NL1001119C2 - Verpakking met sluitstuk. - Google Patents

Description

Titel: Verpakking met sluitstuk

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking omvattende een omhulling met een opening, een beweeglijk aan de omhulling bevestigde flap en een met de flap verbonden flexibel velvormig plakstuk, dat een van een plakmiddel 5 voorzien, vrij van de flap gelegen deelstuk omvat, waarbij de opening kan worden afgesloten door de flap althans gedeeltelijk over de opening te plaatsen en het deelstuk vervolgens aan de omhulling vast te plakken, waarbij de verpakking weer hersluitbaar kan worden geopend door het 10 plakstuk los te trekken van de omhulling.

Dergelijke verpakkingen zijn op zich bekend en worden veelvuldig toegepast als bijvoorbeeld een tabakspouche of als een verpakking voor papieren zakdoekjes.

De omhulling en de flap zijn veelal uit hetzelfde 15 materiaal vervaardigd zoals bijvoorbeeld plastic. Ook zijn omhulling en flap veelal uit een en hetzelfde vel vervaardigd.

De verpakking is bedoeld om op eenvoudige wijze veelvuldig te kunnen worden gesloten en geopend. Een probleem 20 dat zich hierbij voordoet is, dat het plakstuk na verloop van tijd niet goed meer aan de omhulling wil plakken. Dit heeft tot gevolg, dat de verpakking ongewenst open gaat zodat bijvoorbeeld in geval van een tabakspouche, tabak uit de verpakking vrij komt en verloren gaat. Ook kan hierdoor de 25 inhoud van de verpakking vervuilen door vuil uit de omgeving. Verder, zal bij een geopende zak het vochtgehalte van de tabak afnemen en zal de tabak uitdrogen. Het probleem wordt onder meer veroorzaakt door vervuiling van de laag plakmiddel op het plakstuk. Deze vervuiling kan ontstaan door stof, maar 30 ook door de inhoud van de verpakking zelf, zoals bijvoorbeeld tabak. Ook kan het plakmiddel onder invloed van de atmosfeer J001 1 19 2 onderhevig zijn aan uitdrogingsverschijnselen, waardoor de plakkende eigenschappen ervan afnemen.

De uitvinding beoogt aan dit probleem tegemoet te komen en heeft als kenmerk, dat de verpakking is voorzien van 5 tenminste twee flexibele velvormige plakstukken, die ieder aan tenminste een zijde van het plakmiddel zijn voorzien en die met behulp van het plakmiddel losmaakbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij een eerste plakstuk van de genoemde tenminste twee plakstukken, in gebruik, aan de omhulling kan 10 worden geplakt voor het sluiten van de verpakking en weer kan worden losgetrokken voor het openen van de verpakking en waarbij het eerste plakstuk kan worden losgetrokken van een tweede plakstuk van de genoemde tenminste twee plakstukken om van de verpakking te worden verwijderd zodat, in gebruik, de 15 verpakking kan worden gesloten door het tweede plakstuk aan de omhulling vast te plakken en weer kan worden geopend door het tweede plakstuk van de omhulling los te trekken.

Overeenkomstig de uitvinding kan het eerste plakstuk worden verwijderd van het tweede plakstuk wanneer het eerste 20 plakstuk niet goed meer wil plakken. Door het verwijderen van het eerste plakstuk komt het plakmiddel van het tweede plakstuk bloot te liggen en kan de verpakking worden gesloten door de flap over de opening te plaatsen en het tweede plakstuk losmaakbaar aan de omhulling vast te plakken.

25 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:

Figuur 1 een vooraanzicht van een bekende verpakking in de vorm van een tabakspouche in gesloten toestand;

Figuur 2 de verpakking van figuur l in geopende 30 toestand;

Figuur 3 een zijaanzicht van de verpakking van figuur 1 in geopende toestand; 1001119 3

Figuur 4 een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding in geopende toestand;

Figuur 5 een zijaanzicht van de verpakking volgens 5 figuur 4 waarbij een plakstuk is verwijderd;

Figuur 6 een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding in geopende toestand;

Figuur 7 een zijaanzicht van een derde uitvoeringsvorm 10 van een verpakking volgens de uitvinding in geopende toestand;

Figuur 8 een zijaanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding in geopende toestand; 15 Figuur 9 een vooraanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding in gesloten toestand;

Figuur 10 een vooraanzicht van een zesde uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding in gesloten 20 toestand;

Figuur 11 een vooraanzicht van een zevende uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding in gesloten toestand.

In figuur 1 is met referentienummer 1 een op zich 25 bekende verpakking zoals bijvoorbeeld een tabakspouche aangegeven. De verpakking omvat een flexibele omhulling 2, die in dit voorbeeld uit een plastic velvormig materiaal is samengesteld. De omhulling is zakvormig uitgevoerd en omvat aan zijn bovenzijde een opening 4. Voorts omvat de verpakking 30 1 een aan de omhulling bevestigde flap 6 die in dit voorbeeld van hetzelfde materiaal is vervaardigd als de omhulling 2. In het bijzonder is in dit voorbeeld de flap 6 uit hetzelfde velvormige materiaal vervaardigd als de omhulling 2.

1001119 4

De verpakking is voorts nog voorzien van een met de flap 6 verbonden flexibel velvormig plakstuk 8, dat een van een plakmiddel 10 (gestippeld getoond in figuur 3) voorzien, vrij van de flap gelegen deelstuk 12 omvat. Het plakmiddel 10 5 strekt zich in dit voorbeeld over de gehele lengte van de onderzijde van het plakstuk uit. Het plakstuk 8 is met behulp van het plakmiddel 10 aan een buitenzijde van de flap 6 bevestigd. Nabij een vrij uiteinde van het plakstuk 8 is het plakstuk nog voorzien van een afdekstrip 14. in gesloten 10 toestand, zoals in figuur 1 getoond is de flap over de opening 4 heengevouwen en is het deelstuk 12 van het plakstuk 8 aan de buitenzijde van de omhulling 2 vastgeplakt. De afdekstrip 14 is aan zijn buitenzijde niet voorzien van een plakmiddel en zal derhalve niet aan de omhulling 2 zijn 15 vastgeplakt. Een gebruiker kan derhalve de verpakking 1 gemakkelijk openen door het plakstuk 8 nabi; de afdekstrip 14 vast te pakken om deze vervolgens los te trekken van de omhulling 2. In dat geval kan de flap 6 omhoog worden bewogen zoals in figuur 2 is getoond. De opening 4 komt nu vrij te 20 liggen en de gebruiker kan in de verpakking 1 opgeslagen waren, zoals bijvoorbeeld tabak uit de verpakking nemen. Hierna kan de verpakking weer worden gesloten zoals in figuur 1 is getoond. Het nadeel van de bekende verpakking is, dat na verloop van tijd het plakstuk 8 niet meer wil plakken. Dit 25 wordt onder meer veroorzaakt door vervuiling van het plakmiddel 10 dat zich op het deelstuk 12 bevindt. Deze vervuiling vindt met name plaats wanneer de verpakking 1 zich in zijn geopende toestand bevindt, zoals in figuur 2 wordt getoond. In dat geval kan het plakmiddel 10 worden vervuild 30 · door materiaal uit de omgeving van de verpakking 1. Het is echter eveneens mogelijk dat het plakmiddel 10 wordt vervuild door de inhoud van de verpakking zelf, zoals bijvoorbeeld tabak.

1001119 5

In figuur 4 is een zijaanzicht van een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding getoond, die aan het genoemde probleem tegemoet komt. in de hierna volgende te bespreken figuren zijn onderdelen die 5 overeenkomen met de onderdelen volgens de figuur 1, 2 en 3 van dezelfde referentienummers voorzien.

De verpakking volgens figuur 4 is voorzien van in dit voorbeeld vijf plakstukken 8.1 - 8.5, die ieder aan hun onderzijde zijn voorzien van een plakmiddel 10.1 - 10.5.

10 Ieder plakmiddel strekt zich in dit voorbeeld langs de gehele onderzijde van een plakstuk uit. Ieder plakstuk 8.i is nabij zijn vrije uiteinde aan de onderzijde voorzien van een afdekstrip 14.i (i = 1, 2,..5). In dit voorbeeld is het bovenste plakstuk 8.5 langer dan de overige plakstukken en is 15 nabij een einde dat tegenover het vrije uiteinde is gelegen waar zich de plakstrip bevindt met een buitenzijde 16 van flap 6 verbonden, in dit geval is de verbinding tussen het plakstuk 8.5 en flap 6 met behulp van het plakmiddel 10.5 tot stand gebracht. Overeenkomstig de uitvinding kan de 20 verpakking volgens figuur 4 worden gesloten door de onderzijde van het plakstuk 8.1 met behulp van het plakmiddel 10.1 aan een buitenzijde 18 van de omhulling 2 vast te plakken, in gesloten toestand zal de verpakking volgens figuur 4 een zelfde aanzicht hebben als de verpakking volgens 25 figuur 1 omdat de plakstukken een zelfde breedte b hebben en omdat de vrije uiteinden 20.1 tot 20.5 ongeveer op een lijn liggen. De verpakking volgens figuur 4 kan op eenvoudige wijze worden geopend, doordat, dankzij de afdekstrip 14.1 een gedeelte van het plakstuk 8.1 niet aan de omhulling 2 zal 30 zijn vastgeplakt. Een gebruiker kan dit gedeelte vastpakken om vervolgens het plakstuk 8.1 los te trekken van de omhulling en de flap te openen.

Indien de kwaliteit van het plakmiddel 10.1 afneemt om redenen zoals onder meer hiervoor omschreven kan een 10 0 1119 6 gebruiker her plakstuk 8.1 lostrekken van het plakstuk 8.2.

In dat geval ontstaat een situatie zoals in figuuur 5 getoond. Plakmiddel 10.2 van het plakstuk 8.2 komt vrij te liggen en kan dienovereenkomstig worden gebruikt voor het 5 sluiten van de verpakking. Opgemerkt wordt dat plakmiddel 10.2 overeenkomstig de uitvinding meerdere functies heeft. In eerste instantie diende het plakmiddel 10.2 om het plakstuk 8.1 aan het plakstuk 8.2 te bevestigen. Voorts dient het plakmiddel 10.2 om de afdekstrip 14.2 aan het plakstuk 8.2 te 10 bevestigen. Nadat het eerste plakstuk 8.1 is verwijderd dient het plakmiddel 10.2 om het plakstuk 8.2 aan de buitenzijde 18 van de omhulling 2 te bevestigen voer het sluiten van de verpakking. De afdekstrip 14.2 heeft thans de functie om de verpakking weer gemakkelijk te kunnen openen. Indien het 15 plakstuk 8.2 niet goed meer wil plakken kan deze worden verwijderd, zoals dat in relatie met plakstuk 8.1 is omschreven. Hierna kan de verpakking worden gesloten met behulp van plakstuk 8.3. Op deze wijze kunnen successievelijk alle plakstukken 8.1 tot 8.4 worden verwijderd.

20 Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat het natuurlijk eveneens mogelijk is dat de plakstukken 8.1 - 8.4 aan beide zijden zijn voorzien van een plakmiddel. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan dubbelzijdig plakband. Bij voorkeur is het plakstuk 8.5 in dit voorbeeld van een iets 25 dikker materiaal vervaardigd dan de overige plakstukken. Het plakstuk 10.5 dient hier immers als basisstuk die alle andere plakstukken draagt. In dit voorbeeld is het plakstuk 8.5 aan zijn onderzijde eveneens voorzien van een plakmiddel 10.5.

Het is echter eveneens denkbaar dat het plakstuk 8.5 aan zijn 30 onderzijde niet is voorzien van een plakmiddel 10.5. In dat geval zal het plakstuk 10.4 het laatste piekstuk zijn dat kan worden gebruikt voor het sluiten van de verpakking. Het plakstuk 8.4 is dan aan beide zijden voorzien van een 1001119 7 plakmiddel. Natuurlijk bevindt zich wel een plakmiddel tussen het plakstuk 10.5 en de flap 6.

In figuur 6 is een tweede uitvoeringsvorm getoond van een verpakking overeenkomstig de uitvinding. Hierbij is het 5 basisstuk 8.5 aan de binnenzijde 22 van de flap 6 bevestigd. Een voordeel is dat eventuele tekst, die staat afgebeeld op de buitenzijde 16 van de flap 6 niet door het basisstuk 8.5 zal worden afgedekt. Het basisstuk 8.5 is in dit voorbeeld met behulp van een plakmiddel 24 aan de flap 6 bevestigd. De 10 werking van de plakstukken 8.1 - 8.4 en het basisstuk 8.5 is geheel gelijk als is omschreven volgens figuur 4 en 5 en zal hier dan ook niet nader worden toegelicht. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat het basisstuk 8.5 desgewenst eveneens als plakstuk kan fungeren wanneer deze aan zijn 15 onderzijde is voorzien van een plakmiddel 10.5 (zie figuur 6). Het is echter eveneens mogelijk dat het plakstuk 8.4 het laatste plakstuk is dat kan worden gebruikt voor het sluiten van de verpakking. In dat geval zal het plakstuk 8.4 aan weerszijden zijn voorzien van een plakmiddel.

20 In figuur 7 is een derde mogelijke uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding getoond. Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 7 zijn alle plakstukken 8.1 tot 8.5 identiek. Ze zijn dus allemaal even lang en allemaal even breed. Dit brengt bij de vervaardiging van de verpakking een 25 economisch voordeel met zich mee. Het plakstuk 8.5 is hierbij wederom aan de binnenzijde 22 van de flap 6 bevestigd. Het gebruik van de verpakking volgens figuur 7 is geheel analoog aan het gebruik van de verpakking volgens figuur 6.

In figuur 8 is een vierde mogelijke uitvoeringsvorm van 30 de verpakking volgens de uitvinding getoond. Ook hierbij hebben, zoals bij figuur 7, de plakstukken 8.1 - 8.5 allemaal ongeveer dezelfde lengte en dezelfde breedte. De plakstukken 8.1 - 8.5 zijn echter dusdanig op elkaar gestapeld, dat de vrije uiteinden 20.1 - 20.5 dakpansgewijs zijr. gestapeld.

1001119 8

Hiermee is het mogelijk gemaakt, dat het bovenste plakstuk 10.5 aan de buitenzijde 16 van de flap 6 is bevestigd. Het dakpansgewijs stapelen van de plakstukken en de afdekstrippen 14.1 - 14.5 geeft daarnaast een aantrekkelijk decoratief 5 effect. Ook is het voor een gebruiker bijzonder gemakkelijk een afgewerkt plakstuk van een daarboven gelegen plakstuk los te trekken. Het onderste plakstuk (in figuur 8) 8.1 steekt immers iets onder het daarboven gelegen plakstuk uit en kan derhalve gemakkelijk door een gebruiker worden vastgepakt om 10 te worden losgetrokken.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de bovengeschetste uitvoeringsvormen. Zo kunnen zowel verpakkingen worden vervaardigd met meer en met minder dan 5 plakstukken. Wel is overeenkomstig de uitvinding iedere 15 verpakking voorzien van tenminste 2 aan elkaar bevestigde plakstukken.

De hiervoor omschreven afdekstrippen 14.1 - 14.5 kunnen voorts bijvoorbeeld een van elkaar verschillende kleur hebben. In het bijzonder bij de uitvoeringsvorm volgens 20 figuur 8 kan dit een aantrekkelijk decoratief effect met zich brengen. Ook kunnen de afdekstrippen een van elkaar verschillende afmeting en/of vorm hebben. Een voorbeeld hiervan is getoond in figuur 9, waarin de afdekstrip 14.5 in een punt toeloopt terwijl de afdekstrip 14.4 een rond 25 verlopend vrij uiteinde heeft. Daarnaast is de afdekstrip 14.5 breder uitgevoerd dan de afdekstrip 14.4. Ook deze variaties brengen een decoratief effect mee en vergemakkelijken voor de gebruiker het verwijderen van een onderste plakstuk van een daarboven gelegen plakstuk. Wat 30 voor de afdekstrippen geldt, geldt eveneens voor de plakstukken. Met andere woorden ook een aantal plakstukken kunnen een van elkaar verschillende kleur hebben. Daarnaast is het mogelijk dat een aantal plakstukken van elkaar verschillende vormen en/of afmetingen hebben. Ook is het 1001119 9 mogelijk dat de plakstukken niet recht maar enigszins in zijdelingse richting versprongen ten opzichte van elkaar zijn gestapeld. Een aanzicht van een verpakking met een dergelijke stapel plakstukken is getoond in figuur 10. Het is natuurlijk 5 eveneens mogelijk de flap 6 van een verpakking te voorzien van twee stapels plakstukken 8.1 - 8.5 en 8.1' - 8.5’ zoals getoond in figuur ll.

De verpakking kan bijvoorbeeld worden toegepast voor een tabakspouche, ook kunnen papierenzakdoekjes met behulp van 10 een verpakking volgens de uitvinding worden verpakt. Andere toepassingen zoals het verpakken van koffie, suiker en dergelijke behoren eveneens tot de mogelijkheden. Deze varianten worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

15 1001119

Claims (13)

1. Verpakking omvattende een omhulling met een opening, een beweeglijk aan de omhulling bevestigde flap en een met de flap verbonden flexibel velvormig plakstuk dat een van een plakmiddel voorzien, vrij van de flap gelegen deelstuk omvat 5 waarbij de opening kan worden afgesloten door de flap althans gedeeltelijk over de opening te plaatsen en het deelstuk vervolgens aan de omhulling vast te plakken, waarbij de verpakking weer hersluitbaar kan worden geopend door het plakstuk los te trekken van de omhulling, met het kenmerk, 10 dat de verpakking is voorzien van tenminste twee flexibele velvormig plakstukken die ieder aan tenminste een zijde van het plakmiddel zijn voorzien en die met behulp van het plakmiddel losmaakbaar met elkaar zijn verbonden waarbij een eerste plakstuk van de genoemde tenminste twee plakstukken, 15 in gebruik, aan de omhulling kan worden geplakt voor het sluiten van de verpakking en weer kan worden losgetrokken voor het openen van de verpakking en waarbij het eerste plakstuk kan worden losgetrokken van een tweede plakstuk van de genoemde tenminste twee plakstukken om van de verpakking 20 te worden verwijderd zodat, in gebruik, de verpakking kan worden gesloten door het tweede plakstuk aan de omhulling vast te plakken en weer kan worden geopend door het tweede plakstuk van de omhulling los te trekken.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 25 althans een deel van het plakmiddel van het tweede plakstuk met behulp waarvan het eerste en tweede plakstuk losmaakbaar met elkaar zijn verbonden pas vrij komt te liggen wanneer het eerste plakstuk van het tweede plakstuk is verwijderd en waarbij het genoemde deel van het plakmiddel vervolgens kan 30 worden gebruikt voor het plakken van het tweede plakstuk aan de omhulling. 1001119

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verpakking is voorzien van tenminste drie flexibele velvormige plakstukken die op elkaar zijn gestapeld en met behulp van het plakmiddel losmaakbaar met elkaar zijn 5 verbonden waarbij een bovenste plakstuk van de stapel plakstukken aan de flap is bevestigd en waarbij een onderste plakstuk van de stapel in gebruik aan de omhulling kan worden geplakt voor het sluiten van de verpakking.

4. Verpakking volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 10 tenminste een plakstuk nabij zijn vrije uiteinde is voorzien van een afdekstrip voor het afdekken van het plakmiddel.

5. Verpakking volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een aantal plakstukken zijn voorzien van afdekstrippen, die een van elkaar verschillende vorm en/of afmetingen hebben.

6. Verpakking volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat een aantal plakstukken zijn voorzien van afdekstrippen, die een van elkaar verschillende kleur hebben.

7. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aantal plakstukken van elkaar 20 verschillende vormen en/of afmetingen hebben.

8. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aantal plakstukken een van elkaar verschillende kleur hebben.

9. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat een aantal plakstukken stripvormig zijn uitgevoerd.

10. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plakstuk dat aan de flap is bevestigd bestaat uit een minder flexibel materiaal dan de overige 30 plakstukken.

11. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plakstuk dat aan de flap is bevestigd aan een buitenzijde van de flap is bevestigd. 1001119

12. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plakstuk dat aan de flap is bevestigd aan een binnenzijde van de flap is bevestigd.

13. Tabakspouche bestaande uit een verpakking volgens een 5 der voorgaande conclusies. 1 0 0 1 1 1 9