BE551737A - - Google Patents
Info
- Publication number
- BE551737A BE551737A BE551737DA BE551737A BE 551737 A BE551737 A BE 551737A BE 551737D A BE551737D A BE 551737DA BE 551737 A BE551737 A BE 551737A
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- hydraulically controlled
- column
- pipes
- controlled device
- respect
- Prior art date
Links
- 239000007788 liquid Substances 0.000 claims description 14
- 239000000725 suspension Substances 0.000 claims description 8
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 claims description 6
- 239000003566 sealing material Substances 0.000 claims description 4
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 4
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 4
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 3
- 238000007789 sealing Methods 0.000 description 3
- 230000007423 decrease Effects 0.000 description 1
- 239000012530 fluid Substances 0.000 description 1
- 210000000936 intestine Anatomy 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 1
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C3/00—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith and intended primarily for transmitting lifting forces to loose materials; Grabs
- B66C3/005—Grab supports, e.g. articulations; Oscillation dampers; Orientation
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C13/00—Other constructional features or details
- B66C13/18—Control systems or devices
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F3/00—Dredgers; Soil-shifting machines
- E02F3/04—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
- E02F3/28—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with digging tools mounted on a dipper- or bucket-arm, i.e. there is either one arm or a pair of arms, e.g. dippers, buckets
- E02F3/36—Component parts
- E02F3/40—Dippers; Buckets ; Grab devices, e.g. manufacturing processes for buckets, form, geometry or material of buckets
- E02F3/413—Dippers; Buckets ; Grab devices, e.g. manufacturing processes for buckets, form, geometry or material of buckets with grabbing device
- E02F3/4135—Dippers; Buckets ; Grab devices, e.g. manufacturing processes for buckets, form, geometry or material of buckets with grabbing device with grabs mounted directly on a boom
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F9/00—Component parts of dredgers or soil-shifting machines, not restricted to one of the kinds covered by groups E02F3/00 - E02F7/00
- E02F9/08—Superstructures; Supports for superstructures
- E02F9/10—Supports for movable superstructures mounted on travelling or walking gears or on other superstructures
- E02F9/12—Slewing or traversing gears
- E02F9/121—Turntables, i.e. structure rotatable about 360°
- E02F9/123—Drives or control devices specially adapted therefor
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Automation & Control Theory (AREA)
- Jib Cranes (AREA)
Description
<Desc/Clms Page number 1> De uitvinding heeft betrekking op een hydraulisch bestuurd toestel, in het bijzonder op een hydraulisch bestuurde kraan, dat minstens twee delen bevat die ten opzichte van elkaar schar- nieren en waarin ten opzichte van elk van deze delen minstens één vaste leiding voorzien is. De uitvinding streeft er in hoofdzaak naar een dergelijk toestel te ontwerpen waarbij de verschillende delen die hydraulisch <Desc/Clms Page number 2> bestuurd worden onderling verbonden zijn door leidingen, terwijl het gebruik van elke soepele leiding overbodig wordt. Tot dit doel sluiten de twee leidingen bij elkaar aan door een ringvormig kanaal dat voorzien is in een van de stukken en waarvan de as samenvalt met de scharnieras. Doelmatig zijn meerdere paren bij elkaar aansluitende leidin. gen voorzien en komen de ringvormige kanalen voor in een cylin- drisch oppervlak van een.stuk en komt tussen twee ringvormige kanalen voor de vloeistof...-doorlaat een eveneens ringvormig kanaal voor waarin afdichtend materiaal aangebracht is. In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat het afdichtend materiaal uit een elastische ring. In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van dezelfde uitvinding is het cylindrisch oppervlak een buitenoppervlak. Volgens de uitvinding wordt er ook naar gestreefd het gebruik van soepele verbindingen overbodig te maken daar waar geen gebruik kan gemaakt worden van een ringvormig kanaal zoals hiervoor beschreven. Volgens de uitvinding sluit de leiding van een deel dan bij het ander deel aan volgens de scharnieras en mondt deze leiding uit in een ruimte -vaar ook de leiding van dit ander deel in uitmondt. In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn minstens vier leidingen op elk van de scharnierende delen aan- gebracht, welke leidingen twee aan twee uitmonden in ruimten die uitgespaard zijn in afzonderlijke organen die aan beide zijden van het ander deel aangebracht zijn. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een hydraulisch bestuurd toestel, in het bijzonder op een hydraulisch bestuurde kraan, en streeft er bij een dergelijk toestel naar een soepelheid van bediening te combineren met een stevigheid van plaatsing ten opzichte van de grond waarop het toestel rust. <Desc/Clms Page number 3> Tot dit doel bevat het hydraulisch bestuurd toestel volgens de uitvinding een onderstel en een in dit onderstel draaibaar gemonteerde kolom die de andere onderdelen draagt. De uitvinding heeft ook nog betrekking op een hydraulisch bestuurd toestel dat een tandwiel en een daarin grijpende heugel bevat. Volgens de uitvinding wordt ernaar gestreefd bij dergelijke toestellen een zo compact mogelijke constructie te bekomen. Tot dit doel wordt volgens de uitvinding de heugel gevormd door een getand gedeelte van een stang die aan minstens één einde voorzien is van een zuigerkopafdichting en geleid is in een open cylinder. Bij voorkeur is hogergedoelde stang aan de twee einden voor- zien van een zuigerkopafdichting en wordt zij geleid door twee naar elkaar toe gerichte open cylinders. De uitvinding heeft ten slotte ook nog betrekking op een ophanginrichting gebruikt bij een dergelijk hydraulisch bestuurd toestel en in het bijzonder op een ophanginrichting van een werktuig, die een orgaan bevat waarop het werktuig bevestigd wordt en een tweede orgaan dat het eerste draagt en ten opzichte waarvan dit eerste kan verdraaid worden. De uitvinding streeft er in het bijzonder naar een dergelijke inrichting te ontwerpen waarbij het orgaan dat het werktuig draagt in verschillende standen kan geplaatst worden ten opzichte van het tweede orgaan dat het eerste draagt en dat meestal vast is ten opzichte van een ander onderdeel van een machine. Tot dit doel is een van de organen verbonden met een schijf met inkepingen, terwijl het andere voorzien is van minstens één grendel die past in een van de inkepingen. In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding drukt een veer de grendel in de inkeping, terwijl een element voorzien is dat, in een bepaalde stand gebracht, de grendel tegen de <Desc/Clms Page number 4> werking van de veer in weerhoudt. Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een hydraulisch hydraulisch bestuurd toestel, in het bijzonder van een/bestuurde kraan, en van een daarbij gebruikte ophanginrichting van een werktuig vol- gens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en is niet beperkend voor de uitvinding; de verwijzings- cijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde tekeningen. Figuur 1 is een, schematisch gehouden, zijaanzicht van een hydraulisch bestuurde kraan volgens de uitvinding. Figuur '2 is een, eveneens schematisch gehouden, zijaanzicht maar op een grotere schaal en met gedeeltelijke doorsnede van een gedeelte van de kraan volgens figuur 1. Figuur 3 is een, eveneens schematisch gehouden, doorsnede maar op een grotere schaal van een gedeelte van de kraan reeds voorgesteld in figuur .2. Figuur 4 is een, schematisch gehouden, doorsnede volgens de lijn IV-IV uit figuur 3. Figuur 5 is gedeeltelijk een doorsnede en gedeeltelijk een bovenaanzicht van een gedeelte van de kraan voorgesteld in figuur 1, Figuur 6 is gedeeltelijk een bovenaanzicht en gedeeltelijk een doorsnede van een gedeelte van de kraan uit figuur 1. Figuur 7 is gedeeltelijk een vooraanzicht en gedeeltelijk een doorsnede van een gedeelte van de kraan uit figuur 1. Figuur 8 is een doorsnede volgens de lijn VIII-VIII uit figuur 7. Figuur 9 is een bovenaanz:.cht van een gedeelte van de kraan voorgesteld in figuur 3. Figuur 10 is een vooraanzicht met gedeeltelijke doorsnede van een gedeelte van de inrichting uit figuur 1 maar op een grotere schaal. <Desc/Clms Page number 5> Figuur 11 is een doorsnede op een grotere schaal volgens de lijn XI-XI uit figuur 10. Figuur 12 en figuur 13 zijn respectievelijk een doorsnede en een bovenaanzicht van een bijzonderheid van het gedeelte van de inrichting voorgesteld in de figuren 7 en 8. In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen. De kraan,voorgesteld in figuur 1, bestaat in hoofdzaak uit een onderstel 1 en een daarin draaibaar gemonteerde kolom 2 waarop de verdere organen gemonteerd zijn. Deze verdere organen bestaan o.m. uit de kop 3 die vast is ten opzichte van de kolom .2 en de balken 4 en 5. Balk 4 is scharnierend bevestigd aan de kop 3 van de kolom 2/en balk 5 is scharnierend bevestigd aan het einde van balk 4. De verschillende onderdelen voor het laden en lossen, graven en scheppen van vast en los materiaal worden bevestigd aan het einde van balk 5, dat o.m. scharnierend het stuk 6 draagt. De beweging van balk 4 ten opzichte van kolom 2 wordt bewerkt door een hydraulisch werkend mechanisme dat o.m. cylinder 7 en een op stang 8 bevestigde zuiger in de cylinder bevat. De beweging van balk 5 ten opzichte van balk 4 wordt eveneens bewerkt door een dergelijk hydraulisch werkend mechanisme, bevattende o.m. cylinder 9 en een op zuigerstang 10 bevestigde zuiger. Dergelijke mechanismen zijn bekend zodat hun werking hierna niet in de bijzonderheden beschreven wordt. Een hydraulisch wer- kend mechanisme bewerkt eveneens de beweging van de werktuigen die bevestigd zijn aan het stuk 6. Een merkwaardige eigenschap van de kraan volgens de aanvrage bestaat erin dat geen plooibare buizen noodzakelijk zijn om de olie naar en uit de verschillende' cylinders te brengen die voor de beweging van de verschillende onderdelen van de kraan noodzakelijk zijn. <Desc/Clms Page number 6> De olie, die'voortkomt uit leidingen van het vast gestel, moet dus zonder buigzame leidingen gebracht worden in de eerste plaats naar de kolom 2 die kan verdraaid worden en vervolgens van deze kolom over het scharnierpunt 11 naar de balk 4 en van deze balk 4 over het scharnierpunt 12 naar de balk 5 en van deze laatste balk 5 over het scharnierpunt 13 naar het stuk 6. De verschillende scharnierpunten worden overbrugd zonder dat gebruik moet gemaakt worden van buizen of darmen die plooibaar zijn. Elke buis, die in de kraan volgens de aanvrage toegepast wordt, wordt vast bevestigd op een onderdeel van de kraan en ondergaat tijdens de werking van de kraan geen vormverandering. Indien voorlopig afgezien wordt van het mechanisme dat de rotatie bewerkt van de kolom 2 in het vast onderstel 1, zijn zes leidingen noodzakelijk voor de werking van de verschillende ,onderdelen van de kraan. Deze zes leidingen 14 tot 19 vertrekken van het vast gestel en monden uit in ringvormige kanalen 32 die uitgespaard zijn in het cylindrisch buitenoppervlak van het stuk 33 dat vast is ten opzichte van het onderstel 1. Tussen en naast de ringvormige kanalen 32 komen ringvormige kanalen 34 voor waarin rubberringen 35 geplaatst zijn voor de afdichting. De ringvormige kanalen 32 zijn dus onderling niet in verbinding en zijn dus enkel aangesloten op de leidingen 14 tot 19 die vanaf het vast onderstel vertrekken. Anderzijds monden deze ring- vormige kanalen 32 ook uit op de leidingen 20, '21, 22, 23, 36 en 37, die voorzien zijn in de kolom 2. Het stuk 38 waarin deze leidingen 20 tot 23 en 36 en 37 uitgespaard zijn en waarop deze leidingen verder aansluiten draait immers mee met de kolom .2. Zoals uit figuur 3 kan afgeleid worden, blijven de leidingen 20 tot 23, 36 en 37 aangesloten op de ringvormige kanalen 32 over welke hoek de kolom 2 ook moge verdraaid worden in het onderstel 1 Niettegenstaande het feit dus dat de kolom.2 kan rotoren in het <Desc/Clms Page number 7> vast onderstel 1 lopen de leidingen dus door zonder dat een soe- pele verbinding moet voorzien zijn. De leidingen 36 en 37 dienen daarbij voor de aanvoer tot en afvoer van vloeistof naar de cylinder 7, terwijl de leidingen 20 tot 23 doorlopen .enerzijds voor de werking van cylinder 9 en anderzijds voor de werking van de werktuigen die gemonteerd zijn op het stuk 6. Zoals uit figuur 1 kan afgeleid worden, moeten deze vier leidingen 20 tot.23 het scharnierpunt 11 overbruggen. Op welke wijze dit gebeurt blijkt uit figuur 5. De leidingen 20 tot 23 zijn vast verbonden met de kop 3 van de kolom 2 en monden uit in ruimten 39 die voorkomen in de organen 40 die aan beide zijden bevestigd zijn op de kop 3 van de kolom 2. De leidingen 24 tot 27 die de voortzetting vormen van de leidingen 20 tot 23 aan de overzijde van het scharnierpunt monden eveneens uit in deze ruimten 39 in de stukken 40. De uiteinden van de leidingen 24 tot 27 zijn evenwel coaxiaal met de scharnieras van de beweging van balk 4 ten opzichte van de kop 3 van de kolom 2. Materieel wordt deze scharnieras verwezenlijkt door de as 41. dichtende elementen 42 zorgen ervoor dat uit "de ruimten 39 n vloeistof kan ontsnappen zodat de vloeistofdoorgang van de leidingen 20 tot 23 respectievelijk naar de leidingen 24 tot .2 zonder verlies van vloeistof geschiedt. De vloeistof overgang is dus mogelijk van de leidingen die bevestigd zijn ten opzichte van de kop 3 van kolom 2 naar de leidingen die bevestigd zijn op de balk 4, welke ook de stand moge wezen van de balk 4 ten opzichte van de kop 3. De leidingen 26 en 27 dienen voor de toevoer tot en de afvoer van de cylinder 9 die de beweging bewerkt van de balk 5 ten opzichte van de balk 4. De leidingen 24 en 25 dienen evenwel voor toevoer en afvoer van de vloeistof die gebruikt wordt voor het in beweging brengen van de werktuigen die ten opzichte van het stuk 6 bevestigd zijn. Deze leidingen 24 en 25 moeten dus nog gebracht worden over de scharnierpunten <Desc/Clms Page number 8> 12 en 13, zoals blijkt uit figuur 1. Op welke wijze dit gebeurt blijkt uit de figuren 6 en 7, die respectievelijk betrekking hebben op de overbrugging van het scharnierpunt 12 en van het scharnierpunt 13. De leidingen 24 en 25, die vast zijn ten opzichte van de balk 4, monden uit in de ruimten 43 die voorzien zijn in het stuk 44 dat vast is ten opzichte van de balk 5. De einden van de leidingen 24 en 25 zijn daarbij coaxiaal met de scharnieras van de beweging van balk 5 ten opzichte van balk 4. Natuurlijk blijven de einden van buizen 24 en 25 vast ten opzichte van balk 4, ook bij de scharnierbeweging van balk 5, evenals de einden van bitizen 24 tot 27 vast blijven ten opzichte van balk 4 wanneer deze balk beweegt ten opzichte van de kop 3 van de kolom 2. De nodige afdichtingen 42'zijn natuurlijk voor- zien om te beletten dat vloeistof verloren gaat bij de overgang van de leidingen 24 en 25 over de ruimten 43 haar de buizen 28 en 29 die eveneens in die ruimten 43 uitmonden en die vast zijn ten opzichte van de balk 5, De overbrugging van scharnierpunt 13 blijkt uit figuur 7. De leidingen '28 en 29 monden uit in de ruimten 45 die uitge- spaard zijn in de as 46 die vast is ten opzichte van de balk 5 en waarrond het stuk 6 scharniert. De leidingen 30 en 31 daaren- tegen zijn vast ten opzichte van het stuk 6 en monden met hun einden uit in de ruimten 45. Deze einden van de leidingen 30 en 31 zijn natuurlijk coaxiaal met de scharnieras van het stuk 6 ten opzichte van de balk 5. Ook hier zijn afdichtingselementen 42 voorzien om te beletten dat bij de overgang van de vloeistof uit leidingen 28 en 29 naar de leidingen 30 en 31 verlies van vloeistof zou ontstaan. @ Uit het bovenstaande moge blijken dat de overgang van de vloeistof van uit de leidingen 14 tot 19, die vast zijn ten opzichte vangnet gestel, over de kolom 2 en over de scharnier- punten 11, 12 en 13 geschiedt zonder dat gebruik moet gemaakt <Desc/Clms Page number 9> worden van enige soepele leiding. De toevoer van vloeistof naar de cylinders 7 en 9, alsmede naar de cylinders die de beweging van de werktuigen bewerken die voorzien zijn op het stuk 6, geschiedt dus zonder tussenkomst van een enkele soepele leiding. De overgang van de eigenlijke leidingen naar de cylinders kan op de gebruikelijke wijze geschieden. Op welke wijze de kolom 2 gelagerd is ten opzichte van het onderstel 1 blijkt in het bijzonder uit figuur 2. De bijzonde- re montage van kolom 2 in onderstel 1, voorgesteld in figuur 2, is vooral nuttig om een gepaste doorvoer van vloeistof van de vaste leidingen op de leidingen die behoren tot de kolom te kunnen voorzien. Het gedeelte van deze kraan waar deze overgang plaats- vindt onderaan in de kolom 2 werd schematisch voorgesteld door het gearceerd gedeelte 47. De cylinder 7, die samen met een zuiger en met zuigerstang 8 de beweging bewerkt van balk 4 ten opzichte van de kop 3 van kolom 2, is ingebouwde althans gedeeltelijke, in de kolom 2. De kolom 2 heeft bovenaan een ronde plaat 48 waarop de kop 3, die dus de andere organen van de kraan draagt, bevestigd is. Deze plaat 48 rust onder tussenkomst van een dubbele rij kogels 49 op een draagstuk 50 dat vast is ten opzichte van het onderstel 1. Aldus wordt de axiale belasting ' opgenomen. Het feit dat de kolom 2 met kop 3 op de bovenzijde van het onderstel rust onder tussenkomst van de ringvormige plaat 48 en de dubbele rij kogels 49 die bovenaan voorkomen laat een gemakkelijke montage en demontage toe van de kolom en vergemakkelijkt ook het plaatsen van de organen die noodzakelijk zijn voor de aansluiting van de vaste buizen verbonden met het ondstel met de buizen die vast zijn ten opzichte van de kolom. De niet axiale belasting wordt opgenomen door twee rollagers: 51 bovenaan en 52 onderaan. Met een dergelijke montage is het mogelijk een volledig gesloten vast onderstel 1 toe te passen hetgeen de stevigheid van de constructie merkelijk doet toenemen. <Desc/Clms Page number 10> De beweging yan de kolom '2 en het onderstel 1 wordt bewerkt door middel van een tandwiel 53 dat vast is ten opzichte van de kolom 2 en een heugel 54 die heen-en-weer kan bewogen worden in het onderstel 1. De heen-en-weer gaande beweging van de beugel 54 bewerkt de rotatie van het tandwiel 53 en bijgevolg van de kolom 2 in het onderstel 1. De heen-en-weer gaande beweging van de heugel 54 wordt, zoals gewoonlijk, bewerkt door een vloei- stof, maar dit gebeurt volgens de uitvinding op een bijzondere wijze. Zoals uit de figuren 10 en 11 kan af,geleid worden, zijn de tanden niet voorzien in het verlengde van de zuigerstang maar wel in de zuigerstant zelf. Het is dus de zuigerstang 54 die rechtstreeks grijpt in het tandwiel 53. Deze zuigerstang wordt geleid door stukken zoals 55 en bezit aan beide einden een zuigerkopaf dichting 56. De zuigerkopaf dichtingen 56 worden geleid in naar elkaar toe gerichte open cylinders 57 en 58. Naargelang de vloeistofdruk toeneemt in een van de cylinders en afneemt in een andere cylinder, verplaatst de heugel 54 zich naar de ene of naar de andere kant, zodat de kolom 2 passend over de gewenste hoek ronddraait. Door toepassing van open cylinders en een getande zuigerstang wordt over een korte bouwlengte een maximum zwenk- bereik bekomen. De in de figuren voorgestelde kraan is ook uitgerust met een bijzondere ophanginrichting voor de werktuigen die in het bijzonder ' tot uiting komt in de figuren 7, 8,12 en 13. Door deze ophang- inrichting is het mogelijk de verschillende werktuigen die opge- hangen zijn aan de kleine balk 5 in alle mogelijke standen om hun as te wentelen. Tot dit doel is het stuk 6, dat scharnierend in 13 opgehangen is aan het einde van de kleine balk 5, voorzien ,van een schijf 59 waarin inkepingen 60 uitgespaard zijn. Een schijf 61 kan beschouwd worden als vast ten opzichte van het stuk 6, zoals o. m. blijkt uit de figuur 7. Ook de schijf 59 kan als vast beschouwd worden ten opzichte van het stuk 6. Het juk 62 wordt <Desc/Clms Page number 11> gedragen door de schijf 61 en draagt de verschillende werktuigen. Het juk 62 is voorzien van een of meer grendeldozen 63 met daarbij horende grendels 64 die naar de inkeping 60 gedrukt worden door de veren 65..zoals het duidelijkst blijkt uit figuur 12. Wanneer de grendels 64, twee in getal volgens figuur 8, in de openingen 60 ingedrukt zijn, is het juk 62 vast ten opzichte van de schijf 61 en dus ten opzichte van het stuk 6. Wanneer evenwel de grendels 64 uit de inkepingen getrokken zijn, dan kan het juk 62 vij draaien ten opzichte van de schijf 61, en dus ook ten opzichte van het stuk 6. De grendels 64 kunnen tegen de werking van de veren 65 in in ontgrendelde stand gehouden worden door neerklap- bare grendelkleppen 66. In dit geval blijven de werktuigen en het juk 6,2 vrij om te roteren ten opzichte van het stuk 6. De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoering vele veranderingen aangebracht worden o.m. wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.
Claims (1)
- Conclusies.1. Hydraulisch bestuurd toestel, in het bijzonder hydraulisch bestuurde kraan, dat minstens twee delen bevat die ten opzichte van elkaar scharnieren en waarin ten opzichte van elk van deze delen minstens een vaste leiding voorzien is, met h e t k e n - m e r k dat de,twee leidingen bij elkaar aansluiten door een ringvormig kanaal dat voorzien is in een van de stukken en waarvan de as samenvalt met de scharnieras.2. Hydraulisch bestuurd toestel volgens vorige conclusie, m e t h e t kenmerk dat meerdere paren bij elkaar aan- sluitende leidingen voorzien zijn en de ringvormige kanalen voorkomen in een cylindrisch oppervlak van een stuk en tussen twee ringvormige kanalen voor de vloeistofdoorlaat minstens één <Desc/Clms Page number 12> eveneens ringvormig kanaal voorkomt waarin afdichtend materiaal aangebracht is.3. Hydraulisch bestuurd toestel volgens vorige conclusie, m et h e t kenmerk dat het afdichtend materiaal bestaat uit een elastische ring.4. Hydraulisch bestuurd toestel volgens een van de conclusies '2 en 3, m e t h e t kenmerk dat het cylindrisch oppervlak een buitenoppervlak is.5. Hydraulisch bestuurd toestel, in het bijzonder hydrau- lisch bestuurde kraan, dat minstens twee delen bevat die ten op- zichte van elkaar scharnieren en waarin ten opzichte van elk van deze delen minstens één vaste leiding voorzien is,m e t h e t kenmerk dat de leiding van een deel bij het ander deel aansluit volgens de scharnieras en uitmondt in een ruimte waar ook de leiding van dit ander deel in uitmondt.6. Hydraulisch bestuurd toestel volgens vorige conclusie, met h e t kenmerk dat minstens vier leidingen op elk van de scharnierende delen aangebracht zijn., welke leidingen twee aan twee uitmonden in ruimten die uitgespaard zijn in afzonderlijke organen die aan beide zijden van het ander deel aangebracht zijn.7. Hydraulisch bestuurd toestel, in het bijzonder hydrau- lisch bestuurde kraan, m e t h e t kenmerk dat het een onderstel bevat en een in dit onderstel draaibaar gemonteerde kolom die de andere onderdelen draagt.8. Hydraulisch bestuurd toestel volgens vorige conclusie, m e t h e t kenmerk dat de kolom bovenaan een plaat bezit, die hogergedoelde andere onderdelen draagt en draaibaar gemonteerd is ten opzichte van het onderstel.9. Hydraulisch bestuurd toestel volgens vorige conclusie, m e t h e t kenmerk dat de kolom met de plaat op een onderstel rust onder tussenkomst van minstens één rij kogels, terwijl onderaan en bovenaan rollagers voorzien zijn voor het opnemen van de niet axiale belastingen. <Desc/Clms Page number 13>10. Hydraulisch bestuurd toestel volgens een van de con- clusies 1 tot 4 en een van de conclusies 7 tot 9, m e t h e t kenmerk dat vaste leidingen voorzien zijn ten opzichte van het gestel en leidingen die vast zijn ten opzichte van de kolom, welke leidingen bij elkaar aansluiten over ringvormige kanalen die uitgespaard zijn in een stuk met cylindrisch opper- vlak waarvan de as samenvalt met de rotatieas van de kolom ten opzichte van het onderstel.11. Hydraulisch bestuurd toestel volgens een van de con- clusies 7 tot 10, m e t h e t kenmerk dat het een ten overstaan van de kolom scharnierende arm bevat en een hy- draulisch mechanisme, bestaande uit een cylinder en een zuiger die de beweging van de arm ten opzichte van de kolom regelt dat, althans gedeeltelijk, in de kolom ingebouwd is.12. Hydraulisch bestuurd toestel dat een tandwiel en een daarin grijpende heugel bevat, m e t h e t kenmerk nat de heugel gevormd wordt door een getand gedeelte van een tang die aan minstens één einde voorzien is van een zuigerkop- afdichting en geleid is in een open cylinder.13. Hydraulisch bestuurd toestel volgens vorige conclusie, met h e t kenmerk dat hogergedoelde stang aan de twee einden voorzien is van een zuigerkopafdichting en geleid wordt door twee naar elkaar toe gerichte open cylinders.14. Hydraulisch bestuurd toestel zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.15. Ophanginrichting van een werktuig die een orgaan bevat waarop het:werktuig bevestigd wordt en een tweede orgaan dat het eerste draagt en ten opzichte waarvan dit eerste kan verdraaid worden, m e t h e t kenmerk dat een van de organen,ver- bonden is met een schijf met inkepingen, terwijl het andere voorzien is van minstens één grendel die past in een van de in- kepingen. <Desc/Clms Page number 14>16. Ophang inrichting volgens vorige conclusie, m e t h e t kenmerk dat een veer de grendel in de inkeping drukt, terwijl een element voorzien is dat, in een bepaalde stand gebracht, de grendel tegen de werking van de veer in weerhoudt.17. Ophanginrichting zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE551737A true BE551737A (nl) |
Family
ID=177171
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE551737D BE551737A (nl) |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE551737A (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1180500B (de) * | 1960-12-28 | 1964-10-29 | Jacques Tranchero | Drehkran mit schwenkbarem, mindestens dreiteiligem Ausleger |
FR2418307A1 (fr) * | 1978-02-24 | 1979-09-21 | Poclain Hydraulics Sa | Dispositif de montage a rotation d'un organe d'outil a fluide sous pression tel qu'une benne preneuse |
EP1674420A1 (de) * | 2004-12-23 | 2006-06-28 | Heinz Thumm Oelhydraulische Antriebe GmbH | Drehvorrichtung für Lastaufnahmemittel |
-
0
- BE BE551737D patent/BE551737A/nl unknown
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1180500B (de) * | 1960-12-28 | 1964-10-29 | Jacques Tranchero | Drehkran mit schwenkbarem, mindestens dreiteiligem Ausleger |
FR2418307A1 (fr) * | 1978-02-24 | 1979-09-21 | Poclain Hydraulics Sa | Dispositif de montage a rotation d'un organe d'outil a fluide sous pression tel qu'une benne preneuse |
EP1674420A1 (de) * | 2004-12-23 | 2006-06-28 | Heinz Thumm Oelhydraulische Antriebe GmbH | Drehvorrichtung für Lastaufnahmemittel |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1744946B1 (en) | Collapsible track undercarriage for installation and tensioning | |
US9453351B2 (en) | Boom construction for a truck-mounted concrete pump | |
US2911111A (en) | Mobile hydraulic crane | |
US6176531B1 (en) | Grapple system | |
CS230565B2 (en) | Filling device for discharging of vessels of differen size especialy for dust bins | |
DE10158532A1 (de) | Hydraulisch angetriebene Arbeitsmaschine | |
BE551737A (nl) | ||
CA1185570A (en) | Backhoe swing mechanism | |
US3599801A (en) | Controls for hydraulically operated rotary crane | |
US2763385A (en) | Tractor mounted hydraulic loader | |
FI107178B (fi) | Lakaisulaite kaivinkoneita varten | |
CA1110525A (en) | Tree harvester | |
US4429763A (en) | Bucket rotation system for aerial tower | |
US5944204A (en) | Hydraulic boom compensation system for aerial devices | |
US2108498A (en) | Marine steering gear motor | |
EP0180912B1 (de) | Fluidische Radialkolbenmaschine | |
US4464093A (en) | Power shovel having improed hoist system | |
DE2820547A1 (de) | Kolbenpumpe mit veraenderbarer foerdermenge | |
EP1452082B1 (en) | Lifting unit for the lower links of a tractor | |
EP4175449A1 (en) | Mounted reversible plough | |
NL8201561A (nl) | Zwenkaandrijfsamenstel. | |
EP4183934B1 (de) | Schwenkrotator für eine arbeitsmaschine | |
US3127817A (en) | Device for hydraulic apparatuses comprising a double acting piston motor | |
DE3148027C2 (de) | Taumelscheiben-Brennkraftmaschine | |
US5511329A (en) | Backhoe mounting mechanism |