NL1001483C2 - Ontgassingsinrichting en de toepasssing daarvan. - Google Patents

Description

Titel: Ontgassingsinrichting en de toepassing daarvan. BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een ontgassingsinrichting, die door de volgende kenmerken wordt gekenmerkt, welke in de stromingsrichting van het produkt aanwezig zijn: 5 - een produktinvoer, - een koelbaar transporttraject, - een verkleiningsinrichting, - een verhit transporttraject, en - een produktuitvoer, 10 met dien verstande, dat de gehele inrichting - gasdicht en bij voorkeur ook - bestand tegen drukstoten is en - in het gebied van het koelbare transporttraject en/of 15 - in het gebied van de verkleiningsinrichting een gasaf- voer bezit.

De onderhavige inrichting is geschikt voor het ontgassen van fluorpolymeren, die aan een thermische afbraak worden onderworpen, speciaal voor de opwerking van 20 polytetrafluoretheenwassen. Deze produkten worden door een afbraak van hoogmoleculaire polytetrafluoretheen, hieronder PTFE, bereid (GB-A-1.035.566). Ze worden voor een groot aantal anti-adhesieve en glijdende bekledingen toegepast.

25 Bij de thermische afbraak van fluorpolymeren als PTFE ontstaan in een vrij grote hoeveelheid brandbare 10 0 1 4 03.

- 2 - gasvormige nevenprodukten; daaronder het zeer giftige iso-perfluorbuteen, die tot dusver afgevoerd moesten worden. Wanneer de opwerkingstrappen in gescheiden onderdelen worden uitgevoerd, zijn daarvoor omvangrijke en kost-5 bare maatregelen nodig. Volgens de uitvinding geschiedt deze opwerking op een zeer effectieve wijze in een apparatuur, die de terugwinning en opwerking van de gassen mogelijk maakt. Deze apparatuur is zeer compact en stelt ook wegens zijn gewicht geringe eisen aan de produktie-10 oppervlakken.

De figuur geeft een schematisch overzicht over een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. Verdere gunstige uitvoeringsvormen worden hieronder nader toegelicht, waarbij de opwerking van PTFE-was als voorbeeld 15 wordt genomen.

Vanzelfsprekend is echter de uitvinding niet tot deze toepassing beperkt, maar kan ook voor andere toepas-singsdoeleinden met overeenkomstige eisen daaraan dienen.

In de figuur betekent 1 de produktinvoer voor de 20 vloeibare ruwe PTFE-was, zoals deze uit een thermische afbraak, b.v. uit een extrusie-inrichting, wordt verkregen. Dit ruwe produkt bevat de als nevenprodukt gevormde gassen.

Het koelbare transporttraject 2 bestaat bij voor-25 keur uit een koelschroef, waarbij doelmatig ook de schroeflijn wordt gekoeld. Een gunstige uitvoeringsvorm van dit onderdeel van de inrichting vormt een zogenaamde "schraapkoeler", waarbij zowel de mantel als de koelschroef door een koelingsvloeistof als water of pekel, 30 worden gekoeld. Het transporttraject 2 kan horizontaal of oplopend dan wel afdalend geplaatst zijn.

In aansluiting op het transporttraject 2 volgt de verkleiningsinrichting 3. De overgang van 2 naar 3 kan direct geschieden, d.w.z. alle aggregaten kunnen op de 10 01 4 83.

- 3 - zelfde as geplaatst zijn, dan wel chargegewijs, zoals in de figuur weergegeven, en kunnen dan ook met verschillende snelheden worden aangedreven.

"M" betekent de aandrijfmotoren. Naar gelang van 5 de opstelling kan naast het transporteffeet van de eventueel gekoelde schroef het effect van de zwaartekracht een rol spelen.

In de verkleiningsinrichting 3 wordt de intussen gestolde smelt tot een vloeiend produkt verkleind. Ge-10 schikt zijn alle inrichtingen die een relatief bros materiaal tot een vrijvloeiend, gemakkelijk transporteerbaar poeder met een deeltjesgrootte van 0,1-1 mm kunnen verkleinen, zoals brekers, b.v. walsbrekers, hamerbrekers, walsmolens, schroefbrekers of nokkenbrekers, molens, b.v. 15 stootmolens, slagkruismolens, stiftmolens of slingermo-lens en speciaal hamermolens; voorts snijapparaten als snijgranulatoren of walsstoelen.

Het uit de verkleiningsinrichting 3 tredende materiaal wordt op het verhitte transporttraject 4 weer ver-20 hit om de ontgassing te vergemakkelijken. Bij een PTFE-was geschiedt een verhitting op een temperatuur tot nabij het smeltpunt, doelmatig in een traject van 150 - 250°C, liefst bij ca. 200°C. Onder deze voorwaarden worden de restanten aan geadsorbeerde gassen zo ver vrijgemaakt, 25 dat het produkt aan de voorgeschreven eisen voldoet.

Het ontgaste produkt wordt door de afvoer 5 afgevoerd en b.v. naar een opslaghouder getransporteerd.

Het in geval van een PTFE-was met het ruwe produkt afgevoerde gas wordt door de gasafvoer 6 verwijderd en 30 aan een opwerking toegeleid. Het is mogelijk de verwijdering van het gas slechts door een onderdruk bij de afvoer 6 te doen plaatsvinden. Bij voorkeur wordt evenwel in het gebied van het verhitte transporttraject 4 een meesleep-gas ingeleid, doelmatig een inert gas als stikstof. Hier- 10 0 1 4 83.

- 4 - voor zijn relatief kleine volumina voldoende, zodat in het geval van de afvoer een afvalgasverbranding slechts gering wordt belast en in het geval van een terugwinning van een waardevolle stof weinig ballastgas bijgemengd is.

5 Hiervoor wordt een gasinvoer 7 gebruikt, die doelmatig aan het uiteinde van het verhitte transporttraject 4 is gelegen, zodat het gas in tegenstroom met het produkt wordt geleid.

Een opstelling van de gasafvoer 6 bij het begin 10 van de hete zone (in de stromingsrichting van het produkt gezien) is in zoverre doelmatig, dat in dit traject de belading met stof van het afvalgas gering is. Mogelijk is vanzelfsprekend ook een opstelling van de gasafvoer 6 in het gebied van de produktinvoer 1 of op een willekeu-15 rige plaats van koeltraject 2.

Wanneer de onderhavige inrichting voor een ander doel wordt gebruikt, b.v. voor een reactie, waarbij in de loop van het procédé een gas wordt gevormd of vrijgesteld, zal de aanbrenging van de gasafvoer 6 volgens des-20 kundige overwegingen worden aangepast.

De onderhavige inrichting heeft minder lassen en afdichtvlakken nodig dan een combinatie van gescheiden apparaten en verhoogt, in het geval van giftige gassen, de werkveiligheid. In alle gevallen worden de kosten, 25 verbonden met de afvoer van gassen, aanmerkelijk verminderd, vooral reeds door het feit, dat het volume van de af te voeren afvalgassen drastisch wordt verminderd. Overigens is de onderhavige constructie gemakkelijker te controleren en vereist minder controle dan gebruikelijke 30 apparaten.

De uitvinding wordt met het volgende voorbeeld nader toegelicht.

Voorbeeld

In een extrusie-inrichting werden per uur bij 10 01 4 83.

- 5 - 500 - 600°C 150 kg PTFE thermisch tot PTFE-was afgebroken. De hierbij gevormde PTFE-smelt werd in de produktinvoer 1 van de onderhavige inrichting gebracht, in het koelbare transporttraject 2 afgekoeld, in de hamermolen 3 ver-5 kleind en in het verhitte transporttraject 4 bij ca.200°C 30 minuten ontgast. De ontgassing werd door strippen met stikstof, die bij gasinvoer 7 werd ingevoerd, ondersteund.

Per uur verkreeg men ca. 15 kg geperfluoreerde gasvormige verbindingen, die naar een toepassing werden 10 geleid. Het afvalgas uit de ontgassingsinrichting had de volgende gaschromatografische samenstelling (in oppervlak teprocen ten) : 30 % N2 0,5% 02 15 15 % tetrafluoretheen 40 % hexafluorpropeen 14,5% overige 10 0 1 4 83.

Claims (6)

1. Ontgassingsinrichting, omvattende in de stromingsrichting van een product: - een invoer voor het product (l), - een koelbaar transporttraject (2), 5. een verkleiningsinrichting (3), - een verhit transporttraject (4), en - een afvoer (5) voor het product, met dien verstande, dat de gehele inrichting - gasdicht is, en 10. in het gebied van het koelbare transporttraject en/of - in het gebied van de verkleiningsinrichting een gasafvoer (6) bezit.

2. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende een 15 gasinvoer (7) in het gebied van het verhitte transporttraject (4).

3. Inrichting volgens conclusie l of 2, waarbij deze stabiel tegen drukstoten is uitgevoerd.

4. Toepassing van de inrichting volgens één of meer van de 20 voorgaande conclusies voor het ontgassen van fluorpolymeren, die aan een thermische afbraak zijn onderworpen.

5. Werkwijze voor het ontgassen van een smelt van fluorpolymeren, waarbij een smelt door een koelbaar transporttraject wordt geleid ter verkrijging van een 25 gestolde smelt, welke gestolde smelt in een verkleiningsinrichting tot een vloeiend product wordt verkleind, welk vloeiend product vervolgens door een verhit transporttraject wordt geleid, waarbij de gassen die vrijkomen worden afgevoerd vanuit het koelbare 30 transporttraject en/of de verkleiningsinrichting, waarna de ontgaste smelt wordt ontladen.

100 U85