NL1001430C2 - Voertuig met een in hoogte instelbaar platform. - Google Patents

Description

Voertuig met een in hoogte instelbaar platform

De uitvinding heeft betrekking op een voertuig met een in hoogte instelbaar platform.

Een dergelijk voertuig is bekend en wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het plukken van fruit in boomgaar-5 den. Het voertuig bestaat dan uit een frame op vier wielen, dat met behulp van bijvoorbeeld een tractor naar zijn plaats in de boomgaard getrokken wordt. Op het frame zijn verticale geleidepijpen aangebracht waar geleidestangen onder aan het platform in kunnen schuiven, zodat een '10 rechtgeleiding ontstaat. Het platform is in hoogte instelbaar met behulp van onder een hoek lopende stangen, die met hun bovenste uiteinden verzwenkbaar aan het platform bevestigd zijn, en met hun onderste uiteinden over het frame verplaatsbaar zijn. Het platform van dit voertuig 15 wordt met de hand op de gewenste hoogte gebracht om, staande op het platform, gemakkelijk fruit te kunnen plukken.

Hoewel dit bekende voertuig geschikt lijkt voor het doel waarvoor het ontwikkeld is, namelijk het plukken 20 van fruit, is dit voertuig voor andere doeleinden niet of minder geschikt.

Dit is in het bijzonder het geval wanneer gekeken wordt naar pluimveehouderijen, waarin het gewenst is een voertuig ter beschikking te hebben om de pluimveehok-25 ken te inspecteren, bijvoorbeeld op aanwezigheid van zieke 1001430.

2 dieren. Bij een moderne pluimveehouderij zijn de pluimvee-hokken in lange rijen opgesteld en in een aantal lagen boven elkaar geplaatst. Zo kunnen vier hokken van 70 cm hoog op elkaar gestapeld zijn, over een lengte van 6 0 5 meter, en dat in bijvoorbeeld 8 rijen naast elkaar. De onderste rijen hokken bevinden zich ongeveer 30 cm boven de ondergrond. Ieder hok is ongeveer 1 m2 groot. De tussenliggende paden zijn slechts ongeveer 90 cm breed. Het zal duidelijk zijn dat het bekende voertuig met instelbaar 10 platform niet geschikt is om dienst te doen als inspectie-voertuig voor de bovenbeschreven pluimveehouderij.

Het is een doel van de uitvinding, een voertuig met een in hoogte instelbaar platform te verschaffen, dat in het bijzonder geschikt is voor inspectie in een pluim-15 veehouderij, maar dat tevens voor andere doeleinden gebruikt kan worden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een voertuig met een in hoogte instelbaar platform, waarbij boven het platform een zitting aangebracht is die ten 20 opzichte van het platform in hoogte instelbaar is.

Een zitting voor diegene die de pluimveehokken inspecteert is op zich al voordelig, omdat het inspecteren van alle hokken zoals hierboven beschreven enkele uren kan duren. Het instelbaar zijn van de hoogte van de zitting is 25 een voordelige maatregel om de hoogte van de zitting aan te kunnen passen aan de lengte van de persoon die er op zit. Daarnaast is het instelbaar zijn van de zitting zeer voordelig om te bereiken, dat de zitting in een positie op geringe hoogte boven de ondergrond geplaatst ' kan worden 30 voor het inspecteren van de onderste rijen pluimveehokken. Aangezien deze positie voor de persoon op de zitting niet plezierig is, moet de zitting voor hoger gelegen pluimveehokken in een hogere positie ten opzichte van het platform gebracht worden.

35 Bij voorkeur zijn het platform en de zitting motorisch in hoogte instelbaar, zodat het niet nodig is om het voertuig te verlaten teneinde platform en zitting met 1001430.

3 de hand op een andere hoogte in te stellen.

Op voordelige wijze zijn het platform en de zitting ieder afzonderlijk in hoogte instelbaar met behulp van afzonderlijke electromotoren, zodat het gebruik van 5 (los)koppelingen en dergelijke niet nodig is, en de hoog-te-instelling op ieder moment direct gerealiseerd kan worden met behulp van de electromotoren.

Bij voorkeur is het voertuig voor zijn voortbeweging aandrijfbaar met behulp van een electromotor, 10 waardoor het pluimvee niet gehinderd wordt door uitlaatgassen en de rijsnelheid van het voertuig traploos instelbaar is.

Op voordelige wijze zijn de hoogte-instelling van het platform en de besturing van het voertuig regel-15 baar met een joystick, waardoor het voertuig met één hand bestuurd kan worden en tegelijkertijd het platform in hoogte ingesteld kan worden.

Bij voorkeur is de zitting ten opzichte van het platform in hoogte instelbaar langs twee in hoofdzaak 20 vertikale zittinggeleiderails aan het platform, waarbij in iedere zittinggeleiderail een rechtgeleiding is aangebracht waar de zitting aan bevestigd is, waarmee een goede geleiding voor de zitting verkregen is, die weinig ruimte inneemt en geen gevaar voor schranken oplevert.

25 Op voordelige wijze is het platform ten opzichte van het voertuig in hoogte instelbaar langs vier in hoofdzaak verticale geleiderails aan het voertuig, waarbij in iedere platformgeleiderail een rechtgeleiding is aangebracht waar het platform aan bevestigd is, waarmee een 3 0 goede geleiding voor het platform verkregen is, die eveneens weinig ruimte inneemt en geen gevaar voor schranken oplevert bij bijvoorbeeld het betreden van het platform.

Bij voorkeur is de rechtgeleiding een kogel-rechtgeleiding, waarmee een zo goed als spelingsvrije 35 geleiding verkregen is, die nauwelijks gevoelig is voor vervuiling in de stoffige werkomstandigheden van een pluimveehouderij .

10 0 1 4 30 .

4

Volgens een voordelige uitvoering is de zitting in hoogte instelbaar met een kabel die aan de zitting bevestigd is en over een katrol aan een balk tussen de bovenste uiteinden van de zittinggeleiderails naar een, 5 bij voorkeur door een electromotor aandrijfbare, op- en afwindspoel aan het platform loopt, waarmee de zitting op eenvoudige en betrouwbare wijze in hoogte instelbaar is.

Bij voorkeur is het platform in hoogte instelbaar met behulp van een kabel, die bevestigd is halverwege 10 een dwarsbalk tussen de bovenste uiteinden van de plat-formgeleiderails aan de voorzijde van het voertuig, en die via katrollen aan de onderzijde van het platform over een katrol halverwege een dwarsbalk tussen de bovenste uiteinden van de platformgeleiderails aan de achterzijde van het 15 voertuig naar een, bij voorkeur door een electromotor aandrijfbare, op- en afwindspoel aan het platform loopt. Hiermee is een goed regelbare, eenvoudige en betrouwbare instelling van het platform gegeven.

Op voordelige wijze zijn onder het laagste 20 instelniveau van het platform accu's voor de electromoto-ren aangebracht, zodat het voertuig een autonome energievoorziening bezit die het zwaartepunt van het voertuig laag houdt, waardoor het gevaar op kantelen gering is.

Bij voorkeur bezit de zitting een instelbereik 25 tussen een niveau in de onmiddellijke nabijheid van het platform en een niveau ongeveer 80 cm boven het platform, zodat de berijder van het voertuig een zeer lage positie in het voertuig in kan nemen om de onderste rij pluimvee-hokken te inspecteren, en tevens een hoge positie in kan 30 nemen om de bovenste rij pluimveehokken te inspecteren, met daartussen alle standen die een comfortabele positie ten opzichte van het platform bepalen.

Bij voorkeur bezit het platform een instelbereik tussen een niveau ongeveer 25 cm boven de ondergrond en 35 een niveau ongeveer 2 meter boven de ondergrond, zodat de zitting de gewenste lage positie ten opzichte van de ondergrond in kan nemen, en de berijder van het voertuig 10 0 14 3:;.' 5 ook de bovenste rij pluimveehokken kan inspecteren.

Op voordelige wijze bezit het voertuig twee achterwielen en één stuurbaar voorwiel, zodat het voertuig zeer wendbaar is bij de aansluitingen tussen de gangpaden.

5 Volgens een voordelige uitvoering bezit het voertuig een breedte van ongeveer 0,5 meter en een lengte van ongeveer 1 meter, zodat het voertuig voldoende manoeuvreerruimte behoudt in smalle gangpaden.

Bij voorkeur is het voertuig inzetbaar in een 10 pluimveehouderij met op elkaar gestapelde pluimveehokken, zoals hiervoor al aangegeven is, maar het voertuig is eveneens inzetbaar in magazijnen en dergelijke.

De uitvinding zal hieronder worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing 15 naar de toegevoegde tekeningen.

Figuur 1 toont het voertuig volgens de uitvinding met het plateau pp het laagste niveau en de zitting op een gebruikelijk niveau.

Figuur 2 toont het voertuig volgens figuur l, 20 waarbij ook de zitting op het laagste niveau staat.

Figuur 3 toont het voertuig volgens figuur 1 met het platform op een hoog niveau.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede door een geleidingsrail en rechtgeleiding.

25 Figuur 5 toont een langsdoorsnede door een geleidingsrail ter plaatse van een rechtgeleiding.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van het voertuig volgens de uitvinding. De inspectiewagen l bezit een grondplaat 10, een platform 2 0 en een zitting 30. De 30 grondplaat 10 wordt gedragen door twee achterwielen 11 en een stuurbaar voorwiel 12. Aan de grondplaat 10 zijn vier verticale geleidingsrails 13 bevestigd, die bovenaan onderling verbonden zijn door een voorste dwarsbalk 14, een achterste dwarsbalk 15 en twee zijdwarsbalken 16, 17.

35 Onder de grondplaat 10 zijn accu's 18 voor de energievoorziening aangebracht.

Onder het platform 20 is halverwege de voorzijde 1001430.

6 een katrol 21 en halverwege de achterzijde een katrol 22 aangebracht. Halverwege de voorbalk 14 is een bevestiging 23 voor een kabel 25 aangebracht, en halverwege de achter-balk 15 is een katrol 24 aangebracht, waar de kabel 25 5 overheen loopt. De kabel 25 loopt vanaf de bevestiging 23 naar beneden en over de katrollen 21 en 22 onder het platform 20 langs en aan de achterzijde van het platform 20 omhoog naar katrol 24. Vanaf katrol 24 loopt de kabel 25 naar een op- en afwindspoel 27 die in werking te stel-10 len is met een electromotor 26. Spoel 27 en electromotor 26 zijn bevestigd aan het platform 20. Het platform is in hoogte instelbaar langs de vier verticale geleiderails 13 met behulp van rechtgeleidingen, die in de geleiderails 13 opgenomen zijn. Deze rechtgeleidingen zijn getoond in de 15 figuren 4 en 5 en worden hieronder besproken.

De zitting 30 is in hoogte instelbaar langs verticale geleiderails 31, die met behulp van balken 32 aan het platform 20 bevestigd zijn. Voor een goede bevestiging van de zitting 30 aan de (niet getoonde) rechtge-20 leidingen in de geleiderails 31 is de zitting 30 voorzien van twee zijplaten 34. De geleiderails 31 zijn aan hun bovenzijde verbonden door een dwarsbalk 33, waaraan een katrol 35 bevestigd is. Een kabel 36 is aan de achterzijde van de zitting 3 0 bevestigd en loopt over de katrol 35 25 naar een op- en afwindspoel 38 die met een electromotor 37 aandrijf baar is. De electromotor 37 en spoel 3 8 zijn net als de electromotor 26 en spoel 27 aan het platform 20 bevestigd.

Aan het platform 3 0 is een arm 39 bevestigd, 30 waarop een joystick 40 bevestigd is voor het besturen van de inspectiewagen en het in hoogte instellen van het platform 20. Een knop 41 is op de arm 39 aangebracht voor het instellen van de rijsnelheid van de inspectiewagen, en een knop 42 is op de arm 39 aangebracht voor het instellen 35 van de hoogte van de zitting 30 ten opzichte van het platform 20.

Figuur 2 toont de inspectiewagen 1 waarbij de i) .< 7 zitting 30 op zijn laagst mogelijke niveau, vlak boven het platform 20, is gebracht door het af wikkelen van de kabel 36.

Figuur 3 toont de inspectiewagen 1 waarbij het 5 platform 20 door het opwikkelen van de kabel 25 een hoog niveau inneemt. In deze stand van het plateau 20 is de scharnierbare kabelgoot 50 zichtbaar, waardoor energieka-bels voor de energietoevoer van de accu's 18 naar de electromotoren 26 en 37 lopen, en besturingskabels van de 10 joystick en de snelheidsknop 41 naar het voorwiel 12.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede door een geleidingsrail 13 en een rechtgeleiding 60, die met behulp van kogels 61 zo goed als spelingsloos door de rail 13 verschuifbaar is. De kogels 61 zijn opgesloten door een 15 (niet weergegeven) kunststof kooi. De rechtgeleiding 60 is door middel van een aanhecht stang 62 verbonden met het plateau 20. Figuur 5 toont een langsdoorsnede door de rail 13 ter plaatse van een rechtgeleiding 60 met de kogels 61. Met deze grotendeels gesloten rail 13 voor de kogelrecht-20 geleiding 60 ontstaat een betrouwbare geleiding voor het plateau 20, die nauwelijks gevoelig is voor een stoffige omgeving en die torsiekrachten door een niet-centrale belasting van het platform 20 gemakkelijk op kan nemen, zonder dat gevaar voor schanken ontstaat. Een zelfde 25 kogelrechtgeleiding is in de geleidingsrails 31 voorzien voor de zitting 30.

De werking en het gebruik van de inspectiewagen zijn als volgt. Bij het gebruik voor het inspecteren van pluimveehokken in een pluimveehouderij met in rijen ge-30 plaatste, op elkaar gestapelde pluimveehokken is de inspectiewagen, die 0,5 meter breed en 1 meter lang is, gemakkelijk manoeuvreerbaar door de smalle gangen van ongeveer 90 cm breed. De onderste pluimveehokken staan ongeveer 30 cm boven de ondergrond. Er staan vier pluim-35 veehokken boven op elkaar, die ieder 70 cm hoog zijn, zodat de bovenzijde van het bovenste pluimveehoek ongeveer 3 meter boven de ondergrond ligt. Met de in figuur 1 1001430.

8 aangegeven stand van de zitting 30 en het platform 20 kan een berijder van de inspectiewagen, die op de zitting 30 zit, de een na onderste rij pluimveehokken goed inspecteren. De hoogte van de zitting 3 0 ten opzichte van het 5 platform 20 is naar wens in te stellen met behulp van knop 42. Om de onderste rij pluimveehokken te inspecteren dient de zitting 3 0 op een zeer laag niveau boven de ondergrond gebracht te worden, zoals getoond in figuur 2. Daartoe wordt de kabel 36 van de op- en afwindspoel 38 afgewikkeld 10 door het bedienen van de electromotor 37 met behulp van de knop 42, zodat de zitting 30 vanaf het niveau zoals getoond in figuur 1 daalt naar het niveau zoals getoond in figuur 2.

Aangezien het niveau van de zitting zoals ge-15 toond in figuur 2 een onplezierige werkhouding voor de berijder van inspectiewagen oplevert, zal de berijder voor het inspecteren van de boven de onderste rij pluimveehokken gelegen hokken allereerst de zitting 30 op een voor hem plezierig niveau brengen. Indien hij de te inspecteren 2 0 pluimveehokken dan nog niet goed genoeg kan inspecteren omdat zij te hoog zijn, zal de bereider het platform 20 op een hoger niveau brengen door met behulp van de joystick 40 de electromotor 27 te bedienen, waardoor de op- en afwindspoel 27 de kabel 25 op zal wikkelen en het platform 25 door de kabel 25 langs de geleiderails 13 omhoog getrokken zal worden.

Op deze wijze kan de berijder van de inspectiewagen het platform 20 en de zitting 3 0 op iedere gewenste hoogte instellen.

30 Doordat het platform 20 tot ongeveer 2 meter boven de ondergrond en de zitting 3 0 tot ongeveer 80 cm boven het platform 20 in te stellen zijn, is ook de boven ste rij pluimveehokken goed te inspecteren.

Het beschreven voertuig is ook voor andere 35 doeleinden geschikt, zoals het verzamelen van producten uit magazijnstellingen die vanaf de ondergrond tot enkele meters boven de ondergrond reiken. Gebruik van dit voer- 1 0 0 1 4 3 0 , 9 tuig is aanzienlijk sneller en veiliger dan het gebruik van ladders en dergelijke.

1 O G 1 4 3 .

Claims (16)

1. Voertuig met een in hoogte instelbaar platform, met het kenmerk, dat boven het platform een zitting aangebracht is die ten opzichte van het platform in hoogte instelbaar is.

2. Voertuig volgens conclusie 1, met het ken merk, dat het platform en de zitting motorisch in hoogte instelbaar zijn.

3. Voertuig volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het platform en de zitting ieder afzonderlijk in 10 hoogte instelbaar zijn met behulp van afzonderlijke elec-tromotoren.

4. Voertuig volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het voertuig voor zijn voortbeweging aan-drijfbaar is met behulp van een electromotor.

5. Voertuig volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de hoogteinstelling van het platform en de besturing van het voertuig regelbaar zijn met een joystick.

6. Voertuig volgens één der voorgaande conclu- 20 sies, met het kenmerk, dat de zitting ten opzichte van het platform in hoogte instelbaar is langs twee in hoofdzaak vertikale zittinggeleiderails aan het platform, waarbij in iedere zittinggeleiderail een rechtgeleiding is aangebracht waar de zitting aan bevestigd is.

7. Voertuig volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat het platform ten opzichte van het voertuig in hoogte instelbaar is langs vier in hoofdzaak verticale geleiderails aan het voertuig, waarbij in iedere platformgeleiderail een rechtgeleiding is aange- 30 bracht waar het platform aan bevestigd is.

8. Voertuig volgens conclusie 6 of 7, met het 100145C, kenmerk, dat de rechtgeleiding een kogelrechtgeleiding is.

9. Voertuig volgens conclusie 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de zitting in hoogte instelbaar is met een kabel die aan de zitting bevestigd is en over een katrol 5 aan een balk tussen de bovenste uiteinden van de zitting-geleiderails naar een, bij voorkeur door een electromotor aandrijfbare, op- en afwindspoel aan het platform loopt.

10. Voertuig volgens conclusie 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat het platform in hoogte instelbaar is met 10 behulp van een kabel, die bevestigd is halverwege een dwarsbalk tussen de bovenste uiteinden van de platformge-leiderails aan de voorzijde van het voertuig, en die via katrollen aan de onderzijde van het platform over een katrol halverwege een dwarsbalk tussen de bovenste uitein- 15 den van de platformgeleiderails aan de achterzijde van het voertuig naar een, bij voorkeur door een electromotor aandrijfbare, op- en afwindspoel aan het platform loopt.

11. Voertuig volgens één der conclusies 3 tot en met 10, met het kenmerk, dat onder het laagste instelni- 20 veau van het platform accu's voor de electromotor aangebracht zijn.

12. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zitting een instelbereik bezit tussen een niveau in de onmiddellijke nabijheid van 25 het platform en een niveau ongeveer 80 cm boven het platform .

13. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het platform een instelbereik bezit tussen een niveau ongeveer 25 cm boven de ondergrond 30 en een niveau ongeveer 2 meter boven de ondergrond.

14. Voertuig volgens één der voorgaande 'conclusies, met het kenmerk, dat het voertuig twee achterwielen en één stuurbaar voorwiel bezit.

15. Voertuig volgens één der voorgaande conclu- 35 sies, met het kenmerk, dat het voertuig een breedte van ongeveer 0,5 meter en een lengte van ongeveer l meter bezit. 10 014 3 C

16. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voertuig inzetbaar is in een pluimveehouderij met op elkaar gestapelde pluimveehok-ken. 5 -o-o-o- 1001430.