<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING behorende bij een
UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van :
21 ST CENTURY ENVELOPE CO., INC., gevestigd te : DEER PARK, NEW YORK, VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA, voor :
Enveloppe.
EMI1.1
---------- Onder inroeping van het recht van voorrang op grond van octrooiaanvrage No. 496.462, ingediend in de Verenigde Staten van Amerika d. d. 20 mei 1983.
Op naam van Ira B. Kristel.
<Desc/Clms Page number 2>
Tweeweg-enveloppen, waarbij dezelfde enveloppe kan worden gebruikt bij de initiële weg vanaf de afzender naar de geadresseerde en opnieuw kan worden gebruikt bij de teruggaande weg vanuit de oorspronkelijke geadresseerde terug naar de afzender, zijn op het terrein van de enveloppen bekend. De opkomst van van rekenmachines voorziene en geautomatiseerde postverwerkingsstelsels, welke post verwerken en routeren, hebben de bekende tweeweg-enveloppen evenwel in bepaalde opzichten ongeschikt gemaakt.
Onder bestuur van een rekeninrichting en geautomatiseerde routering van post vereist, dat bepaalde informatie op de voorzijde van de enveloppe wordt geplaatst in een positie, waarin deze kan worden"uitgelezen"of afgetast wanneer de enveloppen sorteer-en transportinrichtingen passeren, zodat zij naar de juiste bestemmingen daarvan kunnen worden gericht. De meest geschikte plaats voor dergelijke informatie is juist boven de onderrand van de voorzijde van de enveloppe. Aangezien bij de meeste tweeweg-enveloppen gebruik wordt gemaakt van eerste afdichtlip voor de initiële verzending en een tweede afdichtlip voor de teruggaande weg, moet de tweede afdichtlip nu een lengte hebben, welke voldoende is om het gehele voorvlak van de enveloppe bij de teruggaande weg te bedekken.
Waar de tweede afdichtlip tijdens de initiële verzending zich binnen de ruimte van de enveloppe bevindt en uit deze holte moet worden verwijderd om de enveloppe voor de tweede verzending af te dichten, biedt de grotere lengte, welke nodig is om het voorvlak van de enveloppe, inclusief het gebied bij de onderzijde, dat door de postrouteringsinformatie in beslag wordt genomen, problemen, die het succesvolle gebruik van de enveloppe kunnen storen en zelfs kunnen veroorzaken, dat deze vernield wordt.
Hoe verder de tweede afdichtlip zich in het inwendige van de enveloppe uitstrekt, des te lastiger wordt het voor de ontvanger deze te onderscheiden van de achterzijde van de enveloppe en derhalve de enveloppe als een tweeweg-enveloppe te herkennen. Bovendien kan de vrije rand van de tweede afdichting, welke moet worden vastgenomen om de lip uit de betreffende ruimte te trekken, moeilijk worden gevonden
<Desc/Clms Page number 3>
wanneer de tweede afdichtlip langer wordt uitgevoerd. Dikwijls zal een onervaren persoon wanneer hij tracht het vrije eind van de lip vast te nemen, de enveloppe bij de zijnaden daarvan scheuren, waardoor het nut van de enveloppe verloren gaat.
Ofschoon het mogelijk is de tweede afdichtlip op zichzelf terug te vouwen voordat deze in het inwendige van de enveloppe wordt geplaatst, wanneer de enveloppe wordt gemonteerd, doen zich aangezien de tweede afdichtlip nu niet slechts voldoende lang behoeft te zijn om het gehele voorvlak van de enveloppe te bedekken en zich tevens over de bovenzijde van de enveloppe en de inhoud daarvan bij de teruggaande weg uit te strekken, dezelfde problemen voor.
Derhalve beoogt de uitvinding te voorzien in een tweewegenveloppe, welke kan worden gebruikt wanneer het gehele voorvlak van de enveloppe bij de teruggaande weg moet worden bedekt.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een tweeweg-enveloppe met een tweede afdichtlip, welke gemakkelijk kan worden gelokaliseerd en in het inwendige van de enveloppe kan worden vastgenomen.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een tweede afdichtlip voor een tweeweg-enveloppe, welke voldoende lang is om het gehele voorvlak van de enveloppe te bedekken en welke uit het inwendige van de enveloppe kan worden verwijderd zonder dat gevaar bestaat, dat de zijnaden van de enveloppe scheuren.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. l een bovenaanzicht van een vel waaruit een tweewegenveloppe volgens de uitvinding kan worden vervaardigd, waarbij het binnenoppervlak daarvan is aangegeven ; fig. 2 een uitslag van het in fig. 1 weergegeven vel, waarbij de eerste stappen bij de vervaardiging van de tweeweg-enveloppe zijn aangegeven ; fig. 3 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede over de lijn III-III van fig. 2 ; fig. 4 een verticaal achteraanzicht van een gevormde tweewegenveloppe volgens de uitvinding ;
<Desc/Clms Page number 4>
fig. 5 een verticaal vooraanzicht, dat de enveloppe volgens fig. 4 toont, afgedicht voor de eerste weg ; fig. 6 een dwarsdoorsnede over de lijn VI-VI van fig. 5 op vergrote schaal ;
fig. 7 een dwarsdoorsnede overeenkomende met die van fig. 6, waarbij de enveloppe is aangegeven nadat deze door de eerste ontvanger is geopend en de inhoud uit het inwendige is verwijderd, op vergrote schaal ; fig. 8 een verticaal vooraanzicht van een enveloppe, welke is afgesloten, gereed voor de tweede of teruggaande weg daarvan ; fig. 9 een bovenaanzicht, gedeeltelijk uitgeslagen van een vel, overeenkomende met dat volgens fig. 1, van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding ; en fig. 10 een bovenaanzicht, iets vergroot, van een gevormde enveloppe volgens fig. 9 nadat de inhoud daarvan is verwijderd en de eerste afdichtlip van de enveloppe is afgescheiden.
In de tekening en meer in het bijzonder in de fig. 1-8 vindt men de opbouw van een tweeweg-enveloppe 21, welke wordt gevormd uit een uit één geheel bestaand vel 20, dat het beste is weergegeven in fig. 1. Het vel 20 wordt zodanig uitgesneden, dat wordt voorzien in een voorpaneel 22 en een achterpaneel 23, die langs een eerste vouwlijn 24 met elkaar zijn verbonden. Het voorpaneel 22 is langs een geperforeerde baan 25 met een eerste afdichtlip 26 verbonden. Het achterpaneel 23 is langs een derde vouwlijn 30 verbonden met een tweede gebruikte lip 31, hierna betiteld als de teruggaande afdichtlip.
Indien gewenst, kan het vel 20 worden voorzien van één of meer vensters, zoals het venster 29, dat in het voorpaneel 22 is gevormd, om het adres van de initiële geadresseerde weer te geven. Zij lippen 28 zijn langs vouwlijnen 27 met elk uiteinde van het voorpaneel 22 verbonden. Een hechtmiddel wordt op een bekende wijze bij alle randen van de lippen aangebracht, zoals aangegeven bij 32, doch slechts die, welke wordt aangebracht op de zij lippen 28, wordt gebruikt om de enveloppe 21 uit het vel 20 te vormen.
Een vierde vouwlijn 33, welke zich over het voorpaneel 22 en op een afstand van en evenwijdig aan de geperforeerde lijn 25 uitstrekt, dient voor een doel, dat hierna later zal worden toegelicht.
<Desc/Clms Page number 5>
Er wordt op gewezen, dat elk van de vouwlijnen een door een machine gevormde ritslijn is, welke het materiaal van het vel, dat gewoonlijk uit papier bestaat, gemakkelijk vouwbaar maakt hetzij met de hand hetzij door volgende trappen van een snel werkende enveloppevormingsinrichting.
De teruggaande afdichtlip 31 volgens de uitvinding moet een lengte hebben, welke voldoende groot is om niet slechts het venster 29 doch ook in hoofdzaak het gehele voorvlak van het voorpaneel 22 tot de bodem van de enveloppe 21 nadat deze is gevormd, te bedekken. Aangezien de teruggaande afdichtlip zich tijdens de initiële verzending van de enveloppe in het inwendige van de enveloppe 21 bevindt, zoals het best is aangegeven in fig. 4, wordt de teruggaande afdichtlip op zichzelf teruggevouwen op een wijze, aangegeven in fig. 2, en wel langs een vijfde vouwlijn 34.
Zelfs wanneer de teruggaande afdichtlip 31 op zichzelf wordt teruggevouwen, zal deze zich evenwel in de enveloppe uitstrekken over een afstand, welke het lastig maakt om de, lip uit het inwendige van de enveloppe te verwijderen door de vingertoppen in het inwendige te steken en de vrije rand van de omgevouwen lip vast te nemen.
Derhalve wordt nadat de onderste helft van de teruggaande afdichtlip 31, aangegeven bij 31a, langs de vijfde vouwlijn 34 is omgevouwen, als aangegeven in fig. 2, de teruggaande afdichtlip 31 gekrompen, zoals het best bij 35 in de fig. 2 en 3 is aangegeven. De enveloppe wordt dan gevormd door de teruggaande afdichtlip 31 weer om de vouwlijn 30 te vouwen teneinde het onderste gedeelte 31a van de teruggaande afdichtlip tegen het binnenvlak van het achterpaneel 23 te laten rusten. De zij lippen 28 worden dan langs de vouwlijnen 27 naar binnen omgevouwen en aan het buitenvlak van het achterpaneel 23 gehecht, als aangegeven in fig. 4. De enveloppe wordt op deze wijze gevormd en is gereed voor het opnemen van een te verzenden stuk 36, zoals het best in fig. 6 is aangegeven.
De eerste afdichtlip 26 kan dan langs de vierde vouwlijn 33 worden omgevouwen en met de buitenzijde van het achterpaneel 23 op de gebruikelijke wijze worden afgedicht. De enveloppe zal in dwarsdoorsnede nu een voorkomen hebben, zoals op vergrote schaal in fig. 6 is aangegeven.
<Desc/Clms Page number 6>
De voorzijde van de enveloppe zal het voorkomen hebben, aangegeven in fig. 5, en wanneer de enveloppe door de geautomatiseerde en van een rekenmachine voorziene postrouteeruitrusting wordt gevoerd, zullen bepaalde indices, aangegeven bij 41, op de voorzijde van de enveloppe bij de onderzijde 42 daarvan worden gedrukt. Dit drukken zal met magnetische inkt geschieden voor een geschikte aftasting van de op deze wijze door de enveloppe gevoerde informatie.
Bij ontvangst van de brief steekt de ontvanger of een briefopener in de lus 37, welke aan de bovenzijde van de enveloppe is gevormd doordat het voorpaneel om de ritslijn 33 is gevouwen. Aangezien de lus 37 zich boven de omgevouwen teruggaande afdichtlip 31 bevindt, als aangegeven in fig. 6, wordt het gevaar, dat de teruggaande afdichtlip wordt afgescheiden, in hoofdzaak geëlimineerd. De ontvanger kan de enveloppe ook openen door de eerste afdichtlip 26 op te tillen en de afdichting van de hechtpunten 39 aan het ondervlak van de eerste afdichtlip 26 te verbreken. In elk geval verdient het de voorkeur, dat de eerste afdichtlip 26 en het gedeelte van het voorpaneel 22 tussen de twee vouwlijnen 25,33 langs de geperforeerde lijn 25 van het voorpaneel wordt afgescheurd voordat een hernieuwde verzending plaatsvindt.
De ontvanger kan, naar wens, de eerste afdichtlip op de boven beschreven wijze voor of na het verwijderen van het stuk 36 afscheuren.
Wanneer het stuk 36 wordt verwijderd, ontstaat ruimte in het inwendige van het omhulsel en kan de teruggaande afdichtlip 31 in de ruimte expanderen, als aangegeven in fig. 7. Deze expansie wordt ondersteund door het gekrompen gedeelte 35 van de teruggaande afdichtlip 31, dat op de wijze van een veer werkt niet slechts om de teruggaande afdichtlip 31 van het binnenvlak van het achterpaneel te verwijderen, doch ook de zijden van de teruggaande afdichtlip vanaf de zijnaden van de gevormde enveloppe te verwijderen, waar de zij lippen 28 de vooren achterpanelen 22,23 tezamen houden.
Het resultaat van de werking van het gekrompen gedeelte 35 is niet slechts, dat het voor de ontvanger gemakkelijker wordt om de onderzijde van de teruggaande afdichtlip 31 in de enveloppe te lokaliseren, doch ook om te veroorzaken, dat de terugqaande afdichtlip van de enveloppe langs het krimpgedeelte 35 buigt, waardoor het gemakkelijker wordt om de teruggaande afdichtlip te verwijderen zonder de lip of de rest van de enveloppe te beschadi-
<Desc/Clms Page number 7>
gen wanneer deze gereed wordt gemaakt voor de teruggaande weg.
Bij de in de fig. 9 en 10 afgebeelde uitvoeringsvorm wordt de enveloppe gevormd uit een vel, overeenkomende met het vel 20, weergegeven in fig. 1. Bij deze uitvoeringsvorm echter wordt de teruggaande afdichtlip 31 eerst op zichzelf teruggevouwen op de wijze, aangegeven in fig. 2, en daarna worden de zijden van de lip, aangegeven bij 43, naar binnen omgevouwen op de wijze, aangegeven in fig. 9. De op deze wijze gevormde twee lippen 44 worden vervolgens naar de oorspronkelijke positie daarvan teruggezwaaid, zodat zij in het vlak van de teruggaande afdichtlip 31 liggen.
De enveloppe wordt dan als volgt gevormd : de teruggaande afdichtlip wordt om de vouwlijn 40 zodanig gevouwen, dat de lip zich op het binnenvlak van het achterpaneel 23 bevindt, het achterpaneel wordt om de eerste lijn 24 gevouwen en de zij lippen 28 worden in het gebied van de hechtstroken 36 daarvan bevochtigd en op het buitenvlak van het achterpaneel 23 gevouwen om de enveloppe te voltooien.
Nadat de enveloppe door de eerste ontvanger is ontvangen, wordt de eerste afdichtlip 26 geopend en langs de perforatielijn 25 afgescheurd. Wanneer de inhoud van de enveloppe of het stuk is verwijderd, zal het bovenaanzicht van het inwendige van de enveloppe een voorkomen hebben, als aangegeven in fig. 10. Opgemerkt wordt, dat de lippen 44 de teruggaande afdichtlip van het achterpaneel hebben weggedrukt, waardoor de teruggaande afdichtlip van het oppervlak van het achterpaneel is af beweogen, zodat de ontvanger de onderzijde van deze teruggaande afdichtlip kan lokaliseren. Wanneer de lip wordt verwijderd, buigen de lippen 44 naar binnen en van de zijnaden 45 af, zodat de teruggaande afdichtlip op een eenvoudige wijze uit het inwendige van de enveloppe kan worden getrokken zonder dat deze in de zijnaden klemraakt of deze naden beschadigt.
Bij de teruggaande weg van de hier beschreven enveloppen vouwt het achterpaneel 23, dat van dezelfde afmeting is als het voorpaneel 22 vanaf de eerste vouwlijn 24 tot de tweede vouwlijn 25, gemakkelijk over de voorzijde van de enveloppe en wanneer de teruggaande afdichtlip wordt ontvouwen bedekt deze afdichtlip 31 in hoofdzaak het gehele voorvlak van de enveloppe op de wijze, aangegeven in fig. 8. Opgemerkt wordt, dat de indices 41, welke in fig. 8 met stippellijnen zijn aan-
<Desc/Clms Page number 8>
gegeven, volledig zijn bedekt door de teruggaande afdichtlip, zodat op de voorzijde van de enveloppe door de postinstantie bij de teruggaande weg van de enveloppe nieuwe indices kunnen worden geplaatst.