<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING behorende bij een
UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van NIERA S, Jules en DOUTERLOIGNE, Jan voor : "Bouwelement"
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft betrekking op een bouwelement, meer bepaald betonblok, voor het oprichten van bouwwerken door metselen.
Het probleem dat zich meestal stelt bij het metselen met klassieke bouwelementen van zwaar beton is dat dagelijks slechts een zeer beperkt aantal elementen op elkaar kunnen geplaatst worden ten einde te voorkomen dat mortel tussen de voegen zou uitgedrukt worden en aldus de elementen van de onderliggende rijen ten opzichte van elkaar zouden bewegen. Dit heeft uiteraard een zeer nadelige invloed op het rendement van het metselen.
Hierdoor dient dan ook meestal gebruik gemaakt te worden van relatief stijve mortel hetgeen niet steeds bevorderlijk is voor een goede hechting van de elementen. Dit lost echter het probleem slechts gedeeltelijk op.
Bovendien is het zelfs zo dat bij regenweer of wanneer de bouwelementen nagenoeg met water verzadigd zijn het praktisch niet mogelijk is degelijk metselwerk te leveren.
De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel aan deze nadelen te verhelpen en dit op een zeer eenvoudige wijze, door het voorstellen van een nieuw bouwelement dat gekenmerkt is door het feit dat de minstens boven-of onderzijde ervan voorzien is van afstandsorganen die met het bouwelement een vast geheel vormen en die nagenoeg de hoogte van een voeg vertonen, zodanig dat, bij het uitvoeren van een metselwerk, met mortel onderling verbonden bouwelementen door middel van deze afstandsorganen op elkaar minstens gedeeltelijk kunnen rusten.
<Desc/Clms Page number 3>
Doelmatig, strekken deze afstandsorganen zich nagenoeg over de volledige breedte van het bouwelement uit.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaan de afstandsorganen uit nagenoeg dezelfde materie als de rest van het bouwelement.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk bouwelement.
Deze werkwijze wordt gekenmerkt door het feit dat de afstandsorganen samen met de rest van het bouwelement geperst worden in éénzelfde vorm.
Tenslotte heeft de uitvinding nog betrekking op een metselwerk dat opgericht is bij middel van bouwelementen die met boven beschreven afstandsorganen voorzien zijn.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van twee bijzondere uitvoeringsvormen van een betonnen bouwblok volgens de
EMI3.1
uitvinding ; beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en 0 ei beperkt de draagwijdte van de gevorderde bescherming niet ; de hierbij gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een vooraanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van genoemd bouwblok.
Figuur 2 is een bovenaanzicht van deze eerste uitvoeringsvorm.
Figuur 3 is een zijaanzicht van deze eerste uitvoeringsvorm.
Figuur 4 is een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een bouwblok volgens de uitvinding.
Figuur 5 is een vooraanzicht, op kleinere schaal, van een gedeelte van een metselwerk dat uitgevoerd werd bij middel van de bouwblokken volgens voorgaande figuren.
In deze verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge delen.
De figuren 1 tot 3 stellen een vierzijdig
<Desc/Clms Page number 4>
prismatisch bouwblok 1 voor dat bijvoorbeeld van zwaar beton in een vorm van een op zichzelf bekende pers vervaardigd werd, zodat om deze reden een dergelijke pers dan ook niet beschreven of voorgesteld werd.
Volgens de uitvinding betreft het een bouwblok 1 dat bij voorbeeld op zijn bovenzijde 2 voorzien is van afstandsorganen 3 die met het prismatisch deel ervan een vast geheel vormen. De hoogte van deze afstandsorganen 3 stemt nagenoeg overeen met de dikte van de mortelvoeg 4 (zie figuur 5), welke in een metselwerk tussen twee aangrenzende blokken dient voorzien te worden.
Bij het uitvoeren van een dergelijk metselwerk rusten de boven elkaar gelegen blokken op elkaar door tussenkomst van deze afstandsorganen zodat automatisch een constante voegdikte bekomen wordt tussen al deze blokken.
In de eerste uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 tot 3 zijn twee evenwijdige en onderling identieke afstandsorganen 3 voorzien die zich doorlopend over de volledige breedte van het bouwblok 1 uitstrekken. Deze zijn gevormd door dwarse ribben met een trapeziumvormige dwarsdoorsnede waarvan de grote zijde zich bevindt in het vlak van de bovenzijde 2 van het blok 1. Aldus vertonen dergelijke afstandsorganen 3 een steunvlak 5 waarop, in een metselwerk, de blokken op elkaar kunnen rusten, zoals duidelijk blijkt uit figuur 5.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 zijn vier afstandsorganen 3 per blok voorzien en strekken deze zich niet uit over de volledige breedte van het blok.
Deze vertonen nochtans op dezelfde manier als dit het geval is in de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 tot 3, elk een zijkant 6 die gelegen is in hetzelfde vlak als de aangrenzende
EMI4.1
langszijde 7 van het bouwblok.
C >
Voor bouwblokken, die in halfsteensverband geplaatst worden in een metselwerk, zoals voorgesteld werd in figuur 5, bevinden de afstandsorganen 3 zich bij voorkeur nagenoeg op een vierde van de totale lengte L van het blok 1 vanaf elk van beide opstaande dwarszijden 8 van dit laatste.
<Desc/Clms Page number 5>
EMI5.1
Op deze manier zijn de afstandsorganen 3 van C > de verschillende blokken in een metselwerk vertikaal gelijnd, hetgeen dus bijdraagt tot het esthetisch uitzicht van het geheel en tevens een eenvoudige nauwkeurigheidscontrole toelaat bij het metsen.
Een andere eigenschap van het bouwblok
EMI5.2
volgens de uitvinding is dat de afstandsorganen 3 bestaan uit dezelfde 0 C > materie als het prismatisch deel van het bouwblok. Dit kan dus op een voordelige manier samen met het prismatisch deel in één enkele
EMI5.3
bewerking geperst worden in eenzelfde vorm. cl
Bij het uitvoeren van een metselwerk, zoals voorgesteld in figuur 5, kan als volgt te werk gegaan worden.
Indien gebruik gemaakt wordt van blokken 1 volgens de uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot 3 wordt op de bovenzijde 2 van een rij in elkaars verlengde geplaatste blokken, tussen twee opeenvolgende afstandsorganen 3, een bepaalde hoeveelheid relatief kneedbare mortel aangebracht, zodanig dat bij het plaatsen van de volgende rij blokken deze mortel, onder het gewicht van de blokken en eventueel een zekere aandrukking, zich op de bovenzijde 2 van de blokken verdeelt over de ruimte tussen de afstandsorganen 3 en deze blokken met hun onderzijde 9 nagenoeg rusten op deze afstandsorganen 3. Op deze manier wordt automatisch de juiste voegdikte bekomen.
Bovendien vormen deze afstandsorganen op regelmatige afstanden een onderbreking van de mortellaag waardoor krimpscheuren in de voegen vermeden worden.
Dankzij deze afstandsorganen 3 wordt bij het uitvoeren van het metselwerk onmiddellijk een stabiel geheel bekomen, nagenoeg onafhankelijk van de consistentie of kwaliteit van de gebruikte mortel.
In feite wordt, in tegenstelling met hetgeen het geval is bij het gebruik van klassieke bouwblokken zonder afstandsorganen, nagenoeg alleen beroep gedaan op het klevend vermogen van de mortel en niet zozeer op zijn dragend vermogen. Dit laat dan ook toe de samenstelling van de mortel op een meer efficiënte manier
<Desc/Clms Page number 6>
te regelen om een maximaal klevend vermogen te bekomen zonder zich te moeten bekommeren om het dragend vermogen en dit nagenoeg zonder risiko van krimpscheuren.
EMI6.1
Het feit -11 u -Lil u dat in de voorgesteldeuitvoeringsvormen de langszijden van de blokken en de uiteinden van de afstandsorganen in hetzelfde vlak gelegen zijn biedt o. a. het voordeel dat de mortelvoegen op een zeer gemakkelijke en nauwkeurige manier
EMI6.2
kunnen afgewerkt worden.
C >
Vanzelfsprekend is de draagwijdte van de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven en in de tekeningen voorgestelde uitvoeringsvormen, maar dat binnen het raam van de gevorderde bescherming meerdere veranderingen overwogen kunnen worden ondermeer van de bouwelementen met de erop voorziene afstandsorganen.
<Desc / Clms Page number 1>
DESCRIPTION associated with a
INVENTION PATENT APPLICATION in the name of NIERA S, Jules and DOUTERLOIGNE, Jan for: "Building element"
<Desc / Clms Page number 2>
The invention relates to a building element, in particular a concrete block, for erecting structures by bricklaying.
The problem that usually arises in bricklaying with classic heavy concrete building elements is that only a very limited number of elements can be placed on top of each other in order to prevent mortar from being squeezed between the joints and thus the elements of the underlying rows. move relative to each other. This obviously has a very negative effect on the efficiency of the bricklaying.
As a result, use is therefore usually made of relatively stiff mortar, which is not always conducive to good adhesion of the elements. However, this only partially solves the problem.
Moreover, it is even the case that in rainy weather or when the building elements are almost saturated with water, it is practically not possible to supply solid masonry.
The main object of the invention is to remedy these drawbacks, and this in a very simple manner, by proposing a new building element characterized by the fact that the at least top or bottom thereof is provided with spacers which are fixed with the building element. form a whole and which are substantially the height of a joint, such that when building masonry, building elements interconnected with mortar can rest at least partly on top of each other by means of these spacers.
<Desc / Clms Page number 3>
These spacers practically extend over the entire width of the building element.
In a special embodiment of the invention, the spacing members consist of substantially the same material as the rest of the building element.
The invention also relates to a method for manufacturing such a building element.
This method is characterized by the fact that the spacers are pressed into the same shape together with the rest of the building element.
Finally, the invention also relates to a masonry erected by means of building elements which are provided with spacers described above.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of two special embodiments of a concrete building block according to the
EMI3.1
invention; description is given as an example only and 0 egg does not limit the scope of the protection sought; the reference numerals used herein refer to the appended figures.
Figure 1 is a front view of a first embodiment of said building block.
Figure 2 is a top view of this first embodiment.
Figure 3 is a side view of this first embodiment.
Figure 4 is a top view of a second embodiment of a building block according to the invention.
Figure 5 is a front view, on a smaller scale, of a part of a masonry made by means of the building blocks according to the previous figures.
In these different figures, like reference numerals refer to like or analogous parts.
Figures 1 to 3 represent a four-sided
<Desc / Clms Page number 4>
prismatic building block 1 which, for example, was made of heavy concrete in the form of a press known per se, so that for this reason such a press was therefore not described or proposed.
According to the invention, it concerns a building block 1 which is provided, for example, on its top side 2 with spacer members 3 which form a fixed whole with the prismatic part thereof. The height of these spacers 3 corresponds almost to the thickness of the mortar joint 4 (see figure 5), which must be provided in a masonry between two adjacent blocks.
When such masonry is carried out, the blocks located one above the other rest on one another through the intermediary of these spacers, so that a constant joint thickness is automatically obtained between all these blocks.
In the first embodiment according to figures 1 to 3, two parallel and mutually identical spacing members 3 are provided which extend continuously over the full width of the building block 1. These are formed by transverse ribs with a trapezoidal cross-section, the large side of which is located in the plane of the top side 2 of the block 1. Thus, such spacers 3 have a supporting surface 5 on which, in a masonry, the blocks can rest on each other, such as is clear from figure 5.
In the embodiment of Figure 4, four spacers 3 are provided per block and do not extend over the full width of the block.
However, in the same manner as this is the case in the embodiment according to Figures 1 to 3, these each have a side 6 which is situated in the same plane as the adjacent
EMI4.1
longitudinal side 7 of the building block.
C>
For building blocks which are placed in brickwork in a masonry, as shown in figure 5, the spacers 3 are preferably located approximately one quarter of the total length L of the block 1 from either upright transverse side 8 of the latter.
<Desc / Clms Page number 5>
EMI5.1
In this way, the spacers 3 of C> the different blocks in a masonry are vertically aligned, which thus contributes to the aesthetic appearance of the whole and also allows a simple accuracy check during the brickwork.
Another property of the building block
EMI5.2
according to the invention, the spacing members 3 consist of the same 0 C matter as the prismatic part of the building block. This can therefore be done in an advantageous manner together with the prismatic part in a single
EMI5.3
machined into the same shape. cl
The masonry work, as shown in figure 5, can be done as follows.
If blocks 1 according to the embodiment of Figures 1 to 3 are used, a certain amount of relatively malleable mortar is applied to the top 2 of a row of mutually extended blocks, between two successive spacing members 3, such that when placing the next row of blocks, this mortar, under the weight of the blocks and possibly a certain compression, spreads on the top 2 of the blocks over the space between the spacer members 3 and these blocks with their underside 9 substantially rest on these spacer members 3. On this way the correct joint thickness is automatically obtained.
In addition, these spacers regularly interrupt the mortar layer, thereby avoiding shrinkage cracks in the joints.
Thanks to these spacers 3, when the masonry is carried out, a stable whole is immediately obtained, practically independent of the consistency or quality of the mortar used.
In fact, in contrast to what is the case with the use of classic building blocks without spacers, use is almost exclusively made of the adhesive power of the mortar and not so much of its load-bearing capacity. This therefore allows the composition of the mortar in a more efficient manner
<Desc / Clms Page number 6>
to obtain a maximum adhesive power without having to worry about the load-bearing capacity and this without any risk of shrinkage cracks.
EMI6.1
The fact -11 u -Lil that in the proposed embodiments the longitudinal sides of the blocks and the ends of the spacers are located in the same plane offers, among other things, the advantage that the mortar joints are very easy and accurate.
EMI6.2
can be finished.
C>
Obviously, the scope of the invention is not limited to the embodiments described above and proposed in the drawings, but that within the framework of the advanced protection several changes can be considered, inter alia, of the building elements with the spacers provided thereon.