BE900449A

BE900449A - Ruitervormig koppelstuk voor plafondstrukturen.

Info

Publication number: BE900449A
Application number: BE2/60484A
Authority: BE
Original assignee: Chicago Metallic Continent Nv
Priority date: 1984-08-29
Filing date: 1984-08-29
Publication date: 1984-12-17

Abstract

Ruitervormig koppelstuk (1) voor modulaire plafondstrukturen, dat in hoofdzaak bestaat uit twee vertikaal gerichte benen (2-3) die aan het bovenuiteinde onderling verbonden zijn door een afstandselement (5) dat in het midden door middel van een geperforeerd en vertikaal gericht bevestigingsdeel (6) kan verbonden worden met een dragende konstruktie, met het kenmerk dat er aan de onderzijde van de tegenovereenliggende uiteinden van het afstandselement (5) middelen zijn aangebracht die toelaten de rotatie van de draagliggers (4) in de nabijheid van het koppelstuk (1) onder invloed van een torsiekracht, te verhinderen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING neergelegd tot staving van een aanvraag voor 
BELGISCH OCTROOI geformuleerd door 
CHICAGO METALLIC CONTINENTAL N. V. voor "Ruitervormig koppelstuk voor plafondstrukturen" 
 EMI1.1 
 als UITVINDINGSOCTROOI. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  "Ruitervormig koppelstuk voor plafondstrukturen" Deze uitvinding heeft betrekking op een ruitervormig koppelstuk voor plafondstrukturen, in het algemeen opgehangen plafondstrukturen, met andere woorden een   verbinding-en   bevestigingselement voor de draagliggers die bij dit soort plafonds gebruikt worden. 



  Men kent reeds ruitervormige koppelstukken om twee evenwijdig aan elkaar opgestelde draagliggers op een kleine onderlinge afstand aan mekaar te bevestigen, zodanig dat deze kleine onderlinge afstand plaats biedt voor een leidingkanaal. 



  Het hoofdzakelijke nadeel van zulk bekend ruitervormig koppelstuk is echter dat bij een relatief aanzienlijke torsiebelasting van de aan het koppelstuk bevestigde draagliggers, zoals dit het geval kan zijn bij de aanwending van lamparmaturen, deze draagliggers in hun bevestigingspunten kunnen roteren rond hun axiale as. 



  Deze uitvinding heeft dan ook een ruitervormig koppelstuk als voorwerp waarbij de bevestiging van de draagliggers op een zodanige wijze gebeurt dat de voornoemde nadelige vervorming niet kan optreden. 



  Bovendien is, in een bijzondere uitvoering, de konstruktie van het ruitervormig koppelstuk volgens de uitvinding van zulke aard dat er minstens vier identieke voorzieningen aanwezig zijn om kabelgoten en/of kabelrails en dergelijke 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 op een eenvoudige wijze te bevestigen aan het betreffend koppelstuk. Deze meervoudigheid en identiteit van deze voorzieningen bieden het voordeel dat bepaalde gestandaardiseerde systemen van kabelgoten en/of rails en dergelijke universeler en dus doeltreffender kunnen aangewend worden. 



  Het ruitervormig koppelstuk volgens de uitvinding bestaat tot dit doel uit twee vertikaal gerichte benen die aan het bovenuiteinde onderling verbonden zijn door een afstandselement, dat in het midden door middel van een geperforeerd en vertikaal gericht bevestigingsdeel kan verbonden worden met een dragende konstruktie, met het kenmerk dat er aan de onderzijde van de tegenovereenliggende uiteinden van het afstandselement middelen zijn aangebracht die toelaten de rotatie van de draagliggers in de nabijheid van het koppelstuk onder invloed van een torsiekracht, te verhinderen. 



  Met het inzicht de kenmerken en de voordelen volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van het ruitervormig koppelstuk volgens de uitvinding ; figuur 2 een zijaanzicht weergeeft van figuur l ; figuur 3 het bovenaanzicht weergeeft van figuur l ; figuur 4 in perspektief het koppelstuk volgens figuur   l   weergeeft. 



  Zoals in de tekeningen weergegeven bestaat het ruitervormig koppelstuk   l   hoofdzakelijk uit twee vertikaal gerichte benen 2 en 3, die bestemd zijn om de draagliggers 4 er mede te bevestigen, en die onderling verbonden zijn door een horizontaal gericht afstandselement 5 dat op zijn beurt voorzien is van een geperforeerd bevestigingsdeel 6. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  De bevestiging van de draagliggers 4 met het koppelstuk   l   gebeurt door middel van neuzen 7, die aangebracht zijn op de benen 2 en 3, en die door gleuven in de draagliggers 4 steken. 



  Elke neus 7 is voorzien van twee uit zijn vlak gebogen verende lippen 8, die zich achter het lijf 9 van een draagligger vasthaken. 



  De uitvinding voorziet onder andere in het aanbrengen van lipjes 10, die zodanig geplaatst zijn dat de bovenranden 11 van de draagliggers 4 hiertegen aansluiten, waardoor het effekt verkregen wordt dat de draagliggers 4 een betere steun krijgen om de torsiekracht die ontstaat ten gevolge van de last P op te vangen. Het aanbrengen van de draagliggers 4 geschiedt door de verbredingen van de bovenranden 11 eerst door de openingen 12 te steken en dan de draagliggers over de neuzen 7 te duwen. 



  Elk koppelstuk is tevens voorzien van twee paar omgebogen en tegengesteld gerichte steunlippen 13, die tegen de draagliggers 4 steunen, waardoor verkregen wordt dat het koppelstuk   l   steeds zuiver haaks op de axiale richting van de draagliggers staat. 



  De uitvinding bestaat verder in minstens vier identieke voorzieningen om kabelgoten, kabelrails of dergelijke aan te brengen. 



  In de uitvoeringsvorm die in de figuren weergegeven is, worden deze voorzieningen gevormd door de uitsparingen 14 en 15 die respektievelijk aangebracht zijn in de benen 2 en 3, en door de uitsparingen 16 en 17 die zich respektievelijk bevinden in het bevestigingsdeel 6 en de uitsteeksels 18. Alle voornoemde uitsparingen bieden plaats aan de geprofileerde verende opstaande zijden 19 van de kabelgoten 20. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Het ruitervormig koppelstuk   l   is nog voorzien van de uit reeds bestaande koppelstukken gekende oplegconsoles 21 die gevormd zijn door in een horizontaal vlak omgebogen gedeelten van het afstandselement 5. Indien er tussen de uitsparingen 16 en 17 geen kabelgoot 20 aangebracht wordt, dan blijven deze consoles beschikbaar om allerlei technische leidingen te ondersteunen. Bevestigingsmiddelen voor deze leidingen kunnen samenwerken met de gaten 22 in de oplegconsoles 21. 



  Het bevestigingsdeel 6 bestaat uit een reeds gekende konstruktie, die opgebouwd is uit twee omgebogen flenzen 23 die elk voorzien zijn van een perforatie 24, waarvan de gaten 25 op onderlinge gelijke afstand zijn aangebracht. 



  In de uitvoering volgens de uitvinding wordt het overgangsgedeelte 26 tussen het bevestigingsdeel 6 en het afstandselement 5 voorzien van een indruk 27, waardoor het overgangsgedeelte een grotere stijfheid tegen verbuiging verkrijgt. 



  Het is duidelijk dat men op deze wijze een ruitervormig koppelstuk verkrijgt dat qua bevestigingsmogelijkheden voor technische leidingen zeer universeel is, en dat qua uitvoering een goede stijfheid biedt tegen vervorming. 



  Het geheel wordt bij voorkeur uitgevoerd in gegalvaniseerd staal. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulk koppelstuk kan in meer uitgebreide vormen en allerlei afmetingen verwezenlijkt worden zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims

Eisen. l.-Ruitervormig koppelstuk (l) voor modulaire plafondstrukturen, dat in hoofdzaak bestaat uit twee vertikaal gerichte benen (2-3) die aan het bovenuiteinde onderling verbonden zijn door een afstandselement (5) dat in het midden door middel van een geperforeerd en vertikaal gericht bevestigingsdeel (6) kan verbonden worden met een dragende konstruktie, met het kenmerk dat er aan de onderzijde van de tegenovereenliggende uiteinden van het afstandselement (5) middelen zijn aangebracht die toelaten de rotatie van de draagliggers (4) in de nabijheid van het koppelstuk (l) onder invloed van een torsiekracht, te verhinderen.
2.-Ruitervormig koppelstuk volgens eis l, met het kenmerk dat de voornoemde middelen bestaat uit lippen (10) die aan de onderkant van het afstandselement (5) aangebracht zijn.
3.-Ruitervormig koppelstuk volgens eisen l of 2, met het kenmerk dat de lippen (10), die zich aan de onderkant van het afstandselement bevinden, een zijdelingse steun vormen voor EMI6.1 de bovenranden (11) van de draagliggers (4).
4.-Ruitervormig koppelstuk volgens één der voorgaande eisen en waaraan allerlei technische leidingen kunnen bevestigd worden, met het kenmerk dat er minstens vier identieke middelen voorzien zijn om een gestandaardiseerd systeem van kabelgoten en dergelijke meervoudig te kunnen toepassen, waarbij deze middelen bestaat uit uitsparingen (14,15, 16,17) die plaats kunnen bieden aan de geprofileerde verende opstaande zijden (19) van de kabelgoten (20).
5.-Ruitervormig koppelstuk volgens eis 4, met het kenmerk dat de uitsparingen zodanig aangebracht zijn dat onder het afstandselement (5) minstens twee boven elkaar liggende kabelgoten (20) kunnen bevestigd worden en dat boven het afstandselement (5) minstens twee naast elkaar liggende kabelgoten (20) <Desc/Clms Page number 7> kunnen aangebracht worden.
6.-Ruitervormig koppelstuk volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat het overgangsgedeelte (26) tussen het bevestigingsdeel (6) en het afstandselement (5) voorzien is van een versteviging die de verbuiging van dit gedeelte belet.
7.-Ruitervormig koppelstuk volgens eis 7, met het kenmerk dat de versteviging die in het overgangsgedeelte (26) tussen het bevestigingsdeel (6) en het afstandselement (5) is aangebracht, bestaat uit een indruk (27).
8.-Ruitervormig koppelstuk voor plafondstrukturen, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.