NL1001180C2 - Blokkeerinrichting. - Google Patents

Description

Blokkeerinrichting

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een blokkeerinrichting omvattende een roteerbaar aangrijporgaan voorzien van middelen 5 voor aangrijping met het te blokkeren deel, voorzien een omtreksopper-vlak omvattende een hellend deel voor klemmende aangrijping met een grendelstelsel, welke grendelstelsel omvat een transleerbaar wigorgaan met tenminste een hellend wigoppervlak.

In de stand der techniek zijn vele blokkeerinrichtingen voorge-10 steld, bijvoorbeeld voor sloten. Daarbij bestaan in het algemeen twee problemen. Het eerste probleem is dat de kracht die wordt uitgeoefend bij het trachten de blokkering teniet te doen, overgedragen wordt naar de feitelijke blokkeerinrichting. Dit betekent dat de blokkeerinrichting bijzonder zwaar moet worden uitgevoerd hetgeen een negatief ge-15 volg heeft voor de bedieningsinrichting. Een dergelijke bedieningsinrichting is aanwezig om het blokkeren ongedaan te maken en bij de in de stand der techniek bekende inrichtingen wordt bij het uitoefenen van een kracht om de blokkering teniet te doen, ook een kracht op de bedieningsmiddelen uitgeoefend waardoor het bedienen daarvan wordt 20 bemoeilijkt. Als voorbeeld wordt hier genoemd, de beweegbare sluitkom bij bepaalde sloten. Om dergelijke sloten te kunnen bedienen zonder de schoot te bewegen, is het bij het op afstand bedienbare sloten gebruikelijk een deel van de sluitkom te laten wegkantelen, zodat de schoot vrij uit de kom kan worden bewogen. Indien getracht wordt met kracht 25 in de geblokkeerde stand de schoot te verwijderen betekent dit, dat de kracht op het kantelbare deel van de kom moet worden uitgeoefend, waardoor deze zwaar moet worden uitgevoerd. Bovendien moeten er maatregelen worden getroffen om te voorkomen, dat enerzijds onbevoegd openen mogelijk is en anderzijds bij op afstand bedienen het openen op 30 eenvoudige wijze kan worden uitgevoerd. Dit betekent dat een verhoudingsgewijs grote kracht nodig is voor het wegnemen van de blokkering, hetgeen met zich meebrengt dat een verhoudingsgewijs zware bedienings-motor noodzakelijk is. Dit is met name nadelig in het geval waarin batterijen en dergelijke worden gebruikt. Bovendien bestaat bij derge-35 lijke sloten het nadeel dat indien reeds vóór het op afstand bedienen een beweging op de schoot in de zin van het vrijgeven van de blokkering wordt uitgeoefend, het beweegbare deel van de kom nauwelijks te bedienen is, zodat het op afstand bedienen faalt en de zich bij de 1001180 2 deur bevindende persoon moet worden gevraagd te wachten met het aangrijpen van de deur totdat het op afstand bedienen verwezenlijkt is.

Het tweede probleem dat met blokkeerinrichtingen samenhangt is dat vaak beweging voorbij een grendelpunt noodzakelijk is om de ver-5 grendeling te verwezenlijken waarna het geblokkeerde deel weer enigszins kan worden terugbewogen. D.w.z. het geblokkeerde deel is met enige speling geblokkeerd. Daardoor is het bijvoorbeeld bij deuren noodzakelijk tochtstrippen en andere verende delen aan te brengen om klapperen daarvan te voorkomen. Afgezien van het onaangenaam zijn van 10 een dergelijk geluid, is het eveneens gebleken dat door dergelijke wisselbelastingen op den lange duur beschadiging aan hetzij de schoot, hetzij de kom veroorzaken.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 2919152 is een blokkeerinrich-ting volgens de aanhef van conclusie 1 bekend. Daarbij grijpt een 15 aangrijporgaan met zijn tandachtige uitsteeksels aan op een wigorgaan dat lineair verplaatsbaar langs een geleiding aangebracht is. Hoewel met een dergelijke inrichting een optimale klemkracht verwezenlijkt kan worden bestaat het probleem dat openen tegen een aanzienlijke kracht in, zoals bijvoorbeeld van een tochtstrip of beveiligingsmidde-20 len van bijvoorbeeld een deur of raam bijzonder moeilijk is. Daardoor is het noodzakelijk de bediening van het wigorgaan zwaar uit te voeren.

Het doel van de onderhavige uitvinding is een blokkeerinrichting te voorzien, die deze nadelen niet heeft, d.w.z. enerzijds na het 25 grendelen geen teruggaande beweging meer kent en waarbij anderzijds de bedieningsmiddelen niet aan de blokkeerkracht onderworpen worden, zodat een eenvoudiger bediening mogelijk is.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven blokkeerinrichting verwezenlijkt doordat het grendelstelsel omvat een wentellichaam aan-30 gebracht tussen het wigorgaan en het aangrijporgaan, en dat het aan-grijporgaan voorzien is van tenminste een opname voor het wentelor-gaan.

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag tussen het wigorgaan en het aangrijporgaan een wentelorgaan aan te brengen. Boven-35 dien wordt dit wentelorgaan opgesloten in bijzondere uitsparingen aangebracht in het aangrijporgaan.

Zelfs indien een aanzienlijke kracht in de zin van het deblokkeren uitgeoefend wordt op het aangrijporgaan is het mogelijk met een 1001180 3 verhoudingsgewijs geringe kracht het wigorgaan te verplaatsen om zo in ontgrendeling te voorzien.

Opmerkt wordt dat uit het Amerikaanse octrooischrift 2864636 een constructie bekend is waarbij een wentelorgaan toegepast wordt. Dit 5 wentelorgaan voorziet in een vastwiggend effect. In tegenstelling tot het hierboven beschrevene steunt dit enerzijds af op een vast oppervlak en anderzijds op een hulpstang die op een gecompliceerde wijze het aangrijporgaan bedient.

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag met behulp van 10 een, tussen een klemoppervlak van het aangrijporgaan en een wigopper-vlak geplaatst blokkeerorgaan een vast wiggende beweging uit te voeren. Een dergelijke vastwigbeweging kan zonder noemenswaardige speling verwezenlijkt worden, terwijl het anderzijds bijzonder eenvoudig mogelijk is het vastwiggende effect ongedaan te maken. Door bediening van 15 het wigorgaan kan de blokkering teniet worden gedaan. Bediening van dit wigorgaan vindt vanwege de aanwezigheid van het wigoppervlak plaats in een richting die anders is dan de richting waarop de krachten werken bij het trachten het blokkeren ongedaan te maken. D.w.z. dat de bediening verhoudingsgewijs weinig kracht vergt en op lichte 20 wijze is uit te voeren, waardoor bij elektrische (afstand)bediening het systeem aanzienlijk eenvoudiger kan worden uitgevoerd. Dit betekent dat bij de hierboven genoemde sloten kan worden volstaan met een batterij.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding 25 omvat het blokkeerorgaan een blokkeerrol en het klemoppervlak een met de vorm van de rol overeenkomende uitsparing. Door verdraaiing van het klemorgaan wordt de rol heen en weer bewogen en komt in aangrijping resp. uit aangrijping met het wigoppervlak. Bij het uit aangrijping komen kan het aangrijporgaan vanzelfsprekend vrij bewegen. Bij het in 30 aangrijping komen met het wigoppervlak klemt de blokkeerrol zich vast tussen het klemoppervlak van het aangrijporgaan en het wigoppervlak van het wigorgaan, waardoor verdere draaiing van het aangrijporgaan kan worden voorkomen. Dit effect kan nog worden bevorderd indien een aanslag aanwezig is, welke de beweging van het blokkeerorgaan in de 35 zin van het blokkeren beperkt. Daardoor wordt enerzijds gewaarborgd, dat voldoende vastwiggende werking van het blokkeerorgaan verkregen wordt en anderzijds gewaarborgd, dat eenvoudig bedienen van het wigorgaan mogelijk is om het wigoppervlak weg van het blokkeerorgaan te 1 0 0 1 1 8 0 4 bewegen, volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering zijn middelen, zoals veren, aanwezig om het blokkeerorgaan in de blokkeerstand te drijven. Het wigorgaan is bij voorkeur verschuifbaar aangebracht. Door de bedieningsmiddelen kan het wigorgaan uit aangrijping met het 5 blokkeerorgaan worden bewogen. Daarbij zijn vanzelfsprekend de richting van het verschuiven, de hellingshoek van het wigoppervlak en de gedaante van het blokkeerorgaan zodanig op elkaar afgestemd, dat bij het vastwiggen van het wigoppervlak door het blokkeerorgaan geen verplaatsing van het wigorgaan kan plaatsvinden.

10 De bedieningsmiddelen voor het ontgrendelen van het wigorgaan, d.w.z. het bewegen van het wigorgaan uit de bewegingsbaan van het blokkeerorgaan, kunnen bovendien middelen omvatten voor het drijven van het wigorgaan in de bewegingsbaan van het blokkeerorgaan. Daardoor wordt in een positieve beweging voorzien, d.w.z. slechts bij het be-15 dienen van de bedieningsmiddelen wordt de blokkering vrijgegeven.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering is het aan-grijporgaan voorzien van middelen voor het opnemen van het te blokkeren deel. Dit kan een opname zijn die aangepast is aan de gedaante van het op te nemen deel, zoals een schoot. Het aangrijporgaan kan zowel 20 worden uitgevoerd als een voortdurend draaibaar wiel en heeft in dat geval een veelheid van middelen voor het te blokkeren deel, hetzij zijn uitgevoerd als een heen en weer beweegbare pal. In dat geval is slechts een opname aanwezig. Een voorbeeld voor de laatste constructie bij de toepassing in sloten wordt gevormd door automobielsloten.

25 Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering kunnen verdere blokkeermiddelen aanwezig zijn om het aangrijporgaan in een richting tegenovergesteld aan de blokkeerrichting van de zojuist beschreven blokkeerinrichting te blokkeren. D.w.z. met dergelijke verdere blokkeermiddelen wordt het mogelijk een te blokkeren deel in twee rich-30 tingen vast te houden.

De hierboven beschreven blokkeerinrichting is bijzonder geschikt voor toepassing bij sloten. Vanzelfsprekend is de uitvinding niet hiertoe beperkt en kan deze voor alle andere blokkeerinrichtingen die in de stand der techniek worden toegepast worden gebruikt.

35 In de blokkeerstand kan het wentelorgaan resp. de rol of kogel zich tegen een hellend oppervlak bevinden of daarover verplaatst zijn en op een oppervlak rusten zonder hellen. Die laatste uitvoering vereist een grote bewerkingsnauwkeurigheid met betrekking tot het in 1001180 5 hoogte op elkaar afstemmen van de uitsparing van het aangrijporgaan, de diameter van de rol en de "dikte" van het wigorgaan maar maakt anderzijds een minder kritische bediening van het wigorgaan mogelijk.

Om de constructie zo licht mogelijk uit te voeren verdient het de 5 voorkeur een frame aan te brengen waarin de aan belasting onderworpen onderdelen opgenomen zijn. Dat wil zeggen, tenminste het aangrijporgaan en het wigorgaan zijn in een dergelijk frame opgenomen dat verhoudingsgewijs zwaar uitgevoerd dient te zijn terwijl het overige deel van een blokkeerinrichting of slot verhoudingsgewijs licht uitgevoerd 10 kan zijn.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van twee uitvoeringsvoor-beelden verduidelijkt worden, die in de bijgaande tekeningen zijn afgebeeld. Daarin tonen:

Fig. 1 een opengewerkt aanzicht van een komconstructie voor een 15 deurslot bij het naar binnen bewegen van de schoot;

Fig. 2 de inrichting volgens fig. 1 in geblokkeerde toestand van de schoot;

Fig. 3 de constructie volgens fig. 1 en 2, maar bij vrijgegeven naar buiten bewegende schoot, 20 Fig. 4 een perspectivisch aanzicht van de inrichting volgens fig.

1-3 in opengewerkte toestand;

Fig. 5 een verdere uitvoering van de uitvinding in vergrendelde toestand; en fig. 6 de uitvoering volgens fig. 5 in ontgrendelde toestand.

25 In fig. 1-3 is een eerste voorkeursuitvoering van de blokkeerin richting volgens de uitvinding in zijn geheel met 1 aangegeven. Deze blokkeerinrichting bestaat uit een wigdeel 2, een blokkeerrol 3 en een aangrijpwiel 4. Wigdeel 2 is voorzien van een wigoppervlak 5. In huis 15 van de blokkeerinrichting is een aanslag 6 opgenomen. Aangrijpwiel 30 4 is voorzien van een cirkelboogvormige uitsparingen 8 waarvan de gedaante overeenkomt met de buitenomtrek van de blokkeerrol 3. Eveneens is een aantal opnames 12 aangebracht voor het ontvangen van een schoot 14 van een niet nader afgebeeld slot. Met 10 is een bedienings-stang aangegeven voor wigdeel 2, die verbonden is met een spoel 16.

35 Eveneens is een veer 11 aangebracht om bij het niet bekrachtigen van spoel 16 wigdeel 2 in de in fig. 1 afgebeelde positie te drijven. Een blokkeerarm 13 is aanwezig die met behulp van spoel 17 bediend wordt en door middel van een veer 18 in opname 12 voor de schoot gedreven 1001180 6 wordt.

De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt:

In de in fig. 1 afgebeelde positie wordt spoel 17 bediend in de zin van het niet werkzaam zijn van blokkeerarm 13 d.w.z. dat aangrijp-5 wiel 4 vrij linksom kan draaien. Spoel 16 wordt niet bediend. Bij het in de richting van pijl 20 in fig. 1 bewegen van een schoot zal deze het aangrijpwiel 4 linksom draaien. Een dergelijke draaiing linksom wordt zoals hierboven beschreven niet belemmerd door vrijgegeven blokkeerarm 13 en bij het linksom draaien zal blokkeerrol 3 tegen veer 9 10 bewogen worden. Bij een dergelijke beweging rolt blokkeerrol 3 langs wigoppervlak 5 af. Vervolgens komt schoot 14 in de in fig. 2 afgebeelde positie. Verder bewegen wordt voorkomen doordat blokkeerarm 13 in een opname 12 valt. Tijdens beweging van de schoot 14 is bediening van spoel 17 niet noodzakelijk omdat blokkeerarm 13 langs de omtrek van 15 aangrijpwiel 4 beweegt. In de positie van fig. 2 is beweging rechtsom van aangrijpwiel, d.w.z. het ontgrendelen van schoot 14, niet mogelijk door de blokkeerinrichting volgens de uitvinding. Immers bij het rechtsom bewegen van aangrijpwiel 4 zal blokkeerrol 3, die inmiddels door de aanwezigheid van de volgende uitsparing 8 is terugbewogen naar 20 de onder invloed van veer 9 in de in fig. 2 afgebeelde positie naar beneden en naar links worden gedrukt. Beweging naar links is slechts in beperkte mate mogelijk door de aanwezigheid van aanslag 6. Beweging naar beneden wordt belemmerd door het wigoppervlak 5. Deze kracht wordt opgenomen door rol 19, die wigdeel 2 draagt. Deze kracht werkt 25 niet in op de bedieningsstang 10 van wigdeel 2.

Indien vervolgens ontgrendelen gewenst is, moet spoel 16 bediend worden waardoor bedieningsstang 10 in fig. 3 naar links beweegt. Het is bij een dergelijke door spoel 16 opgewekte beweging niet van belang of al dan niet een kracht op blokkeerrol 13 uitgeoefend wordt in de 30 zin van het vrijgeven van schoot 14. Dit betekent dat spoel 16 verhoudingsgewijs licht kan worden uitgevoerd. Het is daarbij niet noodzakelijk spoel 17 te bedienen door het nokoppervlak waarlangs deze beweegt. Blokkeerarm 13 werkt slechts in de zin van het belemmeren van draaiing linksom van aangrijpwiel 2.

35 De hier afgebeelde schoot kan een schoot zijn van zowel een draaideur als een schuifdeur. In fig. 4 is een en ander perspectivisch nader verduidelijkt. In dit figuur is eveneens gestippeld een steun-frame 50 aangegeven. Daarin is het aangrijpwiel 4 draaibaar gelagerd 1001180 7 alsmede wig 2 verschuifbaar gelagerd en wordt rol 3 daartussen opgesloten. Slechts deze onderdelen dienen verhoudingsgewijs stevig uitgevoerd te zijn terwijl de overige delen van de inrichting volgens de uitvinding verhoudingsgewijs licht uitgevoerd kunnen worden.

5 In fig. 5 en 6 is een verdere uitvoering van de uitvinding afgeheeld. Daarbij is het aangrijporgaan als pal 25 uitgevoerd. De schoot is hier een pen aangegeven met 24. Op de hierboven beschreven wijze is het mogelijk pal 25 tussen twee posities te bewegen. Hierbij is geen blokkeerarm 13 aanwezig hetgeen in de meeste gevallen ook niet 10 noodzakelijk zal zijn. De in fig. 5 en 6 getoonde constructie is in het bijzonder geschikt voor automobielsloten. Steunrol 19 is aanwezig om de verplaatsing van wigdeel 2 te optimaliseren en eveneens om door blokkeerrol 3 uitgeoefende krachten in verticale richting te kunnen opnemen.

15 Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuit voering is beschreven, moet begrepen worden dat daaraan talrijke wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken. Zo is het mogelijk de hierboven beschreven blokkeerinrichting voor andere doeleinden te gebruiken en 20 dienovereenkomstig uit te voeren. Eveneens is het mogelijk wijzigingen in de hier getoonde constructie aan te brengen. Zo kan men de blokkeerrol als blokkeerkogel of ander blokkeerdeel uitvoeren. Bovendien is het mogelijk het hellend oppervlak 5 zo lang en zo aanzienlijk stijgend uit te voeren dat rol 3 nooit voorbij de einden daarvan komt. 25 1001180

Claims (10)

1. Blokkeerinrichting (1) omvattende een roteerbaar aangrijpor-gaan (4, 25) voorzien van middelen voor aangrijping met het te blokkeren deel, voorzien een omtreksoppervlak omvattende een hellend deel 5 voor klemmende aangrijping met een grendelstelsel (2, 3), welke gren-delstelsel omvat een transleerbaar wigorgaan (2) met tenminste een hellend wigoppervlak, met het kenmerk, dat het grendelstelsel omvat een wentellichaam (3) aangebracht tussen het wigorgaan en het aan-grijporgaan (8), en dat het aangrijporgaan voorzien is van tenminste 10 een opname voor het wentelorgaan.

2. Blokkeerinrichting volgens conclusie 1, waarbij het wentelorgaan een blokkeerrol (3) is en het omtreksoppervlak van het aangrijporgaan een met een deel van de vorm van de rol overeenkomende uitsparing (8) omvat.

3. Blokkeerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij middelen (9) aanwezig zijn om het wentelorgaan in de blokkeer-stand te drijven.

4. Blokkeerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het wigorgaan voor het ontgrendelen van bedieningsmiddelen is 20 voorzien.

5. Blokkeerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het aangrijporgaan aan de zijde tegenover het klemoppervlak van middelen (12) is voorzien voor het te blokkeren deel (14).

6. Blokkeerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, 25 waarbij het aangrijporgaan een wiel (4) is en voorzien is van een veelheid van middelen (12) voor het te blokkeren deel.

7. Blokkeerinrichting volgens een van de conclusies 1-5, waarbij het aangrijporgaan een pal (25) is.

8. Blokkeerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, 30 waarbij verdere blokkeermiddelen (13) aanwezig zijn om het aangrijporgaan in een richting tegenovergesteld aan die volgens een van de voorgaande conclusies te blokkeren.

9. Blokkeerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een frame (50) waarin het wigorgaan en het aangrijporgaan 35 verplaatsbaar bevestigd zijn.

10. Blokkeerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het wigorgaan van steunmiddelen (19) voorzien is. "kickicir 1001180