BE1030881B1 - Knooppunt voor een tentstructuur, tentstructuur, en werkwijze voor het installeren van een tentstructuur - Google Patents

Knooppunt voor een tentstructuur, tentstructuur, en werkwijze voor het installeren van een tentstructuur Download PDF

Info

Publication number
BE1030881B1
BE1030881B1 BE20225733A BE202205733A BE1030881B1 BE 1030881 B1 BE1030881 B1 BE 1030881B1 BE 20225733 A BE20225733 A BE 20225733A BE 202205733 A BE202205733 A BE 202205733A BE 1030881 B1 BE1030881 B1 BE 1030881B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
node
center
arms
tent
opening
Prior art date
Application number
BE20225733A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030881A1 (nl
Inventor
Damien Bessey
Temmerman Niels De
Mira Lara Alegria
Tine Tysmans
Aushim Koumar
Original Assignee
Konligo
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Konligo filed Critical Konligo
Priority to BE20225733A priority Critical patent/BE1030881B1/nl
Publication of BE1030881A1 publication Critical patent/BE1030881A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030881B1 publication Critical patent/BE1030881B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H15/00Tents or canopies, in general
    • E04H15/32Parts, components, construction details, accessories, interior equipment, specially adapted for tents, e.g. guy-line equipment, skirts, thresholds
    • E04H15/34Supporting means, e.g. frames
    • E04H15/44Supporting means, e.g. frames collapsible, e.g. breakdown type
    • E04H15/48Supporting means, e.g. frames collapsible, e.g. breakdown type foldable, i.e. having pivoted or hinged means
    • E04H15/50Supporting means, e.g. frames collapsible, e.g. breakdown type foldable, i.e. having pivoted or hinged means lazy-tongs type
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H15/00Tents or canopies, in general
    • E04H15/32Parts, components, construction details, accessories, interior equipment, specially adapted for tents, e.g. guy-line equipment, skirts, thresholds
    • E04H15/34Supporting means, e.g. frames

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Tents Or Canopies (AREA)

Abstract

Een knooppunt voor een tentstructuur waarbij wanneer gezien in de tweede richting, de eerste buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de tweede opening; wanneer gezien in de derde richting, de tweede buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de derde opening; wanneer gezien in de vierde richting, de derde buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de vierde opening; en wanneer gezien in de eerste richting, de vierde buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de eerste opening.

Description

van een tentstructuur
De onderhavige uitvinding heeft betrekking tot op tentstructuren, in het bijzonder een knooppunt voor een tentstructuur en werkwijzen die betrekking hebben op bijvoorbeeld het vervoeren, installeren, of afbreken van een tentstructuur.
Tentstructuren worden over het algemeen gebruikt voor tijdelijke constructies. Dit houdt in dat ze makkelijk afbreekbaar en vervoerbaar moeten zijn. Bij grotere constructies bestaat de tentstructuur vaak uit meerdere tentstaven die via knooppunten met elkaar verbonden zijn.
Het is voordelig als deze verbindingen toelaten de tentstructuur op te vouwen voor bijvoorbeeld transport, zodanig dat het niet iedere keer nodig is alle verbindingen opnieuw te maken wanneer de tentstructuur opnieuw geïnstalleerd wordt. Verschillende knooppunten zijn bekend die dit toelaten, zie bijvoorbeeld EP3553258A 1, US9163425B1, en US2003172966A1.
Tijdens transport is het echter gewenst dat de tentstructuur zo weinig mogelijk plaats inneemt.
Doordat de verbindingen tussen tentstaven en knooppunten bewaard blijft, kan de structuur slechts op een vooraf bepaalde wijze opgevouwen worden.
Het is het doel van de uitvinding om een of meer van de nadelen van de stand van de techniek te overkomen, of ten minste om een alternatief voor de stand de techniek te bieden.
Het is in het bijzonder een doel van de uitvinding om het mogelijk te maken de tentstructuur op een compacte manier op te vouwen.
Een of meer van de doelen van de uitvinding worden bereikt met een knooppunt voor een tentstructuur, omvattende: een middelblok omvattende een middelpunt; een eerste paar armen omvattende een eerste buitenste arm en een eerste binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een eerste richting en een eerste opening definiëren om een eerst tentstaaf in te ontvangen; en een tweede paar armen omvattende een tweede buitenste arm en een tweede binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een tweede richting en een tweede opening definieert om een tweede tentstaaf in te ontvangen.
Optioneel is de eerste richting loodrecht aan de tweede richting.
In Uitvoeringsvormen, omvat het knooppunt verder een derde paar armen omvattende een derde buitenste arm en een derde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een derde richting en een derde opening definiëren om een derde tentstaaf in te ontvangen; en een vierde paar armen omvattende een vierde buitenste arm en een vierde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een vierde richting en een vierde opening definiëren om een vierde tentstaaf in te ontvangen. Optioneel zijn de eerste richting en de derde richting evenwijdig en tegengesteld. Optioneel zijn de tweede richting en de
Vierde richting evenwijdig en tegengesteld. Optioneel zijn de eerste en derde richting loodrecht aan de tweede en vierde richting.
De uitvinding heeft dus betrekking op een knooppunt voor een tentstructuur. De tentstructuur kan eender welke tentstructuur zijn die tentstaven en ten minste een knooppunt omvat. De tentstructuur kan bijvoorbeeld een tijdelijke tentstructuur zijn. De tentstructuur kan bijvoorbeeld ingericht zijn om gebruikt te worden voor evenementen of om (tijdelijke) huisvesting te voorzien. De tentstructuur kan bijvoorbeeld ingericht zijn om verdere componenten te dragen, zoals een tentzeil, en/of een informatiebord, en/of een reclamebord, en/of verlichting. De tentstructuur kan ingericht zijn om op zichzelf stabiel te zijn en/of om bevestigd te worden met behulp van bevestigingsmiddelen zoals haringen of touwen.
Het knooppunt omvat een middelblok waarvan meerdere paren armen zich uitstrekken, bijvoorbeeld ten minste twee paar, ten minste drie paar, ten minste vier paar, of bijvoorbeeld exact twee paar, drie paar, of vier paar. ledere paar armen definieert een respectievelijke opening voor een tentstaaf. De tentstaaf kan in de opening geplaatst worden, en worden verbonden met de twee armen die de respectievelijke opening definiëren. De verbinding tussen de tentstaaf en het respectievelijke paar armen is bij voorkeur een verbinding die rotatie toelaat. Dergelijke rotatie laat toe de tentstructuur in een opgevouwen positie te brengen.
De eerste en derde richting (wanneer aanwezig) kunnen evenwijdig en tegengesteld zijn, alsook de tweede en vierde richting (wanneer aanwezig). Tegengesteld betekent in deze context dat ze een tegengestelde zin hebben. Bijvoorbeeld, wanneer gezien vanuit een bepaald standpunt, kan de ene zich naar links uitstrekken en de andere naar rechts, of de ene naar boven en de andere naar onder. De eerste en derde richting (wanneer aanwezig) kunnen loodrecht zijn aan de tweede en vierde richting (wanneer aanwezig). Op deze manier kan dus vanaf het middelblok in elke richting een paar armen uitstrekken, bijvoorbeeld wanneer van een bovenaanzicht of onderaanzicht bekeken naar boven, onder, links, en rechts.
In uitvoeringsvormen, wanneer gezien in de tweede richting, bevindt de eerste buitenste arm zich verder van het middelpunt dan een nabij uiteinde van de tweede opening.
Optioneel, wanneer gezien in de derde richting, bevindt de tweede buitenste arm zich verder van het middelpunt dan een nabij uiteinde van de derde opening. Optioneel, wanneer gezien in de vierde richting, bevindt de derde buitenste arm zich verder van het middelpunt dan een nabij uiteinde van de vierde opening. Optioneel, wanneer gezien in de eerste richting, bevindt de vierde buitenste arm zich verder van het middelpunt dan een nabij uiteinde van de eerste opening.
Deze vitvoeringvormen voorzien dus dat bijvoorbeeld de tweede opening zich tot dichter bij het middelpunt uitstrekt de eerste buitenste arm van het eerste paar armen dat de eerste opening definieert. Dit laat toe om het knooppunt kleiner te maken en de tentstaven dichter bij elkaar te plaatsen. Dit is voordelig in de opbouw en installatie van de tentstructuur, maar laat vooral ook toe om de tentstructuur compacter op te vouwen. Dit is voordelig voor transport en opslag.
In Uitvoeringsvormen, omvat het middelblok een eerste uitsparing voor de eerste opening.
Optioneel omvat het middelblok verder een tweede uitsparing voor de tweede opening, en/of een derde uitsparing voor de derde opening, en/of een vierde uitsparing omvat voor de vierde opening. De respectievelijke uitsparing laat toe dat het nabije uiteinde van de respectievelijke opening zich dichter bij het middelpunt van het middelblok bevindt. Omdat het middelblok zich nog verder uitstrekt dan de uitsparingen, is het mogelijk de buitenste armen verder van het middelpunt te bevestigen.
In vitvoeringsvormen, omvat het knooppunt een eerste middenas die zich uitstrekt door het middelpunt evenwijdig met eerste en derde richting, waarbij het eerste paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de eerste middenas bevindt, en waarbij het derde paar armen zich aan tweede kant van de eerste middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn. In uitvoeringsvormen, omvat het knooppunt een tweede middenas die zich uitstrekt door het middelpunt loodrecht op de eerste middenas en evenwijdig met tweede en vierde richting, waarbij het tweede paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de tweede middenas bevindt, en waarbij het vierde paar armen zich aan tweede kant van de tweede middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn.
Aangezien in deze uitvoeringsvormen het eerste en derde paar (en optioneel het tweede en vierde paar) armen zich aan andere kant van de middenas bevinden, kunnen twee knooppunten dicht bij elkaar geplaatst worden. Dit kan zonder dat het eerste paar armen van het eerste knooppunt in de weg zit van het derde paar armen van het tweede knooppunt.
Dit laat toe om de tentstructuur compacter op te vouwen.
Optioneel is, wanneer het eerste en het tweede knooppunt naast elkaar geplaatst zijn, bv. in een opgevouwen positie van de tentstructuur, de eerste middenas van het eerste knooppunt in het verlengde van de eerste middenas van het tweede knooppunt. Optioneel kan een gemeenschoppelijke eerste middenas gedefinieerd worden voor twee of meer knooppunten in de opgevouwen positie.
Optioneel is, wanneer het eerste en het tweede knooppunt naast elkaar geplaatst zijn, bv. in een opgevouwen positie van de tentstructuur, de tweede middenas van het eerste knooppunt in het verlengde van de tweede middenas van het tweede knooppunt. Optioneel kan een gemeenschappelijke tweede middenas gedefinieerd worden voor twee of meer knooppunten in de opgevouwen positie.
Optioneel is een zijkant van de eerste binnenste arm aangrenzend oon de eerste middenas, en/of een zijkant van de derde binnenste arm aangrenzend aan de eerste middenas, en/of een zijkant van de tweede binnenste arm aangrenzend aan de tweede middenas, en/of een zijkant van de vierde binnenste arm aangrenzend aan de tweede middenas. Bijvoorbeeld, de respectievelijke zijkant kan zich op minder dan 2 mm, bv. op minder dan 1 mm, van de respectievelijke middenas bevinden. Dit laat toe om het knooppunt zeer compact te maken.
In vitvoeringsvormen, omvat ten minste een arm per paar armen, bij voorkeur iedere arm, een bevestigingsopening voor een bevestigingsmechanisme voor het bevestigen van een arm in de respectievelijke opening. Het bevestigingsmechanisme kan bijvoorbeeld een schroef, bout, moer, of dergelijke zijn. De tentstaaf omvat bij voorkeur een opening om het bevestigingsmechanisme te ontvangen. Optioneel omvat iedere bevestigingsopening een buitenste deel en een binnenste deel omvat, waarbij het buitenste deel een grotere diameter heeft dan het binnenste deel. Dit laat voordelig toe om het bevestigingsmechanisme volledig
In de arm en de tentstaaf te bevestigen. Omdat het bevestigingsmechanisme niet uitsteekt, kunnen meerdere knooppunten compact bij elkaar geplaatst worden In de opgevouwen vorm.
In uitvoeringsvormen, omvat het knooppunt een centrale opening met een openingsmiddelpunt dat samenvalt met het middelpunt van het middelblok. Dit centrale opening kan bijvoorbeeld toelaten om een component hierin te bevestigen of hierdoor te laten uitstrekken. die component kan bijvoorbeeld gebruikt worden om verdere componenten aan het knooppunt te bevestigen. Optioneel omvat de centrale opening een schroefdraad.
In Uitvoeringsvormen, is het knooppunt monolithisch. Dit laat toe om een stevig knooppunt te maken.
In uitvoeringsvormen, is het knooppunt gegoten. Gieten laat voordelig toe om het knooppunt in grote aantallen te fabriceren met hoge nauwkeurigheid.
In vitvoeringsvormen, omvat de middelblok verder ten minste een verdunde zone met een verdunde dikte, die gelijk is aan een armdikte van de armen. De verdunde zone kan In het bijzonder voordelig zijn wanneer het knooppunt gegoten is. Bovendien laat het toe minder materiaal te gebruiken en het knooppunt daarbij lichter te maken
In Uitvoeringvormen, hebben de buitenste armen een langere lengte dan de binnenste armen. Bijvoorbeeld, in uitvoeringsvormen, is een binnenste-arm-lengte van de binnenste armen 30-40 mm, bijvoorbeeld 35-37 mm, bijvoorbeeld ongeveer 36 mm, en een buitenste- arm-lengte van de buitenste armen 45-55 mm, bijvoorbeeld 50-52 mm, bijvoorbeeld ongeveer 51 mm.
In uitvoeringsvormen, is een armdikte van de amen 3-5 mm, bijvoorbeeld 4mm. In vitvoeringsvormen, is een knooppuntdikte van het knooppunt 25-35 mm, bijvoorbeeld 30mm.
In vitvoeringsvormen, is een knooppuntbreedte en een knooppunthoogte van het knooppunt 120-180mm zijn, bijvoorbeeld 150 mm.
De uitvinding heeft verder betrekking op een tentstructuur. De tentstructuur omvat meerdere knooppunten volgens een van de hierin beschreven uitvoeringvormen. De tentstructuur omvat verder meerdere tentstaven, waarbij iedere tentstaaf aan een eerste uiteinde aan een knooppunt zijn bevestigd en aan een tweede uiteinde aan een ander knooppunt. ledere tentstaaf kan bijvoorbeeld een bevestigingsopening omvatten aan het eerste uiteinde en een bevestigingsopening aan het tweede uiteinde.
De tentstaven kunnen bijvoorbeeld een vierkante doorsnede hebben, een rechthoekige doorsnede, of een cirkelvormige doorsnede. Bijvoorbeeld, als een tentstaaf een rechthoekige doorsnede heeft, kan deze bijvoorbeeld een lengte van 35-45 mm hebben, bijvoorbeeld ongeveer 40 mm, en een breedte van 25-35 mm, bijvoorbeeld ongeveer 30 mm.
De bevestigingsopening kan zich bijvoorbeeld op 10-20 mm van een respectievelijk uiteinde van de tentstaaf bevinden, bijvoorbeeld op ongeveer 15 mm.
De tentstaaf kan bijvoorbeeld hol zijn, met een wanddikte van bijvoorbeeld 1-3 mm, bijvoorbeeld ongeveer 2 mm.
De tentsiaaf kan bijvoorbeeld een lengte hebben van 1500-2000 mm, bijvoorbeeld 1650-1800 mm, bijvoorbeeld 1700-1750 mm.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm, zijn de bevestigingsopening van de tentstaaf, de bevestigingsopeningen van de armen van het knooppunt, en de doorsnede van de tentstaaf, zodanig ontworpen, dat tijdens rotatie van de tentstaaf ten opzichte van het knooppunt, een deel van het uiteinde van de tentstaaf zich in de uitsparing bevindt. Door de uitsparing, kan de tentstaaf dichter bij het middelpunt van het knooppunt geplaatst worden, wat toelaat de tentstructuur compacter op te vouwen. Bijvoorbeeld, de bevestigingsopening van de tentstaaf kan zich op ongeveer 15 mm van het uiteinde bevinden, waarbij de tentstaaf een rechthoekige doorsnede met breedte 30 mm en lengte 40 mm heeft, en de bevestigingsopeningen in de armen van het tweede paar armen van het knooppunt kunnen zich op ongeveer 57 mm van een het middelpunt bevinden gezien in de tweede richting, een nabij uiteinde van de tweede opening kan zich op ongeveer 24 mm van het middelpunt bevinden gezien in de tweede richting, en een buitenkant van de eerste buitenste arm kan zich op ongeveer 39 mm van het middelpunt bevinden. De uitvinders hebben gevonden dat dit een zeer voordelige Uitvoeringsvorm is die toelaat zeer compact de tentstructuur op te vouwen.
In uitvoeringsvormen, is de tentstructuur geconfigureerd om in een opgevouwen positie te worden opgevouwen. Optioneel bevinden in de opgevouwen positie een eerste knooppunt en een tweede knooppunt zich aangrenzend, waarbij bijvoorbeeld het eerste paar armen (bijvoorbeeld een distaal uiteinde van deze armen) van het eerste knooppunt aangrenzend is aan het middelblok van het tweede knooppunt. Optioneel is de eerste binnenste arm van het eerste knooppunt aangrenzend met de derde binnenste arm van het tweede knooppunt. Optioneel is het derde paar armen (bijvoorbeeld een distaal uiteinde van deze armen) van het tweede knooppunt aangrenzend aan het middelblok van het eerste knooppunt. In deze context kan aangrenzend bijvoorbeeld betekenen dat de afstand tussen de respectievelijke componenten minder dan 2 mm is, bv. op minder dan 1 mm. In de opgevouwen positie kunnen de eerste en het tweede knooppunt dus zeer dicht bij elkaar geplaatst worden. Dit heeft het voordeel dat de tentstructuur zeer compact is.
In uitvoeringsvormen omvat de tentstructuur ten minste eerste tentstaaf en een tweede tentstaaf die aan elkaar bevestigd zijn op een eerste schaarlocatie tussen hun respectievelijke eerste en tweede uiteinde, waarbij de eerste en tweede tentstaaf ten opzichte van elkaar kunnen roteren. Een dergelijke bevestiging wordt ook een 5 schaarbevestiging genoemd. Optioneel zijn de eerste en tweede tentstaaf aan verschillende knooppunten bevestigd. Optioneel omvat de tentstructuur verder ten minste een derde tentstaaf en een vierde tentstaaf die aan elkaar bevestigd zijn op een tweede schaarlocatie tussen hun respectievelijke eerste en tweede uiteinde, waarbij de derde en vierde tentstaaf ten opzichte van elkaar kunnen roteren, waarbij de eerste schaarlocatie zich op een andere afstand bevindt van het eerste en/of tweede uiteinde van de respectievelijke tentstaven dan de tweede schaarlocatie.
De uitvinding heeft verder betrekking op verschillende werkwijzen, waarin optioneel gebruik kan worden gemaakt van een knooppunt of tentstructuur volgens een of meer van de hierin beschreven uitvoeringsvormen; echter zijn noch de werkwijzen, noch het knooppunt of de tentstructuur hiertoe beperkt. Kenmerken beschreven met betrekking tot het knooppunt of de tentstructuur kunnen op gelijkaardige manier worden toegepast in de werkwijzen om gelijkaardige voordelen te bekomen, en vice versa, en zijn daarom niet in overvloedig detail besproken. De vakman begrijpt immers uit de toelichting van het knooppunt of de tentstructuur hoe de overeenkomende stappen in een werkwijze geïmplementeerd kunnen worden.
De uitvinding heeft bijvoorbeeld betrekking op een werkwijze voor het vervoeren van een tentstructuur volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen, waarbij de werkwijze een stap omvat van het plaatsen van de tentstructuur op of in een vervoersmiddel terwijl dat de tentstructuur in de opgevouwen positie is.
De uitvinding heeft bijvoorbeeld betrekking op een werkwijze voor het installeren van een tentstructuur volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen, omvattende een stap van de tentstructuur van een opgevouwen positie naar een geïnstalleerde positie te brengen.
De uitvinding heeft bijvoorbeeld betrekking op een werkwijze voor het afbreken van een tentstructuur volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen, omvattende een stap van de tentstructuur van een geïnstalleerde positie naar een opgevouwen positie te brengen.
De uitvinding heeft bijvoorbeeld betrekking op een werkwijze voor het fabriceren van een tentstructuur volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen of knooppunt volgens een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen, waarbij de werkwijze een stap omvat van het gieten van het knooppunt in een gietvorm.
De uitvinding wordt hieronder toegelicht aan de hand van figuren. De beschreven uitvoeringsvormen zijn slechts voorbeelden en omvatten bijvoorbeeld optionele kenmerken.
Onderstaande beschrijving zal dan ook niet als beperkend voor de conclusies worden geïnterpreteerd. In de figuren:
Fig. 1a-1e: geven schematisch een uitvoeringsvorm van een knooppunt weer;
Fig. 2a-2b: illustreert schematisch hoe twee knooppunten dichtbij elkaar geplaatst kunnen worden in een opgevouwen positie;
Fig. 3a: illustreert schematisch een tentstaaf;
Fig. 3b: illustreert hoe een tentstaaf met een knooppunt verbonden kan worden;
Fig. 3c: geeft een vergrootte weergave van de cirkel A in fig. 3b weer;
Fig. 4a-4b : illustreren hoe meerdere knooppunten met tentstaven compact opgevouwen kunnen worden, waarbij fig. 4b een vergrootte weergave van de cirkel A in fig. 4a weergeeft.
Fig. 5: illustreert schematisch een teststructuur.
Fig. 1a-1e geven schematisch een uitvoeringsvorm van een knooppunt 100 weer. Fig. 1a geeft een doorsnede weer die is aangegeven als AA in het aanzicht weergegeven in fig. 1b. fig. Ic geeft een doorsnede weer die is aangegeven als CC in het bovenaanzicht weergegeven in fig. Id. Fig. 1e geeft een isometrisch bovenaanzicht weer.
Het knooppunt 100 omvat een middelblok 99 dat een middelpunt 101 omvat. Meerdere paren armen 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 strekken zich in verschillende richtingen uit vanaf het middelblok 99. In het weergegeven voorbeeld zijn het middelblok 99 en de armen 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 monolithisch gevormd door middel van gieten. Alhoewel in dit voorbeeld vier paar amen 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 zijn weergegeven, is het in de praktijk ook mogelijk meer of minder paar armen te voorzien.
In het bijzonder strekt een eerste paar armen 11, 12 zich in een eerste richting 1 uit. Het eerste paar armen 11, 12 omvat een buitenste arm 11 en een binnenste arm 12, waarbij de buitenste arm 12 gedefinieerd is al zijnde richting de buitenkant van het knooppunt 100. Tussen het eerste paar armen 11, 12 is een eerste opening 13 gedefinieerd, dat begrensd is door een het middelblok 99 aan een nabij uiteinde 13.1 en open is aan een distaal uiteinde. Een tweede buitenste arm 21 en een tweede binnenste arm 22 strekken zich in een tweede richting 2 uit en definiëren een tweede opening 23 begrensd aan een nabij uiteinde 23.1. Een derde buitenste arm 31 en een derde binnenste arm 32 strekken zich in een derde richting 3 uit en definiëren een derde opening 33 begrensd aan een nabij uiteinde 33.1. Een vierde buitenste arm 41 en een vierde binnenste arm 42 strekken zich in een vierde richting 4 uit en definiëren een vierde opening 43 begrensd aan een nobij uiteinde 43.1. De openingen 13, 23, 33, 43 laten ieder toe om een tentstaaf daarin te plaatsen, en met het knooppunt 100 te verbinden.
De eerste 1, tweede 2, derde 3, en vierde richting 4 zijn aangeduid als pijlen in fig. 1a. De eerste 1] en derde richting 3 zijn evenwijdig, maar tegengesteld, in dit aanzicht naar boven en onder. Ook de tweede 2 en vierde richting 4 zijn evenwijdig, maar tegengesteld, in dit aanzicht naar rechts en links. Tegengesteld betekent in deze context dus dat ze een omgekeerde zin hebben. De eerste 1 en derde richting 3 staat verder loodrecht ten opzichte van de tweede 2 en vierde richting 4. Aldus strekken de verschillende paren armen zich respectievelijk Uit naar boven, rechts, onder, en links (in het aanzicht in fig. 1a).
In het middelblok 99 zijn uitsparingen voorzien voor de openingen 13, 23, 33, 43, zodanig dat deze openingen 13, 23, 33, 43 zich kunnen uitstrekken zich uit tot relatief dicht bij het middelpunt 101. Dit laat toe dat in het bijzonder, wanneer gezien in de tweede richting 2, de eerste buitenste arm 11 zich verder van het middelpunt 101 bevindt dan het nabij uiteinde 283.1 van de tweede opening 23. In fig. 1a is de afstand 51 tussen het middelpunt 101 en de eerste buitenste arm 11 aangeduid met verwijzingscijfer 51. De afstand 52 tussen het middelpunt 101 en het nabije uiteinde 23.1 van de tweede opening 23 is aangeduid met referentiecijfer 52. Het is duidelijke zichtbaar dat de afstand 52 kleiner is dan de afstand 51.
Het feit dat de opening 23 zich uitstrekt tot zo dicht bij het middelpunt 101 laat toe om de tentstaaf ook dichter bij het middelpunt 101 te bevestigen, terwijl voldoende ruimte wordt voorzien door de opening 23 dat de tentstaaf kan roteren. Daardoor een opgevouwen positie van een tentstructuur die het knooppunt 100 omvat compact gemaakt worden. Dit zal nog in meer detail geïllustreerd worden.
Op gelijkaardige wijze, bevindt zich, wanneer gezien in de derde richting 3, de tweede buitenste arm 21 zich verder van het middelpunt 101 dan het nabij uiteinde 33.1 van de derde opening 33: en wanneer gezien in de vierde richting 4, bevindt de derde buitenste arm 31 zich verder van het middelpunt 101 dan het nabij uiteinde 43.1 van de vierde opening 43; en wanneer gezien in de eerste richting 1, bevindt de vierde buitenste arm 41 zich verder van het middelpunt 101 dan een nabij uiteinde 13.1 van de eerste opening 13.
Fig. 1b illustreert dat een distaal uiteinde 12.1 van de eerste binnenste arm 12 afgerond is.
Het zal begrepen worden dat dit ook het geval is voor de andere armen 11, 21, 22, 31, 32, 41, 42. Fig. 1b illustreert ook een doorsnede AA, hetgeen is weergegeven als fig. 1a.
Fig. la illustreert verder dat het knooppunt 100 een eerste middenas 103 en een tweede middenas 104 omvat. De eerste middenas 103 is evenwijdig met de eerste 1 en derde richting 3. De tweede middenas 104 is evenwijdig met de tweede 2 en vierde richting 4. De eerste 103 en tweede middenas 104 zijn dus loodrecht ten opzichte van elkaar. De eerste 103 en tweede middenas 104 verdelen het knooppunt 100 in vier kwadranten. In elk kwadrant bevindt zich exact één paar armen 11,12; 21,22; 31,32; 41,42.
Het eerste paar armen 11, 12 bevindt zich aan eerste kant ten opzichte van de eerste middenas 103, en het derde paar armen 31, 32 bevindt zich aan tweede kant van de eerste middenas 103. De eerste kant en de tweede kant zijn respectievelijk tegenovergestelde kanten. In dit voorbeeld is de eerste kant in de tweede richting 2 (rechts in het aanzicht in fig. 1a) en de tweede kant in de vierde richting 4 (links in het aanzicht in fig. 1a). Het eerste paar armen 11, 12 en het derde paar armen 31, 33 bevinden zich tevens aan andere kanten van de tweede middenas 104 (in het aanzicht in fig. 1a respectievelijk aan de bovenkant (eerste richting 1 en onderkant (derde richting 3)). Op gelijkaardige wijze, bevinden het tweede paar armen 21, 22 en het vierde paar armen 41, 42 zich aan respectievelijk verschillende kanten van de tweede middenas 104, alsook van de eerste middenas 103.
Fig. 19 illustreert verder dat de eerste binnenste arm 12 alsook de derde binnenste arm 32 aangrenzend zijn met de eerste middenas 103, en de tweede 22 en vierde binnenste arm 42 beide aangrenzend zijn met de tweede middenas 104. Aangrenzend houdt in dit geval in dat de afstand minder dan 1 mm is.
Een van de voordelen van deze posities van de armen 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 is dat meerdere knooppunten 100 zeer dicht bij elkaar geplaatst kunnen worden. Dit is bijvoorbeeld geïllustreerd in fig. 20, woor een eerste knooppunt 100 en een tweede knooppunt 1100 weergegeven zijn. Het tweede knooppunt 1100 is op gelijkaardige wijze uitgevoerd als het eerste knooppunt 100. Gelijkaardige componenten zijn met gelijkoordige verwijzingscijfers aangeduid, waarbij voor het tweede knooppunt 1100 alle verwijzingscijfers verhoogd zijn met een “volle 1000".
Fig. 2a geeft weer dat het mogelijk is het eerste paar armen 11, 12 van het eerste knooppunt 100 en het derde paar armen 1031, 1032 van het tweede knooppunt 1100 naast elkaar geplaatst kunnen worden, wanneer gezien in de tweede richting 2. Meer bepaald, zijn de eerste binnenste arm 12 van het eerste knooppunt 100 en de derde binnenste arm 1032 van het tweede knooppunt 1100 aangrenzend aan elkaar geplaatst. Tevens is de eerste binnenste arm 12, aangrenzend met het middelblok 1099 van het tweede knooppunt 1100. In het bijzonder is een distaal uiteinde 12.1 van de eerste binnenste arm 12 aangrenzend met het middelblok 1099. Op gelijkaardige wijze is een distaal viteindes 1032.1 van de derde binnenste arm 1032 van het tweede knooppunt 1100 aangrenzend met het middelblok 99 van het eerste knooppunt 100.
Fig. 2a geeft verder weer dat de eerste middenas 103 van het eerste knooppunt 100 in het verlengde is van de eerste middenas 1103 van het tweede knooppunt 1000. De eerste middenassen 103, 1103 kunnen beschouwd worden als een gemeenschappelijk eerste middenas. Het zal begrepen worden dat dit toelaat nog vele meer dan de weergeven knooppunten 100, 1100 zeer compact en ordelijk naast elkaar te plaatsen. Elk van deze knooppunten 100, 1100, …, steekt in de tweede richting 2 en de vierde richting 4 even ver uit vanaf de gemeenschappelijke eerste middenas.
Fig. 2b geeft een derde knooppunt 2100 weer, waarbij voor het derde knooppunt 2100 alle verwijzingscijfers verhoogd zijn met een “volle 2000". Fig. 2b geeft weer dat het tevens mogelijk is het tweede paar armen 21, 22 van het eerste knooppunt 100 en het vierde paar armen 2041, 2042 van het derde knooppunt 2100 naast elkaar geplaatst kunnen worden, wanneer gezien in de eerste richting 1. In dit geval is de tweede middenas 104 van het eerste knooppunt 100 in het verlengde van de eerste middenas 2104 van het derde knooppunt 2100, en vormt daarbij een gemeenschappelijke tweede middenas. Alhoewel fig. 2a en fig. 2b voor de overzichtelijkheid apart zijn weergegeven, zal het begrepen worden dat in de praktijk het ook mogelijk is meerdere knooppunten in de verschillende richtingen op gelijkaardige wijze dicht bij elkaar te plaatsen.
Het feit dat de knooppunten 100, 1100, 2100 zo dicht bij elkaar geplaatst kunnen worden, laat toe om een tentstructuur in een opgevouwen positie zeer compact te maken, zoals bijvoorbeeld weergegeven in fig. 4a-4b. Dit is voordelig met oog op transport en opslag van de tentstructuur, aangezien de tentstructuur dan minder plaats inneemt.
Terugverwijzend naar fig. 1a, kan gezien worden dat elke arm 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 een bevestigingsopening 71 omvat. Door de bevestigingsopening 71 kan een bevestigingsmechanisme (zoals een schroef, bout, of moer} aangebracht worden dat verder door een opening van de tentstaaf wordt aangebracht. Op deze manier wordt de tentstaaf aan het knooppunt 100 bevestigd. De bevestiging tussen de tentstaaf en het knooppunt 100 is zodanig een bevestiging die toelaat de tentstaaf te roteren ten opzichte van het knooppunt 100. Deze rotatie heeft een rotatieas die zich uitstrekt door een middenas van de respectievelijke bevestigingsopeningen. De rotatie laat toe om de tentstructuur van een opgevouwen positie naar een geïnstalleerde positie te brengen en vice versa.
Fig. 1a en fig. le illustreren dat iedere bevestigingsopening 71 een buitenste deel 71.1 en een binnenste deel 71.2 omvat. In deze context is het “binnenste deel" beschouwd als zijnde aan de kant van de arm 11,12; 21,22; 31,32; 41,42 waar de respectievelijke opening 13, 23, 33, 43 gedefinieerd wordt door de respectievelijke arm 11,12; 21,22; 31,32; 41,42. Zoals aangeduid bij de eerste buitenste arm 11 in fig. 1a, is een diameter 58 van het buitenste deel 71.1 groter dan een diameter 57 van het binnenste deel 57. Dit laat toe dat een kop van het bevestigingsmechanisme in het buitenste deel 71.1 geplaatst kon worden. De bevestigingsmiddelen steken steekt dus niet vit buiten het paar armen 11, 12. Dit laat toe om armen van verschillende knooppunten 100 nog dichter bij elkaar te plaatsen (zoals bv. geïllustreerd in fig. 2a en fig. 2b).
Het middelblok 99 omvat een centrale opening 102, dat een openingsmiddelpunt 101 heeft dat samenvalt met het middelpunt 101 van het middelblok 99. De centrale opening 102 kan gebruikt worden om bevestigingshulpmiddelen in te plaatsten, bijvoorbeeld een haak waaraan verdere componenten zoals een kabel of een tentzeil aan bevestigd kan worden.
Het is ook mogelijk een kabel of touw door de centrale opening aan te brengen. De centrale opening 102 kan bijvoorbeeld een schroefdraad omvatten.
De doorsnede in fig. 1c illustreert dat de centrale opening 102 een eerste deel 102.1 met een eerste diameter 62, een tweede deel 102.2 met een tweede diameter 63, en een derde deel 102.3 met een derde diameter 64 kan omvatten. De eerste diameter 62 en de derde diameter 64 kunnen aan elkaar gelijk zijn. Tussen het eerste deel 102.1 en het tweede deel 102.2 alsook tussen het tweede deel 102.2 en het derde deel 102.3 bevindt zich een conisch tussenstuk met afnemende diameter.
Het bovenaanzicht in fig. 1d illustreert dat het knooppunt 100 meerdere verdunde zones 105, 106, 107, 108 omvat, in dit geval een eerste verdunde zone 105, een tweede verdunde zone 106, een derde verdunde zone 107, en een vierde verdunde zone 108. Deze zijn ook zichtbaar in het isometrische aanzichten in fig. 1e. Deze verdunde zones 105, 106, 107, 108 zijn in het bijzonder voordelig omdat het knooppunt 100 gegoten is, met oog op het krimpen. In de doorsnede in fig. 1c zijn de eerste 105 en tweede verdunde zone 106 zichtbaar. In een middelste deel 105.2, 106.2 is het materiaal verdund aanwezig, terwijl in buitenste delen 105.1, 105.3, 106.1, 106.3 geen materiaal aanwezig is.
In fig. 1a is het verder zichtbaar dat de buitenste armen 11, 21, 31, 41 langer zijn dan de binnenste armen 12, 22, 32, 42. De lengte is gemeten vanaf het middelblok 100 tot een distaal uiteinde van de respectievelijk arm. Bijvoorbeeld, de lengte 54 van de tweede buitenste arm 21 is aangeduide met verwijzingscijfer 54 en de lengte 55 van de tweede binnenste arm 22 is aangeduid met verwijzingscijfer 55. Het is zichtbaar dat de lengte 54 groter is dan de lengte 55.
In de praktijk kan de afstand 51 bijvoorbeeld ongeveer 35 mm zijn. De afstand 52 kan bijvoorbeeld ongeveer 24 mm zijn. Een afstand 53 van het middelpunt 101 tot een buitenkant van een buitenste arm 11 kan bijvoorbeeld ongeveer 39 mm zijn. Een afstand van het middelpunt 101 tot een distaal uiteinde van iedere arm kan ongeveer 75 mm zijn, zodanig dat een lengte 54 van een buitenste arm 11, 21, 31, 41 ongeveer 51 mm kan zijn. De lengte 55 van de binnenste armen 12, 22, 32, 42 kan ongeveer 36 mm zijn. Een afstand 56 tussen het middelpunt 101 en een midden van iedere bevestigingsopening kan ongeveer 57 mm zijn. De diameter 57 van het binnenste deel 71.2 de bevestigingsopening 71 kan ongeveer 10 mm zijn, en de diameter 58 van het buitenste deel 71.1 van de bevestigingsopening 71 ongeveer 17mm. Een dikte 59 van de armen 11, 12, 21, 22, 31, 32, 41, 42 kan ongeveer 4 mm zijn. Een hoogte 61 (fig. Ib en fig. 1c) kan ongeveer 30 mm zijn. De diameters 62, 63, 64 van de centrale opening 102 kunnen respectievelijke ongeveer 11 mm, 8 mm, en 11 mm zijn. Een hoogte 65 van de verdunde zones 105, 106, 107, 108 kunnen ongeveer 4 mm zijn. Fig. 1d geeft weer dat een lengte 66 en een breedte 67 van het knooppunt 100 aan elkaar gelijk kunnen zijn, bijvoorbeeld ongeveer 150 mm.
Fig. 3a illustreert een tentstaaf 200. De tentstaaf 200 is geconfigureerd om te worden bevestigd aan een knooppunt 100 zoals bv. weergegeven in fig. 3b om een tentstructuur te vormen. Fig. 3c geeft een vergrootte weergaven van de cirkel A in fig. 3b weer. Bijvoorbeeld, een eerste uiteinde 210 van de tentstaaf 200 kan aan een eerste knooppunt 100 worden vastgemaakt en een tweede uiteinde 220 aan een tweede knooppunt (niet weergegeven).
De tentstaaf 200 omvat bevestigingsopeningen 211, 221 voor een bevestigingsmechanisme.
Het eerste uiteinde 210 van de tentstaaf 200 kan dus tussen een buitenste arm 11 en een binnenste arm 12 van een paar armen 11, 12 van het eerste knooppunt 100 geplaatst worden.
Het bevestigingsmechanisme kan dan aangebracht worden in een bevestigingsopening 71 van de armen 11, 12 en in de bevestigingsopening 211 van de tentstaaf 200.
De bevestiging tussen de tentstaaf 200 en het knooppunt 100 laat toe om de tentstaaf 200 te roteren ten opzichte van het knooppunt 100. Fig. 3b en fig. 3c geven een gedeeltelijke rotatie van de tentstaaf 200 ten opzichte van het knooppunt 100 weer. De afmetingen van de opening 13 zijn zodanig dat de tentstaaf 200 hierin kan roteren. Er kan gezien worden dat tijdens de rotatie van de tentstaaf 200, het uiteinde van de tentstaaf 200 zich gedeeltelijk in de uitsparing van het middelblok voor de opening 13 bevindt. Deze uitsparing maakt het dus mogelijk dat de rotatie plaats kan vinden, terwijl tegelijk de tentstaaf 200 dicht bij het middelpunt van het knooppunt 100 bevestigd kan worden.
De tentstaaf 200 heeft in dit voorbeeld een rechthoekige doorsnede, met een breedte 231 van ongeveer 30 mm en een lengte 232 van ongeveer 40 mm. De bevestigingsopeningen 211, 221 bevinden zich op ongeveer 15 mm van hun respectievelijke uiteinde 210, 220. De lengte van de tentstaaf 200 is ongeveer 1730 mm. In andere uitvoeringvormen is het echter mogelijk dat de tentstaaf bijvoorbeeld een vierkante of cirkelvormige doorsnede heeft.
In de praktijk zal een tentstructuur meestal meerdere tentstaven 200 omvatten, ieder bevestigd aan twee knooppunten. Fig. 3a geeft verder weer dat de tentstaaf 200 meerdere staafconnecties 201a, 201b, 201c, 201d omvat. De staafconnecties 201a-d zijn ingericht om de tentstaaf 200 te verbinden met een tweede tentstaaf. In dit voorbeeld is iedere de staafconnectie 201a-d een opening, waardoor een bevestigingsmechanisme aangebracht kan worden. De bevestiging tussen de tentstaaf 200 en de tweede tentstaaf laat toe dat deze tentstaven 200 geroteerd kunnen worden ten opzichte van elkaar. Dit laat toe de tentstructuur van de opgevouwen positie naar de geïnstalleerde positie te brengen. De tentstaven 200 zijn op deze manier via een schaarbevestiging aan elkaar bevestigd.
Het feit dat de tentstaaf 200 meerdere staafconnecties 201a-d omvat, laat toe de connectie tussen de tentstaaf 200 en de tweede tentstaaf op verschillende locaties te voorzien. De gekozen locatie kan de schaarlocatie genoemd worden. Voor verschillende paren van tentstaven 200, bevindt de schaarlocatie zich op een andere plaats. Dit laat toe om een bepaalde vorm te bekomen wanneer een tentstructuur 300 zich in de geïnstalleerde positie bevindt, zoals bijvoorbeeld weergegeven in fig. 5.
Alhoewel iedere knooppunt zoals weergegeven in de voorgaande figuren vier tentstaven kan bevestigen, is het niet noodzakelijk dat elk paar armen van elk knooppunt ook daadwerkelijk met een tentstaaf 200 bevestigd zijn. De tentstructuur kan ten minste in een opgevouwen positie en een geïnstalleerde positie geplaatst worden. Dit is mogelijk door de rotatie van de tentstaaf 200 ten opzichte van het knooppunt.
Fig. 4a illustreert bijvoorbeeld meerdere tentstaven die verbonden zijn via meerdere knooppunten aan hun beide uiteindes. Deze tentstructuur bevindt zich in fig. 4a in een opgevouwen positie. Fig. 4b geeft een vergrootte weergave weer van de cirkel A in fig. 4a. In fig. 4b, het is beter zichtbaar dat deze tentstructuur in dit voorbeeld acht tentstaven 200, 1200, 2200, 3200, 4200, 5200, 6200, 7200 omvat, en vier knooppunten 100, 1100, 2100, 3100.
In het bijzonder, is in dit voorbeeld een eerste tentstaaf 200 en een vierde tentstaaf 3200 verbonden aan een eerste knooppunt 100. Een tweede tentstaaf 1200 en een zesde tentstaaf 5200 zijn verbonden aan een tweede knooppunt 1100. Een derde tentstaaf 2200 en een zevende tentstaaf 6200 zijn verbonden aan een derde knooppunt 2100. Een vijfde tentstaaf 5200 en een achtste tentstaaf 7200 zijn verbonden aan een vierde knooppunt 3100. Er zal begrepen worden dat in de praktijk meer of minder tentstaven en/of knooppunten op dergelijke wijze met elkaar verbonden kunnen worden. Tevens kunnen er aan een bepaald knooppunt meer of minder dan twee tentstaven verbonden worden.
Fig. 4a en 4b illustreren duidelijk dat de tentstaven 200, 1200, 2200, 3200, 4200, 5200, 6200, 7200 zeer compact opgevouwen zijn in de opgevouwen positie. Bijvoorbeeld, de eerste tentstaaf 200 en tweede tentstaaf 1200 zijn zeer dicht bij elkaar geplaatst, en volledig evenwijdig met elkaar. Deze compacte opgevouwen positie wordt mogelijk gemaakt door de inventieve structuur van de knooppunten 100, 1100, 2100, 3100.
Fig. 5 geeft een voorbeeld weer van een tentstructuur 300 in de geïnstalleerde positie.
Zoals geïllustreerd in fig. 5, omvat de tentstructuur 300 meerdere tentstaven 200 die met elkaar verbonden zijn door middel van knooppunten 100 (om de figuur overzichtelijk te houden is niet iedere individuele tentstaaf 200 en knooppunt 100 aangeduid om de figuur). ledere tentstaaf 200 is verbonden met twee knooppunten 100, namelijk een knooppunt 100 per uiteinde van de tentstaaf 200. ledere tentstaaf 200 is ook verbonden met een andere tentstaaf 200. De locatie van de schaarconnectie is bepaald door welke staafconnecties gebruikt is in de respectievelijke tentstaven 200. Door verschillende schaarlocaties te gebruiken, kan de vorm van de tentstructuur 300 in de geïnstalleerde positie bepaald worden. In de geïnstalleerde positie, kan de tentstructuur 300 bijvoorbeeld gebruikt worden voor evenementen, beurzen, etc. Optioneel kunnen een of meer tentzeilen en/of platen worden aangebracht op de tentstructuur 300, bijvoorbeeld om een dak van de tentstructuur 300 te sluiten en/of om reclame aan te brengen.
Door middel van de inventieve knooppunten 100, kan de tentstructuur 300 zeer compact opgevouwen worden naar de opgevouwen positie (zoals bv. geïllustreerd in fig. 4a-4b). Dit is zeer voordelig, omdat de tentstructuur 300 vaak als tijdelijke structuur gebruikt wordt. Dit betekent dat de tentstructuur 300 bijvoorbeeld tussen verschillende evenementen getransporteerd en mogelijk tijdelijk opgeslagen moet worden. Omdat de opgevouwen positie zeer compact is, is minder plaats nodig tijdens dit transport en de opslag dan voor conventionele tentstructuren.
Zoals vereist worden hierin gedetailleerde uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding beschreven; het moet echter duidelijk zijn dat de geopenbaarde vitvoeringsvormen slechts een voorbeeld zijn van de uitvinding, die in verschillende vormen kan worden uitgevoerd. Daarom moeten specifieke structurele en functionele details die hierin worden geopenbaard niet worden geïnterpreteerd als beperkend, maar slechts als een basis voor de conclusies en als een representatieve basis om de vakman te leren om de onderhavige uitvinding op verschillende manieren toe te passen in vrijwel elke geschikt gedetailleerde structuur. Met bijzondere uitvoeringsvormen hoeven niet alle beschreven doelen te worden bereikt.
Verder zijn de termen en uitdrukkingen die hierin worden gebruikt niet bedoeld om de uitvinding te beperken, maar om een begrijpelijke beschrijving van de uitvinding te verschaffen. Het woord "een" dat hierin wordt gebruikt, betekent één of meer dan één, tenzij anders aangegeven. De termen "een veelvoud van" of “meerdere” betekent twee of meer dan twee. De woorden "omvatten", "bevatten", en "hebben" hebben een open betekenis en sluiten de aanwezigheid van bijkomende elementen niet vit. Verwijzingscijfers in de conclusies moeten niet worden geïnterpreteerd als beperkend voor de uitvinding.
Het loutere feit dat bepaalde technische kenmerken in verschilende afhankelijke conclusies zijn beschreven, laat nog steeds de mogelijkheid toe dat een combinatie van deze technische maatregelen met voordeel kan worden toegepast.

Claims (19)

CONCLUSIES
1. Een knooppunt voor een tentstructuur, omvattende: e een middelblok omvattende een middelpunt; e een eerste paar armen omvattende een eerste buitenste arm en een eerste binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een eerste richting en een eerste opening definiëren om een eerst tentstaaf in te ontvangen; e een tweede paar armen omvattende een tweede buitenste arm en een tweede binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een tweede richting en een tweede opening definieert om een tweede tentstaaf in te ontvangen; e een derde paar armen omvattende een derde buitenste arm en een derde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een derde richting en een derde opening definiëren om een derde tentstaaf in te ontvangen; e een Vierde paar armen omvattende een vierde buitenste arm en een vierde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een vierde richting en een vierde opening definiëren om een vierde tentstaaf in te ontvangen; waarbij e de eerste richting en de derde richting evenwijdig en tegengesteld zijn; de tweede richting en de vierde richting evenwijdig en tegengesteld zijn; en de eerste en derde richting loodrecht aan de tweede en vierde richting zijn; e wanneer gezien in de tweede richting, de eerste buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de tweede opening; wanneer gezien in de derde richting, de tweede buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de derde opening; wanneer gezien in de vierde richting, de derde buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de vierde opening; en wanneer gezien in de eerste richting, de vierde buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de eerste opening.
2. Het knooppunt volgens conclusie 1, waarbij het knooppunt een eerste middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt evenwijdig met eerste en derde richting, waarbij het eerste paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de eerste middenas bevindt, en waarbij het derde paar armen zich aan tweede kant van de eerste middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn, en waarbij het knooppunt een tweede middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt loodrecht op de eerste middenas en evenwijdig met tweede en vierde richting, waarbij het tweede paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de tweede middenas bevindt, en waarbij het vierde paar armen zich aan tweede kant van de tweede middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn.
3. Een knooppunt voor een tentstructuur, omvattende: e een middelblok omvattende een middelpunt; e een eerste paar armen omvattende een eerste buitenste arm en een eerste binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een eerste richting en een eerste opening definiëren om een eerst tentstaaf in te ontvangen; e een tweede paar armen omvattende een tweede buitenste arm en een tweede binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een tweede richting en een tweede opening definieert om een tweede tentstaaf in te ontvangen; e een derde paar armen omvattende een derde buitenste arm en een derde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een derde richting en een derde opening definiëren om een derde tentstaaf in te ontvangen; e een Vierde paar armen omvattende een vierde buitenste arm en een vierde binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een vierde richting en een vierde opening definiëren om een vierde tentstaaf in te ontvangen; waarbij het knooppunt een eerste middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt evenwijdig met eerste en derde richting, waarbij het eerste paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de eerste middenas bevindt, en waarbij het derde paar armen zich aan tweede kant van de eerste middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn, en e waarbij het knooppunt een tweede middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt loodrecht op de eerste middenas en evenwijdig met tweede en vierde richting, waarbij het tweede paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de tweede middenas bevindt, en waarbij het vierde paar armen zich aan tweede kant van de tweede middenas bevindt, waarbij de eerste kant en de tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn
4. Hetknooppunt een van de voorgaande conclusies, waarbij het middelblok een eerste uitsparing omvat voor de eerste opening, een tweede uitsparing omvat voor de tweede opening, een derde uitsparing omvat voor de derde opening, en een vierde uitsparing omvat voor de vierde opening.
5. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij iedere arm een bevestigingsopening omvat voor een bevestigingsmechanisme voor het bevestigen van een am in de respectievelijke opening, waarbij iedere bevestigingsopening een buitenste deel en een binnenste deel omvat, waarbij het buitenste deel een grotere diameter heeft dan het binnenste deel.
6. Hetknooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, verdere omvattende een centrale opening met een openingsmiddelpunt dat samenvalt met het middelpunt van het middelblok, waarbij de centrale opening een schroefdraad omvat.
7. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het knooppunt monolithisch is.
8. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het knooppunt gegoten is.
9. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de middelblok verder ten minste een verdunde zone omvat met een verdunde dikte, die gelijk is aan een armdikte van de armen.
10. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een binnenste- arm-lengte van de binnenste armen 30-40 mm is, bijvoorbeeld ongeveer 36 mm is, en een buitenste-arm-lengte van de buitenste armen 45-55 mm is; bijvoorbeeld ongeveer 51 mm is.
11. Het knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij e een amdikte van de armen 3-5 mm is, bijvoorbeeld 4mm; e een knooppunthoogte van het knooppunt 25-35 mm is, bijvoorbeeld 30mm, e een knooppuntbreedte en een knooppunthoogte van het knooppunt 120- 180mm zijn, bijvoorbeeld 150 mm.
12. Een knooppunt voor een tentstructuur, omvattende: e een middelblok omvattende een middelpunt; e tenminste een eerste paar armen en een tweede paar armen, waarbij e het eerste paar armen omvattende een eerste buitenste arm en een eerste binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een eerste richting en een eerste opening definiëren om een eerst tentstaaf in te ontvangen; e het tweede paar armen omvattende een tweede buitenste arm en een tweede binnenste arm die zich uitstrekken vanaf het middelblok in een tweede richting en een tweede opening definieert om een tweede tentstaaf in te ontvangen; waarbij e de eerste richting loodrecht aan de tweede richting is; e wanneer gezien in de tweede richting, de eerste buitenste arm zich verder van het middelpunt bevindt dan een nabij uiteinde van de tweede opening.
13. Het knooppunt volgens conclusie 12, waarbij het knooppunt een eerste middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt evenwijdig met eerste richting, waarbij het eerste paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de eerste middenas bevindt, waarbij de eerste kant en een tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn, en waarbij het knooppunt een tweede middenas omvat die zich uitstrekt door het middelpunt loodrecht op de eerste middenas en evenwijdig met tweede richting, waarbij het tweede paar armen zich aan eerste kant ten opzichte van de tweede middenas bevindt, waarbij de eerste kant en een tweede kant respectievelijk tegenovergestelde kanten zijn.
14. Het knooppunt volgens conclusie 12 of 13, verder omvattende ene derde paar armen.
15. Tentstructuur omvattende meerdere knooppunten volgens een van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 2, 3, of 13, en meerdere tentstaven, waarbij iedere tentstaaf aan een eerste uiteinde aan een knooppunt zijn bevestigd en aan een tweede uiteinde aan een ander knooppunt, waarbij de tentstructuur geconfigureerd is om in een opgevouwen positie te worden opgevouwen, waarbij in de opgevouwen positie een eerste knooppunt en een tweede knooppunt zich aangrenzend bevinden, waarbij het eerste paar armen van het eerste knooppunt aangrenzend is aan het middelblok van het tweede knooppunt, en de eerste binnenste arm van het eerste knooppunt aangrenzend is met de derde binnenste arm van het tweede knooppunt.
16. Werkwijze voor het vervoeren van een tentstructuur volgens conclusie 15 of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 2, 3, of 13, waarbij de werkwijze een stop omvat van het plaatsen van de tentstructuur op of in een vervoersmiddel terwijl dat de tentstructuur in de opgevouwen positie is.
17. Werkwijze voor het installeren van een tentstructuur volgens conclusie 15 of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een stap van de tentstructuur van een opgevouwen positie naar een geïnstalleerde positie te brengen.
18. Werkwijze voor het afbreken van een tentstructuur volgens conclusie 15 of omvattende ten minste een knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 2, 3, of 13, omvattende een stap van de tentstructuur van een geïnstalleerde positie naar een opgevouwen positie te brengen.
19. Werkwijze voor het fabriceren van een knooppunt volgens een van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 2, 3, of 13, waarbij de werkwijze een stap omvat van het gieten van het knooppunt in een gietvorm.
BE20225733A 2022-09-15 2022-09-15 Knooppunt voor een tentstructuur, tentstructuur, en werkwijze voor het installeren van een tentstructuur BE1030881B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225733A BE1030881B1 (nl) 2022-09-15 2022-09-15 Knooppunt voor een tentstructuur, tentstructuur, en werkwijze voor het installeren van een tentstructuur

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225733A BE1030881B1 (nl) 2022-09-15 2022-09-15 Knooppunt voor een tentstructuur, tentstructuur, en werkwijze voor het installeren van een tentstructuur

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030881A1 BE1030881A1 (nl) 2024-04-09
BE1030881B1 true BE1030881B1 (nl) 2024-04-15

Family

ID=83400637

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225733A BE1030881B1 (nl) 2022-09-15 2022-09-15 Knooppunt voor een tentstructuur, tentstructuur, en werkwijze voor het installeren van een tentstructuur

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1030881B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20050205124A1 (en) * 2004-03-17 2005-09-22 Goldwitz Brian L Collapsible shelter having a reinforced truss and telescoping leg
CN207314984U (zh) * 2017-08-31 2018-05-04 孔焕斌 一种帐篷横梁连接件
CN110382804A (zh) * 2017-02-01 2019-10-25 马克·C·卡特 多点固定附着系统

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6708707B2 (en) 2002-01-25 2004-03-23 Martin J. Dotterweich Collapsible canopy support
US9163425B1 (en) 2011-05-17 2015-10-20 Evolved Ingenuity, Llc Hub assembly for collapsible structures
EP3553258A1 (en) 2018-04-12 2019-10-16 Vrije Universiteit Brussel Improved connection element for tent beams

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20050205124A1 (en) * 2004-03-17 2005-09-22 Goldwitz Brian L Collapsible shelter having a reinforced truss and telescoping leg
CN110382804A (zh) * 2017-02-01 2019-10-25 马克·C·卡特 多点固定附着系统
CN207314984U (zh) * 2017-08-31 2018-05-04 孔焕斌 一种帐篷横梁连接件

Also Published As

Publication number Publication date
BE1030881A1 (nl) 2024-04-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6422408B1 (en) Method and device for mounting the masthead of tower cranes
JP2001516497A (ja) 耐震保持手段を備えて蓄電池などに特に好適なモジュラー組立式スタンド
US9797103B2 (en) Posts
US20120227335A1 (en) Lifting Anchor for a Concrete Slab
US20170275143A1 (en) Lattice piece element and lattice piece for crane boom
BE1030881B1 (nl) Knooppunt voor een tentstructuur, tentstructuur, en werkwijze voor het installeren van een tentstructuur
EP2044273B1 (fr) Tour d'etaiement
US6711854B1 (en) Child safety barrier with plate-shaped member for displaying information, pictures or mounting of items
US4530616A (en) Means for assembling tubular scaffolding elements
CA2475232A1 (en) Collapsible canopy frame having reduced truss bar length
KR100858866B1 (ko) 조립식 견인장치 및 방법
CN102356040B (zh) 制动部件以及由制动部件和紧固件构成的组合结构
US5909713A (en) Foldable table device
US20060143824A1 (en) System for a multiplace cots structure
JP3944867B2 (ja) エレベータの乗場三方枠の運搬補助具
US4901496A (en) Apparatus for assembling together two roof frames, at the level of the ridge, for making frameworks and structures
US6250031B1 (en) Double slope beam in two halves
NL1029330C2 (nl) Secundaire verkeerslantaarn.
KR20050095274A (ko) 거푸집 바닥패널 지지빔 설치용 가변브라켓
JPH107143A (ja) 平らな荷受け用パレット
KR20020082168A (ko) 접이식 사다리 구조물
JPH0636316U (ja) 汎用仮腕木
KR200289030Y1 (ko) 그레이팅
JP3546269B2 (ja) 配線・配管材受具用の子桁
JP2001078839A (ja) テーブル,椅子の脚折り畳み構造

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20240415