NL1000943C2

NL1000943C2 - Absorptie-element met afrolvouw voor het opnemen van botsenergie, samenstel van een absorptie-element en een bevestigingsorgaan daarvoor, en voertuig voorzien van een absorptie-element.

Info

Publication number: NL1000943C2
Application number: NL1000943A
Authority: NL
Inventors: Kees Houtzager
Original assignee: Reynolds Aluminium Bv
Priority date: 1995-08-07
Filing date: 1995-08-07
Publication date: 1997-02-11

Description

Korte aanduiding: Absorptie-element met afrolvouw voor het opnemen van botsenergie, samenstel van een absorptie-element en een bevestigingsorgaan daarvoor, en voertuig voorzien van een absorptie-element.

5

Beschrijving

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een absorptie-element voor het opnemen van botsenergie, omvattende een buisvormig 10 lichaam met een bevestigingseind, dat is voorzien van een afrolvouw met aan het uiteinde daarvan ten minste één in hoofdzaak loodrecht op de langsas van het buisvormige lichaam staande, naar buiten wijzende bevestigingsflens.

De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een dergelijk 15 absorptie-element toegepast bij bumpers van voertuigen, in het bijzonder van personenwagens.

Bumpersystemen voor personenwagens worden volgens vele botstesten op hun absorptievermogen voor botsenergie getest. Een veel gestelde eis is dat tot aan een bepaalde botskracht of botssnelheid geen be-20 schadiging van de bumperophanging optreedt, en dat tot aan een tweede hogere botskracht of hogere botssnelheid ook geen beschadiging van de langsliggers van het voertuig mag optreden. Dit betekent dat de bumper zelf en/of de bumperophanging de botsenergie tussen deze twee waarden moeten absorberen. De bumper en/of bumperophanging moeten dus zijn 25 voorzien van absorptiemiddelen of absorptie-elementen voor het opnemen van botsenergie. Dergelijke absorptie-elementen kunnen door de bumper zelf worden gevormd, deel uitmaken van de bumperophanging, of door een combinatie van beide worden verschaft. Als voorbeeld van een botstest kan worden genoemd de Duitse "AZT-Versicherungstest". Bij deze test 30 mogen tot een snelheid van 4 km/u geen beschadigingen aan het voertuig, de bumper of de bumperophanging optreden, en tot snelheden van 15 km/u mag geen beschadiging van de langsliggers van het voertuig optreden, terwijl de bumper en bumperophanging dan wel mogen vervormen.

35 Absorptie-elementen voor het opnemen van botsenergie van de aan het begin genoemde soort zijn op zich bekend. Zo is het bekend uit staal een kokervormig profiel met aan één eind een afrolvouw te vormen. In dit profiel is opgenomen een geleidingsorgaan, dat tot taak IOOO943; 2 heeft er voor te zorgen dat bij het uitoefenen van een botskracht op het botseind van het kokervormige stalen profiel, de afrolvouw zich netjes kan afrollen. Dergelijke stalen absorptie-elementen hebben een aantal nadelen. Bij de vervaardiging van een dergelijk stalen koker-5 vormig botselement wordt een plaatvormig uitgangselement gerold en/of gevouwen tot een koker. De koker kan hierbij in omtreksrichting gesloten worden door twee langsranden met elkaar te verbinden tot een langsnaad. Bij het rollen en/of vouwen en verbinden van de langsranden worden spanningen in de koker geïntroduceerd, die door middel van een 10 erop volgende warmtebehandeling worden verminderd. Dit is een relatief kostbare en omslachtige produktiemethode. De verbinding van de langsranden blijft een zwakke schakel in het geheel. Dergelijke verbindingen beïnvloeden het afrolgedrag van het stalen absorptie-element op nadelige wijze. Het voor een goed afrolgedrag benodigde, in het ab-15 sorptie-element aangebrachte geleidingsorgaan vormt verder een extra onderdeel dat kosten- en gewichtsverhogend is, en soms ook tot belemmering van het afrollen kan leiden.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een absorptie-element voor het opnemen van botsenergie van de aan het 20 begin genoemde soort, welk absorptie-element een betrouwbaar afrolgedrag vertoont, goedkoop is te vervaardigen, en licht van gewicht is. De onderhavige uitvinding heeft in het bijzonder tot doel het verschaffen van een absorptie-element met een goed voorspelbaar, nagenoeg ideaal afrolgedrag.

25 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het absorp tie-element een uit aluminium of een aluminiumlegering geëxtrudeerd profieldeel omvat, en doordat de afrolvouw en ten minste ene bevesti-gingsflens door omvormen van het profieldeel als één geheel met het absorptie-element zijn gevormd. Een dergelijk absorptie-element van 30 aluminium of een aluminiumlegering laat zich gemakkelijk als één geheel extruderen, zodat geen langsnaad aanwezig is. Het inleiden van nadelige, in het algemeen slecht voorspelbare inwendige materiaalspan-ningen wordt daarmee voorkomen, hetgeen tezamen met het ééndelig zijn van het absorptie-element bijdraagt aan een betrouwbaar afrolgedrag. 35 Aluminium en aluminiumlegeringen laten zich verder betrekkelijk gemakkelijk omvormen, zodat de afrolvouw en de hieraan bevestigde, ten minste ene bevestigingsflens zich betrekkelijk gemakkelijk aan het bevestigingseind van het absorptie-element laten vormen.

10 00 943.

3

Een volgens de uitvinding voordelige aluminiumlegering met een goed absorptievermogen voor botsenergie en een goed afrolgedrag is een Al 6Ο63“legering, welke bij voorkeur een F13 beginuitharding na extru-sie heeft. Deze uitharding zal in het algemeen na verloop van tijd 5 toenemen tot hogere F-waarden, maar in het bijzonder bij een Al 6063“ legering gaat dit zeer geleidelijk.

Een bijzonder goed afrolgedrag wordt volgens de uitvinding verkregen wanneer het buisvormige lichaam cirkelvormig is, en wanneer de verhouding van de diameter D van het buisvormige lichaam tot de dikte 10 t van de wand van het buisvormige lichaam ligt in het gebied van D/t = ongeveer 15 è 24, bij voorkeur D/t = ongeveer 18 è 20. Bij dergelijke D/t-verhoudingen kan zelfs een inwendig van het absorptie-element aangebracht geleidingsorgaan vervallen. Het absorptie-element blijkt dan namelijk ook zonder een dergelijk geleidingsorgaan een in hoge 15 mate betrouwbaar afrolgedrag te vertonen.

Voor een goed afrolgedrag is het volgens de uitvinding verder voordelig wanneer de straal r van de afrolvouw ongeveer 4,3 mm a 5.5 mm, bij voorkeur 4,7 mm a 4,8 mm bedraagt.

De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van een 20 absorptie-element volgens de uitvinding en ten minste één bevesti- gingsorgaan voor het vastzetten van de ten minste ene bevestigings-flens, met het kenmerk, dat de ten minste ene bevestigingsflens en het ten minste ene bevestigingsorgaan zijn voorzien van ineengrijpings-middelen, die bij voorkeur onderling complementaire vormen hebben, 25 en/of die bij voorkeur in hoofdzaak vormsluitend met elkaar ineen kunnen grijpen. Dergelijke ineengrijpingsmiddelen kunnen velerlei vormen aannemen. Zo kan bijvoorbeeld worden gedacht aan: zwaluwstaartvormige uitsparingen in de bevestigingsflens en be-vestigingsorganen voorzien van complementaire zwaluwstaartvormige 30 uitsteeksels welke in elkaar passen, of anders gevormde uitspa ringen en complementaire uitsteeksels; waarbij het ook denkbaar is dat de ten minste ene bevestigingsflens is voorzien van één of meer uitsteeksels en het bevestigingsorgaan is voorzien van één of meer complementaire uitsparingen; en/of 35 ~ dat de bevestigingsflens kan zijn voorzien van een opstaand deel dat grijpt in een uitsparing in het bevestigingsorgaan, bijvoorbeeld een opstaande rand op de bevestigingsflens die valt in een sleuf in het bevestigingsorgaan.

10009½ 4

Volgens een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is de ten minste ene bevestigingsflens aan zijn van het buisvormige lichaam afgekeerde eind voorzien van een opstaande rand, en omvat het ten minste ene bevestigingsorgaan een plaatvormig element met een aangevormde haak, 5 welke over de opstaande rand aan de bevestigingsflens kan grijpen en waarin deze opstaande rand opneembaar is. Wanneer de opstaande rand aan de bevestigingsflens stevig in de haak gedrukt wordt, zal het uiteinde van de haak zich op zijn beurt stevig in de bevestigingsflens drukken. Op deze wijze is een zeer stevige en betrouwbare ineengrij-10 ping te realiseren. Hierbij kan het voordelig zijn wanneer de haak een grotere weerstand tegen vervorming heeft dan het absorptie-element zelf.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is de ten minste ene bevestigingsflens een zich langs de gehele omtrek van het buisvormige 15 lichaam uitstrekkende flens. Op deze wijze is rondom het absorptie-element op willekeurige plaatsen een ineengrijping met een bevestigingsorgaan te realiseren. Dit biedt enerzijds een grote montagevrij-heid, terwijl anderzijds een groot ineengrijpingsgebied is te realiseren. Op voordelige wijze is de bevestigingsflens hierbij verder voor-20 zien van een opstaande rand, die zich bij voorkeur uitstrekt over de gehele omtrek.

Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm is het ten minste ene bevestigingsorgaan een ringvormig orgaan met een diameter groter dan de diameter D van het absorptie-element. Een dergelijk bevesti-25 gingsorgaan kan op velerlei plaatsen ineengrijpen met de ten minste ene bevestigingsflens, hetgeen enerzijds de montagevrijheid verhoogt en anderzijds een groot ineengrijpingsgebied mogelijk maakt. Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is het bevestigingsorgaan hierbij voorzien van een haak die is aangebracht aan de binnenzijde van het ring-30 vormige bevestigingsorgaan en die zich bij voorkeur uitstrekt langs de gehele omtrek hiervan.

Hierbij is in het bijzonder een zeer stevige en betrouwbare bevestiging van het absorptie-element te verwezenlijken wanneer in combinatie gebruik wordt gemaakt van een zich in hoofdzaak over de gehele 35 omtrek van het absorptie-element uitstrekkende bevestigingsflens en een ringvormig bevestigingsorgaan, daar dan over de gehele omtrek van het absorptie-element een stevige, betrouwbare ineengrijping realiseerbaar is.

10 00 943 .

5

Het belang van een stevige en betrouwbare bevestiging van het absorptie-element zal duidelijk zijn, daar de bevestigingsflens voor een goed afrolgedrag voldoende stevig moet worden vastgehouden tot ten minste een maximale botskracht waarbij het absorptie-element moet 5 functioneren. Een dergelijke botskracht komt in het geval van de voornoemde AZT-Versicherungstest overeen met een botssnelheid van 15 km/u. Voor een preciezere specificatie van deze test zij verwezen naar de literatuur.

De uitvinding heeft verder betrekking op een voertuig, in het 10 bijzonder een personenwagen, voorzien van een absorptie-element volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft verder ook betrekking op een voertuig, in het bijzonder een personenwagen, voorzien van een samenstel volgens de uitvinding.

15 De uitvinding heeft hierbij in het bijzonder betrekking op een voertuig, waarbij het voertuig een kokervormige langsligger omvat met een van ten minste één kopflens voorzien open eind, waarbij het voertuig verder een bumperbeugel met ten minste één kopflens omvat, waarbij de kopflenzen van de langsligger en de bumperbeugel met bevesti-20 gingsmiddelen, zoals bouten, aan elkaar zijn bevestigd, waarbij het open eind van de langsligger zodanig is gevormd dat de afrolvouw hierin opgenomen kan worden en hierin vrij kan afrollen, en waarbij de ten minste ene bevestigingsflens van het absorptie-element is ingeklemd tussen de kopflenzen van de bumperbeugel en de langsligger zodanig dat 25 het absorptie-element door de bumperbeugel steekt. Bij een dergelijk voertuig laat het absorptie-element volgens de uitvinding zich op zeer voordelige, betrouwbare en stevige wijze inklemmen tussen de kopflens van een langsligger en de kopflens van een hierop bevestigde bumperbeugel , welke in het algemeen dient voor het dragen van de zogenaamde 30 bumperbalk.

Op voordelige wijze is hierbij volgens de uitvinding de bumperbeugel voorzien van in dwarsrichting naar buiten toe gebombeerde wanden. Dergelijke naar buiten toe gebombeerde wanden zullen bij het samendrukken van de bumperbeugel, hetgeen bij een botsing met voldoen-35 de kracht in het algemeen gebeurt, naar buiten uitwijken, waardoor het absorptie-element onbelemmerd naar binnen geduwd kan worden en in de langsligger kan afrollen. Het energie absorberende vermogen van een dergelijke gebombeerde bumperbeugel is geringer dan een niet-gebom- 10 00 943.

beerde bumperbeugel, en kan onder omstandigheden zelfs zeer gering zijn.

6

Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm reikt het absorp-tie-element met zijn tegenover het bevestigingseind gelegen eind tot 5 bij of aan de achterzijde van de zogenaamde botswand van de bumper. Het absorptie-element is hierbij niet aan de botswand van de bumper bevestigd. Dit heeft tot voordeel dat, wanneer de zogenaamde botswand van de bumper zijdelings, dat wil zeggen in dwarsrichting van het absorptie-element, verschuift, het absorptie-element zelf recht 10 blijft, zodat dit nog naar binnen gedrukt kan worden en zijn afrollende werking kan behouden. Een dergelijke constructie is in het bijzonder voordelig in combinatie met een bumperbeugel voorzien van in dwarsrichting naar buiten toe gebombeerde wanden.

De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van 15 een in de tekeningen bij wijze van voorbeeld weergegeven uitvoerings-voorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont:

Fig. 1 een schematisch bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een bumperophanging bij een voertuig; en

Fig. 2 een vergroot detail II uit Fig. 1, waarin de bevestiging 20 van het absorptie-element aan het voertuig in detail wordt getoond.

Fig. 1 toont in doorsnede een kokervormige langsligger 20, welke bij zijn open eind is voorzien van een kopflens 21. Door middel van met hartlijnen schematisch weergegeven bouten 30 is in het verlengde van de langsligger 20 een kokervormige, van een kopflens 22 voorziene 25 bumperbeugel 23 bevestigd. De bumperbeugel is aan zijn van de langsligger 20 afgekeerde eind van een verdere kopflens 31 voorzien, waarmee deze door middel van schematisch weergegeven bouten 32 is bevestigd aan de bumperbalk 28 van een verder niet weergegeven voertuig. De bumperbalk 28 heeft een voorste zogenaamde botswand 27. Een dergelijke 30 bevestiging van een bumperbalk aan de langsliggers van een voertuig is op zich bekend.

Overeenkomstig de uitvinding is verder voorzien in een absorptie-element 1. Dit absorptie-element 1 bestaat uit een uit aluminium of een aluminium legering geëxtrudeerd buisvormig lichaam 2, waaraan na 35 het extruderen bij het bevestigingseind 3 een afrolvouw 4 met een straal r van 4,7 mm is gevormd. Aan het uiteinde van de afrolvouw is een naar buiten wijzende bevestigingsflens 5 gevormd. Het buisvormige lichaam 2 van het absorptie-element 1 strekt zich vanaf de afrolvouw 4 1 0 0 0 9 4 ,5 7 uit door de bumperbeugel 23, door een in de achterwand van de bumper-balk 28 gevormde doorgang 3^· tot bij de achterzijde 26 van de bots-wand 27 van de bumperbalk 28.

De bevestiging van het absorptie-element 1 door middel van zijn 5 bevestigingsflens 5 aan het voertuig kan op velerlei manieren plaatsvinden. Wezenlijk hierbij is dat deze bevestiging bij het afrollen van de afrolvouw 4 niet losschiet, hetgeen volgens de uit.inding op zeer voordelige wijze is te realiseren door middel van een inklemming van de bevestigingsflens 5 met behulp van ineengrijpingsmiddelen tussen de 10 kopflens 21 van de langsligger 20 en de kopflens 22 van de bumperbeugel 23· Een dergelijke inklemming kan volgens de uitvinding op zeer voordelige wijze worden gerealiseerd, zoals in Fig. 2 in detail is weergegeven. De bevestigingsflens 5 is hiertoe aan zijn uiteinde voorzien van een opstaande rand 8, welke een ineengrijpingsmiddel vormt. 15 Voorts is voorzien in een bevestigingsorgaan 6 dat is voorzien van een haak 7. die over de opstaande rand 8 heen kan grijpen en de opstaande rand 8 aan zijn binnenzijde kan opnemen. Bij het aandraaien van de bouten 30 zal de haak 7 met zijn buitenzijde tegen de kopflens 21 worden gedrukt, waardoor deze met zijn haakeind in de bevestigingsflens 5 20 achter de opstaande rand 8 wordt gedrukt. Eventueel kan hierbij tussen de kopflens 21 van de langsligger 20 en het bevestigingsorgaan 6 een vulstuk 33 worden geplaatst, waarvan de dikte bij voorkeur iets kleiner is dan de hoogte waarmee de haak 7 boven de onderzijde van het plaatachtige deel van het bevestigingsorgaan 6 uitsteekt.

25 Op voornoemde wijze van bevestiging zijn vele varianten denkbaar.

Zo is het bijvoorbeeld ook denkbaar, de kopflens 21 van de langsligger 20 iets teruggesprongen ten opzichte van het eind van de langsligger 20 aan te brengen, zodat het uitstekende eind van de langsligger 20 achter de opstaande rand 8, tussen deze opstaande rand 8 en de vouw 4 30 op de bevestigingsflens 5 kan aangrijpen. De flens 21 zal dan in het algemeen een aan de langsligger gelast deel zijn. Ook vele andere wijzen van bevestiging zijn zeer wel denkbaar.

Het open eind van de langsligger 20 heeft een zodanige grootte dat de vouw 4 van het absorptie-element 1 hierin past en dat de vouw 4 35 zich in het geval van een botsing van voldoende kracht of van voldoende snelheid in de langsligger 20 kan afrollen, zoals met streep-punt-lijnen is weergegeven.

10 00 943.

8

De bevestigingsbeugel 23 is kokervormig en de wanden 24 van het kokervormige deel zijn naar buiten toe gebombeerd gevormd. Wanneer de bumperbeugel 23 wordt samengedrukt, zullen de naar buiten toe gebombeerde wanden 24 naar buiten toe uitwijken, zodat het absorptie-ele-5 ment 1 onbelemmerd de langsligger 20 in kan worden gedrukt en zich hierin kan afrollen.

Het absorptie-element 1 is bij voorkeur een cirkelsymmetrisch element, dat wil zeggen het is cirkelsymmetrisch ten opzichte van de langshartlijn 40. Het buisvormige lichaam 2, de afrolvouw 4, de beves-10 tigingsflens 5 en de opstaande rand 8 zijn dan dus cirkelsymmetrisch. Het bevestigingsorgaan 6 is bij voorkeur ook cirkelsymmetrisch ten opzichte van de langshartlijn 40.

De bevestigingsbeugel 23 kan eveneens cirkelsymmetrisch ten opzichte van de langshartlijn 40 zijn, maar dit is geenszins een vereis-15 te. Deze bevestigingsbeugel 23 zal veelal vierkant of rechthoekig zijn met een middelpunt dat kan samenvallen met de langshartli jn 40. De flenzen 22 en 31 hoeven ook geenszins rondom de gehele bevestigingsbeugel 23 te verlopen. Echter met het oog op een stevige bevestiging van het absorptie-element 1 zal het wel voordelig zijn wanneer de 20 kopflens 22 rondom de gehele bevestigingsbeugel 23 verloopt.

Het buisvormige lichaam 2 van het absorptie-element 1 heeft een diameter D van bijvoorbeeld 50 mm a 60 mm en een dikte t van ongeveer 3 mm, eventueel ongeveer 3 nnn £ 4 mm. Bij een cirkelsymmetrisch absorptie-element 1 vervaardigd uit een Al 6063~legering wordt dan een 25 zeer mooi afrolgedrag van de afrolvouw 4 verkregen wanneer de dikte t van het buisvormige lichaam 2 zodanig is, dat de D/t-verhouding 15 è 24 bedraagt. De inwendige straal van de afrolvouw 4 speelt ook een rol bij het realiseren van een nagenoeg zuiver afrolgedrag. Deze straal r zal bij voorkeur 3,0 mm è 3»5 mm bedragen, in het bijzonder ten minste 30 3·0 mm bedragen, bedragen.

10 0 0 9 4ο,

Claims

1. Absorptie-element (1) voor het opnemen van botsenergie, omvattende een buisvormig lichaam (2) met een bevestigingseind (3). dat is 5 voorzien van een afrolvouw (4) met aan het uiteinde daarvan ten minste één in hoofdzaak loodrecht op de langsas van het buisvormige lichaam staande, naar buiten wijzende bevestigingsflens, met het kenmerk, dat het absorptie-element een uit aluminium of een aluminiumlegering geëx-trudeerd profieldeel omvat, en dat de afrolvouw en ten minste ene 10 bevestigingsflens door omvormen van het profieldeel als één geheel met het absorptie-element zijn gevormd.

2. Absorptie-element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het absorptie-element is vervaardigd uit een Al 6063~legering, welke bij voorkeur een F13 beginuitharding na extrusie heeft. 15

3· Absorptie-element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het absorptie-element is vervaardigd uit een Al 6005-legering, welke bij voorkeur een F17 beginuitharding na extrusie heeft.

4. Absorptie-element volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het buisvormige lichaam (2) cirkelvormig is, en dat 20 de verhouding van de diameter D van het buisvormige lichaam tot de dikte t van de wand van het buisvormige lichaam ligt in het gebied van D/t = 15 a 24, bij voorkeur D/t = 18 a 20.

5· Absorptie-element volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de inwendige straal (r) van de afrolvouw (4) ongeveer 25 3.08 mm è 3.47 mm. bij voorkeur 3.2 mm a 3.3 m® bedraagt.

6. Samenstel van een absorptie-element volgens één der conclusies 1-5 en ten minste één bevestigingsorgaan (6) voor het vastzetten van de ten minste ene bevestigingsflens (5), met het kenmerk, dat de ten minste ene bevestigingsflens (5) en het ten minste ene bevestigings- 30 orgaan (6) zijn voorzien van ineengrijpingsmiddelen (7, 8), die bij voorkeur onderling complementaire vormen hebben, en/of die bij voorkeur in hoofdzaak vormsluitend met elkaar ineen kunnen grijpen.

7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ten minste ene bevestigingsflens (5) aan zijn van het buisvormige lichaam 35 afgekeerde eind is voorzien van een opstaande rand (8), en dat het ten minste ene bevestigingsorgaan (6) een plaatvormig element omvat met een haak (7), welke over de opstaande rand (6) aan de bevestigingsflens (5) kan grijpen en waarin deze opstaande rand (6) opneembaar is. 10 0 0 9 4 3 .

8. Samenstel volgens één der conclusies 6-7. met het kenmerk, dat de ten minste ene bevestigingsflens een zich 1 sings de gehele omtrek van het buisvormige lichaam uitstrekkende flens is.

9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de op-5 staande rand zich uitstrekt over de gehele omtrek.

10. Samenstel volgens één der conclusies 6-9. net het kenmerk, dat het ten minste ene bevestigingsorgaan een ringvormig orgaan is met een diameter groter dan de diameter D van het absorptie-element.

11. Samenstel volgens conclusie 10 in afhankelijkheid van conclu-10 sie 6, waarbij de haak is aangebracht aan de binnenzijde van het ringvormige bevestigingsorgaan en zich bij voorkeur langs de gehele omtrek hiervan uitstrekt.

12. Voertuig voorzien van een absorptie-element volgens één der conclusies 1-5· 15

13· Voertuig voorzien van een samenstel volgens één der conclu sies 6-11.

14. Voertuig volgens conclusie 12 of 13. waarbij het voertuig een kokervormige langsligger (20) omvat met een van ten minste één kop-flens (21) voorzien open eind, waarbij het voertuig verder een bumper-20 beugel (23) met ten minste één kopflens (22) omvat, waarbij de kop-flenzen (21, 22) van de langsligger (20) en de bumperbeugel (23) met bevestigingsmiddelen, zoals bouten, aan elkaar zijn bevestigd, waarbij het open eind van de langsligger (20) zodanig is gevormd dat de afrol-vouw (4) hierin opgenomen kan worden en hierin vrij kan afrollen, 25 waarbij de ten minste ene bevestigingsflens (5) van het absorptie-element is ingeklemd tussen de kopflenzen (21, 22) van de bumperbeugel (23) en de langsligger (20) zodanig dat het absorptie-element (1) door de bumperbeugel (23) steekt.

15· Voertuig volgens conclusie 14, waarbij het kokervormige deel 30 (24) van de bumperbeugel (23) in dwarsrichting naar buiten toe gebom beerde wanden heeft.

16. Voertuig volgens conclusie 14 of 15, waarbij het absorptie-element (1) met zijn tegenover het bevestigingseind gelegen eind (10) tot bij of aan de achterzijde (26) van de botswand (27) van de bumper 35 (28) reikt. 1000943,