<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed.
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed, meer speciaal een bed op zwenkwielen, zoals bijvoorbeeld gebruikt wordt in ziekenhuizen, bejaardentehuizen en dergelijke.
Het is bekend dat verrolbare bedden kunnen worden verplaatst met behulp van een aangedreven wagentje dat is voorzien van koppelmiddelen die toelaten om een verbinding te realiseren tussen dit wagentje en het betreffende bed.
De bekende uitvoeringen van dergelijke inrichtingen hebben als nadeel dat zij weinig universeel kunnen worden aangewend, en doorgaans slechts met één type van bed kunnen samenwerken.
De huidige uitvinding beoogt een inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed, die verbeterd is ten opzichte van de bestaande uitvoeringen, en meer speciaal een aantal bijzondere kenmerken vertoont waardoor zulke inrichting bijzondere mogelijkheden verkrijgt voor wat betreft de aanwending in combinatie met verschillende bedden.
Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het verplaatsen van een verrolbaar bed, die minstens bestaat uit een wagentje dat voorzien is van een motor, bedieningsmiddelen en middelen die toelaten een koppeling te realiseren tussen het wagentje en het bed, daardoor gekenmerkt dat zij een behuizing bevat met minstens twee boven elkaar gesitueerde gedeelten met daartussen een minstens naar voren open zijnde ruimte die plaats biedt aan
<Desc/Clms Page number 2>
eventueel uitstekende gedeelten van het bed, meer speciaal uitstekende gedeelten ter plaatse van het onderbed. Op deze wijze wordt verkregen dat de behuizing minder vlug een hindernis vormt voor het aan het wagentje koppelen van bepaalde types van bedden.
In een belangrijke voorkeurdragende uitvoeringsvorm is minstens één van de voornoemde gedeelten in hoogte verstelbaar, zodanig dat de voornoemde vrije ruimte in hoogte aanpasbaar is, hetzij doordat de afstand tussen de gedeelten wordt gewijzigd, hetzij doordat de vrije ruimte op een andere hoogte boven de grond wordt gelokaliseerd.
Door deze verstelbaarheid wordt verkregen dat de vormgeving van de behuizing kan worden aangepast aan de vormgeving van het bed.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het bovenste gedeelte in hoogte verstelbaar, terwijl het onderste gedeelte vastgemonteerd is op een bepaalde hoogte, bij voorkeur onmiddellijk boven de grond.
Verder geniet het de voorkeur dat beide gedeelten uitgevoerd zijn als delen die onder het bovenbed van een gebruikelijk ziekenhuisbed passen. Enerzijds wordt hierdoor verkregen dat de behuizing in grote mate onder het bed past, terwijl, anderzijds, een totaal volume aan behuizing kan worden behouden dat toch vrij groot is, wat belangrijk is voor het onderbrengen van de aandrijfmiddelen, de voeding en dergelijke van het wagentje.
In een praktische uitvoeringsvorm kan het onderste gedeelte bijvoorbeeld lager zijn dan 30 cm en het bovenste gedeelte zich over een hoogte uitstrekken van maximaal 30 cm.
<Desc/Clms Page number 3>
De uitvinding is vooral nuttig in het geval van elektrisch aangedreven wagentjes, waarbij het bovenste gedeelte dan een ideale ruimte vormt voor het onderbrengen van batterijen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm wordt de inrichting tevens voorzien van middelen voor het realiseren van een koppeling tussen het wagentje en het bed, die bestaan uit koppelmiddelen, meer speciaal grijp-en/of klemmiddelen, die met een kops einde, met andere woorden het voeteneinde en/of het hoofdeinde, van een bed kunnen samenwerken.
Doordat de verbinding wordt gerealiseerd ter plaatse van het voeteneinde of het hoofdeinde wordt verkregen dat de koppeling op een gebruiksvriendelijke wijze tot stand kan worden gebracht. Dit laatste geldt vooral in het geval dat het bed bij een eindwand wordt vastgenomen, doordat in zulk geval de koppeling in het gezichtsveld van de gebruiker van de inrichting is gelegen.
Meer speciaal zullen volgens de uitvinding grijp-en/of klemelementen worden aangewend waarmee een bed aan zijn voeteneinde of hoofdeinde aan weerszijden, respectievelijk links en rechts van het bed, kan worden vastgenomen, met als voordeel dat hierop een relatief groot moment kan worden uitgeoefend bij het nemen van een bocht.
Bij voorkeur wordt een grijp-en/of kleminrichting aangewend die voorzien is van grijp-en/of klemelementen die door middel van een zijdelingse beweging in of uit elkaar in een grijp-en/of klemwerking voorzien. Hierdoor wordt verkregen dat het bed zich zijdelings centreert ten opzichte van het wagentje, waardoor een goede koppeling aan beide zijden te allen tijde kan worden gewaarborgd.
<Desc/Clms Page number 4>
Volgens een eerste mogelijkheid worden grijp-en/of klemmiddelen aangewend die toelaten dat het bed kan worden vastgenomen bij één van de rechtopstaande eindwanden van het bovenbed, meer speciaal grijp-en/of klemelementen die op een hoogte in de orde van grootte van 1 m boven de grond zijn gesitueerd.
Volgens een tweede mogelijkheid worden grijp-en/of klemmiddelen aangewend die toelaten dat het bed kan worden vastgenomen bij een van de kopse uiteinden van het onderbed, meer speciaal aan de wielsteunen.
Doordat de bedbreedtes en de vorm van de eindwanden, alsmede wielsteunen, voor de meeste in de handel verkrijgbare verrolbare bedden nauwelijks verschillen, kan worden voorzien in koppelmiddelen die toelaten dat vrijwel met alle bekende uitvoeringen van bedden een koppeling kan worden gerealiseerd.
In een bijzondere uitvoeringsvorm bevat de inrichting meerdere grijp-en/of kleminrichtingen die toelaten dat het bed naar keuze op verschillende hoogten aan het wagentje kan worden gekoppeld, met als voordeel dat de gebruiksmogelijkheden van de inrichting vergroten.
Verder geniet het hierbij de voorkeur dat minstens de grijp-en/of klemelementen van de voornoemde grijp-en/of kleminrichtingen demonteerbaar zijn, zodanig dat naar keuze de gewenste grijp-en/of klemelementen aan het wagentje kunnen worden aangebracht. Bij voorkeur betreft het hierbij een combinatie van zowel grijp-en/of klemelementen die kunnen samenwerken met de eindwand van een bed, als grijpen/of klemelementen die kunnen samenwerken met de wielsteunen van het bed.
<Desc/Clms Page number 5>
Volgens de uitvinding wordt de koppeling tussen het wagentje en het bed bij voorkeur ook gerealiseerd door het bed aan het betreffende einde uitsluitend vast te grijpen, en niet op te heffen, met als voordeel dat het bed niet op en neer wordt geschud bij het koppelen, respectievelijk ontkoppelen, zodat een persoon die in het bed ligt geen schokken zal waarnemen.
De koppeling wordt volgens de uitvinding bij voorkeur ook zodanig tot stand gebracht dat het bed te allen tijde met zijn eigen wielen op de grond blijft staan, waardoor het eigen rijcomfort van het bed behouden blijft tijdens het transport door middel van het wagentje.
Volgens de uitvinding zal ook een stuurbaar wagentje worden aangewend en zal het wagentje worden bediend door middel van een afstandsbediening die bij voorkeur zodanig is uitgevoerd dat zij aan het uiteinde van het bed kan worden aangebracht dat zich tegenoverliggend bevindt aan het uiteinde waar het bed aan het wagentje is gekoppeld.
Hierdoor wordt verkregen dat het bed aan beide uiteinden perfect kan worden geleid door middel van slechts één begeleider, zoals hierna nog zal worden uiteengezet.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht weergeeft ; figuren 2 en 3 zichten weergeven volgens pijlen F2 en
F3 in figuur 1 ;
<Desc/Clms Page number 6>
figuur 4 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 met F4 is aangeduid ; figuur 5 een zicht weergeeft volgens pijl F5 in figuur 4 ; figuur 6 de inrichting van figuur 1 in een andere stand weergeeft ; figuur 7 het gebruik van de inrichting van figuur 1 weergeeft ;
figuur 8 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 7 ; figuren 9 en 10 op een grotere schaal en voor verschillende toestanden het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F9 is aangeduid ; figuur 11 schematisch een variante weergeeft van de inrichting volgens de uitvinding.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 10 heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 waarmee een verrolbaar bed 2 kan worden verplaatst.
De inrichting 1 bestaat uit een wagentje 3 dat is voorzien van koppelmiddelen, in dit geval grijp-en/of kleminrichtingen 4, respectievelijk 5, die, zoals verder nog zal worden toegelicht, toelaten een verbinding met het bed 2 te realiseren.
Volgens de uitvinding is het wagentje 3 zodanig uitgevoerd dat de behuizing 6 minstens twee boven elkaar gesitueerde gedeelten 7 en 8 bevat met daartussen een minstens naar voren open zijnde ruimte 9 die plaats biedt aan eventueel uitstekende gedeelten van het bed 2, zoals bijvoorbeeld de schematisch weergegeven rembeugel 10 of dergelijke.
<Desc/Clms Page number 7>
Bij voorkeur is minstens een van de voornoemde gedeelten 7-8 in hoogte verstelbaar, zodanig dat de voornoemde vrije ruimte 9 in de hoogterichting aanpasbaar is, in functie van de vormgeving van het te transporteren bed 2. In de weergegeven uitvoeringsvorm is hiertoe het bovenste gedeelte 8 in hoogte verstelbaar, zoals aangeduid met pijl Al in figuur 1, en is het onderste gedeelte 7 vast. Het is duidelijk dat hierbij instelmiddelen van eender welke aard kunnen worden aangewend.
Een mogelijke uitvoeringsvorm kan erin bestaan dat verschillende bevestigingspunten aan het frame 11 van het wagentje 3 zijn aangebracht, die toelaten dat het gedeelte 8 op verschillende hoogten aan dit frame 11 kan worden bevestigd. Volgens een andere mogelijkheid kan het gedeelte 8 langs een geleiding op en neer worden bewogen, bijvoorbeeld door middel van de verdraaiing van een draadstang of enig ander overbrengingssysteem.
Door de instelling van de hoogte van het gedeelte 8 wordt verkregen dat de afstand tussen de gedeelten 7 en 8, dus de hoogte waarover de vrije ruimte 9 zieh uitstrekt, kan worden gewijzigd en worden aangepast aan de vormgeving van het te transporteren bed 2. Ter verduidelijking van deze instelling is in figuur 6 een andere stand weergegeven, meer speciaal de stand waarbij het bovenste gedeelte 8 volledig naar beneden gelaten is, welke stand bijvoorbeeld zal worden toegepast bij bedden waar geen uitsteeksels zoals de voornoemde rembeugel 10, aanwezig zijn.
De beide gedeelten 7 en 8 zijn, zoals weergegeven bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat zij beide onder het bovenbed 12 van een gebruikelijk ziekenhuisbed 2 passen.
Hierbij wordt opgemerkt dat tot dit doel het de voorkeur geniet dat het onderste gedeelte 7 lager is dan 30 cm, met
<Desc/Clms Page number 8>
andere woorden de afstand A2 in figuur 1 kleiner is dan 30 cm, terwijl het bovenste gedeelte 8 zieh over een hoogte A3 uitstrekt die maximaal eveneens 30 cm bedraagt.
Overigens is het wagentje 3 op bekende wijze voorzien van stuurmiddelen, alsmede aandrijfmiddelen die in het weergegeven voorbeeld met elkaar zijn gecombineerd en tot dit doel bestaan uit een aandrijfrol 13, die op de grond rust, die door middel van een motor 14 kan worden aangedreven en door middel van een stuurmotor 15 rond een verticale as 16 kan worden verdraaid om de rijrichting te bepalen. De motors 14 en 15 worden gevoed door middel van batterijen 17 die volgens de uitvinding bij voorkeur minstens gedeeltelijk worden ondergebracht in het bovenste gedeelte 8 van de behuizing 6. Verder zijn er verschillende zwenkwielen 18 onder het wagentje 3 gemonteerd.
De bediening van het wagentje 3, meer speciaal van de aandrijfmiddelen van de stuurmiddelen gebeurt met behulp van bedieningsmiddelen, meer speciaal een bedieningselement 19. Bij voorkeur wordt hierbij, zoals afgebeeld in de figuren, voorzien in een afstandsbediening. Tot hiertoe is een bedieningselement 19 niet vast aan het wagentje 3 aangebracht, doch is het afneembaar hieraan bevestigd. De verbinding tussen het bedieningselement 19 en het wagentje 3 wordt gevormd door een snoer 20. Het is echter duidelijk dat volgens een variante ook gebruik zou kunnen worden gemaakt van een draadloze verbinding, bijvoorbeeld met behulp van een zender en een ontvanger.
Het bedieningselement 19 is volgens de uitvinding bij voorkeur van dergelijke aard dat, wanneer het wagentje 3 zich aan één uiteinde van het bed 2 bevindt, het bedieningselement 19 kan worden bediend door een persoon
<Desc/Clms Page number 9>
die zich aan het andere uiteinde van het bed 2 bevindt. Dit betekent dan ook dat het snoer 20 hiertoe voldoende lang moet zijn.
Meer speciaal nog zal het bedieningselement 19 bevestigingsmiddelen 21 bevatten waarmee het aan een eindwand 22 of 23 van het bed 2 kan worden bevestigd. Deze bestaan uit een haak of dergelijke.
Verder kan het wagentje 3 nog zijn uitgerust met een joystick of handvat, zoals de weergegeven beugel 24, die toelaat om het wagentje 3 manueel te verplaatsen. De bovenzijde van deze beugel 24 vormt tevens een steun waarop het bedieningselement 19 kan worden aangebracht, in het geval dat dit niet aan het bed 2 is vastgehaakt.
Opgemerkt wordt dat de bekasting van het wagentje 3, die in dit geval gevormd wordt door de gedeelten 7 en 8, bij voorkeur zoals weergegeven zodanig is uitgevoerd dat dit in de gekoppelde toestand met een bed 2, met uitzondering van het rechtopstaande frame 11, vrijwel volledig onder een bed kan worden gerold. Doordat het frame 11 zieh hierbij achteraan aan het wagentje 3 bevindt, wordt bereikt dat in de gekoppelde toestand het wagentje 3 vrijwel niet meer buiten het bed 2 uitsteekt.
Zoals vermeld in de inleiding is het wagentje 3 bij voorkeur uitgerust met een grijp-en/of kleminrichting 4-5 die met een kops einde, meer speciaal het voeteneinde 25 of het hoofdeinde 26 van het bed 2, kan samenwerken. In principe kan dit één vaste grijp-en/of kleminrichting 4-5 zijn, doch bij voorkeur, zoals weergegeven in de figuren en zoals hierna uiteengezet, zal de inrichting 1 beschikken over een eerste grijp-en/of kleminrichting 4 die op een
<Desc/Clms Page number 10>
hoogte boven de grond kan worden gemonteerd en die toelaat om een bed 2 bij de eindwand 22 of 23 vast te nemen, en een tweede grijp-en/of kleminrichting 5 die zich op een geringe afstand boven de grond bevindt en die kan samenwerken met de wielsteunen 27 van het bed 2.
Deze grijp-en/of kleminrichtingen 4 en 5 zijn zodanig uitgevoerd dat ofwel de ene, ofwel de andere in gebruik kan worden genomen.
De grijp-en/of kleminrichting 4 is in figuur 1 slechts schematisch aangeduid daar, volgens deze figuur de grijpen/of kleminrichting 5 in gebruik is en de grijp-en/of kleminrichting 4 dan bij voorkeur gedemonteerd is.
De grijp-en/of kleminrichting 4, die wel in de figuren 3 tot 5 is afgebeeld, bevat grijp- en/of klemelementen 28-29, in de vorm van klemschoenen die zoals aangeduid met de pijlen BI en B2 in een zijdelingse grijpbeweging kunnen voorzien. Deze klemelementen 28-29 zijn hierbij verschuifbaar aan een gestel 30 aangebracht en kunnen worden bewogen door middel van aandrijfmiddelen 31 die van eender welke aard kunnen zijn, en bijgevolg niet in detail worden beschreven. Opgemerkt wordt wel dat het hier zowel kan handelen om manueel als elektrisch bediende aandrijfmiddelen 31.
Opgemerkt wordt dat hierbij bij voorkeur zoals weergegeven in een inklemming op minstens twee punten boven elkaar wordt voorzien, meer speciaal zodanig dat een inklemeffect wordt gecreëerd over een hoogte van minstens 15 cm.
De grijp- en/of klemelementen 28-29 zijn demonteerbaar doordat het volledige gestel 30 afneembaar is bevestigd aan het frame 11, door middel van koppeldelen 32 die slechts
<Desc/Clms Page number 11>
schematisch zijn weergegeven en die van eender welke aard kunnen zijn. Zij kunnen bijvoorbeeld bestaan uit beugels of koppeldelen die een eenvoudig aanhaken toelaten.
De grijp- en/of klemelementen 28-29 zijn zodanig uitgevoerd dat een eindwand 22-23 hiertussen kan worden vastgenomen en ingeklemd.
De grijp-en/of kleminrichting 5 vertoont grijp-en/of klemelementen 33-34 in de vorm van twee naar voren uitstekende armen die zijdelings, aan hun van elkaar weggekeerde zijden, voorzien zijn van zittingen 35-36. De bedieningsmiddelen 37 hiervoor, die slechts schematisch zijn aangeduid, bestaan uit een aandrijving die toelaat dat de armen 33-34 onderling uit elkaar kunnen worden bewogen, één en ander zodanig dat het bed 2 links en rechts met de wielsteunen 27 in een van de zittingen, respectievelijk 35-36, kan worden opgenomen.
In een niet in de figuren weergegeven variante zijn de klemelementn 33-34 aan hun naar elkaar gekeerde zijden van zittingen 35-36 voorzien, terwijl de bedieningsmiddelen de armen 33-34 dan naar elkaar kunnen verplaatsen om een bed in de zittingen op te nemen.
De grijp- en/of klemelementen 28-29 bevatten bij voorkeur ieder meerdere zittingen, zowel 35 als 36, achter elkaar, zodanig dat zij kunnen samenwerken met verschillende soorten bedden 2 waarvan de wielsteunen 27 verder of minder ver onder het bed 2 gesitueerd zijn.
De grijp- en/of klemelementen 33-34 zijn op zich demonteerbaar, terwijl de bedieningsmiddelen 37 hiervoor steeds aan het wagentje 3 aanwezig blijven. Het demonteren
<Desc/Clms Page number 12>
gebeurt door middel van schematisch weergegeven koppelingen 38-39, waardoor de armen 33-34 zoals afgebeeld in figuur 2 kunnen worden weggenomen, dit in het geval dat gekozen wordt om te werken met de grijp-en/of kleminrichting 4.
De grijp-en/of kleminrichtingen 4-5 zijn bij voorkeur ook voorzien van één of meer instelmiddelen die toelaten om één of meer basisinstellingen uit te voeren in functie van de te verplaatsen bedden 2. Enerzijds kan het hierbij gaan om middelen waarmee de basisafstand Cl, respectievelijk C2, kan worden ingesteld tussen de grijp- en/of klemelementen 28 en 29 of 33 en 34. Anderzijds kan het ook handelen om middelen waarmee de betreffende grijp-en/of kleminrichting 4 of 5 op de gewenste hoogte aan het wagentje 3 kan worden aangebracht, met andere woorden middelen die toelaten om de voornoemde afstand AI, respectievelijk de afstand A4, te wijzigen.
De werking en het gebruik van de inrichting 1 kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid. Figuren 1 en 2 tonen hoe het wagentje 3 voor het bed 2 wordt gepositioneerd. vervolgens wordt het zoals afgebeeld in figuur 7 onder het bed 2 gerold. Door de juiste instelling van het bovenste gedeelte 8 wordt verkregen dat dit gedeelte 8 precies tussen de rembeugel 10 en de onderzijde 40 van het bovenbed 12 past. Door zoals weergegeven in figuur 8 de grijp-en/of klemelementen 33-34 zijwaarts naar buiten te verplaatsen, wordt het bed 2 in twee tegenovereenliggende zittingen 35-36 opgenomen, waardoor de koppeling tot stand komt en waarna het bed 2 door middel van het wagentje 3 kan worden verreden.
In voornoemde variante waarbij de klemelementen 33-34 op hun naar elkaar gekeerde zijden van zittingen 35-36
<Desc/Clms Page number 13>
voorzien zijn worden deze elementen zijwaarts naar elkaar verplaatst opdat het bed 2 in zittingen zou worden opgenomen.
In het geval dat het bed 2 niet geschikt is om te worden vastgegrepen door middel van de grijp-en/of kleminrichting 5, zal gebruik worden gemaakt van de grijp-en/of kleminrichting 4. In dat geval wordt het wagentje 3 zover onder het bed 2 geregeld dat dit laatste met een eindwand 22 of 23 tussen de klemelementen 28 en 29 komt te zitten.
Door de klemelementen 28 en 29 naar elkaar toe te bewegen, wordt het bed 2 dan vastgenomen bij de betreffende eindwand.
Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding, hetgeen is verduidelijkt in de figuren 9 en 10, zal de inrichting aan de achterzijde 41 worden gesteund door middel van minstens een, doch in dit geval minstens twee zwenkwielen 18, respectievelijk links en rechts, waarbij de draaiassen 42 waarrond deze zwenkwielen 18 kunnen zwenken zodanig gesitueerd zijn dat de zwenkwielen 18 zieh in de stand waarbij zij naar voren gezwenkt zijn, zoals weergegeven in figuur 10, binnen de achterzijde 41 van minstens het onderste gedeelte van de inrichting 1 bevinden, terwijl deze zwenkwielen 18, in de stand waarbij zij naar achteren gezwenkt zijn, zoals weergegeven in figuur 9, zieh gedeeltelijk buiten de voornoemde achterzijde 41 bevinden.
Hierdoor wordt bereikt dat de zwenkwielen 18 een stand kunnen innemen, namelijk de stand van figuur 10, waarbij de zwenkwielen 18 geen invloed hebben op de lengte van het wagentje 3, alsmede een stand, namelijk deze van figuur 9, waarbij de zwenkwielen 18 wel naar buiten steken tot achter de achterzijde 41 en een optimale steun bieden tegen het
<Desc/Clms Page number 14>
kantelen van het wagentje 3 bij het versnellen of vertragen, en meer speciaal bij het wegrijden en stoppen.
Dat de zwenkwielen 18 een stand kunnen innemen waarbij zij geen invloed hebben op de lengte van het wagentje 3, is belangrijk in het geval dat weinig plaats voorhanden is, bijvoorbeeld in een lift, waar het soms op enkele centimeters kan aankomen. Dat een optimale steun tegen kantelen wordt nagestreefd, is eveneens van belang, daar zulk wagentje 3 relatief kort is en in de toestand waarbij het ontkoppeld is van het bed 2, niet mag kantelen op het ogenblik dat het wordt verreden door middel van de afstandsbediening. Dit is vooral van belang in het geval waarbij het bovenste gedeelte 8 gevuld is met batterijen, hetgeen erin resulteert dat het zwaartepunt vrij hoog komt te liggen en vlugger een neiging tot kantelen kan ontstaan.
Om een optimaal compromis te bereiken, geniet het de voorkeur dat de draaiassen 42 van de betreffende zwenkwielen 18 zodanig zijn gesitueerd dat de zwenkwielen 18 in hun naar voren gerichte stand precies binnen de achterzijde 41 gelegen zijn.
Zoals weergegeven in de figuren 9 en 10 kan over ieder betreffend, zich aan de achterzijde 41 bevindend, zwenkwiel 18 een indrukbare afscherming zijn aangebracht, zoals een rubberen afdekkap 43, die zoals afgebeeld in figuur 9 een bescherming biedt voor de gebruiker, doch, zoals afgebeeld in figuur 10, geen wezenlijk beletsel vormt om het wagentje 3 met de achterzijde 41 tegen een wand of dergelijke te brengen.
Opgemerkt wordt dat de regeling van de vrije ruimte 9 in de hoogte er niet noodzakelijk in hoeft te bestaan dat, zoals
<Desc/Clms Page number 15>
weergegeven in de figuren 1 en 6, de afstand tussen de gedeelten 7 en 8 wordt gewijzigd, doch dat, zoals schematisch in figuur 11 is afgebeeld, zulke regeling er ook kan in bestaan dat de vrije ruimte 9 op een andere hoogte boven de grond wordt gelokaliseerd, terwijl de gedeelten 7 en 8 onder en boven deze vrije ruimte 9 onderling op een vaste afstand ten opzichte van elkaar gepositioneerd blijven.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for moving a roll-away bed.
This invention relates to a device for moving a roll-away bed, more particularly a bed on castors, such as is used, for example, in hospitals, retirement homes and the like.
It is known that movable beds can be moved with the aid of a powered trolley which is provided with coupling means which allow to realize a connection between this trolley and the bed in question.
The known embodiments of such devices have the drawback that they cannot be used universally, and usually can only cooperate with one type of bed.
The present invention contemplates an apparatus for moving a roll-away bed, which has been improved over the existing embodiments, and more particularly has a number of special features, whereby such an apparatus obtains special possibilities with regard to the use in combination with different beds.
To this end, the invention relates to a device for moving a rollable bed, which at least consists of a trolley provided with a motor, operating means and means allowing to realize a coupling between the trolley and the bed, characterized in that it contains a housing with at least two sections situated one above the other with an open space at least to the front which can accommodate
<Desc / Clms Page number 2>
any protruding parts of the bed, more especially protruding parts at the bottom bed. In this way it is obtained that the housing is less likely to form an obstacle for coupling certain types of beds to the trolley.
In an important preferred embodiment, at least one of the aforementioned sections is height-adjustable such that the aforementioned free space is adjustable in height, either by changing the distance between the sections or by changing the free space at a different height above the ground localized.
This adjustability ensures that the shape of the housing can be adapted to the shape of the bed.
In the most preferred embodiment, the top portion is height adjustable, while the bottom portion is fixedly mounted at a given height, preferably immediately above the ground.
It is further preferred that both parts are designed as parts that fit under the top bunk of a conventional hospital bed. On the one hand, this ensures that the housing largely fits under the bed, while, on the other hand, a total volume of housing can be maintained that is still quite large, which is important for accommodating the drive means, the power supply and the like of the trolley .
For example, in a practical embodiment, the bottom portion may be less than 30 cm and the top portion may extend over a height of up to 30 cm.
<Desc / Clms Page number 3>
The invention is particularly useful in the case of electrically powered carts, the upper part then forming an ideal space for housing batteries.
In a special embodiment, the device is also provided with means for realizing a coupling between the trolley and the bed, which consist of coupling means, more particularly gripping and / or clamping means, which have a head end, in other words the foot end and / or the headboard of a bed.
Because the connection is realized at the foot end or the head end, it is obtained that the coupling can be effected in a user-friendly manner. The latter applies especially in the case that the bed is gripped at an end wall, because in such a case the coupling is located in the field of view of the user of the device.
More specifically, according to the invention, gripping and / or clamping elements will be used with which a bed can be gripped on its foot or head end on either side, respectively to the left and right of the bed, with the advantage that a relatively great moment can be exerted on this taking a turn.
Preferably, a gripping and / or clamping device is used, which is provided with gripping and / or clamping elements which provide a gripping and / or clamping action by means of a lateral movement in or from each other. This ensures that the bed centers laterally with respect to the trolley, so that a good coupling on both sides can be ensured at all times.
<Desc / Clms Page number 4>
According to a first possibility, gripping and / or clamping means are used which allow the bed to be gripped at one of the upright end walls of the upper bed, more specifically gripping and / or clamping elements which are at a height of the order of 1 m are situated above the ground.
According to a second possibility, gripping and / or clamping means are used which allow the bed to be gripped at one of the end ends of the bottom bed, more particularly on the wheel supports.
Since the bed widths and the shape of the end walls, as well as wheel supports, hardly differ for most commercially available roll-away beds, coupling means can be provided which allow coupling to be realized with almost all known bed versions.
In a special embodiment, the device comprises several gripping and / or clamping devices which allow the bed to be optionally coupled to the trolley at different heights, with the advantage that the possibilities of use of the device increase.
It is furthermore preferred here that at least the gripping and / or clamping elements of the aforementioned gripping and / or clamping devices can be dismantled, such that the desired gripping and / or clamping elements can optionally be arranged on the trolley. Preferably, this involves a combination of both gripping and / or clamping elements that can cooperate with the end wall of a bed, and gripping / or clamping elements that can cooperate with the wheel supports of the bed.
<Desc / Clms Page number 5>
According to the invention, the coupling between the trolley and the bed is preferably also realized by only gripping the bed at the relevant end, and not lifting it, with the advantage that the bed is not shaken up and down when coupling, respectively, so that a person lying in the bed will not perceive any shocks.
According to the invention, the coupling is preferably also arranged in such a way that the bed remains at all times with its own wheels on the ground, whereby the own driving comfort of the bed is maintained during transport by means of the trolley.
According to the invention, a steerable trolley will also be used and the trolley will be operated by means of a remote control, which is preferably designed such that it can be mounted on the end of the bed which is opposite the end where the bed is attached to the bed. cart is coupled.
This ensures that the bed can be guided perfectly at both ends by only one attendant, as will be explained below.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a device according to the invention in side view; figures 2 and 3 represent views according to arrows F2 and
F3 in Figure 1;
<Desc / Clms Page number 6>
figure 4 shows on a larger scale the part indicated by F4 in figure 3; figure 5 represents a view according to arrow F5 in figure 4; figure 6 represents the device of figure 1 in a different position; figure 7 shows the use of the device of figure 1;
figure 8 shows on a larger scale a section according to line VIII-VIII in figure 7; figures 9 and 10 show on a larger scale and for different states the part indicated by F9 in figure 1; figure 11 schematically represents a variant of the device according to the invention.
As shown in Figures 1 to 10, the invention relates to a device 1 with which a movable bed 2 can be moved.
The device 1 consists of a trolley 3 which is provided with coupling means, in this case gripping and / or clamping devices 4 and 5, respectively, which, as will be further explained hereinafter, enable a connection to the bed 2 to be realized.
According to the invention, the trolley 3 is designed in such a way that the housing 6 comprises at least two parts 7 and 8 situated one above the other, with a space 9 open at least to the front, which can accommodate any protruding parts of the bed 2, such as, for example, the diagrammatic representation. brake bracket 10 or the like.
<Desc / Clms Page number 7>
Preferably, at least one of the above-mentioned parts 7-8 is height-adjustable, such that the above-mentioned free space 9 is adjustable in the height direction, depending on the design of the bed to be transported. 8 adjustable in height, as indicated by arrow A1 in figure 1, and the lower part 7 is fixed. It is clear that adjustment means of any kind can be used here.
A possible embodiment may consist in that different attachment points are arranged on the frame 11 of the trolley 3, which allow the part 8 to be attached to this frame 11 at different heights. Alternatively, the portion 8 can be moved up and down along a guide, for example, by rotating a threaded rod or some other transmission system.
By adjusting the height of the part 8 it is obtained that the distance between the parts 7 and 8, i.e. the height over which the free space 9 extends, can be changed and adapted to the design of the bed to be transported. Clarification of this setting is shown in figure 6 in another position, in particular the position in which the upper part 8 has been completely lowered, which position will for instance be applied to beds where no protrusions such as the aforementioned brake bracket 10 are present.
The two sections 7 and 8, as shown, are preferably designed such that they both fit under the top bed 12 of a conventional hospital bed 2.
It is noted here that for this purpose it is preferable that the lower part 7 is less than 30 cm, with
<Desc / Clms Page number 8>
in other words, the distance A2 in figure 1 is less than 30 cm, while the upper part 8 extends over a height A3 which is also a maximum of 30 cm.
Incidentally, the trolley 3 is provided in known manner with steering means, as well as driving means which are combined with each other in the shown example and for this purpose consist of a driving roller 13 resting on the ground, which can be driven by means of a motor 14 and can be rotated about a vertical axis 16 by means of a steering motor 15 to determine the direction of travel. The motors 14 and 15 are powered by batteries 17 which according to the invention are preferably at least partly accommodated in the upper part 8 of the housing 6. Furthermore, different swivel wheels 18 are mounted under the trolley 3.
The operation of the trolley 3, more particularly of the driving means of the control means, is effected by means of operating means, more particularly an operating element 19. Preferably, as shown in the figures, a remote control is provided. Heretofore, an operating element 19 has not been fixedly attached to the trolley 3, but has been detachably attached thereto. The connection between the operating element 19 and the trolley 3 is formed by a cord 20. However, it is clear that, according to a variant, a wireless connection could also be used, for instance with the aid of a transmitter and a receiver.
According to the invention, the operating element 19 is preferably of such a nature that when the trolley 3 is at one end of the bed 2, the operating element 19 can be operated by a person
<Desc / Clms Page number 9>
which is located on the other end of the bed 2. This therefore means that the cord 20 must be sufficiently long for this purpose.
More specifically, the operating element 19 will comprise fixing means 21 with which it can be attached to an end wall 22 or 23 of the bed 2. These consist of a hook or the like.
Furthermore, the trolley 3 can still be equipped with a joystick or handle, such as the bracket 24 shown, which allows the trolley 3 to be moved manually. The top of this bracket 24 also forms a support on which the operating element 19 can be fitted, in case it is not hooked onto the bed 2.
It is noted that the casing of the trolley 3, which in this case is formed by the parts 7 and 8, preferably as shown, is designed such that in coupled condition with a bed 2, with the exception of the upright frame 11, it is practically can be completely rolled under a bed. Because the frame 11 is hereby situated at the back of the trolley 3, it is achieved that in the coupled condition the trolley 3 hardly protrudes beyond the bed 2 anymore.
As mentioned in the introduction, the trolley 3 is preferably equipped with a gripping and / or clamping device 4-5 which can cooperate with a head end, more particularly the foot end 25 or the head end 26 of the bed 2. In principle, this can be one fixed gripping and / or clamping device 4-5, but preferably, as shown in the figures and as explained below, the device 1 will have a first gripping and / or clamping device 4 mounted on a
<Desc / Clms Page number 10>
can be mounted above the ground and which allows to grip a bed 2 at the end wall 22 or 23, and a second gripping and / or clamping device 5 which is located a short distance above the ground and which can cooperate with the wheel supports 27 of the bed 2.
These gripping and / or clamping devices 4 and 5 are designed such that either one or the other can be put into use.
The gripping and / or clamping device 4 is indicated schematically in Figure 1 since, according to this figure, the gripping and / or clamping device 5 is in use and the gripping and / or clamping device 4 is then preferably dismantled.
The gripping and / or clamping device 4, which is shown in Figures 3 to 5, comprises gripping and / or clamping elements 28-29, in the form of clamping shoes which, as indicated by arrows B1 and B2, can move in a lateral gripping movement. to provide. These clamping elements 28-29 are herein slidably mounted on a frame 30 and can be moved by means of drive means 31 which can be of any kind and are therefore not described in detail. It is noted, however, that this can involve both manually and electrically operated drive means 31.
It is noted that, preferably as shown, a clamping is provided on at least two points one above the other, more particularly such that a clamping effect is created over a height of at least 15 cm.
The gripping and / or clamping elements 28-29 can be disassembled because the entire frame 30 is detachably attached to the frame 11, by means of coupling parts 32 which only
<Desc / Clms Page number 11>
are shown schematically and can be of any kind. They can, for example, consist of brackets or coupling parts that allow simple hooking.
The gripping and / or clamping elements 28-29 are designed such that an end wall 22-23 can be gripped between them and clamped.
The gripping and / or clamping device 5 has gripping and / or clamping elements 33-34 in the form of two forwardly projecting arms which are provided with seats 35-36 laterally, on their mutually facing sides. The operating means 37 for this, which are only schematically indicated, consist of a drive which allows the arms 33-34 to be mutually moved, such that the bed 2 on the left and right with the wheel supports 27 in one of the seats , respectively 35-36, can be recorded.
In a variant not shown in the figures, the clamping elements 33-34 are provided with seats 35-36 on their facing sides, while the operating means can then move the arms 33-34 towards each other to receive a bed in the seats.
The gripping and / or clamping elements 28-29 preferably each comprise several seats, both 35 and 36, one behind the other, such that they can cooperate with different types of beds 2, the wheel supports 27 of which are situated further or less far below the bed 2.
The gripping and / or clamping elements 33-34 can be dismantled per se, while the operating means 37 for this purpose always remain present on the trolley 3. Disassemble it
<Desc / Clms Page number 12>
is done by means of diagrammatically shown couplings 38-39, whereby the arms 33-34 as shown in figure 2 can be removed, this in the case that it is chosen to work with the gripping and / or clamping device 4.
The gripping and / or clamping devices 4-5 are preferably also provided with one or more adjusting means which make it possible to perform one or more basic settings in function of the beds to be moved 2. On the one hand, this may involve means with which the basic distance C1 , respectively C2, can be adjusted between the gripping and / or clamping elements 28 and 29 or 33 and 34. On the other hand, it can also act as means with which the respective gripping and / or clamping device 4 or 5 is at the desired height on the trolley 3 can be applied, in other words means which make it possible to change the aforementioned distance AI and the distance A4, respectively.
The operation and use of the device 1 can be easily deduced from the figures. Figures 1 and 2 show how the trolley 3 is positioned in front of the bed 2. then it is rolled under the bed 2 as shown in figure 7. By correct adjustment of the upper part 8 it is obtained that this part 8 fits exactly between the brake bracket 10 and the underside 40 of the upper bed 12. By moving the gripping and / or clamping elements 33-34 outwards sideways as shown in figure 8, the bed 2 is received in two opposite seats 35-36, whereby the coupling is established and after which the bed 2 is moved by means of the trolley 3 can be moved.
In the aforementioned variant, the clamping elements 33-34 on their facing sides of seats 35-36
<Desc / Clms Page number 13>
These elements are provided to be moved sideways to each other so that the bed 2 would be received in seats.
In the event that the bed 2 is not suitable for being gripped by means of the gripping and / or clamping device 5, use will be made of the gripping and / or clamping device 4. In that case the trolley 3 is moved so far below the bed 2 regularly ensures that the latter ends up between the clamping elements 28 and 29 with an end wall 22 or 23.
By moving the clamping elements 28 and 29 towards each other, the bed 2 is then gripped at the respective end wall.
According to a particular aspect of the invention, which is illustrated in Figures 9 and 10, the rear device 41 will be supported by at least one, but in this case at least two swivel wheels 18, left and right, respectively, with the rotary axes 42 around which these casters 18 can pivot are positioned such that the casters 18 in their pivoted position, as shown in Figure 10, are located within the rear 41 of at least the lower portion of the device 1, while these casters 18 in the pivoted-back position, as shown in Figure 9, are partially outside said rear 41.
This ensures that the swivel wheels 18 can assume a position, namely the position of figure 10, wherein the swivel wheels 18 have no influence on the length of the trolley 3, as well as a position, namely that of figure 9, wherein the swivel wheels 18 do protrude beyond the rear 41 and provide optimum support against it
<Desc / Clms Page number 14>
tilting of the trolley 3 when accelerating or decelerating, and more particularly when driving off and stopping.
The fact that the swivel wheels 18 can take up a position where they do not affect the length of the trolley 3 is important in the case where little space is available, for instance in an elevator, where it can sometimes reach a few centimeters. The fact that an optimum support against tipping is sought is also important, since such a trolley 3 is relatively short and in the condition when it is disconnected from the bed 2, it must not tilt when it is driven by means of the remote control. This is of particular importance in the case where the top part 8 is filled with batteries, which results in the center of gravity becoming quite high and a tendency to tip over more quickly.
In order to achieve an optimum compromise, it is preferred that the pivot axes 42 of the respective swivel wheels 18 are positioned such that the swivel wheels 18 in their forward-facing position are exactly within the rear 41.
As shown in FIGS. 9 and 10, an indentable shield may be provided over each respective rear caster 41, such as a rubber cover 43, which as shown in FIG. 9 provides protection for the user, but as shown in FIG. shown in figure 10, does not form an essential impediment to bringing the trolley 3 with the rear 41 against a wall or the like.
It should be noted that the height adjustment of the free space 9 need not necessarily consist in that, such as
<Desc / Clms Page number 15>
shown in figures 1 and 6, the distance between the parts 7 and 8 is changed, but that, as schematically shown in figure 11, such control may also consist in that the free space 9 is placed at a different height above the ground localized, while the sections 7 and 8 below and above this free space 9 remain mutually spaced apart.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described and shown in the figures, but such a device can be realized in various variants without departing from the scope of the invention.