BE900450A - Ophanginrichting voor plafondstrukturen. - Google Patents

Ophanginrichting voor plafondstrukturen. Download PDF

Info

Publication number
BE900450A
BE900450A BE2/60485A BE2060485A BE900450A BE 900450 A BE900450 A BE 900450A BE 2/60485 A BE2/60485 A BE 2/60485A BE 2060485 A BE2060485 A BE 2060485A BE 900450 A BE900450 A BE 900450A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
suspension device
bridge
beams
piece
requirements
Prior art date
Application number
BE2/60485A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Chicago Metallic Continent Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Chicago Metallic Continent Nv filed Critical Chicago Metallic Continent Nv
Priority to BE2/60485A priority Critical patent/BE900450A/nl
Publication of BE900450A publication Critical patent/BE900450A/nl
Priority to EP19850200973 priority patent/EP0173359B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/06Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by constructional features of the supporting construction, e.g. cross section or material of framework members
    • E04B9/12Connections between non-parallel members of the supporting construction
    • E04B9/14Connections between non-parallel members of the supporting construction all the members being discontinuous and laying at least partly in the same plane
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/18Means for suspending the supporting construction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Abstract

Ophanginrichting voor plafondstrukturen, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een brugstruk (1) en twee op zichzelf bekende ruitervormige koppelstukken (2) waaraan draagliggers (3), als samenstellende elementen van een plafondrooster, bevestigd zijn, en waardoor verkregen wordt dat er volgens twee haakse ten opzichte van elkaar geplaatste richtingen tussen de plafondsrooster, doorlopende kanalen worden gevormd.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING neergelegd tot staving van een aanvraag voor
BELGISCH OCTROOI geformuleerd door
CHICAGO METALLIC CONTINENTAL N. V. voor 
 EMI1.1 
 "Ophanginrichting voor plafondstrukturen" als UITVINDINGSOCTROOI. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  "Ophanginrichting voor plafondstrukturen" Deze uitvinding heeft betrekking op een ophanginrichting voor plafondstrukturen, met andere woorden de samenbouw van verbindings-en bevestigingselementen om draagliggers voor plafondstrukturen en dergelijke aan te brengen onder een dragende plafondkonstruktie. 



  Men kent reeds ophanginrichtingen voor plafondstrukturen die er in hoofdzaak in bestaan dat in één richting bepaalde draagliggers op een relatief korte afstand van mekaar aangebracht worden en waarbij kabelgoten en dergelijke tussen zulke op een relatief korte afstand ten opzichte van elkaar aangebrachte draagliggers bevestigd kunnen worden, terwijl de dwarsgerichte draagliggers eenvoudig tussen de voornoemde langsgerichte draagliggers worden aangebracht. Indien men met de voornoemde bekende inrichtingen zowel in dwarsrichting als in langsrichting kabelgoten en dergelijke wil aanbrengen, treedt onder andere het nadeel op dat de langsgerichte draagliggers een belemmering vormen voor de vrije doortocht van het kanaal gevormd door de dwarsgerichte draagliggers. 



  De voornoemde uitdrukkingen dwarsgericht   en"langsgericht",   die ook nog in de verdere beschrijving voorkomen, worden louter gebruikt om het verschil aan te duiden tussen de twee haaks op elkaar staande richtingen van de draagliggers. 



  Deze uitvinding heeft dan ook een ophangrichting voor plafondstrukturen als voorwerp die het voornoemd en andere voor- 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 delen van deze bekende inrichtingen systematisch uitsluiten. 



  Tot dit doel bestaat de ophanginrichting volgens de uitvinding in de kombinatie van een brugstuk en twee op zichzelf bekende ruitervormige koppelstukken waaraan draagliggers, als samenstellende elementen van een plafondrooster, bevestigd zijn, en waardoor verkregen wordt dat er volgens twee haakse ten opzichte van elkaar geplaatste richtingen tussen de plafondrooster, doorlopende kanalen worden gevormd. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzingen naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur   l   in perspektief een principeschets weergeeft van de ophanginrichting ; figuur 2 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 1 doch van een mogelijke uitvoeringsvorm ; figuur 3 een vooraanzicht weergeeft van het brugvormig koppelstuk dat deel uitmaakt van de ophanginrichting ; figuur 4 een zijaanzicht van figuur 3 weergeeft ; figuur 5 het bovenaanzicht van figuur 3 weergeeft ; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 2 ; figuur 7 een doorsnede weergeeft volgens lijn VII-VII in figuur 2. 



  Zoals in figuur   l   wordt weergegeven, bestaat deze ophanginrichting voor plafondstrukturen in hoofdzaak in de kombinatie van één brugstuk   1,   twee ruitervormige koppelstukken 2, en een aantal hieraan bevestigde roosters die elk samengesteld zijn uit vier draagliggers 3 en evenveel hoekverbindingsstukken 4. 



  Het geheel wordt aan een hanger 5 vastgemaakt, die bevestigd is aan een dragende konstruktie. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Figuur   l   toont duidelijk aan dat er bij het gebruik van deze ophanginrichting zowel in de langsrichting L als in de dwarsrichting D vrije doorlopende kanalen blijven bestaan, die geschikt zijn om technische leidingen in aan te brengen. 



  Het brugstuk   l   bestaat uit een horizontaal gericht gedeelte 6 waarop in het midden een vertikaal gericht bevestigingsgedeelte 7 staat. Dit bevestigingsgedeelte 7 heeft de vorm van een U-profiel, waarvan elk van de beide zijdelingse flenzen 8 voorzien is van een vertikaal gerichte rij perforaties 9. De perforaties in de beide flenzen 8 zijn overeenliggend uitgevoerd zodanig dat ze in samenwerking met de gaten 10 van een zogenaamde noniushanger 11 twee bevestigingspennen 12 of dergelijke kunnen opnemen. Om effektief van de noniushanger gebruik te kunnen maken zijn de perforaties 9 zodanig uitgevoerd dat de onderlinge afstand van de gaten iets kleiner is dan de onderlinge afstand van de gaten 10 van de noniushanger   11.   



  Het bruggedeelte 6 bestaat hoofdzakelijk uit een vertikale plaat 13 die met de rugwand 14 van het U-vormig bevestigingsgedeelte 7 één doorlopend vlak vormt. De bovenrand 15 aan de vertikale plaat 13 is twee maal over   900 omgebogen.   



  Het voorste vlak 16 van deze ombuiging en de vertikale plaat 13 zijn aan hun vertikaal gerichte randen 17 en 18 voorzien van rijen gaten 19 en 20, één en ander zodanig dat er door middel van bevestigingspennen 21 verbindingen tot stand kunnen komen met de ruitervormige koppelstukken 2. 



  Het   brugstuk l   biedt voldoende stevigheid tegen vervorming doordat het bevestigingsgedeelte 7 U-vormig is en doordat de bovenrand 15 van het bruggedeelte 6 omgebogen is. Andere verstevigingen zijn de over   900 omgebogen   onderrand 22 en de indrukking 23 die in het overgangsgedeelte 24 tussen het bevestigingsgedeelte 7 en het bruggedeelte 6 is aangebracht. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Het ruitervormig koppelstuk 2, dat reeds uitvoerig beschreven werd in een andere oktrooiaanvrage van dezelfde Aanvraagster, vormt een verbinding tussen het brugstuk 2 en de draagliggers 3, en dient hoofdzakelijk om deze draagliggers 3 evenwijdig aan elkaar te bevestigen en om technische leidingen te ondersteunen. 



  De benen van het ruitervorm koppelstuk 2 zijn voorzien van neuzen 25 die door de gleuven 26 in de draagliggers 3 gestoken zijn. Elke neus 25 heeft twee uit zijn vlak gebogen, verende, achter het lijf 27 van een draagligger 3 hakende lippen 28. 



  De dwarsgerichte draagliggers 3A zijn aan hun uiteinden bevestigd aan de uiteinden van langsgerichte draagliggers 3B door middel van de hoekverbindingsstukken 4. 



  Elk hoekverbindingsstuk 4 bestaat uit een winkelhaakvormig plaatje dat voorzien is van weerhaken 29 en boringen 30. 



  Aan de uiteinden van elke draagligger zijn doordrukkingen 31 aangebracht, die toelaten dat, de dwarsgerichte draagliggers 3A eenvoudig aan elkaar kunnen bevestigd worden met de langsgerichte draagliggers 3B door middel van voornoemde hoekverbindingsstukken 4. 



  De boringen 30 in het hoekverbindingsstuk 4 vormen één doorlopend geheel met de gaten 32 van de draagliggers 3, en bieden de mogelijkheid een supplementair bevestigingselement, bijvoorbeeld een klinknagel 33 (figuur 6), aan te brengen. 



  Bij voorkeur worden alle konstruktie-onderdelen verwezenlijkt uit gegalvaniseerd staal. 



  De gebruikelijke doch niet beperkende werkwijze bij de montage wordt hiernavolgend beschreven. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  Aan een   brugstuk l   worden twee ruitervormige koppelstukken 2 bevestigd. Dan wordt dit driedelig geheel vastgemaakt aan een noniushanger 11 die reeds aan de draagkonstruktie hangt. Als er meerdere zulke gehelen bevestigd zijn aan de draagkonstruktie worden de langsgerichte draagliggers 3B gemonteerd op de benen van de ruitervormige koppelstukken 2. 



  De uiteinden van alle dwarsgerichte draagliggers 3A worden voorzien van hoekverbindingsstukken 4 en worden hiermee bevestigd aan de uiteinden van de langsgerichte draagliggers 3B. 



  Als de technische leidingen en eventuele andere bijhorigheden bevestigd zijn kan men de plafondplaten 34 en de sluitstrip 35 aanbrengen. Deze sluitstrip 35 haakt zich door middel van verende randen 36 (figuur 7) vast achter de flenzen 37 van de draagliggers 3. 



  Normaal worden bij de ophanginrichting volgens de uitvnding de plafondplaten 34, de sluitstrip 35, en allerhande technische bijhorigheden uitsluitend bevestigd door middel van de beschreven konstruktie. Dit neemt niet weg dat er eventueel bijkomende ophangpunten 38 (figuur   l)   kunnen aangebracht worden die slechts en alleen bestaan uit één ruitervormig koppelstuk. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulke ophanginrichting alsmede de samenstellende delen ervan kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden. 



  Ook is het duidelijk dat de onderlinge verbindingen tussen de verschillende delen op andere dan de beschreven manieren kunnen uitgevoerd worden. 



  Een van de mogelijke varianten op de uitvoeringsvorm is een 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 ophanginrichting waarbij het brugstuk   l,   de ruitervormige koppelstukken 2 en/of de hoekverbindingsstukken 4 één geheel vormen, zodat de opbouw van een plafondstruktuur nog vlugger kan gebeuren.

Claims (13)

  1. Eisen. l.-Ophanginrichting voor plafondstrukturen, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een brugstuk (l) en twee op zichzelf bekende ruitervormige koppelstukken (2) waaraan draagliggers (3), als samenstellende elementen van een plafondrooster, bevestigd zijn, en waardoor verkregen wordt dat er volgens twee haakse ten opzichte van elkaar geplaatste richtingen tussen de plafondsrooster, doorlopende kanalen worden gevormd.
  2. 2.-Ophanginrichting volgens eis l, met het kenmerk dat het brugstuk (l) bestaat uit een horizontaal gericht bruggedeelte (6) waarop in het midden een vertikaal gericht bevestigingsgedeelte (7) staat. EMI8.1
  3. 3.-Ophanginrichting volgens eis 2, met het kenmerk dat het bevestigingsgedeelte (7) van het brugstuk (1) de vorm van een U-profiel vertoont waarbij de beide zijdelingse flenzen (8) voorzien zijn van een vertikaal gerichte rij perforaties (9) EMI8.2 zodanig dat de koppeling met een noniushanger (11) mogelijk is.
  4. 4.-Ophanginrichting volgens eis 2 of 3, met het kenmerk dat het bruggedeelte (6) van het brugstuk (l) aan ieder tegenovereenliggend uiteinde voorzien is van perforaties (19,20) ter bevestiging van een koppelstuk (2). EMI8.3
  5. 5. volgens één van de voornoemde eisen, met het kenmerk dat de bovenrand (15) van het bruggedeelte (6) van het brugstuk (1) tweemaal over 900 omgebogen is, terwijl de onderrand (22) éénmaal over 900 omgebogen is en er een indrukking (23) is aangebracht in het overgangsgedeelte (24) tussen het bevestigingsgedeelte (7) en het bruggedeelte (6).
  6. 6.-Ophanginrichting volgens één der voorgaande eisen, met <Desc/Clms Page number 9> het kenmerk dat de plafondrooster ieder gevormd zijn door twee paar, twee aan twee evenwijdig gerichte, en haaks ten opzichte van elkaar geplaatste draagliggers (3A-3B) die aan hun uiteinden met elkaar verbonden zijn door hoekverbindingsstukken (4).
  7. 7.-Ophanginrichting volgens eis 6, met het kenmerk dat de hoekverbindingsstukken (4) van middelen voorzien zijn zodanig dat ze een eenvoudige bevestiging van de dwarsgerichte draagliggers (3A) aan de langsgerichte draagliggers (3B) mogelijk maken.
  8. 8.-Ophanginrichting volgens eis 7, met het kenmerk dat de genoemde middelen bestaan uit weerhaken (29) die zich aan de draagliggers (3) kunnen vasthaken.
  9. 9. - Ophanginrichting volgens één der eisen 6 tot 8, met het kenmerk dat de hoekverbindingsstukken (4) en de draagliggers (3) onderling verbonden zijn door één of ander bevestigingsmiddel dat aangebracht is in overeenkomstige gaten (30,32) in de voornoemde onderdelen.
  10. 10.-Ophanginrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat het brugstuk (1), de twee ruitervormige koppelstukken (2) en de hoekverbindingsstukken (4) één stuk vormen.
  11. 11.-Ophanginrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de ophanginrichting (l) voorzien is van een metalen sluitstrip (35) die door middel van verende randen (36) geklemd is tussen de flenzen (37) van de draagliggers (3).
  12. 12.-Ophanginrichting volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat het brugstuk (1), enerzijds, verbonden is met een dragende konstruktie en, anderzijds, aan elk der beide horizontaal tegenoverelkaar gelegen uiteinden voorzien <Desc/Clms Page number 10> is van een ruitervormig koppelstuk (2), waarbij aan de benen van deze koppelstukken (2) twee evenwijdige, zich op korte afstand van elkaar bevindende, langsgerichte draagliggers (3B) bevestigd zijn.
  13. 13.-Ophanginrichting voor plafondstrukturen, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.
BE2/60485A 1984-08-29 1984-08-29 Ophanginrichting voor plafondstrukturen. BE900450A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60485A BE900450A (nl) 1984-08-29 1984-08-29 Ophanginrichting voor plafondstrukturen.
EP19850200973 EP0173359B1 (en) 1984-08-29 1985-06-19 Connecting device for suspended structures

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60485A BE900450A (nl) 1984-08-29 1984-08-29 Ophanginrichting voor plafondstrukturen.
BE900450 1984-08-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE900450A true BE900450A (nl) 1984-12-17

Family

ID=25660634

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/60485A BE900450A (nl) 1984-08-29 1984-08-29 Ophanginrichting voor plafondstrukturen.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE900450A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1932197B (zh) 用于吊顶式天花板的嵌条
US3677589A (en) Field installation clip for exposed grid systems
US4041668A (en) Clip structure for a concealed grid structure of a suspended ceiling
US5203818A (en) Suspension hook
US656274A (en) Clip for steel building construction, &amp; c.
US3668827A (en) Metal studding and adjustable shelf carrier
US6672025B1 (en) Curved building panel with stress-reducing apertures
BE900450A (nl) Ophanginrichting voor plafondstrukturen.
NL8900651A (nl) Ophangsysteem voor plafondplaten alsmede een profiel voor een dergelijk systeem.
US3354595A (en) Acoustic panels and ceilings
US4062511A (en) Bracket
BE900449A (nl) Ruitervormig koppelstuk voor plafondstrukturen.
US5408799A (en) Members for reinforcing, supporting and tying steel bars for reinforcing concrete
US4169340A (en) Suspended ceiling
EP0118590A3 (de) Aufhängevorrichtung für eine Tragschiene einer Unterdecke
US3307315A (en) Structural connector clip
US10738465B2 (en) Suspended baffle system
BE1000792A4 (nl) Koppelstuk voor opgehangen plafonds.
NL9300525A (nl) Draagrooster voor plafondbekleding.
GB2281504A (en) Mounting slats or panelling
US3606411A (en) Fixing arrangements
US9938718B1 (en) Arched island ceiling useful in open plenum
GB2274973A (en) Suppport bar for shelving system
NL8204486A (nl) Ophangbaar roosterplafond, in het bijzonder bandroosterplafond.
EP0266330A1 (en) Ceiling panel suspension frame

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: CHICAGO METALLIC CONTINENTAL N.V.

Effective date: 19970831