BE1012207A6 - Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed. - Google Patents

Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed. Download PDF

Info

Publication number
BE1012207A6
BE1012207A6 BE9800514A BE9800514A BE1012207A6 BE 1012207 A6 BE1012207 A6 BE 1012207A6 BE 9800514 A BE9800514 A BE 9800514A BE 9800514 A BE9800514 A BE 9800514A BE 1012207 A6 BE1012207 A6 BE 1012207A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gripping
bed
clamping
trolley
clamping elements
Prior art date
Application number
BE9800514A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Pis Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pis Nv filed Critical Pis Nv
Priority to BE9800514A priority Critical patent/BE1012207A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1012207A6 publication Critical patent/BE1012207A6/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G7/00Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
    • A61G7/08Apparatus for transporting beds

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nursing (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Invalid Beds And Related Equipment (AREA)

Abstract

Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed, die minstens bestaat uit een wagentje (3) dat voorzien is van een motor (14), bedieningsmiddelen en middelen die toelaten een koppeling te realiseren tussen het wagentje (3) en het bed (2), daardoor gekenmerkt dat zij een behuizing (6) bevat met minstens twee boven elkaar gesitueerde gedeelten (7-8) met daartussen een minstens naar voren open zijnde ruimte (9) die plaats biedt aan eventueel uitstekende gedeelten van het bed (2).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed, meer speciaal een bed op zwenkwielen, zoals bijvoorbeeld gebruikt wordt in ziekenhuizen, bejaardentehuizen en dergelijke. 



  Het is bekend dat verrolbare bedden kunnen worden verplaatst met behulp van een aangedreven wagentje dat is voorzien van koppelmiddelen die toelaten om een verbinding te realiseren tussen dit wagentje en het betreffende bed. 



  De bekende uitvoeringen van dergelijke inrichtingen hebben als nadeel dat zij weinig universeel kunnen worden aangewend, en doorgaans slechts met één type van bed kunnen samenwerken. 



  De huidige uitvinding beoogt een inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed, die verbeterd is ten opzichte van de bestaande uitvoeringen, en meer speciaal een aantal bijzondere kenmerken vertoont waardoor zulke inrichting bijzondere mogelijkheden verkrijgt voor wat betreft de aanwending in combinatie met verschillende bedden. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed, die minstens bestaat uit een wagentje dat voorzien is van een motor, bedieningsmiddelen en middelen die toelaten een koppeling te realiseren tussen het wagentje en het bed, daardoor gekenmerkt dat zij een behuizing bevat met minstens twee boven elkaar gesitueerde gedeelten met daartussen een minstens naar voren open zijnde ruimte die plaats biedt aan 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 eventueel uitstekende gedeelten van het bed, meer speciaal uitstekende gedeelten ter plaatse van het onderbed. Op deze wijze wordt verkregen dat de behuizing minder vlug een hindernis vormt voor het aan het wagentje koppelen van bepaalde types van bedden. 



  In een belangrijke voorkeurdragende uitvoeringsvorm is minstens   één   van de voornoemde gedeelten in hoogte verstelbaar, zodanig dat de voornoemde vrije ruimte in hoogte aanpasbaar is, hetzij doordat de afstand tussen de gedeelten wordt gewijzigd, hetzij doordat de vrije ruimte op een andere hoogte boven de grond wordt gelokaliseerd. 



  Door deze verstelbaarheid wordt verkregen dat de vormgeving van de behuizing kan worden aangepast aan de vormgeving van het bed. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het bovenste gedeelte in hoogte verstelbaar, terwijl het onderste gedeelte vastgemonteerd is op een bepaalde hoogte, bij voorkeur onmiddellijk boven de grond. 



  Verder geniet het de voorkeur dat beide gedeelten uitgevoerd zijn als delen die onder het bovenbed van een gebruikelijk ziekenhuisbed passen. Enerzijds wordt hierdoor verkregen dat de behuizing in grote mate onder het bed past, terwijl, anderzijds, een totaal volume aan behuizing kan worden behouden dat toch vrij groot is, wat belangrijk is voor het onderbrengen van de aandrijfmiddelen, de voeding en dergelijke van het wagentje. 



  In een praktische uitvoeringsvorm kan het onderste gedeelte bijvoorbeeld lager zijn dan 30 cm en het bovenste gedeelte zich over een hoogte uitstrekken van maximaal 30 cm. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  De uitvinding is vooral nuttig in het geval van elektrisch aangedreven wagentjes, waarbij het bovenste gedeelte dan een ideale ruimte vormt voor het onderbrengen van batterijen. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm wordt de inrichting tevens voorzien van middelen voor het realiseren van een koppeling tussen het wagentje en het bed, die bestaan uit koppelmiddelen, meer speciaal grijp-en/of klemmiddelen, die met een kops einde, met andere woorden het voeteneinde en/of het hoofdeinde, van een bed kunnen samenwerken. 



  Doordat de verbinding wordt gerealiseerd ter plaatse van het voeteneinde of het hoofdeinde wordt verkregen dat de koppeling op een gebruiksvriendelijke wijze tot stand kan worden gebracht. Dit laatste geldt vooral in het geval dat het bed bij een eindwand wordt vastgenomen, doordat in zulk geval de koppeling in het gezichtsveld van de gebruiker van de inrichting is gelegen. 



  Meer speciaal zullen volgens de uitvinding grijp-en/of klemelementen worden aangewend waarmee een bed aan zijn voeteneinde of hoofdeinde aan weerszijden, respectievelijk links en rechts van het bed, kan worden vastgenomen, met als voordeel dat hierop een relatief groot moment kan worden uitgeoefend bij het nemen van een bocht. 



  Bij voorkeur wordt een grijp-en/of kleminrichting aangewend die voorzien is van grijp-en/of klemelementen die door middel van een zijdelingse beweging in of uit elkaar in een   grijp-en/of   klemwerking voorzien. Hierdoor wordt verkregen dat het bed zich zijdelings centreert ten opzichte van het wagentje, waardoor een goede koppeling aan beide zijden te allen tijde kan worden gewaarborgd. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Volgens een eerste mogelijkheid worden grijp-en/of klemmiddelen aangewend die toelaten dat het bed kan worden vastgenomen bij   één   van de rechtopstaande eindwanden van het bovenbed, meer speciaal grijp-en/of klemelementen die op een hoogte in de orde van grootte van 1 m boven de grond zijn gesitueerd. 



  Volgens een tweede mogelijkheid worden grijp-en/of klemmiddelen aangewend die toelaten dat het bed kan worden vastgenomen bij   een   van de kopse uiteinden van het onderbed, meer speciaal aan de wielsteunen. 



  Doordat de bedbreedtes en de vorm van de eindwanden, alsmede wielsteunen, voor de meeste in de handel verkrijgbare verrolbare bedden nauwelijks verschillen, kan worden voorzien in koppelmiddelen die toelaten dat vrijwel met alle bekende uitvoeringen van bedden een koppeling kan worden gerealiseerd. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm bevat de inrichting meerdere   grijp-en/of   kleminrichtingen die toelaten dat het bed naar keuze op verschillende hoogten aan het wagentje kan worden gekoppeld, met als voordeel dat de gebruiksmogelijkheden van de inrichting vergroten. 



  Verder geniet het hierbij de voorkeur dat minstens de grijp-en/of klemelementen van de voornoemde grijp-en/of kleminrichtingen demonteerbaar zijn, zodanig dat naar keuze de gewenste   grijp-en/of   klemelementen aan het wagentje kunnen worden aangebracht. Bij voorkeur betreft het hierbij een combinatie van zowel grijp-en/of klemelementen die kunnen samenwerken met de eindwand van een bed, als grijpen/of klemelementen die kunnen samenwerken met de wielsteunen van het bed. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Volgens de uitvinding wordt de koppeling tussen het wagentje en het bed bij voorkeur ook gerealiseerd door het bed aan het betreffende einde uitsluitend vast te grijpen, en niet op te heffen, met als voordeel dat het bed niet op en neer wordt geschud bij het koppelen, respectievelijk ontkoppelen, zodat een persoon die in het bed ligt geen schokken zal waarnemen.

   



  De koppeling wordt volgens de uitvinding bij voorkeur ook zodanig tot stand gebracht dat het bed te allen tijde met zijn eigen wielen op de grond blijft staan, waardoor het eigen rijcomfort van het bed behouden blijft tijdens het transport door middel van het wagentje. 



  Volgens de uitvinding zal ook een stuurbaar wagentje worden aangewend en zal het wagentje worden bediend door middel van een afstandsbediening die bij voorkeur zodanig is uitgevoerd dat zij aan het uiteinde van het bed kan worden aangebracht dat zich tegenoverliggend bevindt aan het uiteinde waar het bed aan het wagentje is gekoppeld. 



  Hierdoor wordt verkregen dat het bed aan beide uiteinden perfect kan worden geleid door middel van slechts   één   begeleider, zoals hierna nog zal worden uiteengezet. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht weergeeft ; figuren 2 en 3 zichten weergeven volgens pijlen F2 en
F3 in figuur   1 ;   

 <Desc/Clms Page number 6> 

 figuur 4 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 met F4 is aangeduid ; figuur 5 een zicht weergeeft volgens pijl F5 in figuur   4 ;    figuur 6 de inrichting van figuur 1 in een andere stand weergeeft ; figuur 7 het gebruik van de inrichting van figuur 1 weergeeft ;

   figuur 8 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur   7 ;   figuren 9 en 10 op een grotere schaal en voor verschillende toestanden het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F9 is aangeduid ; figuur 11 schematisch een variante weergeeft van de inrichting volgens de uitvinding. 



  Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 10 heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 waarmee een verrolbaar bed 2 kan worden verplaatst. 



  De inrichting 1 bestaat uit een wagentje 3 dat is voorzien van koppelmiddelen, in dit geval   grijp-en/of   kleminrichtingen 4, respectievelijk 5, die, zoals verder nog zal worden toegelicht, toelaten een verbinding met het bed 2 te realiseren. 



  Volgens de uitvinding is het wagentje 3 zodanig uitgevoerd dat de behuizing 6 minstens twee boven elkaar gesitueerde gedeelten 7 en 8 bevat met daartussen een minstens naar voren open zijnde ruimte 9 die plaats biedt aan eventueel uitstekende gedeelten van het bed 2, zoals bijvoorbeeld de schematisch weergegeven rembeugel 10 of dergelijke. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Bij voorkeur is minstens een van de voornoemde gedeelten 7-8 in hoogte verstelbaar, zodanig dat de voornoemde vrije ruimte 9 in de hoogterichting aanpasbaar is, in functie van de vormgeving van het te transporteren bed 2. In de weergegeven uitvoeringsvorm is hiertoe het bovenste gedeelte 8 in hoogte verstelbaar, zoals aangeduid met pijl Al in   figuur 1,   en is het onderste gedeelte 7 vast. Het is duidelijk dat hierbij instelmiddelen van eender welke aard kunnen worden aangewend.

   Een mogelijke uitvoeringsvorm kan erin bestaan dat verschillende bevestigingspunten aan het frame 11 van het wagentje 3 zijn aangebracht, die toelaten dat het gedeelte 8 op verschillende hoogten aan dit frame 11 kan worden bevestigd. Volgens een andere mogelijkheid kan het gedeelte 8 langs een geleiding op en neer worden bewogen, bijvoorbeeld door middel van de verdraaiing van een draadstang of enig ander overbrengingssysteem. 



  Door de instelling van de hoogte van het gedeelte 8 wordt verkregen dat de afstand tussen de gedeelten 7 en 8, dus de hoogte waarover de vrije ruimte 9 zieh uitstrekt, kan worden gewijzigd en worden aangepast aan de vormgeving van het te transporteren bed 2. Ter verduidelijking van deze instelling is in figuur 6 een andere stand weergegeven, meer speciaal de stand waarbij het bovenste gedeelte 8 volledig naar beneden gelaten is, welke stand bijvoorbeeld zal worden toegepast bij bedden waar geen uitsteeksels zoals de voornoemde rembeugel 10, aanwezig zijn. 



  De beide gedeelten 7 en 8 zijn, zoals weergegeven bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat zij beide onder het bovenbed 12 van een gebruikelijk ziekenhuisbed 2 passen. 



  Hierbij wordt opgemerkt dat tot dit doel het de voorkeur geniet dat het onderste gedeelte 7 lager is dan 30 cm, met 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 andere woorden de afstand A2 in figuur 1 kleiner is dan 30 cm, terwijl het bovenste gedeelte 8 zieh over een hoogte A3 uitstrekt die maximaal eveneens 30 cm bedraagt. 



  Overigens is het wagentje 3 op bekende wijze voorzien van stuurmiddelen, alsmede aandrijfmiddelen die in het weergegeven voorbeeld met elkaar zijn gecombineerd en tot dit doel bestaan uit een aandrijfrol 13, die op de grond rust, die door middel van een motor 14 kan worden aangedreven en door middel van een stuurmotor 15 rond een verticale as 16 kan worden verdraaid om de rijrichting te bepalen. De motors 14 en 15 worden gevoed door middel van batterijen 17 die volgens de uitvinding bij voorkeur minstens gedeeltelijk worden ondergebracht in het bovenste gedeelte 8 van de behuizing 6. Verder zijn er verschillende zwenkwielen 18 onder het wagentje 3 gemonteerd. 



  De bediening van het wagentje 3, meer speciaal van de aandrijfmiddelen van de stuurmiddelen gebeurt met behulp van bedieningsmiddelen, meer speciaal een bedieningselement 19. Bij voorkeur wordt hierbij, zoals afgebeeld in de figuren, voorzien in een afstandsbediening. Tot hiertoe is een bedieningselement 19 niet vast aan het wagentje 3 aangebracht, doch is het afneembaar hieraan bevestigd. De verbinding tussen het bedieningselement 19 en het wagentje 3 wordt gevormd door een snoer 20. Het is echter duidelijk dat volgens een variante ook gebruik zou kunnen worden gemaakt van een draadloze verbinding, bijvoorbeeld met behulp van een zender en een ontvanger. 



  Het bedieningselement 19 is volgens de uitvinding bij voorkeur van dergelijke aard dat, wanneer het wagentje 3 zich aan   één   uiteinde van het bed 2 bevindt, het bedieningselement 19 kan worden bediend door een persoon 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 die zich aan het andere uiteinde van het bed 2 bevindt. Dit betekent dan ook dat het snoer 20 hiertoe voldoende lang moet zijn. 



  Meer speciaal nog zal het bedieningselement 19 bevestigingsmiddelen 21 bevatten waarmee het aan een eindwand 22 of 23 van het bed 2 kan worden bevestigd. Deze bestaan uit een haak of dergelijke. 



  Verder kan het wagentje 3 nog zijn uitgerust met een joystick of handvat, zoals de weergegeven beugel 24, die toelaat om het wagentje 3 manueel te verplaatsen. De bovenzijde van deze beugel 24 vormt tevens een steun waarop het bedieningselement 19 kan worden aangebracht, in het geval dat dit niet aan het bed 2 is vastgehaakt. 



  Opgemerkt wordt dat de bekasting van het wagentje 3, die in dit geval gevormd wordt door de gedeelten 7 en 8, bij voorkeur zoals weergegeven zodanig is uitgevoerd dat dit in de gekoppelde toestand met een bed 2, met uitzondering van het rechtopstaande frame 11, vrijwel volledig onder een bed kan worden gerold. Doordat het frame 11 zieh hierbij achteraan aan het wagentje 3 bevindt, wordt bereikt dat in de gekoppelde toestand het wagentje 3 vrijwel niet meer buiten het bed 2 uitsteekt. 



  Zoals vermeld in de inleiding is het wagentje 3 bij voorkeur uitgerust met een grijp-en/of kleminrichting 4-5 die met een kops einde, meer speciaal het voeteneinde 25 of het hoofdeinde 26 van het bed 2, kan samenwerken. In principe kan dit   één   vaste grijp-en/of kleminrichting 4-5 zijn, doch bij voorkeur, zoals weergegeven in de figuren en zoals hierna uiteengezet, zal de inrichting 1 beschikken over een eerste   grijp-en/of kleminrichting   4 die op een 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 hoogte boven de grond kan worden gemonteerd en die toelaat om een bed 2 bij de eindwand 22 of 23 vast te nemen, en een tweede   grijp-en/of   kleminrichting 5 die zich op een geringe afstand boven de grond bevindt en die kan samenwerken met de wielsteunen 27 van het bed 2.

   Deze grijp-en/of kleminrichtingen 4 en 5 zijn zodanig uitgevoerd dat ofwel de ene, ofwel de andere in gebruik kan worden genomen. 



  De   grijp-en/of   kleminrichting 4 is in figuur 1 slechts schematisch aangeduid daar, volgens deze figuur de grijpen/of kleminrichting 5 in gebruik is en de   grijp-en/of   kleminrichting 4 dan bij voorkeur gedemonteerd is. 



  De   grijp-en/of   kleminrichting 4, die wel in de figuren 3 tot 5 is afgebeeld, bevat grijp- en/of klemelementen 28-29, in de vorm van klemschoenen die zoals aangeduid met de pijlen   BI   en B2 in een zijdelingse grijpbeweging kunnen voorzien. Deze klemelementen 28-29 zijn hierbij verschuifbaar aan een gestel 30 aangebracht en kunnen worden bewogen door middel van aandrijfmiddelen 31 die van eender welke aard kunnen zijn, en bijgevolg niet in detail worden beschreven. Opgemerkt wordt wel dat het hier zowel kan handelen om manueel als elektrisch bediende aandrijfmiddelen 31. 



  Opgemerkt wordt dat hierbij bij voorkeur zoals weergegeven in een inklemming op minstens twee punten boven elkaar wordt voorzien, meer speciaal zodanig dat een inklemeffect wordt gecreëerd over een hoogte van minstens 15 cm. 



  De   grijp- en/of klemelementen   28-29 zijn demonteerbaar doordat het volledige gestel 30 afneembaar is bevestigd aan het frame 11, door middel van koppeldelen 32 die slechts 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 schematisch zijn weergegeven en die van eender welke aard kunnen zijn. Zij kunnen bijvoorbeeld bestaan uit beugels of koppeldelen die een eenvoudig aanhaken toelaten. 



  De   grijp- en/of klemelementen   28-29 zijn zodanig uitgevoerd dat een eindwand 22-23 hiertussen kan worden vastgenomen en ingeklemd. 



  De   grijp-en/of   kleminrichting 5 vertoont   grijp-en/of   klemelementen 33-34 in de vorm van twee naar voren uitstekende armen die zijdelings, aan hun van elkaar weggekeerde zijden, voorzien zijn van zittingen 35-36. De bedieningsmiddelen 37 hiervoor, die slechts schematisch zijn aangeduid, bestaan uit een aandrijving die toelaat dat de armen 33-34 onderling uit elkaar kunnen worden bewogen,   één   en ander zodanig dat het bed 2 links en rechts met de wielsteunen 27 in   een   van de zittingen, respectievelijk 35-36, kan worden opgenomen. 



  In een niet in de figuren weergegeven variante zijn de klemelementn 33-34 aan hun naar elkaar gekeerde zijden van zittingen 35-36 voorzien, terwijl de bedieningsmiddelen de armen 33-34 dan naar elkaar kunnen verplaatsen om een bed in de zittingen op te nemen. 



  De   grijp- en/of klemelementen   28-29 bevatten bij voorkeur ieder meerdere zittingen, zowel 35 als 36, achter elkaar, zodanig dat zij kunnen samenwerken met verschillende soorten bedden 2 waarvan de wielsteunen 27 verder of minder ver onder het bed 2 gesitueerd zijn. 



  De   grijp- en/of klemelementen   33-34 zijn op zich demonteerbaar, terwijl de bedieningsmiddelen 37 hiervoor steeds aan het wagentje 3 aanwezig blijven. Het demonteren 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 gebeurt door middel van schematisch weergegeven koppelingen 38-39, waardoor de armen 33-34 zoals afgebeeld in figuur 2 kunnen worden weggenomen, dit in het geval dat gekozen wordt om te werken met de   grijp-en/of   kleminrichting 4. 



  De   grijp-en/of   kleminrichtingen 4-5 zijn bij voorkeur ook voorzien van één of meer instelmiddelen die toelaten om één of meer basisinstellingen uit te voeren in functie van de te verplaatsen bedden 2. Enerzijds kan het hierbij gaan om middelen waarmee de basisafstand Cl, respectievelijk C2, kan worden ingesteld tussen de grijp- en/of klemelementen 28 en 29 of 33 en 34. Anderzijds kan het ook handelen om middelen waarmee de betreffende grijp-en/of kleminrichting 4 of 5 op de gewenste hoogte aan het wagentje 3 kan worden aangebracht, met andere woorden middelen die toelaten om de voornoemde afstand   AI,   respectievelijk de afstand A4, te wijzigen. 



  De werking en het gebruik van de inrichting 1 kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid. Figuren 1 en 2 tonen hoe het wagentje 3 voor het bed 2 wordt gepositioneerd. vervolgens wordt het zoals afgebeeld in figuur 7 onder het bed 2 gerold. Door de juiste instelling van het bovenste gedeelte 8 wordt verkregen dat dit gedeelte 8 precies tussen de rembeugel 10 en de onderzijde 40 van het bovenbed 12 past. Door zoals weergegeven in figuur 8 de   grijp-en/of   klemelementen 33-34 zijwaarts naar buiten te verplaatsen, wordt het bed 2 in twee tegenovereenliggende zittingen 35-36 opgenomen, waardoor de koppeling tot stand komt en waarna het bed 2 door middel van het wagentje 3 kan worden verreden. 



  In voornoemde variante waarbij de klemelementen 33-34 op hun naar elkaar gekeerde zijden van zittingen 35-36 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 voorzien zijn worden deze elementen zijwaarts naar elkaar verplaatst opdat het bed 2 in zittingen zou worden opgenomen. 



  In het geval dat het bed 2 niet geschikt is om te worden vastgegrepen door middel van de grijp-en/of kleminrichting 5, zal gebruik worden gemaakt van de   grijp-en/of   kleminrichting 4. In dat geval wordt het wagentje 3 zover onder het bed 2 geregeld dat dit laatste met een eindwand 22 of 23 tussen de klemelementen 28 en 29 komt te zitten. 



  Door de klemelementen 28 en 29 naar elkaar toe te bewegen, wordt het bed 2 dan vastgenomen bij de betreffende eindwand. 



  Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding, hetgeen is verduidelijkt in de figuren 9 en 10, zal de inrichting aan de achterzijde 41 worden gesteund door middel van minstens   een,   doch in dit geval minstens twee zwenkwielen 18, respectievelijk links en rechts, waarbij de draaiassen 42 waarrond deze zwenkwielen 18 kunnen zwenken zodanig gesitueerd zijn dat de zwenkwielen 18 zieh in de stand waarbij zij naar voren gezwenkt zijn, zoals weergegeven in figuur 10, binnen de achterzijde 41 van minstens het onderste gedeelte van de inrichting 1 bevinden, terwijl deze zwenkwielen 18, in de stand waarbij zij naar achteren gezwenkt zijn, zoals weergegeven in figuur 9, zieh gedeeltelijk buiten de voornoemde achterzijde 41 bevinden. 



  Hierdoor wordt bereikt dat de zwenkwielen 18 een stand kunnen innemen, namelijk de stand van figuur 10, waarbij de zwenkwielen 18 geen invloed hebben op de lengte van het wagentje 3, alsmede een stand, namelijk deze van figuur 9, waarbij de zwenkwielen 18 wel naar buiten steken tot achter de achterzijde 41 en een optimale steun bieden tegen het 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 kantelen van het wagentje 3 bij het versnellen of vertragen, en meer speciaal bij het wegrijden en stoppen. 



  Dat de zwenkwielen 18 een stand kunnen innemen waarbij zij geen invloed hebben op de lengte van het wagentje 3, is belangrijk in het geval dat weinig plaats voorhanden is, bijvoorbeeld in een lift, waar het soms op enkele centimeters kan aankomen. Dat een optimale steun tegen kantelen wordt nagestreefd, is eveneens van belang, daar zulk wagentje 3 relatief kort is en in de toestand waarbij het ontkoppeld is van het bed 2, niet mag kantelen op het ogenblik dat het wordt verreden door middel van de afstandsbediening. Dit is vooral van belang in het geval waarbij het bovenste gedeelte 8 gevuld is met batterijen, hetgeen erin resulteert dat het zwaartepunt vrij hoog komt te liggen en vlugger een neiging tot kantelen kan ontstaan. 



  Om een optimaal compromis te bereiken, geniet het de voorkeur dat de draaiassen 42 van de betreffende zwenkwielen 18 zodanig zijn gesitueerd dat de zwenkwielen 18 in hun naar voren gerichte stand precies binnen de achterzijde 41 gelegen zijn. 



  Zoals weergegeven in de figuren 9 en 10 kan over ieder betreffend, zich aan de achterzijde 41 bevindend, zwenkwiel 18 een indrukbare afscherming zijn aangebracht, zoals een rubberen afdekkap 43, die zoals afgebeeld in figuur 9 een bescherming biedt voor de gebruiker, doch, zoals afgebeeld in figuur 10, geen wezenlijk beletsel vormt om het wagentje 3 met de achterzijde 41 tegen een wand of dergelijke te brengen. 



  Opgemerkt wordt dat de regeling van de vrije ruimte 9 in de hoogte er niet noodzakelijk in hoeft te bestaan dat, zoals 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 weergegeven in de figuren 1 en 6, de afstand tussen de gedeelten 7 en 8 wordt gewijzigd, doch dat, zoals schematisch in figuur 11 is afgebeeld, zulke regeling er ook kan in bestaan dat de vrije ruimte 9 op een andere hoogte boven de grond wordt gelokaliseerd, terwijl de gedeelten 7 en 8 onder en boven deze vrije ruimte 9 onderling op een vaste afstand ten opzichte van elkaar gepositioneerd blijven. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (22)

Conclusies.
1.- Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed, die minstens bestaat uit een wagentje (3) dat voorzien is van een motor (14), bedieningsmiddelen en middelen die toelaten een koppeling te realiseren tussen het wagentje (3) en het bed (2), daardoor gekenmerkt dat zij een behuizing (6) bevat met minstens twee boven elkaar gesitueerde gedeelten (7-8) met daartussen een minstens naar voren open zijnde ruimte (9) die plaats biedt aan eventueel uitstekende gedeelten van het bed (2).
2.-Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de voornoemde gedeelten (7-8) in hoogte verstelbaar is, zodanig dat de voornoemde vrije ruimte (9) in hoogte aanpasbaar is, hetzij doordat de afstand tussen de gedeelten (7-8) wordt gewijzigd, hetzij doordat de vrije ruimte (9) op een andere hoogte boven de grond wordt gelokaliseerd.
3.-Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het bovenste gedeelte (8) in hoogte verstelbaar is, terwijl EMI16.1 het onderste gedeelte (7) vast is.
4.-Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat beide gedeelten zijn als delen die onder het bovenbed (12) van een gebruikelijk ziekenhuisbed (2) passen.
5.-Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het onderste gedeelte (7) lager is dan 30 cm en het bovenste gedeelte (8) zieh over een hoogte uitstrekt van maximaal 30 cm. <Desc/Clms Page number 17>
6.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij elektrisch aangedreven is en gevoed wordt door middel van batterijen (17), en dat het bovenste gedeelte (8) ondermeer dienst doet als ruimte voor het aanbrengen van deze batterijen (17).
7.-Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij minstens aan de achterzijde (41) wordt gesteund door middel van minstens een zwenkwiel (18), waarbij de draaias (42) waarrond dit zwenkwiel (18) kan zwenken zodanig gesitueerd is dat het zwenkwiel (18) zich, in de stand waarbij het naar voren gezwenkt is, precies binnen de achterzijde (41) van minstens het onderste gedeelte van de inrichting (1) bevindt, terwijl dit zwenkwiel (18) zich, in de stand waarbij het naar achteren gezwenkt is, gedeeltelijk buiten de voornoemde achterzijde (41) bevindt.
8.-Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het zwenkwiel (18) zich, in de stand waarbij het naar achteren gezwenkt is, verder naar achteren uitstrekt dan enig ander deel van de inrichting (1), met uitzondering van eventuele beweegbare afschermingen of dergelijke.
9.-Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat over ieder betreffend, zieh aan de achterzijde (41) bevindend, zwenkwiel (18) een indrukbare afscherming is aangebracht.
10.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de middelen die toelaten een koppeling te realiseren tussen het wagentje (3) en het bed (2) bestaan uit koppelmiddelen (4-5), meer speciaal grijpen/of klemelementen (28-29-33-34), die met een kops einde, <Desc/Clms Page number 18> met andere woorden het voeteneinde (25) en/of het hoofdeinde (26), van een bed (2) kunnen samenwerken.
11.-Inrichting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen bestaan uit een grijp-en/of kleminrichting (4-5) met minstens twee zijdelings uit elkaar gesitueerde grijp- en/of klemelementen (28-29-33-34) waarmee een bed (2) aan zijn voeteneinde (25) of hoofdeinde (26) aan weerszijden, respectievelijk links en rechts van het bed (2), kan worden vastgenomen. EMI18.1
12.-Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de grijp-en/of kleminrichting (4-5) is voorzien van grijp-en/of klemelementen (28-29-33-34) die zijdelings uit elkaar, respectievelijk naar elkaar toe, kunnen worden bewogen teneinde in de grijp-en/of klemwerking te voorzien.
13.-Inrichting volgens conclusie 10,11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen bestaan uit een grijpen/of kleminrichting (4) die op een zodanige hoogte boven de grond is gemonteerd, meer speciaal in de orde van grootte van ongeveer 1 m, dat zij kan samenwerken met de eindwand (22-23) van een bed (2).
14.-Inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de grijp-en/of kleminrichting (4) minstens op twee punten boven elkaar in een inklemming voorziet, bij voorkeur over een hoogte van minstens 15 cm.
15.-Inrichting volgens één van de conclusies 10 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen minstens bestaan uit een grijp-en/of kleminrichting (5) die zieh op een <Desc/Clms Page number 19> geringe afstand boven de grond bevindt en die kan samenwerken met de wielsteunen (27) van een bed (2).
16.-Inrichting volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen bestaan uit een grijp-en/of kleminrichting (5) met twee grijp-en/of klemelementen (33-34) in de vorm van armen die aan hun van elkaar weggekeerde zijden zijn voorzien van zittingen (35-36) voor het vastnemen van de voornoemde wielsteunen (27).
17.-Inrichting volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de grijp- en/of klemelementen (33-34) ieder meerdere zittingen achter elkaar bevatten.
18.-Inrichting volgens een van de conclusies 10 tot 17, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen zijn voorzien van een of meer instelmiddelen die toelaten om een basisinstelling uit te voeren in functie van de te verplaatsen bedden (2), waarbij deze instelmiddelen één of meer van volgende middelen omvatten : - middelen waarmee een basisafstand (C1-C2) kan worden ingesteld tussen de grijp-en/of klemelementen (28-29-33-34) die aan de grijp-en/of kleminrichting (4-5) aanwezig zijn ; - middelen waarmee de betreffende grijp-en/of kleminrichting (4-5) op de gewenste hoogte (A4-A1) aan het wagentje (3) kan worden aangebracht, respectievelijk ingesteld.
19.-Inrichting volgens een van de conclusies 10 tot 18, daardoor gekenmerkt dat zij over meerdere grijp-en/of kleminrichtingen (4-5) beschikt die toelaten dat het bed (2) <Desc/Clms Page number 20> naar keuze op verschillende hoogten, respectievelijk plaatsen, aan het wagentje (3) kan worden gekoppeld.
20.-Inrichting volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt EMI20.1 dat minstens de grijp-en/of klemelementen (28-29-33-34) van de voornoemde grijp-en/of kleminrichtingen (4-5) demonteerbaar zijn, zodanig dat naar keuze de gewenste grijp- en/of klemelementen (28-29-33-34) aan het wagentje (3) kunnen worden aangebracht, terwijl de overige worden verwijderd.
21.-Inrichting volgens conclusie 19 of 20, daardoor gekenmerkt dat zij zowel grijp-en/of klemelementen (28-29) bevat die kunnen samenwerken met de eindwand (22-23) van een bed (2), als grijp-en/of klemelementen (33-34) die kunnen samenwerken met de wielsteunen (27) van het bed (2).
22.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij is opgebouwd uit een bekasting en een aan de achterzijde (41) van het wagentje (3) aangebracht opstaand frame (11), en dat de bekasting uitsluitend in het onderste gedeelte is gelegen, zodanig dat het wagentje (3) met de bekasting volledig onder een klassiek ziekenhuisbed kan worden gerold.
BE9800514A 1998-07-07 1998-07-07 Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed. BE1012207A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800514A BE1012207A6 (nl) 1998-07-07 1998-07-07 Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800514A BE1012207A6 (nl) 1998-07-07 1998-07-07 Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012207A6 true BE1012207A6 (nl) 2000-07-04

Family

ID=3891338

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9800514A BE1012207A6 (nl) 1998-07-07 1998-07-07 Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1012207A6 (nl)

Cited By (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2003034970A1 (en) * 2001-10-26 2003-05-01 Daniel Johnson Hospital bed power-assist
EP1802515A2 (en) * 2004-10-22 2007-07-04 Dane Industries, Inc. Bed transfer system
US7389836B2 (en) 2003-09-23 2008-06-24 Dane Industries, Inc. Power-assisted cart retriever with attenuated power output
US7571914B2 (en) 2003-10-15 2009-08-11 Dane Industries, Inc. Push-pull cart collection device and conversion assembly
US7857342B2 (en) 2005-06-07 2010-12-28 Dane Technologies, Inc. Hitch assembly
US8360459B2 (en) 2008-04-11 2013-01-29 Dane Technologies, Inc. Cart transporting apparatus
US8684373B2 (en) 2008-09-23 2014-04-01 Dane Technologies, Inc. Cart moving machine
US9010771B2 (en) 2009-11-10 2015-04-21 Dane Technologies, Inc. Utility machine with dual-mode steering

Cited By (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2003034970A1 (en) * 2001-10-26 2003-05-01 Daniel Johnson Hospital bed power-assist
US6871714B2 (en) 2001-10-26 2005-03-29 Daniel Johnson Hospital bed power-assist
US7219754B2 (en) 2001-10-26 2007-05-22 Dane Industries, Inc. Hospital bed power-assist
US7533742B2 (en) 2001-10-26 2009-05-19 Dane Industries, Inc. Bed transfer system
US7389836B2 (en) 2003-09-23 2008-06-24 Dane Industries, Inc. Power-assisted cart retriever with attenuated power output
US7571914B2 (en) 2003-10-15 2009-08-11 Dane Industries, Inc. Push-pull cart collection device and conversion assembly
EP1802515A2 (en) * 2004-10-22 2007-07-04 Dane Industries, Inc. Bed transfer system
EP1802515A4 (en) * 2004-10-22 2008-04-02 Dane Ind Inc BED TRANSFER SYSTEM
US7857342B2 (en) 2005-06-07 2010-12-28 Dane Technologies, Inc. Hitch assembly
US8360459B2 (en) 2008-04-11 2013-01-29 Dane Technologies, Inc. Cart transporting apparatus
US8684373B2 (en) 2008-09-23 2014-04-01 Dane Technologies, Inc. Cart moving machine
US9010771B2 (en) 2009-11-10 2015-04-21 Dane Technologies, Inc. Utility machine with dual-mode steering

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2508394C (en) Transport aid for wheeled support apparatus
US9913771B2 (en) Lifting and transporting device for wheeled objects including hospital beds
US4614246A (en) Powered wheel chair
US4961477A (en) Wheel chair transporter
US5284218A (en) Motorized cart with front wheel drive
US4407543A (en) Mechanized wheelchair
CA2465674C (en) Motorized cart with hub gear motor system
US4941799A (en) Displaceable support for wheelchair
NO136391B (nl)
BE1012207A6 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed.
US4790716A (en) Device for handling a wheelchair
EP2192021A2 (en) Transporter
KR101878410B1 (ko) 환자이송침상의 수평유지방법
CA2851878A1 (en) Lifting and transporting device for wheeled items
US4768497A (en) Rocking platform for wheelchairs
US6325168B1 (en) Lift transit vehicle
US5810548A (en) Device for handling of object
US7210590B2 (en) Transportation cart primarily for use in an animal barn
NL1001294C2 (nl) Verrijdbare hefinrichting.
BE1012208A6 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed.
JP3168023U (ja) 折畳み可能な電動台車
JP2016518215A (ja) 病院ベッド又は他のホイール付き物体を移動させるための方法及び装置
EP0395719B1 (en) A vertically adjustable wheel chair
JP2623225B2 (ja) 畜犬用歩行訓練実習器
NL1011530C1 (nl) Tillift voor het transporteren van personen.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PATIENT TRANSPORT SYSTEMS IN HET KORT ''P.T.S.''

Effective date: 20000731