<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING behorende bij een UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van Georges Dominicus MARAS voor : "Metalen deur".
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft betrekking op een metalen deur die twee metalen platen bevat, een kern van vulmateriaal tussen de twee platen en een verbinding die de twee platen ten minste aan de twee langse deurranden met elkaar verbindt.
Bij bekende metalen deuren van deze soort is-de verbinding van de twee platen gevormd door rechthoekige profiellijsten die verenigd zijn tot een kader dat de kern omringt.
De uiterste randen van de twee platen zijn over 900 omgeplooid en sluiten in de deurranden tegen de buitenzijde van het kader aan. Op regelmatige afstanden zijn deze omgeplooide randen aan de buitenzijde van het kader verbonden door middel van puntlassen of door middel van klinknagels.
Dergelijke deuren worden veel gebruikt als brandwerende deuren, in welk geval de ruimte die in elke deurrand tussen de omgeplooide randen van de platen open blijft, gevuld is met een strook van schuimvormend produkt.
Doordat bij de verbinding van de twee platen moet worden gelast of klinknagels dienen te worden aangebracht is de fabricage van deze deuren relatief tijdrovend en zijn deze deuren relatief duur.
De uitvinding heeft tot doel dit bezwaar te verhelpen en een metalen deur te verschaffen waarvan de fabricage vrij eenvoudig is.
Tot dit doel zijn de aan de gedoelde deurranden gelegen randen van de twee platen naar de kern over meer dan 900 omgeplooid en vormen ze aan de zijde van de kern open goten, en bevat de verbinding tussen deze platen in elk van de gedoelde deurranden een binnenste profiellijst die met twee naar buiten gerichte benen in de aan deze deurranden gelegen goten van de twee platen steekt, een afdekprofiellijst die aan de buitenzijde tussen deze goten is aangebracht en een grootste breedte bezit die groter is dan de kleinste afstand tussen deze twee goten, en middelen om de afdek-
<Desc/Clms Page number 3>
profiellijst en de binnenste profiellijst naar elkaar te trekken.
De omgeplooide randen van de twee platen worden tussen de binnenste profiellijst en de afdekprofiellijst geklemd zodat de twee platen stevig ten opzichte van elkaar zijn bevestigd en terzelfder tijd de ruimte tussen de platen in de deurranden is afgedicht. Dit alles geschiedt zonder lassen of klinknagels.
Bij voorkeur bevat de deur in elk van haar vier zijranden een verbinding die de twee platen met elkaar verbindt en zijn de vier randen van de twee platen over meer dan 900 naar de kern omgeplooid.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de'uitvinding is de afdekprofiellijst van aluminium.
Bij deze uitvoeringsvorm kan de afdekprofiellijst door extrusie worden vervaardigd in de gewenste doorsnede, zonder dat nabewerkingen noodzakelijk zijn. De aluminium profiellijst zorgt daarenboven voor een aangenaam uitzicht van de deurranden.
In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding bezit de afdekprofiellijst een naar de kern toe taps uitlopende dwarse doorsnede.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de binnenprofiellijst een U-vormige goot met van de bodem weg divergerende benen.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding bevatten de middelen om de binnenste profiellijst en de afdekprofiellijst naar elkaar te trekken een aantal schroeven die doorheen de afdekprofiellijst in de binnenste profiellijst zijn geschroefd.
Bij voorkeur is de kop van deze schroeven verzonken in de afdekprofiellijst.
In een andere bijzondere uitvoeringsvorm van de
<Desc/Clms Page number 4>
uitvinding is de afdekprofiellijst aan de buitenzijde over gans haar lengte van een groef voorzien.
Om de brandwerendheid van de deur te verhogen kan in deze profiellijst een schuimvormende strook worden aangebracht.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een metalen deur volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet ; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.
Figuur 1 stelt een horizontale doorsnede voor van een metalen deur volgens de uitvinding.
Figuur 2 stelt een doorsnede voor analoog aan deze uit figuur 1 maar met betrekking op een andere uitvoeringsvorm van de deur.
In de twee figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
De metalen deur volgens de figuur 1 bevat aan weerszijden een rechthoekige stalen plaat 1 en daartussen een kern 2 van schuimkunststof.
De vier randen van de platen 1 zijn over meer dan 900 en met name over ongeveer 1350, naar binnen omgeplooid.
In de figuur 1 zijn de omgeplooide randen met het verwijzingscijfer 3 en de hogergedoelde hoek met a aangeduid.
Deze omgeplooide randen 3 vormen dus in elke deurrand een nagenoeg V-vormige goot 4 die met haar open zijde naar de kern 2 is gericht.
De twee platen 1 zijn over gans de omtrek van de deur met elkaar verbonden door middel van twee profiellijsten in elke deurrand, namelijk een binnenste stalen profiellijst 5 en een buitenste afdekprofiellijst 6 van aluminium die, door middel van plaatschroeven 7 naar elkaar
<Desc/Clms Page number 5>
worden getrokken.
De binnenste profiellijst 5 is een U-vormige goot met van de bodem weg convergerende benen.
De afstand tussen de einden van de benen van de profiellijst 3 is nagenoeg gelijk aan de afstand tussen de middendelen van de platen 1. In elke deurrand wordt de binnenste profiellijst 5 zo geplaatst dat ze met haar benen in de goten 4 van de twee platen 1 steekt zoals in figuur 1 is voorgesteld.
De lengte van de benen van de profiellijst 5 is zo gekozen dat, wanneer deze benen maximaal in de goten 4 binnendringen, de bodem van de profiellijst praktisch tegen de kern 2 is gelegen.
De benen van de profiellijst 5 maken met het middendeel van de dichtste plaat 1 een scherpe hoek die kleiner is dan de binnenhoek van de goten 4 zodat de benen van de profiellijst 5 uitsluitend met hun uiterste randen in contact komen met de platen 1.
De afdekprofiellijst 6 bezit een dwarse doorsnede die naar de kern 2 toe taps uitloopt.
De grootste breedte van de afdekprofiellijst 6, dit is de breedte aan de buitenzijde, is iets kleiner dan de afstand tussen de middendelen van de platen 2 en is praktisch gelijk aan de afstand tussen de omgeplooide randen 3 gemeten aan de buitenzijde van de deurrand en uiteraard kleiner dan de afstand tussen de vrije randen van de tegenover elkaar gelegen omgeplooide randen 3.
De kleinste breedte van de profiellijst 6 is kleiner dan de laatstgenoemde afstand.
De helling van de zijranden van de profiellijst 6 ten opzichte van het vlak van de deur is nagenoeg gelijk aan de helling van de omgeplooide randen 3 ten opzichte van dit vlak.
De profiellijst 6 in elke deurrand past dus juist tussen de omgeplooide randen 3. Wanneer de profiellijst 6
<Desc/Clms Page number 6>
maximaal diep tussen deze randen is aangebracht, sluiten de afgeschuinde zijranden ervan tegen de omgeplooide randen 3 aan en ligt de buitenzijde van de profiellijst 6 nagenoeg op één lijn met de plooien volgens dewelke de randen van de platen 1 zijn omgeplooid.
Aan de binnenzijde is de profiellijst 6 van een ondiepe brede groef 8 voorzien. Deze groef duidt onder meer de plaats aan waar een opening voor het aanbrengen van een slot moet worden aangebracht.
Aan de buitenzijde is elke profiellijst 6 van een diepere maar iets smallere groef 9 voorzien. Op een kleine afstand van de buitenzijde van de profiellijst 6 is de groef 9 van een plotse verbreding voorzien.
Op regelmatige afstanden zijn in het midden dwars door de profiellijsten 6 gaten 10 geboord. Door deze gaten zijn de plaatschroeven 7 aangebracht zo dat de kop van deze schroeven in de groef 9 is verzonken en tegen de bodem van deze groef 9 aansluit.
Het einde van de schroeven 7 is zelftappend geschroefd in een kleine voorgeboorde opening 11 in de bodem van de tegenover de profiellijst 6 gelegen profiellijst 5.
Door het inschroeven van de schroeven 7 in een deurrand, trekt men automatisch de binnenste profiellijst 5 en de afdekprofiellijst 6 in deze deurrand naar elkaar waarbij dus de omgeplooide randen 3 tussen de beide profiellijsten worden geklemd. Deze profiellijsten bevinden zich na het klemmen in de stand voorgesteld in figuur 1.
De profiellijsten 5 en 6 strekken zich over gans de lengte van de vier deurranden uit en op de deurhoeken sluiten de profiellijsten van samenkomende deurranden op elkaar aan.
Op de hiervoor beschreven manier verkrijgt men een vrij esthetische afwerking van de deurranden.
<Desc/Clms Page number 7>
Daarenboven zijn de twee platen 1 op een zeer stevige manier met elkaar verbonden. De verbinding van deze platen vergt enkel het aanbrengen van de profiellijsten 5 en 6 en het inschroeven van de schroeven 7 en vergt dus noch lassen noch het aanbrengen van klinknagels. De fabricage van de deur kan daardoor snel en op een eenvoudige manier geschieden.
De groeven 9 in de afdekprofiellijsten 6 kunnen worden open gelaten of kunnen worden afgedekt door een afdekstrook die met haar randen in de verdikkingen van de groef 9 kan worden geklikt.
De deur volgens figuur 1 is relatief brandwerend maar het brandwerende karakter ervan kan op een gemakkelijke manier nog aanzienlijk worden vergroot.
De figuur 2 heeft betrekking op een uitvoeringsvorm van de deur met een dergelijke grote brandwerendheid.
De uitvoeringsvorm van de deur volgens figuur 2 verschilt van die volgens figuur 1 in hoofdzaak doordat in de groef 9 van elke profiellijst 6 een strook 12 van onder invloed van hitte schuimvormend materiaal is aangebracht.
Deze strook 12 zit met haar randen geklikt in de verbredingen van de groef 9. De strook 12 dekt de koppen van de schroeven 7 af.
Om de warmteoverdracht ter plaatse van de deurranden van de ene plaat 1 naar de andere plaat 1 zoveel mogelijk te beletten, wordt in deze deurranden het contact tussen de omgeplooide randen 3 en de profiellijsten 5 en 6 zoveel mogelijk beperkt.
Hiertoe zijn de omgeplooide randen 3 een weinig minder omgebogen dan bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 zodat, bij het gebruik van dezelfde afdekprofiellijst 6, deze laatste enkel en alleen met het meest buitenwaarts gelegen gedeelte van haar zijranden tegen de omgeplooide
<Desc/Clms Page number 8>
randen 3 aansluit, zoals duidelijk blijkt uit figuur 2. De breedte van de bodem van de profiellijsten 5 is aangepast opdat ook bij deze uitvoeringsvorm volgens figuur 2 de profiellijst enkel met het uiteinde van haar benen met de plaat 1 in contact zou komen.
Daarenboven is de ruimte tussen de profiellijsten 5 en 6 en tussen de profiellijsten 5 en de platen 1 en de kern 2 volledig met isolerende schuimkunststof 13 volgespoten.
Behalve de hogergenoemde voordelen wat betreft de montage biedt de deur een zeer goede brandweerstand die tot twee uur kan bedragen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvormen vele veranderingen worden aangebracht, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt.
In het bijzonder moeten de middelen om de afdekprofiellijsten en de binnenste profiellijsten in de deurranden naar elkaar te trekken niet noodzakelijk plaatschroeven zijn. Deze middelen kunnen ook bouten zijn die geschroefd zijn in van schroefdraad voorziene openingen in de binnenste profiellijsten of in moeren die al dan niet aan de binnenste profiellijsten zijn bevestigd.