BE902743A - Opzetstuk voor het aanbrengen op een blikje waarin zich drank bevindt. - Google Patents

Abstract

Het opzetstuk omvat een in hoofdzaak cilindrisch, bekervormig lijfdeel en een bodemdeel voorzien van een opening overeenkomstig die in het deksel van het blikje, waarbij tussen de onderrand van het bekervormige lijfdeel en het bodemdeel een groef is aangebracht zodanig dat het lijfdeel op de felsrand van het blikje kan worden geklemd onder verkrijging van een vloeistofdichte afdichting terwijl het opzetstuk axiaal verdraaibaar is ten opzichte van het blikje.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Opzetstuk voor het aanbrengen op een blikje waarin zich drank bevindt". 
 EMI1.1 
 als 
UITVINDINGSOCTROOI Prioriteit van de octrooiaanvrage in Nederland ingediend op 1 maart 1985 onder het nr. 8500574, op naam van VAN DER WOUDEN & PARTNERS B. V. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
 EMI2.1 
 



  Opzetstuk voor het aanbrengen op een-bl] 't/a'rirf drank bevindt. 



  De uitvinding heeft betrekking op een opzetstuk voor het aanbrengen op een blikje waarin zich een drank bevindt. 



  In het deksel van een dergelijk blikje kan een ongeveer driehoekige opening worden aangebracht door het middels een aangeklonken ring en een ingedrukte ril uit het deksel scheuren van een deel daarvan. 



  De betreffende blikjes worden op grote schaal in de handel gebracht voor de verkoop van diverse soorten vloeistoffen zoals bier, limonades, bron-en mineraalwater, vruchtensappen en dergelijke. 



  De opening die in het blikje kan worden aangebracht heeft een slanke driehoekige vorm, waarvan de basis loopt langs de rand van het deksel terwijl de top ongeveer in het midden van het deksel ligt. 



  Dergelijke blikjes worden in het algemeen niet gebruikt in het dagelijks huishouden, maar wel bijvoorbeeld onderweg in voertuigen en op plaatsen waar veel mensen zijn verzameld, zoals bij sportevenementen en dergelijke. In het algemeen zijn dan geen drinkglazen beschikbaar, zodat de gebruiker gedwongen is direkt uit het blikje te drinken. 



  Dit is onhygiënisch, daar men met de lippen de driehoekige opening in het deksel omsluit, terwijl het deksel reeds door vele handen kan zijn aangeraakt. Bovendien komt bij het op deze wijze drinken de smaak van de vloeistof niet tot zijn recht, daar men het aroma niet ruikt. In veel gevallen wordt ook de inhoud van het blikje niet in   één   keer leeggedronken, maar met tussenpozen. Als het blikje tussentijds omvalt, gaat een deel van de inhoud verloren en kan de omgeving waar de vloeistof wordt genuttigd worden verontreinigd. 



  Het opzetstuk volgens de uitvinding beoogt deze problemen op de lossen en onderscheidt zich door een in hoofdzaak 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 cilindrisch bekervormig lijfdeel, dat langs de onderrand is voorzien van middelen voor een vloeistofdichte afsluiting met het deksel van het geopende blikje en klemmiddelen voor het verbinden van het opzetstuk op het blikje rondom de felsrand. 



  Het opzetstuk kan daarbij zijn voorzien van een bodem waarin zich een opening bevindt, die in hoofdzaak overeenkomt met die welke in het deksel van het blikje kan worden aangebracht. 



  Het bekervormige lijfdeel is zodanig gedimensioneerd, dat het omgekeerd over het blikje past en als zodanig nagenoeg geen extra ruimte in de verpakking van een aantal blikjes inneemt. 



  Alternatief kan het opzetstuk zodanig zijn uitgevoerd, dat een aantal opzetstukken in elkaar kunnen worden geschoven zodat een aantal opzetstukken hetzelfde volume inneemt als één blikje. 



  Nadat een opzetstuk op een blikje is geklemd kan het axiaal verdraaid worden ten opzichte van het blikje, waardoor de opening in de bodem van het opzetstuk ten opzichte van de opening in het deksel van het blikje kan worden verdraaid. Op deze wijze kan het blikje ook na te zijn geopend weer worden afgesloten. 



  De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van de tekening waarin : fig. l een perspectivisch aanzicht toont van een opzetstuk met los daarvan een blikje ; fig. 2 een langsdoorsnede toont over een opzet- stuk dat op een blikje is vastgeklemd ; fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van een op een blikje vastgeklemd opzetstuk met de ope- ningen van het blikje en van het opzetstuk in een ten opzichte van elkaar verdraaide stand ; en fig. 4 een langsdoorsnede toont over een blikje met een omgekeerd daarop geplaatst opzetstuk. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Fig. 1 toont een opzetstuk 1 dat zich los van het blikje 2 bevindt, dat is voorzien van een felsrand 4 en van een in hoofdzaak driehoekige opening 6. In het opzetstuk bevindt zich de opening 5, waarvan de vorm in hoofdzaak overeenkomt met die van de opening 6 in het blikje. 



  Het opzetstuk 1 kan op de felsrand 4 van het blikje worden vastgehouden door de met de felsrand 4 samenwerkende ringvormige delen 3 en   3'van   het opzetstuk 1, welke delen 3 en 3'zich rondom de bodem van het opzetstuk uitstrekken. 



  Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 3 kan het opzetstuk 1 ten opzichte van het blikje 2 worden verdraaid zodanig dat de driehoekige openingen 5 en 6 zich op verschillende plaatsen bevinden waardoor de opening 5 van het blikje is afgesloten en geen vloeistof uit het blikje zal stromen ook al bevindt dit zich niet in de vertikale stand. 



  Fig. 4 toont de mogelijkheid het opzetstuk 1 in de omgekeerde stand op een blikje 2 te plaatsen, zodat het bij het transport bijzonder weinig ruimte inneemt en bij elk blikje 2 een opzetstuk 1 kan worden afgeleverd. 



  - conclusies-

Claims (5)

1. EMI5.1

   -C - o n c l u s i e s-1. Opzetstuk voor het drinken van in een blikje verpakte vloeistof, welk blikje in het deksel is voorzien van een daar uit te scheuren deel voor het verkrijgen van een driehoekige opening, welk opzetstuk bestaat uit een in hoofdzaak cilindrisch, bekervormig lijfdeel, dat langs de onderrand over de felsrand van het blikje wordt geklemd.
2. 2. Opzetstuk volgens conclusie 1, welk opzetstuk een bodemdeel bezit dat is voorzien van een opening overeenkomstig die van het blikje, waarbij het opzetstuk zodanig axiaal verdraaibaar is ten opzichte van het blikje en de opening in het bodemdeel zodanig is aangebracht dat de openingen in het blikje en in het opzetstuk al dan niet in lijn met elkaar liggen.
3. 3. Opzetstuk volgens conclusie 2, waarbij tussen de onder- rand van het bekervormige lijfdeel en het bodemdeel een conisch naar binnen toe stekende groef is aange- bracht ter verkrijging van een vloeistofdichte af- dichting.
4. 4. Opzetstuk volgens conclusie 1, welk opzetstuk zodanig is gedimensioneerd dat het omgekeerd over het blikje past en als zodanig in de verpakking nagenoeg geen ruimte inneemt.
5. 5. Opzetstuk voor het aanbrengen op een blikje waarin zich drank bevindt, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschre- ven en weergegeven in de bijgaande tekeningen. p. pa van : VAN DER WOUDEN & PARTNERS B. V.

   Antwerpen 26 juni 1985. p. pa van : Antwerps Octrooi-en Merkenbureau M. F. J. Bockstael N