<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING ingediend tot het bekomen van een u i t v i n d i n g s o c t r o o i Thomassen & Drijver-Verblifa N. V. te Deventer, Nederland Inrichting voor het in een laag brengen van open bussen of rompen daarvan Gebaseerd op een recht van voorrang dat berust op de overeenkomstige aanvrage om octrooi, ingediend op 29 augustus 1983 in Nederland, onder nummmer 8303008.
<Desc/Clms Page number 2>
Inrichting voor het in een laag brengen van open bussen of
EMI2.1
rompen daarvan.
rompen
De uitvinding betreft een inrichting voor het brengen van een aantal door een transportband tussen evenwijdige geleidingswanden aangevoerde open bussen of rompen daarvan in een laag van gegeven afmetingen en met geordend stapelpatroon, welke inrichting is voorzien van een stel in de bussen of busrompen steekbare en daaruit verwijderbare aanslagpennen, die de bussen of busrompen, voordat ze de gewenste laag bereiken, tijdelijk tegenhouden en van een aan het eind van de laag aanwezige eindaanslag. Een dergelijke inrichting is bekend. De bekende inrichting bezit het nadeel, dat de aanwezige aanslagpennen niet alleen een rij bussen tegenhouden, maar dat hij tevens is ingericht voor het over een zekere afstand terugduwen van een zeer groot aantal door wrijving door de transportband in de tegengestelde richting belaste bussen.
De uitvinding beoogt, een dergelijke ongewenste belasting te vermijden en stelt daartoe een inrichting van het in de aanhef vermelde type voor, die volgens de uitvinding het kenmerk vertoont, dat de aanslagpennen van dat stel zich op tenminste één busafstand van het begin van de te vormen laag bevinden, de eindaanslag over tenminste één busafstand verplaatsbaar is tussen een stand binnen de te vormen
<Desc/Clms Page number 3>
laag en het einde daarvan, en dat een tweede stel in de bussen of busrompen steekbare en daaruit verwijderbare pennen tussen het eerste stel en het begin van de te vormen laag is aangebracht, welke pennen van het tweede stel naar de eindaanslag en daar vanaf beweegbaar zijn aangebracht voor het op hun plaats duwen van de bussen van de te vormen laag. De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een tekening.
In de tekening tonen :
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een deel van een inrichting volgens de uitvinding ;
De figuren 2 t/m 7 opeenvolgende fasen van een bewerkingscyclus van de inrichting volgens fig. 1 in een schematisch zij-aanzicht ;
Fig. 8 een bovenaanzicht van een deel van een variant.
Fig. 1 toont een inrichting 1 voor het brengen van een aantal door een transportband 2 tussen evenwijdige geleidingswanden 3 aangevoerde open bussen 4 in lagen van zowel in de transportrichting 3 als in de dwarsrichting zes bussen en met geordend stapelpatroon, welke inrichting 1 is voorzien van zes in de bussen 4 steekbare en daaruit verwijderbare aanslagpennen 5, die de bussen 4, voordat ze de gewenste laag bereiken, tijdelijk tegenhouden en van een aan het eind van de laag aanwezige eindaanslag 6. De aanslagpennen 5 bevinden zich op ongeveer anderhalve busafstand van het begin van de te vormen laag. Dit begin is met het verwijzingsgetal 7 aangeduid. De eindaanslag 6 is over ongeveer anderhalve busafstand verplaatsbaar tussen de in fig. 1 getoonde stand binnen de te vormen laag en het einde daarvan, dat met het verwijzingsgetal 8 is aangeduid.
Verder vertoont de inrichting 1 een tweede stel van zes in de bussen 4 steekbare en daaruit verwijderbare pennen 9, die zich bevinden tussen de aanslagpennen 5 en het begin 7 van de te vormen laag, welke pennen 9 naar de eindaanslag 6 en daarvan af be-weegbaar zijn aangebracht voor het op hun plaats duwen van de bussen 4 van de te vormen laag.
Een pijl 10 duidt de richting aan, waarin de bussen 4
<Desc/Clms Page number 4>
door de transportband 2 worden aangevoerd. Een dubbele pijl 11 duidt de verplaatsingsrichting van de aanslagpennen 5 aan.
Een pijl 12 duidt de verplaatsingsrichting van een balk 13 aan, die met een balk 19, die de pennen 5 draagt, op en neer beweegbaar is volgens de pijl 11. Aldus kunnen de pennen 9 niet alleen vertikaal, maar ook horizontaal bewegen, waarbij de vertikale beweging gelijk is aan die van de pennen 5. Een pijl 14 duidt de verplaatsingsrichting van de eindaanslag 6 aan.
De balk 19 wordt gedragen door zuigerstangen 15 van hydraulische cilinders 16 voor het verzorgen van de vertikale verplaatsing volgens de pijl 11. Zuigerstangen 17 dragen de balk 13. Deze zuigerstangen behoren bij hydraulische cilinders 18 voor de horizontale verplaatsing volgens de pijl 12.
Nu zal de werking van de inrichting 1 worden uiteengezet aan de hand van de figuren 2 t/m 7.
Fig. 2 toont, hoe door de transportband 2 aangevoerde bussen 4 in de richting van de pijl 10 worden aangeschoven tegen de eindaanslag 6. In de in fig. 2 getekende toestand zijn reeds een aantal lagen bussen 4 gevormd. De onderste laag 20 rust op een volgens een pijl 21 vertikaal verplaatsbaar draagbord 22. Dit draagbord is door niet-getekende middelen zodanig verplaatsbaar, dat telkens na het vormen van een nieuwe laag het over een laagdikte omlaag wordt verplaatst.
In de situatie volgens fig. 2 bevinden de pennen 5 en 9 zich in hun hoogste stand, terwijl de pennen 9 zich tevens in hun meest linkse stand bevinden.
Nadat op deze wijze voldoende bussen zijn verzameld voor het vormen van een volledige bovenste laag 23 worden overeenkomstig fig. 3 de pennen 5 en 9 omlaag bewogen, waarna volgens fig. 4 de pennen 9 naar rechts worden verplaatst onder corresponderende verplaatsing naar rechts van de eindaanslag 6, terwijl de pennen 5 als aanslag dienst doen voor het blokkeren van de naar rechts gerichte verplaatsing van de zich nog op de transportband 2 bevindende bussen 4. De in
<Desc/Clms Page number 5>
fig. 4 getoonde positie van de eindaanslag 6 is zodanig, dat de bovenste laag 23 zich nauwkeurig boven de daarvoor gevormde laag bevindt.
Nadat de bovenste laag 23 is gevormd en gescheiden van de daarna aangevoerde bussen 4 wordt de gevormde stapel lagen omlaag bewogen overeenkomstig een pijl 24, zodat de in fig. 5 getoonde situatie ontstaat. De verplaatsing van de eindaanslag 6 vindt plaats onder invloed van een cilinder/zuigereenheid 25. Vervolgens wordt de eindaanslag 6 nog een weinig verder naar rechts verplaatst, terwijl tevens de pennen 9 naar links worden verplaatst, zodat de in fig. 6 getoonde situatie ontstaat. In deze situatie is het bovenvlak van de inmiddels over een laagdikte omlaag verplaatste bovenste laag 23 volledig vrij, en wordt daarop een vel 26 in de richting van een pijl 27 aangebracht. Dit vel 26 dient ervoor om te zorgen, dat de volgende laag gemakkelijk schuivend op de voorgaande laag kan worden geplaatst.
Het zal duidelijk zijn, dat ook tussen alle voorgaand gevormde lagen dergelijke tussenleg-vellen zijn aangebracht.
Na het op de laag 23 leggen van het vel 26 kan door het omhoog bewegen van de pennen 5 worden bereikt, dat de nog op de transportband 2 aanwezige bussen 4 kunnen worden aangedrukt in de richting van de op de in fig. 7 getoonde wijze inmiddels weer naar zijn meest linkse positie verplaatste eindaanslag 6, waarna de cyclus zich kan herhalen.
De beschreven configuratie volgens de uitvinding biedt een zeer eenvoudige en goedkope wijze van het vormen van lagen en stapels van bussen of busrompen, vertoont een grote behandelingssnelheid en voorkomt, dat mechanische beschadigingen van de bussen optreden.
Fig. 8 toont schematisch een mogelijke alternatieve stapeling van de bussen 4 met corresponderende plaatsing van de pennen 5.
<Desc/Clms Page number 6>
Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding zich niet tot de beschreven voorbeelden beperkt. Zo kan het aantal pennen naar wens worden gekozen. Tevens kan de lengte van de te vormen lagen, d. w. z. het aantal bussen in de transportrichting, naar wens worden gekozen.
<Desc / Clms Page number 1>
DESCRIPTION filed for obtaining an invention patent Thomassen & Drijver-Verblifa NV in Deventer, the Netherlands Establishment for coating open buses or hulls thereof Based on a priority right based on the corresponding patent application filed August 29 1983 in the Netherlands, under number 8303008.
<Desc / Clms Page number 2>
Device for coating open buses or
EMI2.1
hulls thereof.
hulls
The invention relates to a device for placing a number of open sleeves or hulls thereof supplied by a conveyor belt between parallel guide walls in a layer of given dimensions and with an ordered stacking pattern, which device comprises a set which can be inserted into and removed from the sleeves or sleeve hulls. stop pins, which temporarily stop the bushes or bus bodies before they reach the desired layer and of an end stop present at the end of the layer. Such a device is known. The known device has the drawback that the stop pins present not only stop a row of bushes, but that it is also designed for pushing back a very large number of bushes loaded in the opposite direction by friction by the conveyor belt.
The object of the invention is to avoid such an undesired load and to this end proposes a device of the type stated in the preamble, which according to the invention has the feature that the stop pins of that set are formed at least one bus distance from the start of the low, the end stop can be moved by at least one bushing distance between a position within the mold
<Desc / Clms Page number 3>
layer and the end thereof, and that a second set of pins insertable and removable therefrom in the sleeves or sleeve hulls is arranged between the first set and the beginning of the layer to be formed, which pins are movable from the second set to the end stop and from there arranged to push the bushes of the layer to be formed into place. The invention will now be elucidated on the basis of a drawing.
Show in the drawing:
Fig. 1 is a perspective view of a part of a device according to the invention;
Figures 2 to 7 show successive phases of an operating cycle of the device according to Figure 1 in a schematic side view;
Fig. 8 is a top view of part of a variant.
Fig. 1 shows a device 1 for introducing a number of open buses 4 supplied by a conveyor belt 2 between parallel guide walls 3 in layers of six buses both in the transporting direction 3 and in the transverse direction and with an ordered stacking pattern, which device 1 is provided with six in the bushings 4 pluggable and removable stop pins 5, which temporarily stop the bushes 4 before they reach the desired layer and of an end stop 6. present at the end of the layer. The stop pins 5 are approximately one and a half bush distance from the start of the layer to be formed. This start is indicated by the reference number 7. The end stop 6 is displaceable by approximately one and a half bushing distance between the position shown in Fig. 1 within the layer to be formed and the end thereof, which is indicated by reference numeral 8.
Furthermore, the device 1 has a second set of six pins 9 which can be inserted into and removed from the sleeves 4, which are located between the stop pins 5 and the beginning 7 of the layer to be formed, which pins 9 go to the end stop 6 and away therefrom. pivotally mounted to push the sleeves 4 of the layer to be formed into place.
An arrow 10 indicates the direction in which the buses 4
<Desc / Clms Page number 4>
are conveyed by the conveyor belt 2. A double arrow 11 indicates the direction of movement of the stop pins 5.
An arrow 12 indicates the direction of movement of a beam 13 which is movable up and down with a beam 19 carrying the pins 5 according to the arrow 11. Thus, the pins 9 can move not only vertically, but also horizontally, the vertical movement is equal to that of the pins 5. An arrow 14 indicates the direction of movement of the end stop 6.
The beam 19 is supported by piston rods 15 of hydraulic cylinders 16 for providing the vertical displacement according to the arrow 11. Piston rods 17 carry the beam 13. These piston rods belong to hydraulic cylinders 18 for the horizontal displacement according to the arrow 12.
The operation of the device 1 will now be explained with reference to Figures 2 to 7.
Fig. 2 shows how bushes 4 supplied by conveyor belt 2 are pushed against end stop 6 in the direction of arrow 10. In the situation shown in FIG. 2, a number of layers of bushes 4 have already been formed. The bottom layer 20 rests on a support board 22 which can be moved vertically according to an arrow 21. This support board can be moved by means not shown (such that each time after a new layer has been formed it is moved downwards over a layer thickness.
In the situation according to Fig. 2, the pins 5 and 9 are in their highest position, while the pins 9 are also in their left-most position.
After sufficient bushings have been collected in this way to form a complete top layer 23, the pins 5 and 9 are moved downwards according to fig. 3, after which according to fig. 4 the pins 9 are moved to the right under corresponding displacement to the right of the end stop 6, while the pins 5 act as a stop for blocking the rightward movement of the buses 4 still present on the conveyor belt 2. The in
<Desc / Clms Page number 5>
Fig. 4, the position of the end stop 6 shown is such that the top layer 23 is precisely above the layer formed therefor.
After the top layer 23 has been formed and separated from the subsequently supplied bushes 4, the formed stack of layers is moved downward according to an arrow 24, so that the situation shown in Fig. 5 is created. The movement of the end stop 6 takes place under the influence of a cylinder / piston unit 25. The end stop 6 is then moved a little further to the right, while the pins 9 are also moved to the left, so that the situation shown in Fig. 6 is created. In this situation, the top surface of the top layer 23, which has now moved down a layer thickness, is completely free, and a sheet 26 is applied thereon in the direction of an arrow 27. This sheet 26 serves to ensure that the next layer can easily be slid on the previous layer.
It will be clear that such interleaf sheets are also arranged between all the previously formed layers.
After the sheet 26 has been placed on the layer 23, it can be achieved by raising the pins 5 that the sleeves 4 still present on the conveyor belt 2 can be pressed in the direction of the meanwhile shown in Fig. 7. limit stop 6 moved to its left-most position again, after which the cycle can be repeated.
The described configuration according to the invention offers a very simple and inexpensive manner of forming layers and stacks of buses or bus bodies, shows a high treatment speed and prevents mechanical damage of the buses from occurring.
Fig. 8 schematically shows a possible alternative stacking of the bushes 4 with corresponding placement of the pins 5.
<Desc / Clms Page number 6>
It will be clear that the invention is not limited to the examples described. The number of pens can thus be selected as desired. The length of the layers to be formed can also be d. w. z. the number of buses in the transport direction can be selected as desired.