BE896500A - Vochtwerende houtvezel-en houtspaanderplaten - Google Patents

Description

  Vochtwerende houtvezel- en houtspaanderplaten De uitvinding heeft betrekking op een vochtwerende houtvezel-.of houtspaanderplaat die geschi kt is om gebruikt te worden als muurbes�hotwerk of als plafondpaneel. Deze plaat vindt haar belangrijkstetoepassing als scheidingswanden en plafondtegels in de bouwindustrie. De warmteweerkaatsende eigenschappen van dit paneel en

  
de weerstand ervan tegen water en vocht worden niet

  
alleen in nieuwbouw maar ook bij renovatiewerken zinvol benut.

  
Men kent reeds een gestabiliseerde wandbekleding geschikt om het vocht tegen te houden dat zich in een

  
muur bevindt. Het betreft een behangpapier waarvan de kern uit een uiterst dunne aluminiumfoelie bestaat. De zichtbare zijde ervan wordt met een decoratieve beschermlaag afgewerkt terwijl de achterzijde eventueel met een zelfklevende laag bekleed is.

  
Dit type van muurbekleding brengt talrijke voordelen met zich mee, onder andere op het gebied van isolatie- en energiebesparing, dankzij zijn warmteweerkaatsende hoedanigheid. De toepassing ervan blijft echter beperkt als bekleding van bestaande muren wegens het gebrek aan sti jfheid.

  
Men kent ook isolatie-tegels voor vloerbekleding ver vaardigd door vervilting van natuurlijke houtvezels, onderaan beschermd cbor een dampremmende aluminiumfoelie.

  
Hierbij wordt speciaal gelet op de wijze van vervilting, homogeniteit van de lijming van de plaat met het optimale egaliserend vermogen en de veerkracht om een voldoende buigvastheid en trekvastheid van de tegels te verzekeren. Dit is o.a. onontbeerlijk om scheurvormingen in de aluminiumlaag of het afschilferen

  
 <EMI ID=1.1> 

  
te voorkomen, zijn de afmetingen van de tegels beperkt

  
tot minder dan een meter.

  
Onderhavige uitvinding heeft tot doel de nadelen

  
van genoemde bekledingen te vermijden en de eigenschappen van dampdoorlatendheid,waterdichtheid en isolatie van aluminium naar een gevoelige buigzame drager van onbeperkte

  
 <EMI ID=2.1> 

  
Ze betreft een vochtwerende houtvezel- en houtspaanderplaat geschikt om gebruikt te worden als muurbeschotwerk of als plafondpaneel met het essentieel kenmerk dat ze tenminste een vlak bezit, dat met een aluminiumlaag bedekt is.

  
Volgens een bijzonderheid van de uitvinding bestaat de aluminiumlaag uit een gelijmde aluminiumfoelie of een komplexe aluminium-papierfoelie.

  
In een specifieke uitvoeringsvorm zijn het voor- en achtervlak van de plaat beide met een aluminiumlaag bedekt.

  
De genoemde plaat heeft bij voorkeur een dikte van ongeveer 5 tot 20 millimeter en de aluminiumlaag een dikte van ongeveer 5 tot 20 microns.

  
De uitvinding betreft ook een werkwijze om de hierboven beschreven vochtwerende houtwezel of houtspaanderplaat te vervaardigen. 

  
Bij voorkeur verwarmt men elke plaat samen met de aluminiumfoelie op ongeveer 45[deg.]C voor, alvorens ze met

  
een waterpolyvinylalkohollijm te kleven.

  
Deze en nog andere kenmerken en bijzonderheden van de uitvinding worden hierna met de volgende nauwkeurige beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding aangetoond door middel van de hierbijgevoegde tekeningen, waarin :
- figuur 1 een dwarse doorsnede is van een houtvezelplaat <EMI ID=3.1> 
- figuur 2 een zijaanzicht is van een kleefmachine die bestemd is om aluminiumfoelie op beide zijden van een vezelplaat aan te brengen.

  
In deze tekeningen verwijzen dezelfde nummers naar identieke of gelijkaardige elementen.

  
Zoals afgebeeld in figuur 1 bestaat de vochtwerende plaat volgens de uitvinding uit een paneel dat ver vaardigd is door het vervilten en het lijmen van natuurlijke houtvezels of houtspaanders en die in haar geheel aangeduid

  
is door referentienummer 1.

  
De plaat 1 kan ook vervaardigd worden uit andere vezels of uit vlasspaanders.

  
OP een eerste vlak van de plaat 1 wordt een dunne aluminiumlaag 2 van ongeveer een tiental microns aangebracht, door het lijmen van een aluminiumfoelie. De aluminiumfoelie kan op voorhand reeds op een bestaande kunststoffilm of papierblad worden gehecht, dat op zijn beurt op de genoemde plaat 1 wordt gelijmd.

  
Het tweede vlak 3 van de vezel- of spaander plaat, wordt eventueel van gealuminiseerd papier of aluminiumfoelie voorzien. Ze kan ook bedekt worden met een decoratievé laag. Deze bestaat bij voorkeur uit een kunstoflaag zoals polyvinylchloride.

  
De aluminiumlaag 2 verleent uitstekende dampremmende en vochtwerende eigenschappen. Verder is deze laag zuur- en alkálivast. Ze biedt een bijzondereweerstand tegen olie, vet en tegen atmosferische corrosie, o.a. tegen herhaalde waterdampkondensatie in een vochtig lokaal zoals b.v. een keuken, een badkamer, een hal, een opslagplaats, een kelder of een werkplaats. Ze heeft merkwaardige mechanische eigenschappen en verdraagt onder andere stoten.

  
De aluminiumlaag 2 brengt ook voordelen in een nieuwbouw door het feit dat ze de vezelplaat tegen omvormingen behoedt die door het resterende vocht veroorzaakt zou den kunnen worden.

  
 <EMI ID=4.1> 

  
en verdere oxydatie is uitstekend -dankzij de vorming.van een beschermende aluminiumoxyde bovenlaag.

  
De aluminiumlaag vraagt geen onderhoud.

  
Het is onveranderlijk en goedkoop. Om erin te slagen aluminium op een vezel- of spaanderplaat aan

  
te brengen dienden nochtans talrijke problemen opgelost te worden. 

  
Een houtvezelplaat, met de commerciële afmetingen 3 meter op 2 meter, wordt bij de behandeling en

  
 <EMI ID=5.1> 

  
Hierdoor wordt de uitwendige vezel van de plaat onderworpen aan een verlenging of verkorting die 0,5 % van

  
de normale lengte kan bedragen.

  
Een aluminium trekproefstuk heeft een rekvermogen

  
van 30 tot 35 % zodat genoemde verlenging nog in het elastisch domein ligt.

  
Daar aluminium een elasticiteitsmodulus gelijk aan
700.000 kg/cm heeft, t.t.z. een derde van degene van staal, is het nodig de aluminiumfoelie stevig te lijmen. Als kleefmiddel wordt bij voorkeur een polyvinylalcohollijm gebruikt.

  
De thermische uitzettingscoëfficiënt van aluminium bedraagt 0,023 mm/m[deg.]C. Dit veroorzaakt echter geen loskomen van de aluminiumfoelie, wanneer deze met voldoende zorg gelijmd is.

  
De aanhechting van twee platen aan elkaar gebeurt

  
door groeven 4 en veren 5 voorzien van complementaire profielen 6,6'.

  
Om een goede vasthechtheid van de aluminiumfoelie te bekomen wordt volgens de hiernabeschreven werkwijze gehandeld.

  
Een gedroogde hardboard houtvezel- of houtspaanderplaat 1 van 1300 mm breedte, 2 tot 3 meter lengte en 6 mm dikte, wordt op 45[deg.]C in een elektrische droogoven 7 voorverwarmd en op beide zijden met polyvinylalcohollijm 8 bedekt. Het uitspreiden van de lijm over de hele oppervlakte van de plaat gebeurt in een kleefmachine van het type FRIZ, door middel van twee dubbele rollen 9, 10, 9' en 10' die aan beide kanten van de plaat 1 gemonteerd worden. Tussen elk paar rollen is een bepaalde hoeveelheid lijm 11, 11' toegevoerd.

  
De voóruitschuiving van de plaat 1 in genoemde machine in de richting van pijl X bedraagt 6 meter

  
per minuut. De hoeveelheid lijm 8 ligt rond 100 g/m2.

  
In deze kleefmachine zijn ook twee cilindervormige aluminiumfoelierollen 12, 12' bovenaan en o nderaan een werktafel gemonteerd. De aluminiumfoelie bezit een

  
dikte van ongeveer 9 tot 10 microns, waarbij de foelie waterdicht en vochtwerend is, alhoewel ze waterdampen gedeeltelijk doorlaat en dus nog ademen kan.

  
Bij het uitrollen wordt aluminiumfoelie door kleine rollen 13, 14, 13', 14' tot ongeveer 45[deg.]C voorverwarmd. Deze rollen zijn van warmwatercirculatie voorzien. De warme aluminiumfoelie wordt tegen beide zijden.van de plaat aangebracht en door middel van twee walsen 15, 15' tegen de gelijmde vlakken met zware druk geplet.

  
De gealuminiseerde vezelplaten worden dan op kamertemperatuur gedroogd en boven elkaar gestapeld.

  
Vanzelfsprekend is de uitvinding niet beperkt tot genoemde uitvoeringsvorm en kunnen er talrijke wijzigingen aangebracht worden, zonder dat men buiten de draagwijdte van de uitvinding komt.

  
Zo kunnen de platen op elkaar geplaatst worden met gladde voegen. 

  
In plaats van houtvezels en houtspaanders kunnen ze ook uit andere vezels of spaanders vervaardigd worden, b.v. uit vlasspaanders.

Claims (8)

CONCLUSIES .

1. Vochtwerende houtvezel- en houtspaanderplaat geschikt om gebruikt te worden als urbeschotwerk of als plafondpaneel met het kenmerk dat ze tenminste een vlak bezit , dat met een aluminiumlaag (2) bedekt is.

2. Plaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aluminiumlaag (2) uit een gelijmde aluminiumfoelie

of een komplexe aluminium- papierfoelie bestaat.

3. Plaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het voorvlak (3) van de plaat (1) met een decoratieve beschermlaag bekleed is en de achterzijde van de plaat met een aluminiumlaag (2) bedekt is.

4. Plaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk <EMI ID=6.1>

aluminiumlaag (2,3) bedekt zijn.

5. Plaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde plaat een dikte van ongeveer 5 tot 20 millimeter heeft en de aluminiumlaag (2) een dikte van ongeveer 5 tot 20 microns.

6. Plaat volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de aluminiumfoelie of aluminiumpapier foelie op genoemde plaat met polyvinylalcohollijm gekleefd wordt.

7. Plaat volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de zijvlakken van de plaat van een kroonlijst met groef en veer voorzien zijn.

8. Werkwijze voor het vervaardigen van vochtwerende houtvezel- en houtspaanderplaten volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk dat men elke plaat,

<EMI ID=7.1>

warmt alvorens ze met waterpolyvinylalcohollijm te kleven.