<Desc/Clms Page number 1>
"Veiligheidsinrichting voor autovoertuigen".
De huidige uitvinding hpeft betrekking op een veilig- heidsinrichting voor autovoertuigen en meer speciaal een in- richting die als doel heeft de passagiers te beschermen bij aanrijdingen en dergelijke.
Men weet dat het percentage der doden en zwaar ge- kwetsten ten gevolge van aanrijdingen op de baan maand na maand stijgt.
Dit is niet enkel het gevolg van een toename van het wagenpark en/of de onvoorzichtigheid van sommige weggebruikers, doch ook door de minieme veiligheidsmaatregelen die in auto- voertuigen en dergelijke worden getroffen.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrich-
<Desc/Clms Page number 2>
ting die toelaat bij aanrijdingen, meer bijzonder frontale aanrijdingen,een kussen te vormen op de kritieke plaatsen, zoals aan de voorruit, het stuurt de achterwand van de vcox- zetels en dergelijke ten einde de passagiers relatief zacht op te vangen bij zulke aanrijding.
Men weet inderdaad dat, meer speciaal bij frontale aanrijdingen, de passagiert en de bestuurder bruusk tegen de harde, dikwijls uitstekende onderdelen van de wagen worden geworpen, meer speciaal het stuur en de voorruit.
De inrichting volgens de uitvinding die toelaat bij bruuske aanrijdingen, meer speciaal frontale botsingen) de passagiers te beschermen, bestaat hiertoe hoofdzakelijk in de kombinatie van een bron met een fluïdum onder druk of een fluïdum dat onder druk kan gebracht worden; ten minste één veiligheidskussen of opblaasbaar kussen dat door het voornoem de fluïdum kan betnvloed worden; een verbinding tussen de voornoemde bron en het kussen en een middel om op het geschikt ogenblik het fluïdum naar het kussen te brengen.
Ten einde de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeur dragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin: figuur 1 een schematische langsdoorsnede weergeeft van een autovoertuig waarop een veiligheidsinrichting volgens de huidige uitvinding is aangebracht; figuur 2 een schematische langsdoorsnede toont van de veiligheidsinrichting volgens de uitvinding;
figuur 3 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 2, doch voor een uitvoeringsvariante; figuur een schematisch perspektief-zicht is van het instrumentenbord van een autovoertuig waarbij, teplaatse van debovenrand van dit instrumentenbord een opblaasbaar kussen
<Desc/Clms Page number 3>
volgens de uitvinding is voorzien; figuur 5 een perspektief zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 4, waarbij ter plaatse van de passagier die zich naast de bestuurder van het voertuig bevindt een hand- greep is voorzien waarin een opblaasbaar kussen volgens de uitvinding is aangebracht; figuur 6 een schematische doorsnede weergeeft volgena lijn VI-VI van figuur 5; figuur 7 op vergrote schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 6 door F7 is aangeduid.
In figuur 1 is schematisch en in langse doorsnede het koetswerk 1 eeschematiseerd van een autovoertuig waarop de veiligheidsinrichting volgens de huidige uitvinding is aan- gebracht. Deze inrichting is in dit geval schematisch weerge- geven door een samendrukbare kamer 2 die aan de voorzijde van het rijtuig is aangebracht en waarbij deze drukkamer bevestigd is tegen een steun 1 die op geschikte wijze bevestigd is met het koetswerk. De voornoemde drukkamer 2 is, via een leiding 4, verbonden met een opblaasbaar kussen 1 dat in dit geval is aangebracht ter plaatse van de bestuurder.
De drukkamer kan, zoals in stippellijn is weerge- geven, eveneens verbonden worden via een leiding 6, met een opblaasbaar kussen 2 dat in dit geval is aangebracht op de bovenrand der zetels van de voorste inzittenden,
De bedoeling van de veiligheidsinrichting volgens de uitvinding is, dat wanneer met een wagen, uitgerust met zulk* inrichting, een aanrijding geschiedt, meer speciaal een fron- tale aanrijding,de drukkamer 2 zal ingedrukt worden waardoor de inhoud van deze kamer 2 via de leiding 4, respektievelijk de leiding 6, zal afgegeven worden aan liet kussen 5, respektieve- lijk het kussen 7,
zodat de inzittendendie bij zulke frontale botsing naar voor worden geworpen worden opgevangen door het
<Desc/Clms Page number 4>
kussen 5, respektievelijk het kussen 7, dat automatisch wordt opgeblazen terwijl dat de drukkamer wordt ingedrukt.
Hierdoor bekomt men dat deze inzittenden tijdens hun voorwaartse beweging worden opgevangen door deze kussens zodat zij niet of in mindere mate in aanraking kunnen komen met de normale onderdelen waaruit een wagen is opgebouwd.
In figuur 2 is de veiligheidsinrichting volgens de uit- vinding op grotere schaal weergegeven, waarbij eveneens de durkkamer 2 is weergegeven die is aangebracht op een steun 3 en die via een leiding.) verbonden is met een opblaasbaar kus- sen 5.
Zulke opblaasbare kussens kunnen op om het even welke gevaarlijke plaats van het voertuig aangebracht worden.
Zulke plaats zal zeer doeltreffend bepaald kunnen worden door na te gaan welke de gevaarlijke punten zijn in een auto wanneer deze een frontale botsing heeft*
Men heeft ondervonden dat de gevaarlijke punten in een wagen zijn. het instrumentenbord, de voorruit, de boven- rand van de voorruit en de achterste bovenrand der voorste zetels voor de passagiers die achterin de auto zitten.
Het is dus vanzelfsprekend dat de opblaasbare kussens op deze plaatsen kunnen en bij voorkeur zullen aangebracht worden.
In de leiding zal bijvoorkeur een klep of dergelijke 4, worden voorzien die voor een bepaalde druk is geregeld en die slechts opent wanneer de druk in de kamer .2 hoger wordt.
Hierdoor voorkomt men dat bijkleine aanrijdingen de kussens worden opgeblazen,
Ton slofte zal men, in een bijzondere uitvoeringsvor@ de drukkamer 2 aanbrengen in de voorbumper en/of achterbumper van het voertuig.
In figuur 3 is een variante weergegeven van de uit-
<Desc/Clms Page number 5>
voeringsvorm volgens figuur 2. In dit geval is de veiligheids- inrichting gevormd door een kamer 1 die via een leiding 2 in verbinding staat met een opblaasbaar kussen 2 dat op de geschik- te plaats in het voertuig is aangebrachte waarbij in de voor- noemde kamer 8, via open steunen 10, een recipiënt 11 is be- bestigd waarin een fluïdum onder druk is aangebracht. Voor dit recipiënt 11 is een percuteur 12 aangebracht die met het recipiënt 11 kan samenwerken wanneer het voertuig, waarop zulke veiligheidsinrichting is aangebracht, een botsing heeft.
Inderdaad, wanneer zulk voertuig frontaal ergens tegen- aanrijdt, zal de bedieningsschijf 13 die met de voornoemde per- cuteur 13 is verbonden ingedrukt worden, waardoor de perouteur 12 in het recipiënt 11 dringt en alzo een opening maakt waar- langs het fluïdum onder druk uit het recipiënt 11 kan ontsnap- pen.
Dit fluïdum passeert vervolgens via de open steunen 10 langs de leiding ± naar het of de kussens 2 die ogenblikke- lijk worden opgeblazen en tijdens de botsing de inzittenden, opvangt of opvangen.
In dit geval zal de perouteur bij voorbeeld onder de invloed staan van een veer die voor een bepaalde druk berekend iszodat enkel wanneer deze druk wordt overschreden, ingeval van een zware botsing, de percuteur in het recipiënt 11 zal dringen.
In figuur 4 is als voorbeeld een uitvoering weerge- geven waarbij de bovenrand van het instrumentenbord 14 over de ganse lengte voorzien is van een opblaasbaar kussen dat wordt opgeblazen wanneer het voertuig een botsing heeft.
Op het stuur kan eventueel eveneens een kussen 1 voor- zien worden, ofwel kan het stuur, zoals reeds in enkele landen vereist wordt, telesoopisch worden uitgevoerd.
In figuur ? is een uitvoering weergegeven waarbij het opblaasbaar kussen 2 is aangebracht in een handgreep 15 die,
<Desc/Clms Page number 6>
ter plaatse van de persoon die zicht naast de bestuurder be- vindt, op het Instrumentenbord is geplaatst. In dit geval zul- len de steunen, respektievelijk 16 en 17, van zulke handgreep hol worden uitgevoerd ten einde er de leiding ot leidingen in te laten passeren die met de drukkamer zijn verbonden.
Zoals in de figuren 6 en 7 is weergegeven zal men zulke handgreep 15 op twee of meer plaatsen verzwakken, bij voorbeeld door deze holle handgreep inwendig of uitwendig te voorzien van langs* groeven, respektievelijk 18-19, waarbij deze verzwakkingen zodanig berekend zijn dat, bij een botsing, door het opblazen van het kussen 1 de nodige druk wordt geleverd om het gedeelte 20 uit te duwen en alzo aan het kussen 2 de ge- legenheid te geven uit te zetten ten einde bescherming te bie- den aan de inzittenden.
Het is vanzelfsprekend dat op deze en andere wijzen de verschillende vitale delen van een autovoertuig kunnen bekleed worden.
Zo zal men bij voorbeeld de zonnekleppen eveneens kun- ! nen voorzien van een opblaasbaar kussen dat op geschikte wijze @ met zulk zonnescherm kan gekombineerd worden.
In een bijzondere uitvoering zal men de kamer voor- afgaandelijk vullen met een fluïdum onder druk, waarbij in de leiding vanzelfsprekend een terugslagklep wordt voorzien die slechts bij een bepaalde overdruk opengaat,
De kamer 2 zal steeds zodanig verwezenlijkt worden, bij voorbeeld in een sterk soepel plastiekmateriaal, dat zij een zeer grote druk kan verdragen.
Op de leiding of één der leidingen die zijn aangebracht tussen de voornoemde drukkamer en een leiding, kan uiteindelijk een aftakking worden voorzien die uitgeeft op een drukklep die de elektrische stroomkring van de batterij zodanig kontroleert dat bij een bepaalde druk deze stroomkring wordt onderbroken.
<Desc/Clms Page number 7>
Hierdoor wordt brandgevaar vermeden bij een botsing.
Ten slotte kan zulke inrichting eventueel eveneens voorzien worden aan het achteruiteinde van een auto of derges lijke.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de voorbeeld beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvouw- en, doch kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezen- lijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
EMI7.1
. I3,a.
1.- Veiligheidsinrichting voor voertuigen, met het kenmerk dat zi j hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van cou bron met een fluïdum onder druk of een fluïdum dat onder druk
EMI7.2
kan gebracht worden; ten minste één ve11ighesssen of opblaas- baar kussen dat door het voornoemd flufdum kan bnvloed wor9 een verbinding tussen de voornoemde bron en het kussen en Pon middel om op het geschikte ogenblik het flutdpm naar hf1lt ku sen te brengen.
EMI7.3
2.- Veiligheidsinrichting volgens els 1. met liet ken- merk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een vervormbarp kuoerj minstens dén opblaasbaar kussen; tussen dit laatste fin d* voer- noemde kamer een leiding en in deze leiding een klep die slechts bij een bepaalde druk opent.
EMI7.4
3.'- Ve111gh1dolnr10ht1ng volgens e18 1 mot het kan- merk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een vprvormbRr.k8mer waarin een fluïdum onder druk is Aangebracht, minstens een opblaasbaar kussen; tussen dit laatste en de voornoemde kamer een leiding en in deze leiding een terugslagklep of dergelijke @
EMI7.5
die slechts bij een --- bepaaldroverdrnk opent.
4t* V.-1l1ghe1d.1nrlchting volpenis '11 1, met het kegn- merk dat zij hoofdzakelijk bestaat l1t een kamer waarin t recipiënt in voorzien dat een tlufdum onder druk bevatl naar 46n uiteinde van het voornoemd recipiënt een percutour die bij **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.