BE1030181B1 - Werkwijze voor de vervaardiging van een prefabwand - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor de vervaardiging van een zelfdragende bouwstructuur of prefabwand, bestaande uit met elkaar door een uitgeharde hechtmiddelsamenstelling verbonden snelbouwblokken / bouwblokken /kalkzandsteen elementen. De bouwstructuur wordt laag per laag opgebouwd, waarbij de snelbouwblokken met elkaar verlijmd worden en tijdens de opbouw rusten op en bijgevolg ondersteund worden door een vlak, nagenoeg horizontaal gepositioneerd, tafelblad. Na vervaardiging van het gans geproduceerde wandvlak wordt dit versneden en daarna wordt het tafelblad gekipt waardoor de prefabwand vertikaal komt te staan. In de verticale stand kunnen de onderlinge wanden met behulp van een rolbrug geladen worden op transportsledes. en op die wijze via een slede van een centrale werkplaats naar de bouwwerf kan vervoerd worden. Tevens betreft de uitvinding een zelfdragende bouwstructuur vervaardigd volgens zulke werkwijze.

Description

Titel : Werkwijze voor de vervaardiging van een prefabwand

BESCHRIJVING

GEBIED VAN DE UITVINDING

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een zelfdragende bouwstructuur, ook genaamd een prefabwand. Meer specifiek betreft de uitvinding een werkwijze waarbij de prefabwand opgebouwd of gevormd wordt bij middel van bouwmaterialen die via verlijming met elkaar verbonden worden; tijdens de opbouw of vorming steunen of rusten de te verlijmen bouwmaterialen op een vlak tafelblad, nagenoeg horizontaal gepositioneerd ten opzichte van de montagevloer; de montage of vorming van de wand vindt dus op een nagenoeg horizontale wijze plaats.

Tevens heeft de uitvinding betrekking op de zelfdragende bouwstructuur op die wijze vervaardigd.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Het is bekend dat tot op heden zelfdragende bouwstructuren, bijvoorbeeld prefabwanden, op de bouwplaats zelf of in een centrale werkplaats vervaardigd worden via verbinding van de samenstellende bouwmaterialen van de prefabwand. De samenstellende bouwmaterialen die daarbij gebruikt worden zijn doorgaans snelbouwstenen. Daarbij vindt de verbinding plaats bijvoorbeeld via verlijming. Als lijm- of hechtmateriaal kan daarbij gebruik gemaakt worden van een klassieke cementgebonden lijmmortel. Ook kan gebruik gemaakt worden van een tweecomponenten polyurethaan hechtmiddel samenstelling of van een 2 componenten epoxylijm of hybride polymeer lijm.

Tot op heden worden dergelijke zelfdragende bouwstructuren vervaardigd via een productieproces waarbij achtereenvolgens de volgende stappen doorlopen worden:

1) plaatsing van een eerste laag (snelbouw-)stenen naast elkaar ter vorming van een eerste horizontale steenlaag; 2) plaatsing van een lijmlaag op de bovenzijde van deze eerste laag stenen; 3) plaatsing boven op deze lijmlaag van een volgende laag (snelbouw-) stenen; 4) herhaling van de bovenvermelde stappen 2 en 3 tot de gewenste hoogte van de prefabwand bereikt is.

De werkwijze van plaatsing van snelbouwstenen, plaatsen van de lijm (-mortel) en daaropvolgend plaatsen van een volgende steenlaag wordt hernomen tot de betreffende bouwstruktuur de benodigde hoogte bereikt heeft.

De prefabwand wordt bijgevolg op die wijze vertikaal opgebouwd. Dit is ook de meest voor de hand liggende of ‘natuurlijk’ werkwijze, gezien de wand zelf in een vertikale positie op een bouwwerf gebruikt wordt.

Ongeacht of de prefabwand dus op de bouwwerf zelf, of in een centrale werkplaats met aansluitend vervoer naar de bouwwerf vervaardigd wordt, de prefabwand wordt steeds op een vertikale wijze opgebouwd.

In het verleende Amerikaanse octrooischrift US 3,416,276, ingediend 26 augustus 1966, verleend en gepubliceerd 17 december 1968 wordt een dergelijke vertikale productiewerkwijze voor de vervaardiging van een prefabwand beschreven. We verwijzen hier bijvoorbeeld naar de enige figuur, getoond in dit document.

Ook de Europese octrooiaanvraag nr EP 2 159 340 A2, gepubliceerd op datum van 3 maart 2010, beschrijft zulke vertikale productiewerkwijze voor de vervaardiging van een prefabwand. We verwijzen daarbij naar de figuren 8 en 10 van dit octrooischrift.

De gebruikelijke hoogte van de aangewende snelbouwstenen/ kalkzandstenen bedraagt daarbij doorgaans 25 cm. Eén laag stenen heeft bijgevolg een hoogte van 25 cm.

Om bijgevolg een muur in de vorm van een prefabwand met een gebruikelijke hoogte van 3,5 meter op te bouwen, dienen bijgevolg 14 steenlagen boven elkaar aangebracht te worden (25 cm x 14 = 350 cm).

Het bovenstaand productieproces kan op een voor de hand liggende wijze versneld worden, indien gebruik gemaakt wordt van samenstellende bouwmaterialen in de vorm van stenen, die een merkelijk hogere hoogte hebben dan de gebruikelijke 25 cm. De meest gebruikte snelbouwstenen / kalkzandsteenlijmblokken zijn daarbij aarde (of klei-) gebakken steenmaterialen. Echter, aardegebakken snelbouwstenen î 10 met een hoogte groter dan 25 cm zijn niet algemeen beschikbaar op de markt.

Maar zelfs indien ze beschikbaar zouden zijn, is hun verwerking voor de opbouw van een prefabwand op de bouwplaats of in een centrale werkplaats niet voor de hand liggend wegens het hoge gewicht van zulke grote, en bijgevolg zeer zware aardegebakken snelbouwstenen.

Vandaar dat bouw-aannemingsbedrijven in de praktijk blijven werken met relatief kleine aardegebakken snelbouwstenen met de gebruikelijke hoogte van 25 cm, en de verhoogde productietijd voor een prefabwand op basis van zulke relatief kleine verlijmde bouwelementen noodzakelijkerwijze aanvaarden.

Er bestaat daarom behoefte aan een werkwijze voor het vervaardigen van een zelfdragende bouwstructuur en aan een zelfdragende bouwstruktuur vervaardigd volgens zulke werkwijze, waarbij de hierboven vermelde nadelen zich niet voordoen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een nieuwe en inventieve werkwijze en een hieruit resulterende zelfdragende bouwstructuur.

Meer in het bijzonder betreft de uitvinding een werkwijze waarbij de zelfdragende structuur of prefabwand niet vertikaal opgebouwd wordt, maar tijdens de opbouw ondersteund wordt door een vlak tafelblad of pallet, gepositioneerd onder een maximale hellingshoek ten opzichte van de montagevloer, bij voorkeur (nagenoeg) horizontaal.

Nog meer in het bijzonder omvat de werkwijze voor de vervaardiging van een zelfdragende bouwstructuur van met elkaar door een uitgeharde hechtmiddelsamenstelling verbonden snelbouwblokken / kalkzandsteenblokken, { de volgende stappen: voor de vorming van een eerste laag snelbouwblokken / kalkzandsteenblokken: a) aanbrengen van een lijmlaag op de bovenzijde van een snelbouwblok / kalkzandsteenblok en plaatsing van deze snelbouwblok / kalkzandsteenblok met zijn onderzijde aanleunend tegen een horizontale steunbalk; b) aanbrengen van een lijmlaag op de bovenzijde van een volgende snelbouwblok / kalkzandsteenblok en plaatsing van deze bouwblok met een zij-zijde aansluitend aan een zij-zijde van de snelbouwblok aangebracht in stap a) en met zijn onderzijde aanleunend tegen de horizontale steunbalk; c) herhaling van stap b) ter vorming van een eerste laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken; voor de vorming van een tweede laag snelbouwblokken: d) aanbrengen van een lijmlaag op de bovenzijde van een snelbouwblok en plaatsing van deze snelbouwblok met zijn onderzijde aanleunend tegen de eerste laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken vervaardigd in stap c), waarbij de onderzijde van het in deze stap d) aangebrachte snelbouwblok aangedrukt wordt tegen de lijmlaag van de eerste laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken;

e) aanbrengen van een lijmlaag op de bovenzijde van een volgende snelbouwblok, plaatsing van deze snelbouwblok met zijn zij-zijde aansluitend aan de zij-zijde van de snelbouwblok geplaatst in stap d), met zijn onderzijde aanleunend tegen de eerste laag van aan elkaar aansluitende 5 snelbouwblokken vervaardigd in stap c), waarbij de onderzijde van de in deze stap e) aangebrachte snelbouwblok aangedrukt wordt tegen de lijmlaag van de eerste laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken; f) van stap e) ter vorming van een volgende laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken; voor de vorming van de volgende lagen snelbouwblokken: g) herhaling van de stappen d), e) en f) ter vorming van volgende lagen van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken tot de gewenste hoogte van de zelfdragende bouwstructuur bereikt is.

Het kenmerkende van de nieuwe en inventieve werkwijze volgens de uitvinding is daarbij het volgende: - bij de vorming van de lagen van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken, worden de snelbouwblokken met hun achter-zijde geplaatst op een vlak tafelblad zodat tijdens de ganse werkwijze de op te bouwen zelfdragende bouwstructuur door het vlakke tafelblad ondersteund wordt en - de horizontale steunbalk waarop de eerste laag van met elkaar aansluitende snelbouwblokken geplaatst wordt is met dit vlakke tafelblad verbonden; - de helling van het vlakke tafelblad bedraagt maximaal 65 graden, bij voorkeur maximaal 45 graden, bij verdere voorkeur maximaal 30 graden ten opzichte van de horizontale vloer of is bij verdere voorkeur nagenoeg horizontaal ten opzichte van de horizontale vloer.

Bij het verticaal produceren hebben hogere bouwblokken de nijging om schuin te zakken in de spelling van de voeg. Wat een vertande muur heeft als gevolg. Door horizontaal te produceren wordt dat vermeden. Anderzijds zijn bepaalde bouwblokken niet 100% haaks waardoor bij hogere bouwblokken het cumul van de afwijking op de hoogte te groot wordt en een vertande muur onstaat.)

Volgens een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het vlakke tafelblad (nagenoeg) horizontaal gepositioneerd.

Een minimale hellingsgraad van 5 graden ten opzichte van de horizontale vloer is aangewezen.

In de context van de huidige uitvinding dient onder het begrip “snelbouwblok” of “snelbouwsteen” begrepen niet alleen de traditionele keramische gebakken blokken of stenen, maar ook andere types bouwblokken zoals kalkzandstenen blokken, aardegebakken stenen of blokken, alsmede blokken of stenen vervaardigd uit alternatieve materialen zoals kunststof of composiet.

Meer in het bijzonder omvat de uitvinding de werkwijzen en zelfdragende bouwstructuren zoals beschreven’ in de bijgevoegde conclusies.

BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een werkwijze en bouwstructuur volgens de uitvinding.

Zoals hoger beschreven heeft de uitvinding betrekking enerzijds op een werkwijze anderzijds op het product bekomen door toepassing van de werkwijze.

Volgens de werkwijze van de uitvinding worden elementen van een wandmateriaal, zoals bijvoorbeeld snelbouwblokken of -stenen, via verlijming met elkaar verbonden tot een zelfdragende bouwstructuur.

Nadelen van de vertikale bouwwijze volgens de stand van de techniek:

Zoals hoger aangegeven worden de zelfdragende bouwstructuren bevattende een geheel van onderling verlijmde snelbouwblokken / bouwblokken, in de stand van de techniek altijd op een vertikale wijze opgebouwd.

Volgens zulke werkwijze wordt er een eerste laag stenen vertikaal geplaatst op een stabiele ondergrond, bijvoorbeeld een steunbalk. Op de bovenzijde van deze eerste laag wordt vervolgens een lijmlaag aangebracht. Hierop wordt de volgende laag stenen aangebracht en dit procedé wordt hernomen tot de gewenste hoogte van de prefabwand bereikt is.

Deze werkwijze geeft bevredigende resultaten zoland de hoogte van de gebruikte snelbouwblokken beperkt blijft, bijvoorbeeld tot 25 cm. Eén van de problemen die ontstaan in een geautomatiseerde werkwijze van de vervaardiging van een zelfdragende bouwstruktuur wanneer merkelijk hogere snelbouwblokken gebruikt worden is het volgende: wanneer de lijmopbrengst op de éne zijde van een snelbouwblok maar een fractie van een millimeter dikker is dan aan de andere zijde, dan zakte de hierop geplaatste snelbouwblok schuin in deze ongelijk aangebrachte lijmlaag. Dit resulteert in zijn geheel tot een oneffen of onvlakke prefabwand. Dit probleem verergert nog wanneer door de grote hoogte van het snelbouwblok het cumulerende resultaat van dit ‘scheefzakken’ toeneemt.

Wanneer de wand op een manuele manier opgebouwd wordt, bijvoorbeeld door bouwvaklieden op een bouwwerf, dan kan dit euvel tegengegaan worden door het plaatsen van kleine wigjes. Deze vangen als het ware het nadelige effect van de onvolkomen aangebrachte lijmlaag op.

Echter, in een geautomatiseerde werkwijze is dit niet mogelijk.

Een tweede probleem dat zich voordoet bij de vertikale vervaardigingswijze van een prefabwand op basis van grote snelbouwblokken is het volgende. Doordat deze blokken van b.v. 60 cm 2.4 maal groter zijn dan de gebruikelijke snelbouwblokken van 25 cm hoog, is dat bij de gebruikelijke vertikale productiewerkwijze de hoogte van de prefabwand ook 2.4 maal sneller opgebouwd wordt. Gezien bij gebruik van snelbouwblokken van 25 cm een typische prefabwand van ongeveer 3 meter in 30 minuten opgebouwd wordt, zal bij gebruik van snelbouwblokken van 60 cm hoogte, deze hoogte reeds 2.4 maal sneller bereikt worden, dus na ongeveer 12 minuten. Dit heeft op zijn beurt tot gevolg dat de in de onderste lagen aangebrachte lijm of hechtmiddel] niet de benodigde tijd krijgt om te stabiliseren of uit te harden, waardoor het hoger geschetste probleem van schuinzakken zich nog sterker gaat manifesteren onder de snel toenemende belasting van de snel vertikaal opgebouwde muur.

Bij gebruik van kleinere snelbouwblokken heeft de lijm tijdens het vertikale productieproces meer tijd om te stabiliseren of uit te harden en wordt het hoger geschetste probleem voorkomen of vermeden.

Een derde probleem bij de geautomatiseerde vertikale opbouw van zelfdragende bouwstructuren is het volgende. Om redenen van productie efficiëntie worden de prefabwanden in een centrale geautomatiseerde werkplaats doorgaans veel groter vervaardigd dan nodig voor gebruik op de bouwwerf.

Men groepeert als het ware de beperktere of kleinere prefabwanden nodig op één of meerdere werven of bouwplaatsen tot één grotere te fabriceren wand op de centrale werkplaats. Deze te groot vervaardigde wand wordt dan na vervaardiging in delen of stukken verkleind, overeenstemmend met de afmetingen van de prefabwanden vereist voor de verschillende bouwwerven. Of verschillende wanden op eenzelfde plattegrond van de werf.

De opdeling van de grote centraal vervaardigde prefabwand in kleinere delen vindt in de praktijk plaats door de globale prefabwand in stroken te snijden door verzagen of versnijden.

Het verzagen kan bijvoorbeeld plaatsvinden bij middel van een cirkelzaag; het versnijden kan bijvoorbeeld plaatsvinden bij middel van een (dubbele) waterjet straal.

Bij vertikale productie van een prefabwand kan de hierboven geschetste efficiënte werkwijze van het in stroken snijden op opdelen van de globale prefabwand in kleinere delen, overeenstemmend in afmeting aan de behoeften van de verschillend bouwwerven, niet plaatsvinden: een vertikale opgebouwde prefabwand kan je immers niet in alle opzichten gaan belasten met een cirkelzaag of iets dergelijks , of met een waterjet.

Dan kan zeer zeker niet plaatsvinden kort na fabricagen, in het bijzonder bij gebruik van grote of hoge snelbouwblokken, omdat de aangebrachte lijm of hechtmiddel nog onvoldoende droog of uitgehard is.

Er bestaat bijgevolg een reëel risico dat de wand bij opdelen in elkaar stort. (verticaal geproduceerd is enkel mogelijk zaagbaar met dure waterjet technologie, indien iets horizontaal werd geproduceerd kan dat perfect met een goedkope snijtechniek gezaagd worden bv een cirkelzaag die vele malen goedkoper is)

Een laatste nadeel] van een vertikale productiewerkwijze voor de prefabwand is dat de toepassing ervan in een geautomatiseerde proces en installatie, dit een complexe installatie vraagt, inclusief robotontlading, voorgroepering, bereidstelbaan, een grote zetgrijper, en een forse installatie om telkens de lijm op de wand aan de brengen. '

Oplossing volgens de nieuwe en inventieve werkwijze:

Alle voornoemde nadelen van de vertikale productiewerkwijze volgens de stand van de techniek worden opgelost door toepassing van de vervaardigingswerkwijze volgens de uitvinding zoals hoger beschreven.

Nadat de volledige prefabwand voor de voorziene hoogte volgens de werkwijze van de uitvinding is opgebouwd, kan hij verder verwerkt worden.

Centrale werkplaats - bouwwerf:

Deze zelfdragende bouwstructuur wordt bij voorkeur vervaardigd op een centrale werkplaats; het betreft met andere woorden een ‘prefabwand’, dit is een wand vervaardigd niet op de bouwwerf zelf, maar voorafgaand daaraan, vandaar de term ‘prefab’ als afkorting van ‘ge-pre-fabriceerd'.

De zelfdragende bouwstructuur kan gebruikt worden als wand, bijvoorbeeld voor een te bouwen woning, kantoor of appartementsgebouw.

Van de centrale werkplaats kunnen deze ge-pre-fabriceerde bouwstructuren of wanden vervoerd worden per vrachtwagen naar de eigenlijke bouwwerf.

Bij voorkeur wordt voor het vervoer gebruik gemaakt van een slede-vrachtwagen.

Dit is een vrachtwagen waarvan de laadbak de vorm van een slede aanneemt. Op deze slede worden de geprefabriceerde bouwstructuren of wanden geplaatst en vervoerd.

De zelfdragende bouwstructuur wordt op de bouwwerf met behulp van het nodige hijsmateriaal ter plaatse gemonteerd.

Verzaging of versnijding van de globale vervaardigde prefabwand:

Onder zulke verdere verwerking wordt begrepen, het opdelen via versnijding of verzaging van de opgebouwde prefabwand in delen of structuren, overeenstemmend met de op een bouwwerf gewenste afmeting(en).

Na zulke versnijding of verzaging kan de tot de gewenste afmeting verzaagde of versneden bouwstructuur door kippen van het tafelblad naar een vertikale stand gekipt worden.

Hierop kunnen de op maat versneden of verzaagde prefabwand-delen naar de slede van een vervoersmiddel verplaatst worden en daarna vanuit een centrale werkplaats met behulp van deze slede naar een bouwwerf vervoerd worden.

De zo vervaardigde prefab-wanden worden uiteindelijk verticaal getransporteerd in binnenladers.

De werkwijze volgens de uitvinding voor de vervaardiging van een zelfdragende bouwstructuur wordt bij voorkeur in een centrale werkplaats vervaardigd; daarbij wordt volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding de op die wijze vervaardigde zelfdragende bouwstruktuur in een eropvolgend bewerking versneden tot de op de bouwplaats gewenste afmetingen van de prefabwand.

Zulke versnijding kan doorgevoerd worden in de centrale werkplaats door middel van het verzagen van de prefabwand bij middel van een cirkelzaag of bij middel van een waterjet. (bij horizontale productie kan gebruik gemaakt worden van een brugzaag met cirkelzaag in diamant die vele malen goedkoper is dan waterjet . snijden)

Aansluitend hieraan worden de op maat versneden prefabwanden vanuit hun horizontale stand naar een vertikale stand gekipt. Aansluitend hieraan kunnen ze met behulp van een slede vervoerd worden naar de bouwwerf en ter plaatse van de bouwwerf via hijsmateriaal gemonteerd.

Alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding: ; Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding, omvat de werkwijze voor de opbouw van een zelfdragende bouwstructuur van met elkaar door een uitgeharde hechtmiddelsamenstelling verbonden snelbouwblokken, de vorming van de wand laag per laag.

In dat geval bevat de werkwijze de volgende stappen: a) plaatsing van snelbouwblokken naast elkaar met hun onderzijde aanleunend tegen een horizontale steunbalk ter vorming van een eerste laag van aan elkaar sluitende snelbouwblokken; b) plaatsing van een lijmlaag op de bovenzijde van de gevormde laag van aan elkaar sluitende snelbouwblokken; c) plaatsing van snelbouwblokken naast elkaar ter vorming van een volgende laag van aan elkaar sluitende snelbouwblokken, waarbij de onderzijde van de snelbouwblokken van deze laag aangedrukt wordt tegen de lijmlaag; d) herhaling van de stappen b en c tot de gewenste hoogte van de zelfdragende bouwstructuur bereikt is.

Daarbij is de uitvinding erdoor gekenmerkt dat: - bij de vorming van de hogervermelde lagen van aan elkaar sluitende snelbouwblokken, de snelbouwblokken met hun achter-zijde geplaatst worden op een vlak tafelblad zodat tijdens de ganse werkwijze de opgebouwde zelfdragende bouwstructuur door de vlakke tafel ondersteund wordt, en - de horizontale steunbalk waarop de eerste laag van met elkaar aansluitende snelbouwblokken geplaatst wordt met dit vlakke tafelblad verbonden is.

Snelbouwblokken / bouwblokken :

In tegenstelling tot de stand van de techniek waarin bouwelementen, doorgaans aardegebakken snelbouwstenen, kalkzandsteenlijmblokken, gebruikt worden met een hoogte van 25 cm, kunnen in de werkwijze volgens de uitvinding snelbouwblokken verwerkt worden met een merkbaar grotere hoogte, bijvoorbeeld 30, 35, 40, 45, 50, 55 of 60 cm of meer.

Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van kalkzandstenen bouwelementen met een hoogte tot 60 cm. De breedte van zulke kalkzandstenen snelbouwblokken kan 50, 55, 60, 65, 70, 75, 80, 85, 90, 95 of 100 cm of meerbedragen.

De dikte van deze snelbouwblokken bedraagt naar keuze 10, 15, 20 of 25 of 30cm, afhankelijk van het gekozen formaat.

Zulke snelbouwblok is doorgaans rechthoekig van vorm en bevat dus een voor- en achterzijde, een boven- en onderzijde, en een linker- en rechter zijde.

De bijgevoegde figuur 1 toont een voorbeeld van zulke snelbouwblok.

Deze is voorzien van een tand en groefverbinding. Daardoor wordt de verbinding tussen de blokken verstevigd.

Onder voor- en achterzijde dient voor de huidige uitvinding begrepen de beide zijden van de snelbouwblok met de grootste afmeting.

Bijvoorbeeld voor een snelbouwblok van 100 cm breed, 60 cm hoog en 25 cm dik, wordt onder voor- en achterzijde begrepen de zijvlakken met een afmeting van 100 x 60 cm.

Onder linker- en rechter zij-zijde van zulke snelbouwblok dient voor de huidige uitvinding begrepen de beide zij-zijden van de snelbouwlbok, dit zijn de zij-zijden met als afmetingen de hoogte van de snelbouwblok, b.v. 60 cm, op de dikte ervan, bw. 25 cm.

Onder boven- en onderzijde dient begrepen de zijden met respectieve afmetingen 100 cm lang x 25 cm breed.

Bij voorkeur zijn zulke snelbouwblokken voorzien van een groef- en overeenstemmende uitstulping op hun linker, resp. rechter zij-zijden, en op hun onder- resp. bovenzijden.

Deze overeenstemmende groef en uitstulping helpt bij het plaatsen van de snelbouwblokken naast elkaar ter vorming van een laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken.

Het helpt eveneens om de lagen van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken tegen elkaar te plaatsen.

De werkwijze volgens de uitvinding kan toegepast worden op allerlei bouwelementen zoals constructiestenen, snelbouwblokken, al dan niet aardegebakken, kalkzandsteenblokken, kalkzandsteen lijmelementen en/of allerhande (cellenbeton-)bouwblokken. Globaal wordt naar deze producten in de beschrijving die volgt en in de conclusies verwezen als ‘snelbouwblokken’. Volgens een voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de snelbouwblokken vervaardigd uit kalkzandsteen. Zulke blokken worden op de markt bijvoorbeeld aangeboden onder de merknaam silka of makz of calduran®.

Lijm-Hechtmiddel:

Voor het onderling verlijmen van de snelbouwblokken kan gebruikt gemaakt worden van een hybride polymeerlijm of van een 2-componenten epoxylijm.

In de werkwijze volgens de uitvinding bevat de zelfdragende bouwstructuur een geheel van met elkaar door een uitgeharde hechtmiddelsamenstelling verbonden bouwelementen, waarbij de uitgeharde hechtmiddelsamenstelling het reactieproduct is van een hybride polymeerlijm, bij voorkeur oplosmiddel-, silicoon-, en isocyanaatvrij, of een 2-componenten epoxylijm.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding is de 2- componenten epoxylijm het reactieproduct van enerzijds een epoxyhars, anderzijds een verharder. Volgens een verdere voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het epoxyhars een bisphenol A verbinding.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de lijm trimethoxyvinylsilane, bij verdere voorkeur 3-glycidyloxypropyltrimethoxysilaan.

Volgens een voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het hechtmiddel of de lijm in de vorm van een pasta op de bouwelementen aangebracht.

Onder een 2K of 2-componenten lijm in de context van de huidige uitvinding dient begrepen een lijm of hechtmiddel dat bestaat uit twee componenten, een lijmbasis en een verharder.

Eén deel van zulke 2-componenten lijm betreft de lijmbasis, dit is een epoxy hars (doorgaans gebaseerd op bisphenol-A chemie) en het andere deel betreft de verharder (doorgaans een amine-verbinding zoals b.v. een di-amine of een poly- amine, of een anhydride, een polyamide, enz.). De functie van de verharder is het epoxy hars te vernetten (cross-linken) door opening van de ringstructuur van de epoxide ring.

Het basisbestanddeel van de 2-componentenlijm gebruikt volgens de werkwijze van de uitvinding, is een epoxy-verbinding. De twee componenten van de lijm kunnen in twee aparte tubes of recipiënten verpakt worden. Op de bouwwerf worden deze via een spatel of een geautomatiseerd systeem vermengd; hierop begint het uithardingsproces voor de lijm, wat inhoudt dat na de vermenging van de beide componenten de lijm snel dient aangebracht op de te verlijmen oppervlakken opdat hij kan uitharden. Het uitharden van de lijm vangt bijgevolg pas aan na vermenging van beide componenten.

Als voorbeeld van een twee componenten epoxylijm kan bijvoorbeeld het product vermarkt onder de naam DUOKOL 1858 van de firma Fourny N.V, Hoeikensstraat 1, 2830 Willebroek, België, aangewend worden. Dit is een 2-componenten epoxy lijm, bevattende twee basis-componenten: enerzijds Basis A component, een gevuld epoxyhars, anderzijds basis B component, een gevulde amine verharder.

De aanbevolen mengverhouding in volume tussen beide componenten is 100 A/ 100 B. De aanbevolen mengverhouding in gewicht tussen beide componenten is 100 A/87.0B

Deze lijmbasis wordt aangeleverd voor zowel binnen- als buitentoepassingen.

Het uithardingssysteem van dit hechtmiddel is gebaseerd op een exotherme chemische reactie.

Dit product dient verwerkt tussen de 5 en 35 °C.

De basis A component bevat 45-70 % epoxyhars, overeenstemmend met het CAS

Nr. 25068-38-6. Dit is een bisphenol A diglycidyl ether resin met moleculaire formule (C15H1602.C3H5C10)x.

Daarnaast bevat de basis A component 3-glycidyloxypropyltrimethoxysilaan in een hoeveelheid gelijk aan of minder dan 0.5 %.

Tenslotte bevat de basis A component pigment zwart in een waterige dispersie bevattende 2,2'-oxidiethanol in een hoeveelheid gelijk of minder dan 0.2 %.

De basis B component betreft een gestabiliseerde amine verharder voor epoxyharsen, bevattende onder meer een verharder op aliphatische polyamine basis.

In de plaats van de hogervernoemde 2-componenten epoxy lijm kunnen alternatieve hechtmiddelen, gebaseerd op 2-componenten epoxylijmen, gebruikt worden in de werkwijze volgens de huidige uitvinding.

Epoxy lijmen vertonen een significante hechting en zijn in staat door hun flexibel karakter duurzaam beweging op te nemen.

Ze beschikken ook over een betere weersbestendigheid dan conventionele polyurethaankitten.

Claims (1)

1. CONCLUSIES

   1. Werkwijze voor de vervaardiging op horizontale wijze van een zelfdragende bouwstructuur van met elkaar door een uitgeharde hechtmiddelsamenstelling verbonden snelbouwblokken, omvattende de volgende stappen: voor de vorming van een eerste laag snelbouwblokken: a) aanbrengen van een lijmlaag op de bovenzijde van een snelbouwblok en plaatsing van deze snelbouwblok met zijn onderzijde aanleunend tegen een horizontale steunbalk; b) aanbrengen van een lijmlaag op de bovenzijde van een volgende snelbouwblok en plaatsing van deze snelbouwblok met een zij-zijde aansluitend aan een zij-zijde van de snelbouwblok aangebracht in stap a) en met zijn onderzijde aanleunend tegen de horizontale steunbalk; c) herhaling van stap b) ter vorming van een eerste laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken; voor de vorming van een tweede laag snelbouwblokken: d) aanbrengen van een lijmlaag op de bovenzijde van een snelbouwblok en plaatsing van deze snelbouwblok met zijn onderzijde aanleunend tegen de eerste laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken vervaardigd in stap c), waarbij de onderzijde van het in deze stap d) aangebrachte snelbouwblok aangedrukt wordt tegen de lijmlaag van de eerste laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken; e) aanbrengen van een lijmlaag op de bovenzijde van een volgende snelbouwblok, plaatsing van deze snelbouwblok met zijn zij-zijde aansluitend aan de zij-zijde van de snelbouwblok geplaatst in stap d), met zijn onderzijde aanleunend tegen de eerste laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken vervaardigd in stap c), waarbij de onderzijde van de in deze stap e) aangebrachte snelbouwblok aangedrukt wordt tegen de lijmlaag van de eerste laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken;

   f) herhaling van stap e) ter vorming van een volgende laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken; voor de vorming van de volgende lagen snelbouwblokken: g) herhaling van de stappen d), e) en f) ter vorming van volgende lagen van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken tot de gewenste hoogte van de zelfdragende bouwstructuur bereikt is, daardoor gekenmerkt dat - bij de vorming van de lagen van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken, de snelbouwblokken met hun achter-zijde geplaatst worden op een vlak tafelblad zodat tijdens de ganse werkwijze de op te bouwen zelfdragende bouwstructuur door het vlakke tafelblad ondersteund wordt, - de horizontale steunbalk waarop de eerste laag van met elkaar aansluitende snelbouwblokken geplaatst wordt met dit vlakke tafelblad verbonden is, en - de helling van het vlakke tafelblad ten opzichte van de horizontale vloer - maximaal 65 graden bedraagt, bij voorkeur maximaal 45 graden bedraagt, bij verdere voorkeur maximaal 30 graden bedraagt, bij nog verdere voorkeur het vlakke tafelblad nagenoeg horizontaal gepositioneerd is ten opzichte van de vloer.

   202. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de vervaardigde zelfdragende bouwstructuur, ondersteund door het vlakke tafelblad, via verzagen of versnijden verwerkt wordt tot bouwstructuren overeenstemmend met de op een bouwwerf gewenste afmetingen.

   253. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het verzagen plaatsvindt door middel van een cirkelzaag of het versnijden plaatsvindt door middel van een waterjetsnijmachine.

   4. Werkwijze volgens één van de conclusies 2 of 3 waarbij de tot de gewenste afmetingen verzaagde of versneden bouwstructuren door hét kippen van het tafelblad in een vertikale stand geplaatst worden, vanuit deze vertikale stand naar een vervoersmiddel voorzien van een slede overgeplaatst worden, met behulp van zulke slede vanuit een centrale werkplaats naar de bouwwerf vervoerd worden en ter plaatse van de bouwwerf via hijsmateriaal gemonteerd worden op de plaats van bestemming.

   5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitgeharde hechtmiddelsamenstelling het reactieproduct is van een hybride polymeerlijm of een 2-componenten epoxylijm.

   6. Werkwijze volgens conclusie 5 waarbij de lijm in de vorm van een pasta op de snelbouwblokken aangebracht wordt.

   7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies waarbij bij de vorming van de hoogste laag van aan elkaar aansluitende snelbouwblokken geen lijmlaag meer aangebracht wordt aan de bovenzijde van de snelbouwblokken van deze laag.

   8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de naast elkaar geplaatste snelbouwblokken van een laag zijdelings door verlijming met elkaar verbonden worden doordat, naast het aanbrengen van een lijmlaag op de bovenzijde van een snelbouwblok, ook op een zij-zijde van een snelbouwblok een lijmlaag aangebracht wordt, waarna de zij-zijde van het snelbouwblok met de aangebrachte lijmlaag aangedrukt wordt tegen de overeenstemmende zij- zijde van het vorige geplaatste snelbouwblok.

   9. Zelfdragende bouwstructuur vervaardigd volgens de werkwijze van één van de voorgaande conclusies.

   10. Zelfdragende bouwstructuur volgens conclusie 9 waarbij de snelbouwblokken aardegebakken constructiestenen of constructiestenen uit kalkzandsteen zijn, of een combinatie van deze stenen zijn.

   11. Zelfdragende bouwstructuur volgens conclusie 9 of 10 waarbij de snelbouwblokken voorzien zijn van een tand en groefverbinding.