BE1029882B1

BE1029882B1 - Tentzeilkoppelstuk, een samengesteld tentzeil, een montagehulpstuk en een werkwijze voor waterdichte koppeling van tentzeilen

Info

Publication number: BE1029882B1
Application number: BE20215838A
Authority: BE
Inventors: Pascal Baens
Original assignee: European Future Structures Nv
Priority date: 2021-10-27
Filing date: 2021-10-27
Publication date: 2023-05-31
Also published as: EP4174258A1; BE1029882A1

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een tentzeilkoppeling voor waterdichte koppeling, omvattende een eerste en een tweede mannelijke connectorprofiel en een vrouwelijk connectorprofiel, waarbij het eerste en tweede mannelijke connectorprofiel zich in een longitudinale richting uitstrekken en aan een eerste zijde een verdikking omvatten, waarbij de verdikking zich over de volledige eerste zijde in de genoemde longitudinale richting uitstrekt, waarbij het vrouwelijke connectorprofiel zich in de genoemde longitudinale richting uitstrekt, waarbij het vrouwelijke connectorprofiel in een eerste zijwand een eerste uitsparing voor het opnemen van de verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel en in een tweede tegenoverliggende zijwand een tweede uitsparing voor het opnemen van de verdikking van het tweede mannelijke connectorprofiel omvat, waarbij de eerste en tweede uitsparing zich respectievelijk over de volledige eerste en tweede zijwand in de genoemde longitudinale richting uitstrekken. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samengesteld tentzeil, een montagehulpstuk en een werkwijze.

Description

t BE2021/5838

TENTZEILKOPPELSTUK, EEN SAMENGESTELD TENTZEIL, EEN

MONTAGEHULPSTUK EN EEN WERKWIJZE VOOR WATERDICHTE

KOPPELING VAN TENTZEILEN

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een tentzeilkoppeling voor koppeling van tentzeilen, meer bepaald waterdichte koppeling van tentzeilen. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samengesteld tentzeil, een montagehulpstuk voor het waterdicht koppelen van tentzeilen en op een werkwijze voor het waterdicht koppelen van tentzeilen.

STAND DER TECHNIEK

Grote tenten worden als tijdelijke installaties opgezet, bijvoorbeeld als feesttent bij evenementen, als noodhospitaal bij rampen, als opslagruimte, of als semipermanente installatie zoals bijvoorbeeld een overkapping van sportvelden. Tentzeilen van dergelijke grote tenten zijn te groot om als een enkel zeil te worden uitgevoerd.

Daarom worden twee of meerdere tentzeilen aan elkaar gekoppeld. Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat deze tentzeilen waterdicht aan elkaar gekoppeld worden.

Een gekende oplossing hiervoor is dat meerdere tentzeilen over een tentgeraamte getrokken en ter hoogte van bijvoorbeeld een dakspant van het tentgeraamte aan elkaar gekoppeld worden. Een tentzeil omvat langs één zijde een flap die over de koppeling met een naastliggend tentzeil wordt gelegd. De flap wordt met behulp van klittenbandsluiting op het naastliggende tentzeil bevestigd. De flap beschermt de koppeling tegen regenval en vermijdt dat water via de koppeling tussen de twee tentzeilen doordringt. Het nadeel van deze oplossing is dat na het plaatsen van de tentzeilen op het tentgeraamte een persoon over de dakspant van de tent moet lopen om de flap over de koppeling te leggen en de klittenbandsluiting aan te drukken. Dit is potentieel gevaarlijk. De klittenbandsluiting is sterk onderhevig aan slijtage, waardoor de flap na verloop van tijd niet steeds netjes over de koppeling blijft liggen en waardoor bij regenweer water doorheen de koppeling kan dringen.

Een andere gekende oplossing is gekend uit KR 101 443 764. In deze oplossing worden twee tentzeilen door middel van een houder in een U-vormig profiel boven een dakspant van het tentgeraamte vastgeklemd. De houder wordt aangeschroefd

2 BE2021/5838 en bovenop de houder wordt een afdekkapje geplaatst. Het nadeel van deze oplossing is dat de houders moeten worden aangespannen, wat een tijdrovende karwei is en dat nog steeds een persoon over de dakspant van de tent moet lopen om het afdekkapje te plaatsen om de koppeling waterdicht af te werken. Doordat het afdekkapje niet flexibel is, is dit extra moeilijk omdat de persoon op de plaats loopt waar het afdekkapje over de volledige lengte van de dakspant moet geplaatst worden.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een tentzeilkoppeling volgens conclusie 1.

Het voordeel van deze tentzeilkoppeling is dat de tentzeilkoppeling naast een eerste en een tweede mannelijk connectorprofiel ook een vrouwelijk connectorprofiel omvat.

Het vrouwelijke connectorprofiel omvat in tegenoverliggende zijwanden uitsparingen voor het opnemen van verdikkingen van het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel. Door het schuiven of het duwen van het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel in het vrouwelijke connectorprofiel zijn tentzeilen snel en eenvoudig gekoppeld. De koppeling kan uitgevoerd worden door vooraf reeds het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel met het vrouwelijke connectorprofiel te koppelen of door het eerste mannelijke connectorprofiel, het tweede mannelijke connectorprofiel en het vrouwelijke connectorprofiel met touwen over het tentgeraamte te trekken, waarna nadien de verdikking van het eerste en de verdikking van het tweede mannelijke connectorprofiel in een uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel worden opgenomen, bijvoorbeeld door een verdikking van een mannelijk connectorprofiel met behulp van een montagehulpstuk dat met een touw over het tentgeraamte getrokken wordt in een uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel te klikken.

Het is niet nodig dat een persoon over een dakspant van een tentgeraamte moet lopen om twee tentzeilen aan elkaar te koppelen, waardoor het koppelen van tentzeilen niet gevaarlijk is. Het is daarnaast overbodig om het vrouwelijke connectorprofiel aan het tentgeraamte vast te maken, waardoor tentzeilen snel kunnen gekoppeld worden. Doordat de verdikkingen van het eerste mannelijke

3 BE2021/5838 connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel in het vrouwelijke connectorprofiel zijn opgenomen, is de koppeling meteen waterdicht.

Voorkeursvormen van de tentzeilkoppeling worden weergegeven in de conclusies 2 toten met 5.

Een specifieke voorkeursvorm betreft de uitvinding een tentzeilkoppeling volgens conclusie 2.

In deze voorkeursvorm omvatten het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel aan een zijde tegenover de verdikking twee parallelle benen die zich in eenzelfde vlak uitstrekken als de verdikkingen. Deze voorkeursvorm is voordelig voor het bevestigen van de mannelijke connectorprofielen aan een tentzeil, waarbij het tentzeil tussen de twee parallelle benen geplaatst is en waarbij de twee parallelle benen aan het tentzeil gelijmd of gelast worden. Hierdoor is het tentzeil door het bevestigen van het mannelijke connectorprofiel niet doorprikt en blijft waterdichtheid gegarandeerd.

In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een samengesteld tentzeil volgens conclusie 6.

Het voordeel van het samengestelde tentzeil is dat het een veelvoud aan tentzeilen omvat die met behulp van een tentzeilkoppeling volgens het eerste aspect aan elkaar gekoppeld zijn. Daardoor is het samengestelde tentzeil gegarandeerd waterdicht gekoppeld. Het samengestelde tentzeil omvat geen tentzeilkoppelingen die aan slijtage onderhevig zijn, waardoor de waterdichtheid na verloop van tijd niet zou kunnen gegarandeerd worden. Het samengestelde tentzeil is bijkomend snel uit het veelvoud aan tentzeilen samengesteld door het gebruik van tentzeilkoppelingen volgens het eerste aspect.

Een voorkeursvorm van het samengestelde tentzeil is beschreven in de volgconclusie 7.

In een derde aspect betreft de huidige uitvinding een montagehulpstuk volgens conclusie 8.

4 BE2021/5838

Een dergelijk montagehulpstuk is voordelig voor het koppelen van een vrouwelijk connectorprofiel met twee mannelijke connectorprofielen. Het montagehulpstuk omvat een geleidingsoppervlak voor het geleiden van een verdikking van een mannelijk connectorprofiel naar het vrouwelijke connectorprofiel. Dit is voordelig voor het drukken van de verdikking van een mannelijk connectorprofiel in uitsparingen van het vrouwelijke connectorprofiel. Met behulp van het montagehulpstuk is het mogelijk om twee tentzeilen waterdicht met elkaar te koppelen door het montagehulpstuk volgens de longitudinale richting langs het vrouwelijke connectorprofiel te trekken, waarbij aan twee tegenoverliggende zijwanden een mannelijk connectorprofiel doorheen de sleuf steekt, waardoor een verdikking van het mannelijke connectorprofiel door het geleidingsoppervlak in de uitsparingen van het vrouwelijke connectorprofiel gedrukt wordt. Hierdoor kunnen tentzeilen snel waterdicht aan elkaar gekoppeld worden, terwijl tentzeilen al over een tentgeraamte getrokken zijn, zonder dat personen over een dakspant van het tentgeraamte hoeven te lopen.

Voorkeursvormen van het montagehulpstuk worden weergegeven in de conclusies 9 tot en met 10.

In een vierde aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze volgens conclusie 11.

Het voordeel van deze werkwijze is dat de minstens twee tentzeilen met behulp van een tentzeilkoppeling volgens het eerste aspect aan elkaar gekoppeld worden.

Hierdoor zijn de tentzeilen waterdicht gekoppeld. Bijkomend voordelig is dat de tentzeilen kunnen gekoppeld worden zonder dat een persoon over een dakspant van een tentgeraamte moet lopen om twee tentzeilen aan elkaar te koppelen, waardoor het koppelen van tentzeilen niet gevaarlijk is. Bijkomend is het overbodig om het vrouwelijke connectorprofiel aan het tentgeraamte vast te maken, waardoor — tentzeilen snel kunnen gekoppeld worden.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht volgens een uitvoeringsvorm van een tentzeilkoppeling en een montagehulpstuk van de huidige uitvinding.

? BE2021/5838

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van een tentzeilkoppeling en een montagehulpstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuren 3a, 3b, 3c en 3d tonen een doorsnede langs respectievelijk de lijnen A-A,

B-B, C-C en D-D van een tentzeilkoppeling en een montagehulpstuk volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In de context van dit document is PVC de afkorting voor polyvinylchloride.

In de context van dit document is TPE de afkorting voor thermoplastisch elastomeer.

Een thermoplastisch elastomeer wordt ook als technisch rubber, synthetisch rubber of elastoplastische kunststof aangeduid. Het is een verzamelnaam voor kunststoffen die bij kamertemperatuur elastisch en bij verhitting thermoplastisch zijn.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een tentzeilkoppeling voor waterdichte koppeling van tentzeilen.

° BE2021/5838

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de tentzeilkoppeling een eerste mannelijk connectorprofiel, een tweede mannelijk connectorprofiel en een vrouwelijk connectorprofiel.

Het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel strekken zich in een longitudinale richting uit. Het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel omvatten aan een eerste zijde een verdikking. De verdikking van het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel strekt zich over de volledige eerste zijde van respectievelijk het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel in de genoemde longitudinale richting uit.

Het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel strekken zich bij voorkeur vlak uit van de eerste zijde naar een tegenoverliggende tweede zijde in een richting dwars op de genoemde longitudinale richting. Dit is voordelig voor het bevestigen van het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel aan een tentzeil, waarbij een mannelijke connectorprofiel en het tentzeil overlappend aan elkaar bevestigd zijn en waarbij de verdikking aan de eerste zijde van het mannelijke connectorprofiel aan een rand van het tentzeil gepositioneerd is. Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat het eerste mannelijke connectorprofiel bedoeld is voor bevestiging aan een eerste tentzeil en het tweede mannelijke connectorprofiel bedoeld is voor bevestiging aan een tweede tentzeil.

Het vrouwelijke connectorprofiel strekt zich eveneens in de genoemde longitudinale richting uit. Het vrouwelijke connectorprofiel omvat in een eerste zijwand een eerste uitsparing voor het opnemen van de verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel. Het vrouweljke connectorprofiel omvat in een tweede tegenoverliggende zijwand een tweede uitsparing voor het opnemen van de verdikking van het tweede mannelijke connectorprofiel. De eerste uitsparing strekt zich over de volledige eerste zijwand van het vrouwelijke connectorprofiel in de genoemde longitudinale richting uit. De tweede uitsparing strekt zich over de volledige tweede zijwand van het vrouwelijke connectorprofiel in de genoemde longitudinale richting uit.

De uitsparing in de eerste zijwand van het vrouwelijke connectorprofiel heeft in het vlak van de eerste zijwand een hoogte die kleiner is dan een maximale afmeting van de verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel in een richting dwars op de

7 BE2021/5838 longitudinale richting en dwars op een richting van de eerste zijde naar de tweede zijde van het eerste mannelijke connectorprofiel. De hoogte van de uitsparing in de eerste zijwand is dwars op de longitudinale richting gemeten.

De uitsparing in de tweede zijwand van het vrouwelijke connectorprofiel heeft in het vlak van de tweede zijwand een hoogte die kleiner is dan een maximale afmeting van de verdikking van het tweede mannelijke connectorprofiel in een richting dwars op de longitudinale richting en dwars op een richting van de eerste zijde naar de tweede zijde van het tweede mannelijke connectorprofiel. De hoogte van de uitsparing in de tweede zijwand is dwars op de longitudinale richting gemeten.

Een uitsparing in de eerste zijwand en de tweede zijwand van het vrouwelijke connectorprofiel met een hoogte kleiner dan een maximale afmeting van de verdikking van respectievelijk het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel is voordelig voor het vasthouden van een mannelijk connectorprofiel in het vrouwelijke connectorprofiel nadat de verdikking van het mannelijke connectorprofiel in een overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel is opgenomen. Overeenstemmende uitsparing betekent in de context van dit document de eerste uitsparing voor de verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel en de tweede uitsparing voor de verdikking van het tweede mannelijke connectorprofiel. Overeenstemmende uitsparing is van toepassing op zowel de eerste uitsparing als de tweede uitsparing in het geval het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel een gelijke vorm hebben.

Een hoogte kleiner dan een maximale afmeting van de verdikking is bijkomend voordelig omdat na opspannen van tentzeilen, die met behulp van een tentzeilkoppeling volgens de huidige uitvinding aan elkaar gekoppeld zijn, verdikkingen van het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel respectievelijk de eerste uitsparing in de eerste zijwand en de tweede uitsparing in de tweede zijwand afsluiten, waardoor geen water in de uitsparing kan lopen en de tentzeilkoppeling waterdicht is.

De verdikking van een mannelijk connectorprofiel kan in een overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel worden opgenomen door bijvoorbeeld de verdikking aan een uiteinde van het vrouwelijke connectorprofiel in de overeenstemmende uitsparing te plaatsen en volgens de longitudinale richting in de

6 BE2021/5838 overeenstemmende uitsparing te schuiven. Alternatief kan de verdikking van een mannelijk connectorprofiel in een overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel worden opgenomen door bijvoorbeeld de verdikking in de overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel te klikken, zoals in een later beschreven uitvoeringsvorm.

Bij voorkeur hebben het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel een gelijke vorm. Dit is voordelig omdat het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel hierdoor met elkaar omwisselbaar zijn bij het koppelen aan het vrouwelijke connectorprofiel.

Bij voorkeur liggen de eerste uitsparing en de tweede uitsparing in eenzelfde vlak.

Dit is voordelig bij het koppelen van tentzeilen omdat tentzeilen na het koppelen eveneens in eenzelfde vlak liggen en hierdoor een vlak samengesteld tentzeil vormen.

Het vrouwelijke connectorprofiel is bij voorkeur niet doorboord. Dit betekent dat er geen doorgangen zijn doorheen een vlak in het vrouwelijke connectorprofiel vanaf de eerste uitsparing naar de tweede uitsparing. Hierdoor is het vrouwelijke — connectorprofiel waterdicht na koppeling van twee tentzeilen.

Bij voorkeur zijn het eerste mannelijke connectorprofiel, het tweede mannelijke connectorprofiel en het vrouwelijke connectorprofiel geëxtrudeerde profielen.

Deze tentzeilkoppeling is voordelig omdat door het schuiven of het duwen van het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel in het vrouwelijke connectorprofiel, tentzeilen snel en eenvoudig gekoppeld zijn. De koppeling kan uitgevoerd worden door bijvoorbeeld vooraf reeds het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel met het vrouwelijke connectorprofiel te koppelen of door het eerste mannelijke connectorprofiel, het tweede mannelijke connectorprofiel en het vrouwelijke connectorprofiel met touwen over het tentgeraamte te trekken, waarna nadien de verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel en de verdikking van het tweede mannelijke connectorprofiel in een uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel wordt opgenomen, bijvoorbeeld door een verdikking van een mannelijk connectorprofiel met behulp van een montagehulpstuk dat met een touw over het tentgeraamte getrokken wordt in een uitsparing van het vrouwelijke

9 BE2021/5838 connectorprofiel te klikken... Het is niet nodig dat een persoon over een dakspant van een tentgeraamte moet lopen om twee tentzeilen aan elkaar te koppelen, waardoor het koppelen van tentzeilen niet gevaarlijk is. Het is daarnaast overbodig om het vrouwelijke connectorprofiel aan het tentgeraamte vast te maken, waardoor tentzeilen snel kunnen gekoppeld worden. Doordat de verdikkingen van het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel in het vrouwelijke connectorprofiel zijn opgenomen, is de koppeling meteen waterdicht.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel aan de tweede zijde, liggend tegenover de eerste zijde, twee parallelle benen. De verdikking aan de eerste zijde en de twee parallelle benen aan de tweede zijde strekken zich in eenzelfde vlak uit.

Dit is voordelig voor het bevestigen van de mannelijke connectorprofielen aan een tentzeil, waarbij het tentzeil tussen de twee parallelle benen geplaatst is en waarbij de twee parallelle benen aan het tentzeil gelijmd of gelast worden. Hierdoor is het tentzeil door het bevestigen van het mannelijke connectorprofiel niet doorprikt en blijft waterdichtheid gegarandeerd.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel uit PVC vervaardigd. Dit is voordelig omdat vele tentzeilen eveneens uit PVC vervaardigd zijn of een PVC- coating omvatten, waardoor het mannelijke connectorprofiel eenvoudig aan het tentzeil lasbaar is. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder voordelig in combinatie met een voorheen beschreven uitvoeringsvorm waarbij de mannelijke connectorprofielen twee parallelle benen omvatten.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het vrouwelijke connectorprofiel uit een TPE vervaardigd. Dit is voordelig omdat het vrouwelijke connectorprofiel bij gebruik elastisch is, waardoor de verdikking van de mannelijke connectorprofielen in een overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel klikbaar is, doordat de zijwanden van het vrouwelijke connectorprofiel elastisch kunnen vervormen. Hierdoor hoeft een verdikking van een mannelijk connectorprofiel niet noodzakelijk aan een uiteinde van het vrouwelijke connectorprofiel in een overeenstemmende uitsparing geplaatst en in de longitudinale richting in de overeenstemmende uitsparing geschoven worden, waardoor tentzeilen sneller kunnen gekoppeld worden. Dit is bijkomend voordelig omdat bij verhitting TPE thermoplastisch is, waardoor het vrouwelijke connectorprofiel eenvoudig kan geëxtrudeerd worden. Eveneens voordelig is dat TPE stabiel en flexibel blijft binnen een temperatuurbereik van -30° C tot +150° C. Vele materialen bevinden zich bij koude temperaturen onder hun glastransitietemperatuur, waardoor ze stijf worden.

Bij hoge temperaturen worden vele materialen te soepel, vervormen of smelten. TPE behoudt bij deze extreme temperaturen zijn eigenschappen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de verdikking aan de eerste zijden van het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel een driehoekige doorsnede met afgeronde top. De afgeronde top is weg van het mannelijke connectorprofiel gericht. De driehoekige doorsnede is voordelig voor het klikken van de verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel en/of het tweede mannelijke connectorprofiel in een overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel, doordat de overeenstemmende uitsparing slechts geleidelijk hoeft te vervormen. Hierdoor verloopt het opnemen van de verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel en/of het tweede mannelijke connectorprofiel in het vrouwelijke connectorprofiel eenvoudiger. De afgeronde top is voordelig voor het vermijden van beschadiging van de verdikking bij het klikken van de verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel en/of het tweede mannelijke connectorprofiel in de overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder voordelig in combinatie met een voorheen beschreven uitvoeringsvorm waarbij het vrouwelijke connectorprofiel een extrusieprofiel uit TPE is.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het vrouwelijke connectorprofiel omheen de uitsparing flexibele weerhaken. Flexibele weerhaken zijn voordelig omdat hierdoor een verdikking van een mannelijk connectorprofiel in een overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel klikbaar is.

Flexibele weerhaken zijn bijkomend voordelig omdat een verdikking van een mannelijk connectorprofiel bij het opspannen van tentzeilen vast in de overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel opgenomen is.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat de verdikking aan de eerste zijden van het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel verzinkingen voor het ontvangen van de weerhaken. Dit is voordelig omdat hierdoor de flexibele weerhaken uit een voorheen beschreven uitvoeringsvorm steeds optimaal gepositioneerd zijn nadat een verdikking aan de eerste zijde van het eerste mannelijke connectorprofiel en/of het tweede mannelijke connectorprofiel in een overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel zijn opgenomen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft een doorsnede van de eerste uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel een gelijkaardige vorm als een doorsnede van de verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel en heeft een doorsnede van de tweede uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel een gelijkaardige vorm als een doorsnede van de verdikking van het tweede mannelijke connectorprofiel. De doorsnedes zijn in een vlak dwars op de longitudinale richting.

De doorsnede van de eerste uitsparing en de tweede uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel en de verdikking van respectievelijk het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel, hebben na opname van de verdikking in de overeenstemmende uitsparing minstens twee tegenoverliggende contactpunten.

De gelijkaardige vorm van de doorsnedes van de eerste uitsparing en de tweede uitsparing als de doorsnede van de verdikking van respectievelijk het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel is voordelig voor correcte positionering van de verdikkingen in de overeenstemmende uitsparingen zodat er minstens twee contactpunten zijn. De minstens twee tegenoverliggende contactpunten zijn voordelig voor het waterdicht afsluiten van de uitsparingen nadat de verdikkingen in de overeenstemmende uitsparingen zijn opgenomen.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm hebben de doorsnedes van de eerste uitsparing en van de tweede uitsparing een oppervlakte groter dan de doorsnede van de verdikking van respectievelijke het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel. De oppervlakte van de doorsnede van de eerste uitsparing en de tweede uitsparing is hoogstens 5% groter dan de oppervlakte van de doorsnede van de verdikking van respectievelijke het eerste mannelijke connectorprofiel en het tweede mannelijke connectorprofiel, bij voorkeur hoogstens 4%, bij meer voorkeur hoogstens 3%, bij nog meer voorkeur hoogstens 2% en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 1%. De eerste uitsparing en de tweede uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel hebben een hoogte die kleiner is dan een buitenafmeting van de verdikking van een mannelijk connectorprofiel volgens de hoogterichting van het vrouwelijke connectorprofiel. Dit is voordelig omdat hierdoor gegarandeerd een waterdichte koppeling tussen tentzeilen bekomen wordt. De eerste uitsparing en de tweede uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel hebben een breedte die groter is dan een buitenafmeting van de verdikking van een mannelijk connectorprofiel volgens de breedterichting van het vrouwelijke connectorprofiel. Dit is voordelig omdat hierdoor de verdikkingen van de mannelijke connectorprofielen in de overeenstemmende uitsparingen kunnen klikken en slechts beperkt kunnen bewegen, waardoor na opname in de overeenstemmende uitsparing de verdikkingen correct gepositioneerd blijven om waterdichtheid te garanderen.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een samengesteld tentzeil voor waterdichte afdichting van een tent.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het samengestelde tentzeil een veelvoud aan tentzeilen. Het veelvoud aan tentzeilen is met behulp van een tentzeilkoppeling volgens het eerste aspect aan elkaar gekoppeld.

Het voordeel van het samengestelde tentzeil is dat het samengestelde tentzeil gegarandeerd waterdicht gekoppeld is. Het samengestelde tentzeil omvat geen tentzeilkoppelingen die aan slijtage onderhevig zijn, waardoor de waterdichtheid na verloop van tijd niet zou kunnen gegarandeerd worden. Het samengestelde tentzeil is bijkomend snel uit het veelvoud aan tentzeilen samengesteld door het gebruik van tentzeilkoppelingen volgens het eerste aspect.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is aan twee tegenoverliggende randen van ieder tentzeil een mannelijk connectorprofiel gelast. Dit is voordelig doordat hierdoor de tentzeilen van het samengestelde tentzeil door het bevestigen van de mannelijke connectorprofielen niet doorprikt zijn en waardoor waterdichtheid van het samengestelde tentzeil gegarandeerd is.

In een derde aspect betreft de uitvinding een montagehulpstuk voor waterdicht koppelen van tentzeilen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het montagehulpstuk een langwerpig lichaam.

Het langwerpige lichaam omvat een kanaal voor het ontvangen van een vrouwelijk connectorprofiel. Het kanaal strekt zich volgens een longitudinale richting van een eerste einde naar een tweede einde van het langwerpige lichaam doorheen het langwerpige lichaam uit. Hierdoor is het montagehulpstuk omheen het vrouwelijke connectorprofiel verschuifbaar. Het kanaal omsluit het vrouwelijke connectorprofiel.

Het kanaal heeft bij voorkeur een breedte die hoogstens 1 mm breder is dan een breedte van het vrouwelijke connectorprofiel. Het kanaal heeft bij voorkeur een hoogte die hoogstens 4 mm hoger is dan een hoogte van het vrouwelijke connectorprofiel, bij meer voorkeur hoogstens 3 mm, bij nog meer voorkeur hoogstens 2 mm.

Het langwerpige lichaam omvat aan twee tegenoverliggende zijwanden van het kanaal vanaf een eerste positie, gelegen tussen het eerste einde en het tweede einde een sleuf doorheen het langwerpige lichaam. De sleuf strekt zich vanaf de zijwand tot in het kanaal uit. De sleuf strekt zich vanaf de eerste positie tot aan het tweede einde uit. Het langwerpige lichaam omvat dus twee tegenoverliggende sleuven in het langwerpige lichaam die gezamenlijk vanaf de eerste positie tot aan het tweede einde het langwerpige lichaam volledig doorsnijden. Doordat de sleuven pas vanaf de eerste positie, gelegen tussen het eerste einde en het tweede einde starten, is het langwerpige lichaam nog steeds één geheel.

De eerste positie is bij voorkeur minstens 2 mm, bij meer voorkeur minstens 3 mm, bij nog meer voorkeur minstens 4 mm en bij zelfs nog meer voorkeur minstens 5 van het eerste einde van het langwerpige lichaam gelegen, gemeten volgens een lengterichting van het langwerpige lichaam.

De sleuf omvat vanaf een tweede positie aan de twee tegenoverliggende zijwanden van het kanaal een geleidingsoppervlak voor het geleiden van een verdikking van een mannelijk connectorprofiel. De tweede positie is tussen de eerste positie en het tweede einde van het langwerpige lichaam gelegen. Het geleidingsoppervlak ligt vanaf de tweede positie tot aan een derde positie gradueel dichter bij het kanaal van het langwerpige lichaam. De derde positie is tussen de tweede positie en het tweede einde van het langwerpige lichaam gelegen. Het geleidingsoppervlak sluit de sleuf niet af. Het geleidingsoppervlak raakt op de derde positie minstens het kanaal. Bij voorkeur dringt het geleidingsoppervlak gedeeltelijk binnen in het kanaal. Bij meer voorkeur dringt het geleidingsoppervlak minstens 1 mm binnen in het kanaal, bij nog meer voorkeur minstens 2 mm, bij zelfs nog meer voorkeur minstens 3 mm. Het geleidingsoppervlak sluit het kanaal niet af voor het vrouwelijke connectorprofiel.

De sleuven laten toe dat mannelijke connectorprofielen zich doorheen de sleuven tot in het kanaal uitstrekken, zodat de mannelijke connectorprofielen met het vrouwelijke connectorprofiel kan gekoppeld worden. De geleidingsoppervlakken geleiden bij verschuiven van het montagehulpstuk volgens een longitudinale richting van het vrouwelijke connectorprofiel langs het vrouwelijke connectorprofiel verdikkingen van de mannelijke connectorprofielen naar het kanaal en naar uitsparingen in het vrouwelijke connectorprofiel. Hierbij wordt het montagehulpstuk aan het eerste einde voortgetrokken en/of aan het tweede einde voortgeduwd. Dit is voordelig voor het drukken van de verdikking van een mannelijk connectorprofiel in een uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel. Bij voorkeur dringt het geleidingsoppervlak gedeeltelijk binnen in het kanaal om de verdikking van een mannelijk connectorprofiel tot in een uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel te geleiden.

Een montagehulpstuk volgens de huidige uitvinding is voordelig voor het koppelen van een vrouwelijk connectorprofiel met twee mannelijke connectorprofielen. Met behulp van het montagehulpstuk is het mogelijk om twee tentzeilen waterdicht met elkaar te koppelen door het montagehulpstuk volgens een longitudinale richting van het vrouwelijke connectorprofiel langs het vrouwelijke connectorprofiel te trekken, waarbij aan twee tegenoverliggende zijwanden een mannelijke connectorprofiel doorheen de sleuf steekt, waardoor een verdikking van de mannelijke connectorprofiel door het geleidingsoppervlak in de uitsparingen van het vrouwelijke connectorprofiel gedrukt wordt. Hierdoor kunnen tentzeilen snel waterdicht aan elkaar gekoppeld worden, terwijl tentzeilen al over een tentgeraamte getrokken zijn, zonder dat personen over een dakspant van het tentgeraamte hoeven te lopen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het montagehulpstuk aan een oppervlak, evenwijdig met de sleuven, geleidingswieltjes voor het geleiden van het montagehulpstuk over een dakspant. Dit is voordelig om het montagehulpstuk vlot te kunnen verschuiven bij het koppelen van twee tentzeilen. Dit is in het bijzonder voordelig in het geval de tentzeilen al over een tentgeraamte getrokken zijn, waarbij een koppeling normaal ter hoogte van een dakspant van het tentgeraamte gemaakt wordt, waardoor het montagehulpstuk door het gewicht van de te koppelen tentzeilen op de dakspant gedrukt wordt. Zonder geleidingswieltjes zou het verschuiven van het montagehulpstuk grote krachten vergen door het hoge gewicht van de tentzeilen en de resulterende grote wrijving.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het montagehulpstuk een oog. Het oog is voordelig voor het bevestigen van een touw, waardoor het montagehulpstuk langs een vrouwelijke connector kan getrokken worden, terwijl de vrouwelijke connector al over een tentgeraamte ligt, zonder dat een persoon over dakspanten van het tentgeraamte hoeft te lopen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vormt het geleidingsoppervlak een verkleining van een hoogte van de sleuf in de twee tegenoverliggende zijwanden van het langwerpige lichaam. De hoogte van de sleuf is gemeten in een richting dwars op een vlak gevormd door de sleuf in het langwerpige lichaam.

De sleuf heeft bij voorkeur tussen de eerste positie en de tweede positie een hoogte die minstens hoger is dan een maximale afmeting van de verdikking van een mannelijk connectorprofiel in de genoemde richting dwars op het vlak gevormd door de sleuf in het langwerpige lichaam. Dit laat toe om vanaf de eerste positie een mannelijk connectorprofiel in de sleuf te brengen.

De sleuf heeft bij voorkeur tussen de tweede positie en het tweede einde een hoogte die minstens kleiner is dan de maximale afmeting van de verdikking van een mannelijk connectorprofiel in de genoemde richting dwars op het vlak gevormd door de sleuf in het langwerpige lichaam. Hierdoor kan een mannelijk connectorprofiel na de tweede positie niet meer uit de sleuf.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn het vrouwelijke connectorprofiel en de mannelijke connectorprofielen deel van een tentzeilkoppeling volgens het eerste aspect.

In een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor waterdicht koppelen van tentzeilen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van het trekken van minstens twee tentzeilen met behulp van touwen over een tentgeraamte en het koppelen van de minstens twee tentzeilen. De minstens twee tentzeilen worden met behulp van een tentzeilkoppeling volgens het eerste aspect aan elkaar gekoppeld. De minstens twee tentzeilen omvatten hiertoe aan minstens twee tegenoverliggende randen mannelijke connectorprofielen.

Deze uitvoeringsvorm is voordelig doordat de tentzeilen waterdicht gekoppeld worden. Bijkomend voordelig is dat de tentzeilen kunnen gekoppeld worden zonder dat een persoon over een dakspant van een tentgeraamte moet lopen om twee tentzeilen aan elkaar te koppelen, waardoor het koppelen van tentzeilen niet gevaarlijk is. Bijkomend is het overbodig om het vrouwelijke connectorprofiel aan het tentgeraamte vast te maken, waardoor tentzeilen snel kunnen gekoppeld worden.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het vrouwelijke connectorprofiel met behulp van een touw over het tentgeraamte getrokken. Hierbij zijn nog geen verdikkingen van mannelijke connectorprofielen in uitsparingen van het vrouwelijke connectorprofiel opgenomen en wordt het vrouwelijke profiel alleen met behulp van een touw over het tentgeraamte getrokken. De verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel en de verdikking van het tweede mannelijke connectorprofiel worden nadien in de respectievelijke uitsparingen van het vrouwelijke connectorprofiel opgenomen.

Deze uitvoeringsvorm is voordelig omdat tentzeilen individueel over het tentgeraamte getrokken worden, waardoor minder gewicht hoeft versleurd te worden, doordat naastliggende tentzeilen nog niet gekoppeld zijn.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de mannelijke connectorprofielen van twee naastliggende tentzeilen met behulp van een montagehulpstuk volgens het derde aspect in het vrouwelijke connectorprofiel gekoppeld. Gekoppeld in het vrouwelijke connectorprofiel betekent dat de verdikking van het mannelijke connectorprofiel in een overeenstemmende uitsparing van het vrouwelijke connectorprofiel opgenomen is.

Het montagehulpstuk laat toe om de mannelijke connectorprofielen in het vrouwelijke connectorprofiel te koppelen, zonder dat verdikkingen van de mannelijke connectorprofielen aan een einde van het vrouwelijke connectorprofiel in overeenstemmende uitsparingen moeten geplaatst worden en volgens de longitudinale richting van het vrouwelijke connectorprofiel in de overeenstemmende uitsparingen moeten geschoven worden. Hierdoor is het niet noodzakelijk om tentzeilen nauwkeurig over het tentgeraamte te trekken om te vermijden dat bij het schuiven van de verdikkingen van de mannelijke connectorprofielen in de overeenstemmende uitsparingen van het vrouwelijke connectorprofiel de tentzeilen blokkeren doordat in een richting schuin ten opzichte van het vrouwelijke connectorprofiel getrokken wordt.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm wordt het montagehulpstuk met behulp van een touw over het tentgeraamte getrokken. Dit is voordelig omdat hierdoor tentzeilen na het trekken van de tentzeilen en de vrouwelijke connectoren over het tentgeraamte aan elkaar kunnen gekoppeld worden, waardoor telkens minder gewicht moet gesleurd worden. Dit is bijkomend voordelig omdat het niet noodzakelijk is dat een persoon over een dakspant van het tentgeraamte loopt om de tentzeilen te koppelen.

Een vakman geschoold in het technische veld zal appreciëren dat een werkwijze volgens het vierde aspect bij voorkeur uitgevoerd wordt met een tentzeilkoppeling volgens het eerste aspect en/of een montagehulpstuk volgens het derde aspect en dat een tentzeilkoppeling volgens het eerste aspect en/of een montagehulpstuk volgens het derde aspect bij voorkeur geconfigureerd zijn voor uitvoering van een werkwijze volgens het vierde aspect. Elk kenmerk, beschreven in dit document, hierboven zowel als hieronder, kan bijgevolg betrekking hebben op elk van de vier aspecten van de huidige uitvinding.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

FIGUURBESCHRIJVING

De tentzeilkoppeling omvat een eerste mannelijk connectorprofiel (1), een tweede mannelijk connectorprofiel (2) en een vrouwelijk connectorprofiel (3). Het eerste mannelijke connectorprofiel (1), het tweede mannelijke connectorprofiel (2) en het vrouwelijke connectorprofiel (3) strekken zich in een longitudinale richting (5) uit.

Het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) omvatten aan een eerste zijde (8) een verdikking (6). De verdikking (6) heeft een driehoekige doorsnede met afgeronde top. De verdikkingen (6) strekken zich over de volledige eerste zijde (8) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) in de longitudinale richting (5) uit. Het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) omvatten aan een tweede zijde (9) parallelle benen (7). De verdikking (6) aan de eerste zijde (8) en de parallelle benen (7) aan de tweede zijde (9) strekken zich in eenzelfde vlak uit. Het vrouwelijke connectorprofiel (3) omvat in een eerste zijwand (10) een eerste uitsparing (12) voor het opnemen van de verdikking (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en in een tweede tegenoverliggende zijwand (11) een tweede uitsparing (13) voor het opnemen van de verdikking (6) van het tweede mannelijke connectorprofiel (2). De eerste uitsparing (12) en de tweede uitsparing (13) strekken zich respectievelijk over de volledige eerste zijwand (10) en de tweede zijwand (11) van het vrouwelijke connectorprofiel (3) in de longitudinale richting (5) uit. Het vrouwelijke connectorprofiel (3) omvat flexibele weerhaken (14) omheen de eerste uitsparing (12) en de tweede uitsparing (13).

Op Figuur 1 is eveneens een montagehulpstuk (4) weergegeven. Het montagehulpstuk (4) omvat een langwerpig lichaam (17). Het langwerpige lichaam (17) omvat een kanaal (25) voor het ontvangen van het vrouwelijke connectorprofiel (3). Het kanaal (25) strekt zich volgens de longitudinale richting (5) uit van een eerste einde (15) naar een tweede einde (16) doorheen het langwerpige lichaam (17) uit. Het langwerpige lichaam (17) omvat aan twee tegenoverliggende zijwanden van het kanaal (25) vanaf een eerste positie (21) een sleuf (20) doorheen het langwerpige lichaam (17). De eerste positie (21) is op Figuur 1 door het eerste mannelijke connectorprofiel (1) verborgen. De sleuven (20) strekken zich vanaf de eerste positie (21) tot aan het tweede einde (16) uit. De sleuven (20) omvatten vanaf een tweede positie (22), gelegen tussen de eerste positie (21) en het tweede einde (16), een geleidingsoppervlak (18) voor het geleiden van de verdikkingen (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) naar het kanaal (25). Het geleidingsoppervlak (18) ligt vanaf de tweede positie (22) tot aan een derde positie (23) gradueel dichter bij het kanaal (25). De derde positie (23) is tussen de tweede positie (22) en het tweede einde (16) gelegen. De derde positie (23) is op Figuur 1 door het geleidingsoppervlak (18) verborgen. Het montagehulpstuk (4) omvat aan een vlak aan de onderzijde, evenwijdig met de sleuven (20) geleidingswieltjes (19) voor de geleiding van het montagehulpstuk (4) over een tentzeil.

Verdikkingen (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) zijn aan het eerste einde (15) van het montagehulpstuk nog niet in respectievelijke de eerste uitsparing (12) en de tweede uitsparing (13) opgenomen. Het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) zijn vanaf de eerste positie (21) in de sleuven (20) van het montagehulpstuk (4) geplaatst. Vanaf de tweede positie (22) zijn de verdikkingen (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) door het geleidingsoppervlak (18) gradueel naar het kanaal (25) en dus respectievelijk de eerste uitsparing (12) en de tweede uitsparing (13) geleid. Vanaf de derde positie (23) zijn de verdikkingen (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) respectievelijk in de eerste uitsparing (12) en de tweede uitsparing (13) geklikt en dus opgenomen.

De uitvoering stemt overeen met de tentzeilkoppeling en het montagehulpstuk (4) uit Figuur 1. Op Figuur 2 is zichtbaar hoe het geleidingsoppervlak (18) vanaf de tweede positie (22) tot aan de derde positie (23) gradueel dichter bij het kanaal (25) ligt. Het geleidingsoppervlak (18) dringt gedeeltelijk binnen in het kanaal (25).

De verdikkingen (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) worden door het schuiven van het montagehulpstuk (4) langs het vrouwelijke connectorprofiel (3) in de longitudinale richting (5) en in de door de pijl aangegeven zin door het geleidingsoppervlak (18) respectievelijk in de eerste uitsparing (12) en de tweede uitsparing (13) geklikt.

De uitvoering stemt overeen met de tentzeilkoppeling en het montagehulpstuk (4) uit Figuur 2. De posities van de doorsneden A-A, B-B, C-C en D-D zijn op de Figuur 2 aangegeven.

Op Figuur 3a zijn de verdikkingen (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) al respectievelijk in de eerste uitsparing (12) en de tweede uitsparing (13) geklikt. Het montagehulpstuk is al voorbij de lijn A-A in de longitudinale richting (5) en in de door de pijl op Figuur 2 aangegeven zin langs het vrouwelijke connectorprofiel geschoven. Op Figuur 3A is duidelijk zichtbaar dat de verdikkingen (6) aan de eerste zijden (8) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) verzinkingen (24) voor het ontvangen van de weerhaken (14) omvatten.

Op Figuur 3b zijn de verdikkingen (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) ook al respectievelijk in de eerste uitsparing (12) en de tweede uitsparing (13) geklikt, maar is het montagehulpstuk (4) nog omheen het vrouwelijke connectorprofiel (3). Het eerste mannelijke — connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) strekken zich doorheen de sleuven (20) van het langwerpige lichaam (17) van het montagehulpstuk (4) uit. Op Figuur 3b is eveneens duidelijk zichtbaar hoe het geleidingsoppervlak (18) gedeeltelijk tot in het kanaal (25) is binnengedrongen en daardoor de verdikkingen (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) respectievelijk tot in de eerste uitsparing (12) en de tweede uitsparing (13) geleid hebben.

Op Figuur 3c strekken het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) strekken zich doorheen de sleuven (20) van het langwerpige lichaam (17) van het montagehulpstuk (4) uit. De verdikkingen (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) zijn al gedeeltelijk door het geleidingsoppervlak (18) naar het kanaal en dus respectievelijk de eerste uitsparing (12) en de tweede uitsparing (13) geleid, maar zijn er nog niet in geklikt.

Op Figuur 3D zijn de verdikkingen (6) van het eerste mannelijke connectorprofiel (1) en het tweede mannelijke connectorprofiel (2) nog niet in de sleuven (20) van het langwerpige lichaam (17) van het montagehulpstuk (4) geplaatst. Het montagehulpstuk is nog niet ver genoeg in de longitudinale richting (5) en in de door de pijl op Figuur 2 aangegeven zin langs het vrouwelijke connectorprofiel geschoven.

De genummerde elementen in de figuren zijn: 1 Eerste mannelijk connectorprofiel 2 Tweede mannelijk connectorprofiel 3 Vrouwelijk connectorprofiel 4 Montagehulpstuk 5 Longitudinale richting 6 Verdikking 7 Parallelle benen 8 Eerste zijde van mannelijk connectorprofiel 9 Tweede zijde van mannelijk connectorprofiel 10 Eerste zijwand van vrouwelijk connectorprofiel 11 Tweede zijwand van vrouwelijk connectorprofiel 12 Eerste uitsparing 13 Tweede uitsparing 14 Flexibele weerhaken 15 Eerste einde 16 Tweede einde 17 Langwerpig lichaam 18 Geleidingsoppervlak 19 Geleidingswieltjes 20 Sleuf 21 Eerste positie 22 Tweede positie 23 Derde positie 24 Verzinking 25 Kanaal

Claims

CONCLUSIES

1. Tentzeilkoppeling voor waterdichte koppeling van tentzeilen, omvattende een eerste mannelijk connectorprofiel en een tweede mannelijk connectorprofiel, waarbij het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel zich in een longitudinale richting uitstrekken, waarbij het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel aan een eerste zijde een verdikking omvatten, en waarbij de verdikking van het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel zich over de volledige eerste zijde van respectievelijk het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel in de genoemde longitudinale richting uitstrekt, waarbij de tentzeilkoppeling een vrouwelijk connectorprofiel omvat, waarbij het vrouwelijke connectorprofiel zich in de genoemde longitudinale richting uitstrekt, waarbij het vrouwelijke connectorprofiel in een eerste zijwand een eerste uitsparing voor het opnemen van de verdikking van het eerste mannelijke connectorprofiel en in een tweede tegenoverliggende zijwand een tweede uitsparing voor het opnemen van de verdikking van het tweede mannelijke connectorprofiel omvat, waarbij de eerste en de tweede uitsparing zich respectievelijk over de volledige eerste en tweede zijwand van het vrouwelijke connectorprofiel in de genoemde longitudinale richting uitstrekken, , met het kenmerk, dat de verdikking aan de eerste zijden van het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel een driehoekige doorsnede met afgeronde top heeft.

2. Tentzeilkoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel aan een tweede zijde, liggend tegenover de eerste zijde, twee parallelle benen omvat, waarbij de verdikking aan de eerste zijde en de twee parallelle benen aan de tweede zijde zich in eenzelfde vlak uitstrekken.

3. Tentzeilkoppeling volgens één der voorgaande conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het vrouwelijke connectorprofiel omheen de uitsparing flexibele weerhaken omvat.

4. Tentzeilkoppeling volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede mannelijke connectorprofiel uit PVC vervaardigd zijn.

5. Tentzeilkoppeling volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het vrouwelijke connectorprofiel uit een thermoplastisch elastomeer vervaardigd is.

6. Samengesteld tentzeil voor waterdichte afdichting van een tent, omvattende een veelvoud aan tentzeilen, met het kenmerk, dat het veelvoud aan tentzeilen met behulp van een tentzeilkoppeling volgens één der voorgaande conclusies 1-5 aan elkaar gekoppeld is.

7. Samengesteld tentzeil volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat aan twee tegenoverliggende randen van ieder tentzeil een mannelijk connectorprofiel is gelast.

8. Montagehulpstuk voor waterdicht koppelen van tentzeilen, omvattende een langwerpig lichaam, met het kenmerk, dat het langwerpige lichaam een kanaal voor het ontvangen van een vrouwelijk connectorprofiel van een tentzeilkoppeling omvat, waarbij het kanaal zich volgens een longitudinale richting van een eerste einde naar een tweede einde van het langwerpige lichaam doorheen het langwerpige lichaam uitstrekt, waarbij het langwerpige lichaam aan twee tegenoverliggende zijwanden van het kanaal vanaf een eerste positie, gelegen tussen het eerste einde en het tweede einde een sleuf doorheen het langwerpige lichaam omvat, waarbij de sleuf zich vanaf de eerste positie tot aan het tweede einde uitstrekt en waarbij de sleuf vanaf een tweede positie, gelegen tussen de eerste positie en het tweede einde, aan de twee tegenoverliggende zijwanden van het kanaal een geleidingsoppervlak voor het geleiden van een verdikking van een mannelijk connectorprofiel omvat, waarbij het geleidingsoppervlak vanaf de tweede positie tot aan een derde positie, gelegen tussen de tweede positie en het tweede einde, gradueel dichter bij het kanaal ligt en waarbij het geleidingsoppervlak op de derde positie minstens het kanaal raakt.

9, Montagehulpstuk volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het montagehulpstuk aan een oppervlak, evenwijdig met de sleuven, geleidingswieltjes voor het geleiden van het montagehulpstuk over een dakspant omvat.

10. Montagehulpstuk volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het montagehulpstuk een trekoog omvat.

11. Werkwijze voor waterdicht koppelen van tentzeilen, omvattende het trekken van minstens twee tentzeilen met behulp van touwen over een tentgeraamte en het koppelen van de minstens twee tentzeilen, met het kenmerk, dat de minstens twee tentzeilen met behulp van een tentzeilkoppeling volgens één der voorgaande conclusies 1-5 aan elkaar gekoppeld worden.

12.Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het vrouwelijk connectorprofiel met behulp van een touw over het tentgeraamte getrokken wordt, waarbij geen enkel mannelijk connectorprofiel van twee naastliggende tentzeilen in het vrouwelijke connectorprofiel gekoppeld is.

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de mannelijke connectorprofielen van twee naastliggende tentzeilen met behulp van een montagehulpstuk volgens één der voorgaande conclusies 8-10 in het vrouwelijke connectorprofiel gekoppeld worden.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het montagehulpstuk met behulp van een touw over het geraamte van de tent getrokken wordt.