NL1001503C2 - Inrichting voor het verwijderen van verpakkingsklemmen van vacuum verpakte goederen, zoals bijvoorbeeld worsten. - Google Patents

Description

Korte Titel: Inrichting voor het verwijderen van verpak-kingsklemmen van vacuum verpakte goederen, zoals bijvoorbeeld worsten

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen van verpakkingsklemmen van vacuum in een folie of vel verpakte produkten, zoals bijvoorbeeld een in een darm verpakte worst.

5

Algemeen bekend is om worsten met een darmomhulling die in aan de uiteinden van de darm zijn voorzien van verpakkingsklemmen, met behulp van een handtang te ontdoen van deze klemmen. Deze klemmen moeten van de worst worden verwijderd 10 om de worst vervolgens te kunnen verpakken met bijvoorbeeld een kunststof verpakking, waarop bijvoorbeeld reclame, merktekens of produktinformatie kunnen zijn weergegeven.

Bij het verwijderen van de klemmen mag het uiteinde van de darm niet worden beschadigd, omdat anders de worst niet 15 meer netjes verpakt kan worden en minder lang houdbaar is en daardoor niet meer verkoopbaar is. De darm moet daarom direct op korte afstand van de klemmen worden losgesneden, zodat het uiteinde van de darm niet te kort is en het uiteinde van de worst door de darm nog volledig kan worden 20 afgedekt. Vanwege deze nauwkeurigheid moet het verwijderen van deze klemmen tot nog toe met handtangen gebeuren. Dit is echter zeer eentonig en geestdodend werk, dat met de hand niet snel en efficiënt kan worden uitgevoerd.

25 Het doel van de vinding is een inrichting waarmee verpakkingsklemmen van in darmen of dergelijke verpakte worsten of dergelijke produkten snel, makkelijk en nauwkeurig verwijderd kunnen worden.

30 Dit doel wordt met een inrichting volgens de uitvinding bereikt, doordat de inrichting snijmiddelen omvat en aan-voermiddelen voor het in de richting van de snijmiddelen aanvoeren van produkten die van verpakkingsklemmen dienen te worden ontdaan, waarbij de inrichting verder is voorzien 35 van klemmiddelen voor het vasthouden van het vel op een 10 015 0 3.

2 Doss. 95 5434 NL

plaats tussen het verpakte produkt en de verpakkingsklem, waarbij de snijmiddelen zijn geplaatst direct tegen de klemmiddelen aan de zijde van de aanvoermiddelen.

5 Met deze maatregel wordt bereikt dat vlak vóór het snijden de verpakkingsklem op korte afstand van het uiteinde van het verpakte produkt wordt gehouden door de klemmiddelen, terwijl de snijmiddelen, doordat ze direct tegen de klemmiddelen zijn geplaatst, de darm direct achter de klemmid-10 delen, dus op de grootst mogelijke afstand van het uiteinde van de verpakte worst, los snijden. De worst wordt na het los snijden van de verpakkingsklem mooi en voldoende afgedekt door de darm en kan vervolgens op de gewenste wijze worden verpakt.

15

Bij voorkeur bestaan de klemmiddelen uit een geleiding met een sleuf ter hoogte van de te verwijderen verpakkingsklem, waarbij de aanvoermiddelen bestaan uit eerste aanvoermiddelen die het uiteinde van het produkt met de te verwijderen 20 verpakkingsklem in de richting van de geleiding duwen, en uit tweede aanvoermiddelen die het produkt naar de snijmiddelen toe bewegen, waarbij de snijmiddelen zijn geplaatst aan het uiteinde van de sleuf, waarbij de sleuf aan weerszijde wordt begrensd door twee dunne geleiders, die aan-25 grijpen op een plaats tussen het verpakte produkt en de verpakkingsklem. Hierdoor wordt bereikt dat de worst goed wordt geleid en in de juiste positie wordt gehouden wanneer de verpakkingsklem wordt verwijderd, zodat de darm aan het uiteinde recht en op maximale afstand van het uiteinde van 30 de worst wordt los gesneden.

Bij voorkeur bestaan de eerste aanvoermiddelen uit een bandtransporteur met een band die wordt verplaatst in de richting van de geleiding waarbij de tweede aanvoermiddelen 35 bestaan uit twee eindloze kettingen, waartussen op regelmatige afstand van elkaar meenemers zijn aangebracht, die door de kettingen worden voortbewogen in een richting loodrecht op de bewegingsrichting van de bandtransporteur, waarbij de afstand tussen de meenemers groter is dan de 1001503.

3 Doss. 95 5434 NL

breedte van het produkt. Hiermee wordt bereikt dat de worst stevig tegen de geleiding wordt aangedrukt door de band-transporteur wanneer de worst tegelijkertijd in de richting van de snijmiddelen wordt bewogen. De verpakkingsklemmen 5 kunnen daardoor snel, efficiënt en nauwkeurig worden verwijderd.

Bij voorkeur bestaat de geleiding uit twee delen aan weerszijde van de sleuf, die beide onafhankelijk van elkaar in 10 hoogte instelbaar zijn. Hierdoor kan de geleiding worden aangepast aan de dikte van de te snijden worsten. De dikte van de worsten kan per soort sterk variëren. Hoe dikker de worst, hoe hoger de verpakkingsklemmen liggen.

15 Bij voorkeur bestaan de meenemers uit een beugelvormige staaf met een horizontale bovenzijde waarvan de bovenzijde in één horizontaal vlak ligt met de hartlijn van de sleuf en met het midden van het produkt. Dergelijke meenemers zijn eenvoudig en goedkoop te vervaardigen en ondersteunen 20 het produkt goed wanneer het uiteinde in de sleuf wordt geleid.

Bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding bestaan de snijmiddelen uit een langzaam draaiend cirkelvormig mes.

25 Doordat het mes langzaam draait wordt steeds een ander deel van de snijrand gebruikt, zodat het mes veel langer meegaat en taaie, bijvoorbeeld vezelachtige verpakkingssoorten beter worden afgesneden. Hierbij wordt het mes bij voorkeur met behulp van verende middelen tegen de klemmiddelen 30 gedrukt. Ondanks dat het mes beweegt kan daardoor toch geen vuiligheid, zoals stukjes van de darm, tussen het mes en de geleiding raken. Doordat de worsten bij het snijden vet zullen afgeven, wordt het mes automatisch gesmeerd, waardoor de wrijvingsweerstand tussen de geleiding en het mes 35 beperkt blijft. De snelheid waarmee het mes ronddraait kan bijvoorbeeld tussen de 25 en de 30 omwentelingen per minuut bedragen.

Verder is de inrichting bij voorkeur voorzien van een 1 0 G 1 5 C 3 ..

4 Doss. 95 5434 NL

verend steunorgaan dat een drukkracht kan uitoefenen op het uiteinde van het produkt dat van de snijmiddelen af ligt. Hierdoor wordt voorkomen dat de worst door de weerstand die het kan ondervinden van de geleiding, schuin gaat liggen.

5 Het steunorgaan houdt de worst recht, zodat de darm bij de verpakkingsklem recht en nauwkeurig op de juiste plaats kan worden los gesneden.

De snijmiddelen bestaan bij voorkeur uit twee snijkoppen 10 die in de aanvoerrichting op een afstand van elkaar aan weerszijden van de aanvoermiddelen zijn opgesteld. Hierdoor kunnen over dezelfde transportbaan beide zijden van de worst worden ontdaan van de verpakkingsklemmen.

15 Bij een andere voorkeursuitvoering vormen de aanvoermiddelen twee evenwijdige banen, waarbij snijmiddelen tussen de banen in en, in aanvoerrichting op een afstand daarvan, aan weerszijden van de aanvoermiddelen tweede snijmiddelen zijn geplaatst. Deze uitvoering, de tweebaans-uitvoering, is met 20 name geschikt voor het verwijderen van verpakkingsklemmen van worsten die per paar aan eikaars uiteinde zijn verbonden door middel van een touwtje of door middel van een stuk dram die nabij de uiteinden van de worsten is voorzien van twee verpakkingsklemmen.

25

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:

Figuur 1: In perspectief snijkop van een inrichting 30 volgens de uitvinding;

Figuur 2: In zijaanzicht geleiding van een inrichting overeenkomstig figuur 1;

Figuur 3: Doorsnede van een snijkop langs lijn II - II

van figuur 1; 35 Figuur 4: Zijaanzicht van een snijkop met een geleiding van een inrichting overeenkomstig figuur 1 en 3;

Figuur 5: In perspectief gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding; 10 C 1 5 03.

5 Doss. 95 5434 NL

Figuur 6: Andere mogelijke inrichting volgens de uit vinding;

Figuur 7: Schematisch in bovenaanzicht een opstelling van een inrichting 1 volgens de uitvinding 5 Figuur 8: Schematisch in bovenaanzicht een andere moge lijke opstelling van een inrichting volgens de uitvinding;

Figuur 9: In perspectief achterzijde van snijmiddelen met afvoer van een inrichting volgens de 10 uitvinding.

Figuur 1 toont in perspectief een fleel van een inrichting 1 volgens de uitvinding, waarin een produkt 2, namelijk een worst omhuld door een darm, ligt die aan het uiteinde is 15 voorzien van een verpakkingsklem 3, die door de inrichting 1 moet worden verwijderd. De inrichting 1 omvat een frame 4 en snijmiddelen 5 in de vorm van een cirkelvormig mes 6 dat langzaam kan ronddraaien met een snelheid van bijvoorbeeld ongeveer 28 omwentelingen per minuut. De inrichting 1 omvat 20 verder een geleiding 7 bestaande uit een bovenste deel 8 en een onderste deel 9. Het onderste deel 9 is bevestigd aan het frame 4 via slobgaten 10 waardoor dit deel 7 in hoogte verstelbaar is. Aan de naar elkaar toe gerichte zijden zijn het bovenste deel 8 en het onderste deel 9 voorzien van 25 tegenover elkaar gelegen plaatjes 11, 12 die tezamen een sleuf 13 begrenzen, waarin het uiteinde van de darm van de worst 2 is opgenomen. Het onderste· plaatje 12 is aan het vrije uiteinde van de sleuf 13 afgeschuind om het uiteinde van de worst 2 makkelijker de sleuf 13 binnen te leiden. De 30 worst 2 wordt in de richting van de geleiding 7 gedrukt met behulp van een transportband 14, die in de richting van de pijl A beweegt. De inrichting 1 omvat verder een ketting-transporteur 15, die beweegt in een richting dwars op de bewegingsrichting van de transportband 14. De kettingtrans-35 porteur 15 omvat twee kettingen 16 aan weerszijden van de inrichting 1, waartussen beugelvormige meenemers 17 zijn geplaatst, die door de kettingtransporteur 15 in de richting van de snijmiddelen 5 worden bewogen. De hoogte van de beugelvormige meenemers is ongeveer gelijk aan de hoogte 10015^

6 Doss. 95 5434 NL

van het midden van de worst 2, zodat de worst niet door de weerstand van de geleiding over of onder de meenemers 17 kan worden geduwd. Het mes 6 is draaiend gelagerd in een blok 18, waarin het uiteinde van de bovenste geleider 8 5 verzonken is opgenomen. Het mes 6 wordt tegen het blok 18 en het verzonken uiteinde van het bovenste deel 8 van de geleiding gedrukt met behulp van een veer, waardoor wordt voorkomen dat stukjes darm en dergelijke tussen het mes en het blok 18 raken en het mes 6 op den duur krom kunnen 10 drukken.

Figuur 2 toont in zijaanzicht dezelfde situatie als figuur 1. Het uiteinde van de worst 2 is opgenomen in de sleuf 13 die wordt begrensd door de plaatjes 11, 12, die direct 15 achter de verpakkingsklem 3 aangrijpen.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede langs de lijn II-II volgens figuur 1. Het mes 6 is bevestigd aan een as 19 die door middel van een glijlager 20 is geplaatst in het blok 20 18. Het uiteinde van de worst bevindt zich in de geleiding 7, waar de verpakkingsklem 3 een eindje van het uiteinde van de worst 2 wordt getrokken door de plaatjes 11, 12. Hierdoor kan het mes 6 de darm precies op de gewenste plaats doorsnijden zonder dat het uiteinde van de darm te 25 kort wordt of gaat rafelen. Het mes 6 bevindt zich aan dezelfde zijde van de geleiding 7 als de worst 2 en wordt tegen de geleiding 7 aangedrukt door een drukveer 21. Omdat het mes slechts langzaam hoeft te draaien speelt de te overwinnen weerstand hierbij geen rol. Deze weerstand is 30 bovendien laag omdat het mes door de worsten vettig wordt en aldus tijdens het snijden vanzelf wordt gesmeerd. De rand 22 van het mes 6 is slechts aan één zijde geslepen, zodat de snijrand precies achter de geleiding 7 de darm los snijdt. Door de vering van de drukveer 21 kan een goede 35 aansluiting worden verkregen tussen het mes 6 enerzijds en het blok 18 en de geleiding 7 anderzijds. Het uiteinde 23 van het plaatje 11 van het bovenste geleidingdeel 8 is iets afgeschuind, zodat het gemakkelijk·tussen de verpakkingsklem 3 en het uiteinde van de worst 2 kan schuiven, waarna 1 o o i f n

7 Doss. 95 5434 NL

de verpakkingsklem 3 iets van het uiteinde van de worst 2 kan worden weg getrokken.

Figuur 4 toont in zijaanzicht hetzelfde deel van de inrich-5 ting 1 als de figuren 1 en 2. De as van het mes 6 ligt hoger dan de sleuf 13, zodat het mes 6 tijdens het snijden de worst 2 iets naar beneden drukt en een optimale snijhoek wordt verkregen. De sleuf 13 ligt op dezelfde hoogte als het bovenste deel van de beugelvormige meenemer 17 en het 10 midden van de worst 2, zodat de worst 2 op optimale wijze wordt ondersteund tijdens het snijden. Omdat de worsten verschillende diktes kunnen hebben is de hoogte van de meenemers 17 instelbaar. Ook het onderste deel 9 van de geleiding 7 en het bovenste deel 8 zijn, onafhankelijk van 15 elkaar, in hoogte instelbaar, zodat de hoogte en de breedte van de sleuf 13 aangepast kan worden aan de afmetingen van de worst en de hoogte van de te verwijderen verpakkingsklem.

2 0 Figuur 5 toont in perspectief de inrichting 1 die aan de zijde tegenover de snijmiddelen 5 is voorzien van een plaatvormige arm 24, die zich uitstrekt over de ketting-transporteur 15 in een richting loodrecht op de bewegingsrichting van de kettingtransporteur 15. Aan het uiteinde is 25 de arm 24 voorzien van een tweede arm 25 die dwars staat op de arm 24. De tweede arm 25 is verend opgehangen en heeft een iets omhoog gebogen uiteinde 26. De worst 2 wordt door de transporteur 15 in de richting van de snijmiddelen 5 bewogen en komt daardoor via het omhoog gebogen uiteinde 26 3 0 onder de drukarm 25 terecht, die een zekere druk uitoefent op de worst 2. Hierdoor wordt voorkomen dat de worst 2 door de weerstand die het ondervindt van de geleiding 7 en de snijmiddelen 5 schuin gaat liggen. De worst 2 komt nu recht voor de snijmiddelen 5 te liggen waardoor het uiteinde met 35 de verpakkingsklem nauwkeurig op de juiste plaats recht kan worden afgesneden. De snijmiddelen 5 zijn in deze figuur af gedekt met behulp van een schermkap of veiligheidskap 27. De bandtransporteur 11, die de worst 2 in de richting van de geleiding 7 drukt, in een richting dwars op de bewe- 1001505-

8 Doss. 95 5434 NL

gingsrichting van de kettingtransporteur 15, strekt zich alleen uit over het gebied naast en vlak voor de geleiding 7. De bandtransporteur 11 wordt aan beide zijden begrensd door glijtafels of glijplaten 27 waarover de worsten 2 5 worden gerold of geschoven door de meenemers 17 van de kettingtransporteur 15.

Worsten zijn in het algemeen voorzien van een uiteinde waaraan een lus van een touw is verbonden, zodat de worsten 10 opgehangen kunnen worden. Figuur 6 toont een inrichting volgens de uitvinding die in het bijzonder geschikt is voor het afsnijden van verpakkingsklemmen die zijn voorzien van een dergelijke lus 28. De inrichting is hier voorzien van een geleiding 7 die begint met een min of meer C-vormige 15 dwarsdoorsnede met een bovenplaat 29, een onderplaat 30 en een rug 31, die tezamen een diepe binnenruimte 32 begrenzen, met een open zijde in de richting van de transporteur 15. Bij het voortbewegen van de worst 2 door de transporteur 15, wordt de lus 28 in de binnenruimte 32 geleid.

20 Vervolgens wordt de worst 2 verder bewogen zodat het uiteinde in de sleuf 13 tussen het bovenste deel 8 terecht komt.

Figuur 7 toont schematisch in bovenaanzicht een opstelling 25 van een inrichting 1 volgens de uitvinding. De opstelling bestaat uit een kettingtransporteur 15, die een worst 2 beweegt in de richting van de pijl A. De inrichting omvat voorts twee bandtransporteurs 11', 11’’ die beide in tegenovergestelde richting de worst 2 bewegen in een richting 30 dwars op de bewegingsrichting van de kettingtransporteur 15. De kettingtransporteur 15 transporteert de worst 2 langs de eerste bandtransporteur 11', die de worst 2 beweegt in de richting van de pijl B tegen een eerste geleiding 7', waarna een eerste mes 5' de verpakkingklem 3 aan 35 het eerste uiteinde van de worst 2 verwijdert. Intussen vervoert de transporteur 15 de worst 2 verder, waarna deze de tweede bandtransporteur 11'' bereikt, die de worst 2 in de richting van de pijl C beweegt naar een geleiding 7’’. Deze geleiding 7'' is geschikt voor het geleiden van uit- 1öo' :.,

9 Doss. 95 5434 NL

einden voorzien van een lus, zoals is afgebeeld in figuur 6. Vervolgens wordt de verpakkingsklem 3 met de lus 28 van de worst 2 afgesneden door een tweede mes 5’’. De worst 2 is nu aan beide uiteinden ontdaan van de verpakkingsklemmen 5 3 en van de lus 28 en wordt verder vervoerd naar bijvoor beeld een verpakkingsmachine om vacuum te worden verpakt in een kunststof omhulling.

Figuur 8 toont eveneens schematisch in bovenaanzicht een 10 tweede mogelijke opstelling van een inrichting volgens de uitvinding. Deze opstelling is met-name geschikt voor het verwijderen van verpakkingsklemmen van worsten die per paar aan hun uiteinden aan elkaar zijn verbonden. Daarbij is gewoonlijk één van beide worsten aan het uiteinde voorzien 15 van een lus. De opstelling omvat twee kettingtransporteurs 15 met beugelvormige meenemers 17, waartussen de worsten 2 kunnen worden meegevoerd in de richting van de pijl A. De worsten 2 komen eerst terecht bij bandtransporteurs 11’, die de worsten 2 naar elkaar toe bewegen en tegen een 20 eerste geleiding duwen, waarna de verpakkingsklemmen 3 die zich tussen de worsten 2 in bevinden, worden verwijderd door de eerste messen 5'. De beide eerste messen 5' zijn bevestigd aan hetzelfde blok 18' en worden door dezelfde aandrijfmiddelen aangedreven. Intussen verplaatsen de 25 kettingtransporteurs 15 de beide worsten 2 verder tot deze de tweede bandtransporteurs 11'' bereiken, die de worsten 2 in tegengestelde richtingen C, resp. C' bewegen, waarna de verpakkingsklemmen 3 en de lus 28 aan de uiterste uiteinden van de worsten 2 worden verwijderd door de messen 5''. Op 30 deze wijze worden de beide worsten 2 los gesneden van elkaar en tegelijk ontdaan van de verpakkingsklemmen 3 en de lus 28.

Figuur 9 toont de achterzijde van de geleiding 7 en de 35 snijmiddelen 5 van een inrichting volgens de uitvinding.

Achter de snijmiddelen 5, die zijn voorzien van een scherm-kap 27 is een koker 33 opgesteld die dient als afvoer voor de verwijderde verpakkingsklemmen 3 en lussen 28.

1 0 0 1 r j

Claims (11)

1. Inrichting voor het verwijderen van verpakkingsklem-men van vacuum in een folie of vel verpakte produkten, zoals bijvoorbeeld in een darm verpakte worsten met het kenmerk, dat de inrichting snijmiddelen omvat en aanvoer-5 middelen voor het in de richting van de snijmiddelen aanvoeren van produkten die van verpakkingsklemmen dienen te worden ontdaan, en dat de inrichting verder is voorzien van klemmiddelen voor het vasthouden van het vel op een plaats tussen het verpakte produkt en de verpakkingsklem, waarbij 10 de snijmiddelen zijn geplaatst direct naast de klemmiddelen aan de zijde van de aanvoermiddelen.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, de klemmiddelen bestaan uit een geleiding met een sleuf ter 15 hoogte van de te verwijderen verpakkingsklem, waarbij de aanvoermiddelen bestaan uit eerste aanvoermiddelen die het uiteinde van het produkt met de te verwijderen verpakkingsklem in de richting van de geleiding duwen, en uit tweede aanvoermiddelen die het produkt naar de snijmiddelen toe 20 bewegen, waarbij de snijmiddelen zijn geplaatst aan het uiteinde van de sleuf, waarbij de sleuf aan weerszijde wordt begrensd door twee dunne geleiders, die aangrijpen op een plaats tussen het verpakte produkt en de verpakkingsklem. 25

3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de eerste aanvoermiddelen bestaan uit een bandtranspor-teur met een band die wordt verplaatst in de richting van de geleider en dat de tweede aanvoermiddelen bestaan uit 30 twee eindloze kettingen, waartussen op regelmatige afstand van elkaar meenemers zijn aangebracht, die door de kettingen worden voortbewogen in een richting loodrecht op de bewegingsrichting van de bandtransporteur, waarbij de afstand tussen de meenemers groter is dan de breedte van 35 het produkt.

4. Inrichting volgens één van de conclusies 2 of 3 met het kenmerk, dat de geleiding bestaat uit twee delen aan 1 0 0 1 t 0 i .

11 Doss. 95 5434 NL weerszijde van de sleuf, welke beide delen onafhankelijk van elkaar in hoogte instelbaar zijn.

5. Inrichting volgens één van de conclusies 2, 3 of 4 5 met het kenmerk, dat de meenemers uit een beugelvormige staaf bestaan met een horizontale bovenzijde waarvan de bovenzijde in één horizontaal vlak ligt met de hartlijn van de sleuf en met het midden van het produkt.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de snijmiddelen bestaan uit een langzaam draaiend cirkelvormig mes.

7. Inrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk, 15 dat de snijmiddelen met behulp van verende middelen tegen de klemmiddelen worden gedrukt.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7 met het kenmerk, dat het cirkelvormige mes aan de omtrek slechts aan 20 één zijde is geslepen tot een snijrand, waarbij de andere zijde tegen de geleiding aanligt.

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een 25 verend steunorgaan dat een drukkracht kan uitoefenen op het uiteinde van het produkt dat van de snijmiddelen af ligt.

10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de snijmiddelen bestaan uit twee 30 snijkoppen die aan weerszijden van de aanvoermiddelen zijn opgesteld op een in afstand van elkaar in de aanvoerrich-ting.

11. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 35. met het kenmerk, dat de aanvoermiddelen twee evenwij dige banen vormen, waarbij snijmiddelen tussen de banen in en, in aanvoerrichting op een afstand daarvan, aan weerszijden van de aanvoermiddelen tweede snijmiddelen zijn geplaatst . 10 0 1 5 C 5 .