NL1001029C2 - Inrichting voor het markeren van een door een transporteur voortbewogen eindloze reeks voorwerpen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het markeren van een door een transporteur voortbewogen eindloze reeks voorwerpen

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het markeren van een door een transporteur voortbewogen eindloze reeks voorwerpen.

Voor het uitvoeren van sommige bewerkingen is het 5 noodzakelijk of gemakkelijk dat voorwerpen, die tot een eindloze reeks behoren, van markeringen zijn voorzien, teneinde verschillende voorwerpen van elkaar te kunnen onderscheiden. Een voorbeeld van een dergelijke door een transporteur voortbewogen eindloze reeks voorwerpen is beschreven 10 in de Europese octrooiaanvrage 0.564.025 op naam van aanvraagster. In deze aanvrage wordt een hangtransporteur voor vogels en een synchroon hiermee voortbewegende ingewandentransporteur beschreven. De vogels en de hieruit verwijderde ingewandenpakketten passeren een veterinair inspecteur, die 15 de pakketten met de hierbij behorende vogel inspecteert en aldus kan bepalen of een vogel geschikt is voor consumptie of niet.

Een vergelijkbare inrichting is beschreven in de Europese octrooiaanvrage 0.530.868.

20 Een hierbij optredend probleem is, dat de lijnsnel heid van dergelijke transporteurs in het algemeen zeer hoog is, zodat per tijdseenheid een groot aantal vogels langs de veterinair inspecteur passeert. De werklast van de inspecteur is hierdoor zeer hoog.

25 Derhalve gaat men er vaak toe over, om het aantal ter plaatse van een inspecteur passerende vogels te verlagen.

Dit kan geschieden met behulp van zogenaamde lijnsplitsers, waarvan de Amerikaanse octrooischriften 4.282.633 en 4.689.855 voorbeelden verschaffen. Dergelijke systemen zijn 30 echter niet of nauwelijks toepasbaar op de van grijpers of van bakjes voorziene ingewandentransporteur volgens de Europese octrooiaanvragen 0.530.868 en 0.564.025, te meer daar vogel en ingewandenpakket in één oogopslag door de inspecteur gekeurd moeten kunnen worden en als bij elkaar horend 35 moeten worden herkend.

De uitvinding beoogt thans een inrichting voor het 1001029.

2 markeren van een door een transporteur voortbewogen eindloze reeks voorwerpen te verschaffen, welke op grote schaal toepasbaar is.

De inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt 5 door synchroon met de voorwerpen voortbeweegbare markerings-organen die ter aanduiding van geselecteerde voorwerpen een specifieke eigenschap vertonen. Wanneer een voorwerp passeert, dat is vergezeld van een markeringsorgaan met de specifieke eigenschap, is dit een teken dat het betreffende 10 voorwerp aan een bewerking of dergelijke moet worden onderworpen (of omgekeerd: van een dergelijke bewerking moet worden uitgesloten). In het bovengenoemde voorbeeld kan dit betekenen, dat de veterinair inspecteur slechts die ingewandenpakketten en vogels, die vergezeld zijn van markeringsor-15 ganen met de specifieke eigenschap aan een inspectie onderwerpt . De resterende pakketten kunnen door een andere inspecteur worden geïnspecteerd.

Ten aanzien van de specifieke eigenschap, die de mar-keringsorganen bezitten, bestaan diverse mogelijkheden. Zo 20 is het mogelijk, dat de specifieke eigenschap bestaat uit de aanwezigheid of afwezigheid van een markeringsorgaan bij een voorwerp. In een dergelijk geval zijn niet alle door de transporteur getransporteerde voorwerpen vergezeld van een markeringsorgaan. Slechts bij geselecteerde voorwerpen is 25 een markeringsorgaan aanwezig.

Hierbij is het uitermate handig, wanneer de marke-ringsorganen op een onderlinge afstand zijn geplaatst, die een veelvoud bedraagt van de onderlinge afstand tussen de voorwerpen. Op deze wijze wordt een regelmatige verdeling 30 van de voorwerpen verkregen. Een voorbeeld is, dat de voorwerpen om en om wel en niet vergezeld zijn van een markeringsorgaan. Opnieuw verwijzend naar het eerder genoemde voorbeeld, betekent dit dat een eerste veterinair inspecteur slechts de van een markeringsorgaan vergezelde vogels en 35 pakketten inspecteert, terwijl een tweede veterinair inspecteur slechts de niet van een markeringsorgaan vergezelde pakketten inspecteert.

Een andere mogelijkheid omvat, dat de specifieke eigenschap bestaat uit de positie, waarin een markeringsorgaan 1001029.

3 zich bevindt. In het bijzonder wordt een uitvoeringsvorm genoemd, waarbij de markeringsorganen beweegbaar zijn tussen een zichtbare en een niet-zichtbare stand. In principe wordt bij een dergelijke uitvoeringsvorm weliswaar elk voorwerp 5 vergezeld van een markeringsorgaan, doch bij sommige voorwerpen zijn de markeringsorganen niet zichtbaar. Op deze wijze kunnen de voorwerpen van elkaar worden onderscheiden.

Constructief is een uitvoeringsvorm denkbaar, waarbij de markeringsorganen samenwerken met naast de transporteur 10 geplaatste geleidingen. Met behulp van de geleidingen kunnen de markeringsorganen naar een zichtbare of niet-zichtbare stand worden bewogen. Zo is het denkbaar, dat ter plaatse van een eerste veterinair inspecteur een eerste groep markeringsorganen samenwerken met geleidingen, zodat ze aldaar de 15 corresponderende voorwerpen markeren. Bij een daaropvolgende tweede veterinaire inspecteur kan een andere groep markeringsorganen door middel van samenwerkende geleidingen zichtbaar worden, zodat de hiermee corresponderende andere voorwerpen worden gemarkeerd. Uiteraard kan dit ook op meer 20 dan twee locaties plaatsvinden. Andere mogelijkheden omvatten, dat de specifieke eigenschap bestaat uit de kleur of uit de vorm van een markeringsorgaan. In beide gevallen kunnen alle voorwerpen vergezeld zijn door markeringsorganen.

Een bijzonder gunstige constructieve uitvoeringsvorm 25 van de inrichting volgens de uitvinding bezit als kenmerk, dat de markeringsorganen zijn bevestigd op een, over ten minste enige afstand synchroon met de transporteur beweegbare, hulptransporteur. Een dergelijke hulptransporteur kan bijvoorbeeld een rond kettingwielen lopende kettingtranspor-30 teur zijn, waarbij de markeringsorganen aan de ketting zijn gemonteerd.

Het gebruiksgemak en de inzetbaarheid van de inrichting wordt aanzienlijk bevorderd, indien de hulptransporteur een zelfstandige eenheid is, die ter verkrijging van de syn-35 chroniteit koppelbaar is met de transporteur. Op een plaats, waar de voorwerpen van een markering moeten worden voorzien, kan de hulptransporteur naast de transporteur worden geplaatst en hiermee worden gekoppeld. Indien de markering van de voorwerpen op deze plaats niet langer vereist is kan de 1 0 0 1 02 9.

4 hulptransporteur worden ontkoppeld en worden verwijderd.

Ten slotte wordt een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding genoemd, volgens welke een aantal opeenvolgende hulptransporteurs is toegepast, waarbij de 5 markeringsorganen die tot een ene hulptransporteur behoren synchroon meebewegen met andere voorwerpen dan de markeringsorganen die tot een andere hulptransporteur behoren.

Als voorbeeld wordt een inrichting genoemd, waarbij een eerste hulptransporteur is voorzien van markeringsorganen, die 10 alle oneven voorwerpen vergezellen, terwijl een vergelijkbare tweede hulptransporteur is voorzien van markeringsorganen, die alle even voorwerpen vergezellen.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een aantal uitvoeringsvormen 15 van de inrichting volgens de uitvinding schematisch is weergegeven .

Fig. 1 toont in zijaanzicht een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 toont in zijaanzicht een tweede uitvoerings-20 vorm van de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 3 toont in zijaanzicht een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 4 toont een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 3 op grotere schaal; 25 Fig. 5 toont een doorsnede volgens de lijn V-V in fig. 3 op grotere schaal, en

Fig. 6 toont een vierde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

De in fig. 1 getoonde inrichting bestaat uit een om 30 twee kettingwielen 1 en 2 lopende ketting 3, waarop markeringsorganen 4 zijn bevestigd. De onderlinge afstand tussen de markeringsorganen 4 komt overeen met een veelvoud (in het onderhavige geval het dubbele) van de afstand tussen voorwerpen 5, die door een door een streeppuntlijn schematisch 35 aangeduide transporteur 6 worden voortbewogen. De voortbewe-gingsrichting van de transporteur 6 en van de ketting 3 is door pijlen aangeduid.

Met 7 is schematisch een verbinding tussen de aandrijving van de transporteur 6 en de aandrijving van de ket- 1 0 0 1 02 9.

5 ting 3 aangeduid, zodanig dat de snelheid van de ketting 3 gelijk is aan de voortbewegingssnelheid van de transporteur 6 en de markeringsorganen 4 synchroon met de voorwerpen 5 bewegen.

5 Met behulp van de in fig. 1 getoonde inrichting wordt elk tweede voorwerp 5 van een markering voorzien.

De ketting 3 met kettingwielen 1, 2 kunnen in totaliteit een zelfstandige hulptransporteur vormen, die eenvoudig aan de transporteur 6 koppelbaar respectievelijk daarvan los 10 koppelbaar is. Op deze wijze kan de inrichting op elke gewenste plaats snel en eenvoudig worden ingezet.

Met behulp van de inrichting volgens de uitvinding kunnen geselecteerde voorwerpen worden gemarkeerd, teneinde bijvoorbeeld aan te geven, dat slechts deze voorwerpen aan 15 een bewerking moeten worden onderworpen.

Bij de in fig. 2 getoonde variant van de inrichting wordt elk voorwerp 5 vergezeld door een synchroon hiermee voortbewegend markeringsorgaan 8. Evenwel geldt thans, dat de markeringsorganen zijn verdeeld in twee groepen met elk 20 een eigen kleur. Dit is aangeduid door arceringen in elk tweede markeringsorgaan 8. Op deze wijze worden de voorwerpen verdeeld in twee geselecteerde groepen, zodat bijvoorbeeld slechts die voorwerpen aan een bewerking worden onderworpen, die vergezeld worden door een markeringsorgaan met 25 een specifieke kleur.

In fig. 3 is een speciale uitvoeringsvorm van de inrichting getoond, waarbij in principe voor elk passerend voorwerp 5 een markeringsorgaan 9 beschikbaar is. Elk markeringsorgaan bezit een volgrol 10 die kan samenwerken met een 30 stationaire geleiding 11. Zoals duidelijk blijkt uit de fig. 4 en 5 zijn de volgrollen 10 van de markeringsorganen 9 echter op verschillende plaatsen aangebracht, zodat de volgrol 10 van het ene markeringsorgaan 9 wel en de volgrol 10 van een volgend markeringsorgaan 9 niet met de stationaire ge-35 leiding ll zal samenwerken. De markeringsorganen 9, waarvan de volgrol 10 samenwerkt met de stationaire geleiding 11 worden naar een stand verzwenkt waarin ze zichtbaar worden. Op deze wijze worden de betreffende voorwerpen gemarkeerd.

De markeringsorganen 9, waarvan de volgrol 10 niet kan aan- 10 01 0 2 9 .

6 grijpen op de stationaire geleiding 11 blijven in een om-laaggezwenkte stand, en blijven hierdoor onzichtbaar.

Vanzelfsprekend kan achter de stationaire geleiding 11 een volgende stationaire geleiding (niet getoond) worden 5 geplaatst die thans samenwerkt met de volgrollen 10 van de markeringsorganen 9, die aanvankelijk niet verzwenkt zijn.

Op deze wijze kan ter plaatse van een dergelijke volgende stationaire geleiding een markering van de andere voorwerpen 5 plaatsvinden.

10 Ten slotte is in fig. 6 een uitvoeringsvariant ge toond, waarbij twee inrichtingen van het in fig. 1 getoonde type achter elkaar zijn geplaatst. De plaatsing is hierbij zodanig gekozen, dat de markeringsorganen 4 die tot de eerste (in de figuur links weergegeven) inrichting behoren syn-15 chroon meebewegen met andere voorwerpen 5 dan de markeringsorganen 4 die tot de andere (in de figuur rechts weergegeven) inrichting behoren. Op deze wijze vindt in combinatie, verdeeld over twee locaties, een bewerking of dergelijke plaats van alle voorwerpen.

20 Uiteraard kunnen ook de andere uitvoeringsvarianten op een dergelijke wijze dubbel, drievoudig etc. worden toe-gepast. Ook diverse combinaties van de verschillende varianten zijn mogelijk.

Behalve de getoonde varianten zijn ook andere oplos-25 singen denkbaar, volgens welke markeringsorganen met een specifieke eigenschap worden toegepast. Hierbij valt onder andere te denken aan markeringsorganen met verschillende vormen.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaan-30 de beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het door de conclusies bepaalde kader van de uitvinding op velerlei wijze kunnen worden gevarieerd.

10 01 0 2 9 .'

Claims (10)

1. Inrichting voor het markeren van een door een transporteur voortbewogen eindloze reeks voorwerpen, gekenmerkt door synchroon met de voorwerpen voortbeweegbare mar-keringsorganen die ter aanduiding van geselecteerde voorwer- 5 pen een specifieke eigenschap vertonen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de specifieke eigenschap bestaat uit de aanwezigheid of afwezigheid van een markeringsorgaan bij een voorwerp.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, 10 dat de markeringsorganen op een onderlinge afstand zijn geplaatst, die een veelvoud bedraagt van de onderlinge afstand tussen de voorwerpen.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de specifieke eigenschap bestaat uit de positie, waarin 15 een markeringsorgaan zich bevindt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de markeringsorganen beweegbaar zijn tussen een zichtbare en een niet-zichtbare stand.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, 20 dat de markeringsorganen samenwerken met naast de transporteur geplaatste geleidingen.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de specifieke eigenschap bestaat uit de kleur van een markeringsorgaan.

8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de specifieke eigenschap bestaat uit de vorm van een markeringsorgaan.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de markeringsorganen zijn bevestigd op 30 een, over ten minste enige afstand synchroon met de transporteur beweegbare, hulptransporteur.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de hulptransporteur een zelfstandige eenheid is, die ter verkrijging van de synchroniteit koppelbaar is met de trans- 35 porteur. . ^ ^ . 11fc Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het 10 01C&l , kenmerk, dat een aantal opeenvolgende hulptransporteurs is toegepast, waarbij de markeringsorganen die tot de ene hulp-transporteur behoren synchroon meebewegen met andere voorwerpen dan de markeringsorganen die tot een andere hulp-5 transporteur behoren. 1001029.