<Desc/Clms Page number 1>
" Draaibaar draagorgaan voor een transportinrichting "
In vele bedrijven,waar de draaibare draagor- ganen van de transportinrichtingen, zoals de looprollen van transportwagens, rollenbanen, enz.in aanraking kunnen konen met draagvormig en langgerekt materiaal, dat in het bedrijf wordt verwerkt of daar als afval voorkomt, wordt het bezwaar ondervonden, dat dit materiaal zich tussen deze organen en de houder voor de as daarvan ophoopt en zodanig vastzet, dat het draaibare draagorgaan meer of minder stem wordt geblokkeerd.Indien niet door een voortdurend en
<Desc/Clms Page number 2>
radelige invloed daarvan wordt voorkomen,
ontstaan *matige
EMI2.1
bedrijfeetoririgen en schade door overmatige slijtage*
De uitvinding beoogt door een verbeterde construc- tie van deze draaibare organen de daarmede tot nu toe on- dervonden nadelen te vermijden.
Daartoe bestaat volgens de uitvinding elke tussen het werkvlak en de as van het draaibare draagorgaan gelegen zijwand uit een tot de as reikend gesloten afgestompt-kegel- vormig vlak.Daarbij kan volgens de uitvinding het afge- stompt-kegelvormige vlak concaaf zijn uitgevoerd.
Ter verduidelijking der uitvinding zal,onder ver- wijzing naar de tekening, een ui tvoeringsvoorbeeld, toege- past op een zwenkrol voor een transportwagen,worden be- schreven.
Fig. 1 is een vooraanzicht,van de zwenkrol
EMI2.2
ged8il. telijk in doorsnede; fig. 2 is een verticale doorsnede volgena de lijn 11-11 in fig. 1.
De zwenkrol,welke door middel van een verticale draaiingsa8 1 bevestigd is aan een horizontale draagbalk 2 van de transportwagen,bestaat uit een vorkvormige houder 3, weke tussen zijn vorkbenen 3' een as 4 draagt.Op deze as 4 is een looprol 5 gemonteerd en wel zodanig, dat deze rol wel om de as 4 kan draaien,doch niet ten opzichte daar- van kan verschuiven.Daartoe is de looprol 5 voorzien van een radiale schroefpen 6,welke met zijn ene uiteinde reikt in een rondgaande groef 7 van de as 4 ; De inwendige holte van de looprol kan daarbij een vetvulling opnemen voor de smering.
De zijwanden van de looprol 5 zijn zodanig uit- gevoerd, dat de naar buiten gekeerde zijde van elk dezer wanden een gesloten kegelvormig vlak 8 vormt, dat zich
<Desc/Clms Page number 3>
uitstrekt van het loopvlak van de rol 5 tot de as 4 en daar ter plaatse eindigt op enige afstand van het bijbehores de vorkbeen 3'.
Daarbij verdient het aanbeveling dit kegel- vormige vlakoonoaaf uit te voeren, zoals in het uitvoering - voorbeeld is afgebeeld.Door de speciale vorm van de buiten- zijde der zijwanden van de looprol, welke buitenzijde ge- sloten is uitgevoerd en waaraan een zo glad mogelijk opper- vlak kan worden gegeven, in combinatie met de omstandigheid, dat deze buitenzijde op enige afstand van het bijbehorende vorkbeen 3' eindigt en overigens vloeiend overgaat in de buitenomtrek van de as 4 wordt bereikt, dat, ook al zouden zich op de werkvloer, waarover de zwenkrol wordt bewogen, draden en andere langgerekte verontreinigingen bevinden, deze geen aanhechtingspunten worden geboden om zich tussen de looprol en de houder daarvoor op te hopen.
Mochten zich echter toch om de verkbenen verontreinigingen vastzetten, dan zal daarvan de looprol geen hinder ondervinden.omdat de tot niets uitlopende zijwanden van de looprol lange deze verontreinigingen kunnen blijven doordraaien.
Aan de goede werking doet het in tussen geen af- breuk,indien de beschrijvende lijn van het kegelvlak nabij de as een knik vertoont en onder een minder scherpe hoek de as bereikt
Het zal zonder meer duidelijk zijn, dat de toe- passing van het beginsel volgens de uitvinding op de draaibare organen van andere transportinrichtingen dezelfde voordelen biedt.