<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
J4INIaTERI8 VAN ECONOMISCHE ZAKEN
EN MIDDENSTAND.
@
Algemene Directie van
Handel en Nijverheid.
Administratie van de Handel.
Dienst voor de Handels- en Nijverheidseigendom.
KONINKRIJK BELGIË.
EMI1.2
DE MINISTER VAN ECONOIVlISaRE ZAKEN EN MIDDENSTAND,
Gelet op de besluitwet van 8 Juli 1946, houdende verlenging, uit oorzaak van de oorlogsgebeurtenissen, van de termijnen in zake nij-
EMI1.3
verheidseigendom en van de duur der uitvindingsoctrooien;
Gelet op de wet van 31 December 1947, houdende goedkeuring van
EMI1.4
de te Neuchatel, op 8 Februari 1947, ondertekende Schikking betreffende de instandhouding of het herstel der door de tweede wereldoorlog ge- troffen rechten van nijverheidseigendom;
Gelet op de wet van 30 Maart 1948, houdende wijziging der be-
EMI1.5
cluitwet van 8 Juli 1946 die, uit oorzaak van de oorlogsgebeurtenissen, de termijnen in zake nijverhg idee igendon CA d8 duur der uitviaiingsoe- trooien verlengt;
EMI1.6
Herzien het ministericel besluit van jl Jece;iiwi: waarbij onder nummor .11 '. aan 'e - :. . -iz:1...e , een ; i soctrooi tOGgGkend werd voor : r:,.eirtn/ B E S L U I T :
EMI1.7
ARTIKEL BEN.- Vo1.g-?'1.r"1.e J:'l1.s:!derans wordt ingelast in het minis- terieel besluit .l:
¯¯rr '/ .:;8 dd" -1 J3ce:.luer 1:,' na de vermelding "Gezien de wet van 24 Mei 1854 op de uitvindingsoctrooien" :
<Desc/Clms Page number 2>
Gelet op de besluitwet van 8 Juli 1946, houdende verlenging, uit oorzaak van de oorlogsge beurtenissen, van dc termijnen in zake nij- vcrhcidscigcndom en van de duur der uitvindingsoctrooien; gewijzigd door dc wet van 30 Maart 1948;
Gelet op de wet van 31 December 1947, houdende goedkeuring van de te Neuchâtel, op 8 Februari 1947, ondertekende Schikking betreffende de instandhouding of hct horstel der door de tweede wereldoorlog gctrof- fe,n rechten van nijverheidseigendom;
Gelet op het Unieverdrag tot bescherming van de Nijvcrheidscigen- dom ;
ARTIKEL 2.- Onderhavig besluit zal aan het ministerieel besluit dat onder artikel een bedoeld werd, gehecht worden.
<Desc/Clms Page number 3>
Broeiraam, De uitvinding heeft betrekking op een broeiraam of zogenaamde èènruiter. Bekend zijn uit het Zwitserse octrooi- schrift 207.179 broeiramen, met twee van glassponningen voor- ziene zijlijsten elk bestaande uit een uit plaatmetaal omge- zette koker met plat bovenvlak. Een dergelijke uitvoering brengt in de practijk enkele nadelen mede, zoals in de eerste plaats het nadeel, dat de ramen bij het stapelen daarvan licht van elkander afglijden, waardoor glasschade kan ontstaan en verder hetnadeel, dat bij regenweer het water gelegenheid heeft zich op de brede, tegen elkander liggende zijlijsten der opvolgende ramen te verzamelen en dan door de spleet tussen de ramen om- laag drupt, hetgeen schadelijk is voor de groei van de zich daaronder bevindende planten.
<Desc/Clms Page number 4>
Deze beide nadelen worden volgens de uitvinding opgeheven, doordat de zijlijsten, of althans twee tegenoverstaande lijsten, een profiel hebben, dat langs de buitenbovenzijde voorzien is van een opstaande flens of rand en dat de afmeting van het broeiraam aan de' onderzijde tussen de lijsten met een flens of rand, over een afstand, welke minstens gelijk is aan de flens of randhoogte, kleiner is, dan die afmeting aan de bovenzijde tussen de flenzen of randen.
Dit maakt het mogelijk de ramen zodanig op elkander te stapelen, dat de flenzen van elk onderliggend raam als aanslag voor het daarboven liggende raam dienen, zodat geen gevaar be- staat voor wegglijden. Bovendien worden in de gebruiksstand van de ramen de spleten tussen de opvolgende ramen alleen begrensd door de smalle, naar buiten afgeronde bovenkanten der rand- flenzen, zoda,t regenwater veel minder gelegenheid heeft tussen de ramen te dringen, doch integendeel direct langs de binnen- vlakken van de flenzen zijdelings afgeleid wordt.
Om het stapelen van de ramen mogelijk te maken, moet zoals gezegd, de koker aan de onderzijde smaller zijn dan aan de boven- zijde. Dit kan verkregen morden door de koker aan de baiten- onderzijde te doen inspringen over de hoogte van de flensdikte, doch geschiedt volgens de uitvinding bij voorkeur door de buiten- land van de koker vanaf de onderzijde schuin buitenwaarts te doen verlopen, hetgeen het maken van de kokers vergemakkelijkt.
De uitvinding zal hieronder aan de hand van de tekaning nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont de aangrenzende delen van twee naast elkander liggende, naar achter schuin oplopende broeiramen of èènruiters in vooraanzicht.
Fig. 2 is een bijbehorend bovenaanzicht.
<Desc/Clms Page number 5>
Fig. 3 toont enkele op elkander gestapelde èènruiters vol- gens de uitvinding.
Zoals uit fig. 1 blijkt, bestaan bij de afgebeelde uitvoe- ringsvorm de zijlijsten van het raam uit kokers, welke uit metáal zijn Gezet en waarvan het profiel de in fig. 1 weergegeven vorm heeft, d.w.z. in hoofdzaak de vorm van een rechthoek, waarvan de buitenwand 1 vanaf het ondervlak 2 van de koker schuin naar buiten en naar boven oploopt tot in een punt op enige afstand boven het bovenvlak 3, waarin de buitenwand met een afgeronde en flauw naar binnen afhellende ombuiging overgaat, zodat een langs de buiten- zijde van dekoker lopende opstaande flens 4 ontstaat. De binnen- wand 5 van de koker is plaatselijk naar binnen doorgezet voor het vormen van een sponning 6 voor de glasruit 7.
De bovenwand van deze sponning en de bovenwand 3 van de koker zijn door punt- lassen met elkaar verbonden.
Eventueel kan de bovenwand 3 ook uit een afzonderlijke strook bestaan, welke enerzijds onder de naar binnen omgezette bovenrand van de buitenwand grijpt en anderzijds U-vormig om de binnenrand van de bovenste sponningswand heen gebogen is . O@k hier geschieden de verbindingen bij voorkeur door puntlassen.
De helling van de buitenwand 1 is zodanig, dat het verschil in breedte tussen de onderwand 2 en de bovenwand 3 van de koker minstens gelijk is aan de dikte van de flens 4, zodanig, dat de ramen op elkander gestapeld kunnen worden als aangegeven in fig. 3, waarbij dan de flenzen 4 als aanslagen voor de bovenliggende ramen dienen en wegglijden beletten.
Het is verder ook duidelijk, dat op de smalle afgeronde boven- vlakken de in de gebruiks stand tegen elkander liggende flenzen 4 geen regenwater zal blijven staan en derhalve ook veel minder ge- vaar is, dat water door de spleet tussen de flenzen op de planten drupt.
<Desc/Clms Page number 6>
De kokers, welke de beide zijlijsten vormen, zijn nabij het voor- en achtereinde met elkander verbonden door verdere uit plaatmetaal gezette profielstaven 8, waarvan het bovnvlak ter hoogte van de onderkant van de sponningen 6 ligt, zodat de in de sponningen grijpende luit 7 op deze dwarsstaven komt te rusten.
De ruit wordt vastgehouden door met behulp van een pen 9 en een aantal stelgaten 10 verstelbaar op de profielstaaf 8 aangebrachte blokjes 11, welke gedeeltelijk over de rand van de ruit grijpan.
Verder is aan elk der profielstaven 8 nog een handvat 12 aange- bracht voor hetoplichten van he raam.
Uiteraard kunnen de voordelen van de opstaande randflenzen ook bij uitvoering in ander materiaal dan plaatmetaal worden verwezenlijkt.
C D N C L U 3 I E S.
1. Broeiraam of zogenaamde eenruiter, met tweevan glas- sponningen voorziene zijlijsten, m e t het t kenmerk, dat de zijlijsten, of althans twee tegenoverstaande lijsten, een profiel hebben, dat langs de buiten-oovenzijde voorzien is van een opstaande flens of rand en dat de afmeting van het broeiraam aan de onderzijde tussen de lijsten met een flens of rand, over een afstand, welke minstens gelijk is aan de flens- of randhoogte, kleiner is dan die afmeting aan de bovenzijde
EMI6.1
%dat tussen ds flenzen of randen, zodanig"7aa broeira(r,cn in ;1#;a;der Passend, gestapeld kunnen '.vorden. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.