BE905473A - Inrichting voor het verbinden van een tapkraan met een vloeistoftoevoerleiding. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het verbinden van een, aan een tapzuil aan te brengen tapkraan, zoals een biertapkraan, met een door de tapzuil heen lopende vloeistoftoevoerleiding, in het bijzonder uit kunststof, van welke leiding een deel wordt vastgeklemd tussen de kegelvormige oppervlakken van een fitting en een wartelmoer, waarbij op ten minste één der kegelvormige oppervlakken een oppervlaktedeel aansluit dat zich uitstrekt in de richting van het andere kegelvormige oppervlaktedeel zodanig dat tussen deze beide oppervlaktedelen een vaste aanligging optreedt bij het vastklemmen van de leiding tussen de twee kegelvormige oppervlakken.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING neergelegd tot staving van een aanvraag voor 
BELGISCH OCTROOI geformuleerd door 
V. S. H. FABRIEKEN N. V. voor "Inrichting voor het verbinden van een tapkraan met een vloeistoftoevoerleiding" 
 EMI1.1 
 als 
UITVINDINGSOKTROOI Prioriteit van de oktrooiaanvrage ingediend in Nederland op 29 november 1985 onder het nr   8503311,   op   naam   van de Aanvraagster. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Inrichting voor het verbinden van een tapkraan met een vloeistoftoevoerleiding. 



   De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verbinden van een, aan een tapzuil aan te brengen, tapkraan, zoals een biertapkraan, met een door de tapzuil heen lopende vloeistoftoevoerleiding, in het bijzonder een leiding uit kunststof, waarbij gebruik wordt gemaakt van een met de kraan verbonden of te verbinden uitwendig kegelvormig oppervlaktedeel, een in de tapzuil te schroeven fitting met een inwendig. kegelvormig oppervlaktedeel tussen welke kegelvormige delen een van een uithalzing voorzien deel van de toevoerleiding kan worden vastgeklemd door middel van een wartelmoer, die de fitting naar de tapkraan toe trekt. 



   Het behulp van deze inrichting wordt een direkte verbinding verkregen tussen de tapkraan en de vloeistoftoevoerleiding. Dit brengt het voordeel met zich mee, dat de vloeistof niet in aanraking komt met het inwendige van de tapzuil, zodat minder plaatsen aanwezig zijn die moeilijk kunnen worden gereinigd en dus gevaar voor vervuiling van de leiding opleveren. 



   Gebleken is echter, dat de beschreven verbindingsinrichting bezwaren oplevert bij toepassing van vloeistoftoevoerleidingen uit kunststof. Doordat zich tussen de, in de tapzuil geschroefde, fitting en de tapkraan het enigszins elastische materiaal van de toevoerleiding bevindt, zal de tapkraan ten opzichte van de tapzuil een zekere verplaatsing uit kunnen voeren. Bij het gebruik van de tapkraan zal deze dus iets gaan bewegen, wat hinderlijk is bij het vullen van glazen. 



   De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te heffen en voorziet er daartoe in, dat op ten minste één der kegelvormig2 oppervlaktedelen een zich buiten het einde van de vas te klemmen leiding bevindend aanvullend   o ? per, rlakt2deel   aansluit, dat zich vanaf het betreffende kegelvormige oppervlaktedeel uitstrekt in de richting van het andere kegelvormige oppervlaktedeel zodanig dat na het vastklemmen van de leiding door aandraaien van de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 wartelmoer een vaste aanligging optreedt tussen het aanvullende oppervlaktedeel en het er tegenover liggende kegelvormige oppervlaktedeel ofwel tussen beide aanvullende oppervlaktedelen. 



   Op deze wijze kan worden bereikt, dat de op de tapkraan uitgeoefende belasting direkt op de tapzuil wordt overgebracht en niet via de vloeistoftoevoerleiding, zodat de flexibiliteit van deze laatste geen rol meer speelt. 



   Voor het verkrijgen van een zo goed mogelijke aanligging en een eenvoudige constructie en montage, kan er in worden voorzien, dat het aanvullende oppervlaktedeel eveneens kegelvormig is uitgevoerd en aansluit op het uitwendig kegelvormige oppervlaktedeel dat met de tapkraan is verbonden of kan worden verbonden. 



   De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin : fig.   l een   gedeeltelijk aanzicht en doorsnede toont over de verbindingsinrichting tussen een tapkraan en de door een tapzuil heen lopende vloeistoftoevoerleiding ; en fig. 2 een aanzicht en gedeeltelijke doorsnede toont over dat onderdeel van de tapkraan dat met de tapzuil wordt verbonden. 



   Fig. 1 toont een deel van een tapzuil 1, waar doorheen een vloeistoftoevoerleiding 2 loopt, die moet worden verbonden met het onderdeel 3 van een tapkraan. 



   In de tapzuil 1 is daartoe door middel van de schroefdraad 4 de fitting 5 geschroefd, die is voorzien van een inwendig afgeknot kegelvormig oppervlaktedeel 6, dat ligt tegenover een uitwendig afgeknot kegelvormig oppervlaktedeel 7, dat deel uitmaakt van het onderdeel 3 van de tapkraan. 



   De fitting 5 is verder voorzien van een kraag 8, waartegen ce borst 9 van een wartelmoer 10 komt aan te liggen, welke wartelmoer door middel van de schroefdraad 11 op het onderdeel 3 kan worden gedraaid, zodanig dat tussen de   afgekno kegelvormige   oppervlaktedelen 6 en 7 in het einde 12 van de toevoerleiding 2 kan worden vastgeklemd, 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 welk einde 12 naar buiten toe is uitgehalsd. 



   Wanneer het onderdeel 3 door middel van de wartelmoer 10 in zodanige mate tegen de fitting 5 is aangetrokken dat het einde 12 van de buis 2 voldoende is samengedrukt om voor een vloeistofdichte afdichting te kunnen zorgen, komt de fitting 5 met een deel van het afgeknot kegelvormige oppervlaktedeel 6 aan te liggen tegen een kegelvormig oppervlaktedeel 13, dat zich dicht bij het kegelvormige oppervlaktedeel 7 bevindt. Op deze wijze wordt een vaste aanligging verkregen van het onderdeel 3 van de tapkraan tegen de fitting 5 en daarmee tegen de tapzuil 1. Bij de bediening van de tapkraan zal daardoor het onderdeel 3 ervan zich niet kunnen verplaatsen ten opzichte van de tapzuil 1. 



   Het zal duidelijk zijn, dat slechts een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding in de tekening is weergegeven en in het bovenstaande beschreven en dat wijzigingen kunnen worden aangebracht, zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen. 



   Zo is het in principe ook mogelijk het oppervlak 13 op het onderdeel 3 weg te laten en een dergelijk, maar dan naar binnen toe stekend, oppervlaktedeel aan te brengen op het kegelvormige oppervlak 6 van de fitting 5. 



  Ook zouden beide oppervlakken van een uitstekend deel met een geringe dikte kunnen worden voorzien, maar de aangegeven uitvoeringsvorm is wel het gunstigst voor wat betreft de fabrikage en montage van de onderdelen.

Claims (3)

1. EMI5.1

   -C - o n c 1 u s i e s-1. Inrichting voor het verbinden van een, aan een tapzuil aan te brengen tapkraan, zoals een biertapkraan, met een door de tapzuil heen lopende vloeistoftoevoerleiding, in het bijzonder een leiding uit kunststof, waarbij gebruik wordt gemaakt van een met de kraan verbonden of te verbinden uitwendig kegelvormig oppervlaktedeel, een in de tapzuil te schroeven fitting met een inwendig kegelvormig oppervlaktedeel, tussen welke kegelvormige delen een van een uithalzing voorzien deel van de toevoerleiding kan worden vastgeklemd door middel van een wartelmoer EMI5.2 die de fitting naar de tapkraan toe trekt, met ken k, dat op ten minste één der kegelvormige oppervlaktedelen (6,7) een zich buiten het einde (12) van de vast te klemmen leiding (2) bevindend aanvullend oppervlaktedeel (13) aansluit,

   dat zich vanaf het betreffende kegelvormige oppervlaktedeel (71 uitstrekt in de richting van het andere kegelvormige oppervlaktedeel (6) zodanig dat na het vastklemmen van de leiding (2) door aandraaien van de wartelmoer (10) een vaste aanligging optreedt tussen het aanvullende oppervlaktedeel (13) en het er tegenover liggende kegelvormige oppervlaktedeel (6) ofwel tussen beide aanvullende oppervlaktedelen (13). EMI5.3
2. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met ken k, dat het aanvullende oppervlaktedeel (13) kegelvormig is uitgevoerd en aansluit op het inwendige kegelvormige oppervlaktedeel (7) dat met de tapkraan (3) is verbonden of kan worden verbonden.
3. 3. Inrichting voor het verbinden van een tapkraan met een vloeistoftoevoerleiding,. hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen. p. p. : V. S. H. FABRIEKEN N. V.

   Antwerpen, 23 september 1986 ; p. p. : Bureau M. F. J. Bockstael nv.