing tussen de vloer (8) en elke zijwand (28) een profiel (23) met verschillende vleugels is aangebracht, waarbij een eerste vleugel nabij de binnen-begrenzing van een zijwand, een tweede vleugel nabij de bovenzijde van de vloer, een derde vleugel als voortzetting van de tweede vleu-25 gel zich in de dikte van de zijwand (28) uitstrekkend is uitgevoerd en een vierde vleugel is aangebracht omvattende een voortzetting van de eerste vleugel in de vloer resp. begrenzing tussen vloer en zijwand is aangebracht.

2. Zelfdragende koelwagen volgens conclusie 1, waarbij de ach-30 terasconstructie een subframe omvat met aan weerszijden van elke as aangebrachte dwarsbalken, die zich tot de zijwanden van de carrosserie uitstrekken, waarbij de nabij de achterasconstructie aanwezige verticale spanten mechanisch verbonden zijn met de uiteinden van die dwarsliggers.

3. Koelwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de vloer (8) omvat twee op elkaar aangebrachte sandwich-panelen (15, 16) met gemeenschappelijke huidplaat (19), waarbij de vulling (20) van het bovenste sandwich-paneel een drukvast materiaal omvat en de 1002096 vulling (18) van het onderste paneel een mechanisch hoogwaardig schuim omvat.

4. Koelwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elke zijwand omvat een enkel sandwich-paneel met twee op afstand 5 liggende huidplaten (26, 27), waartussen de spanten (12) nauwsluitend opgenomen zijn en waarbij de kern van het sandwich-paneel mechanisch hoogwaardig schuim omvat.

5. Koelwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de spanten omvatten twee op afstand gelegen stroken (29) van met 10 zich in verticale richting uitstrekkende koolstofvezel versterkt materiaal waartussen een materiaal met hoge afschuifsterkte en stijfheid zoals een mechanisch hoogwaardig schuim (30) met hoge dichtheid is aangebracht.

6. Koelwagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij 15 de wagen een oplegger omvat en aan de voorzijde voorzien is van een zadelpen (4) met juk (43) bevestigd aan een metalen draagplaat (44), welke draagplaat voorzien is van dwarsbalken (45, 55), welke delen (43, 44, 45, 55) opgenomen zijn in de vloer, waarbij de dwarsbalken zich uitstrekken tot aan de zijwand van de carrosserie, welke zij-v 20 wand ter plaatse van de dwarsbalken is voorzien van spanten (14) elk mechanisch verbonden met de uiteinden van de dwarsbalken en zich over in hoofdzaak de hele hoogte van de zijwanden uitstrekkend, verbonden met het sandwich-paneel en met een rekstijfheid in verticale richting groter dan 2.107 N.

7. Koelwagen volgens conclusie 6, waarbij de dwarsbalken (45) kunststofcomposiet materialen omvatten.

8. Koelwagen volgens conclusie 6 of 7, waarbij met de dwarsbalken verbonden langsliggers (46, 56) in de vloer aanwezig zijn met een lengte van maximaal 200 cm.

9. Koelwagen volgens een van de conclusies 6-8, waarbij tussen de achterasconstructie (3) en de zadelpen (4) steunpunten voor par-keerwielen zijn aangebracht aan de vloer van de carrosserie omvattende tenminste een zich in de vloer uitstrekkende dwarsbalk (48) verbonden met een zich in de zijwand uitstrekkende spant (13). 35 ***** 1002096