BE1029569B1 - Scherm voor het afschermen van een ketting of een riem en elektrische fiets voorzien van een dergelijk scherm - Google Patents

Scherm voor het afschermen van een ketting of een riem en elektrische fiets voorzien van een dergelijk scherm Download PDF

Info

Publication number
BE1029569B1
BE1029569B1 BE20215530A BE202105530A BE1029569B1 BE 1029569 B1 BE1029569 B1 BE 1029569B1 BE 20215530 A BE20215530 A BE 20215530A BE 202105530 A BE202105530 A BE 202105530A BE 1029569 B1 BE1029569 B1 BE 1029569B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
belt
chain
screen
motor housing
shield
Prior art date
Application number
BE20215530A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029569A1 (nl
Inventor
Dirk Vens
Original Assignee
Curana Invest Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Curana Invest Bv filed Critical Curana Invest Bv
Priority to BE20215530A priority Critical patent/BE1029569B1/nl
Publication of BE1029569A1 publication Critical patent/BE1029569A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029569B1 publication Critical patent/BE1029569B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62MRIDER PROPULSION OF WHEELED VEHICLES OR SLEDGES; POWERED PROPULSION OF SLEDGES OR SINGLE-TRACK CYCLES; TRANSMISSIONS SPECIALLY ADAPTED FOR SUCH VEHICLES
    • B62M6/00Rider propulsion of wheeled vehicles with additional source of power, e.g. combustion engine or electric motor
    • B62M6/40Rider propelled cycles with auxiliary electric motor
    • B62M6/55Rider propelled cycles with auxiliary electric motor power-driven at crank shafts parts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62JCYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
    • B62J13/00Guards for chain, chain drive or equivalent drive, e.g. belt drive
    • B62J13/02Guards for chain, chain drive or equivalent drive, e.g. belt drive shielding only the upper run of the chain or the like

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Power-Operated Mechanisms For Wings (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft enerzijds een elektrische fiets met een elektrische motor (2), een motorbehuizing (3), een aandrijftandwiel (7) waarover een ketting of riem (12) loopt om de rotatie van het aandrijftandwiel (7) over te brengen op een wiel (29), en een rechtstreeks aan de motorbehuizing (3) bevestigd scherm voor het afschermen van de ketting of riem, zo uitgevoerd dat het een ééndelig schermelement (16) is en dat het aandrijftandwiel (7) tegenover de motorbehuizing (3) kan bevestigd worden nadat het schermelement (16) aan de motorbehuizing (3) bevestigd is, en betreft anderzijds een zo uitgevoerd scherm.

Description

Scherm voor het afschermen van een ketting of een riem en elektrische fiets voorzien van een dergelijk scherm
Deze uitvinding betreft een elektrische fiets omvattende een elektrische motor met een motorbehuizing, een roteerbaar aandrijftandwiel dat tegenover de motorbehuizing bevestigd is en dat voorzien is om door de motor aangedreven te worden, een over het aandrijftandwiel lopende ketting of riem om de rotatie van het aandrijftandwiel over te brengen op een wiel van de fiets, en een aan de motorbehuizing bevestigd scherm om de ketting of de riem minstens over een gedeelte van zijn lengte af te schermen.
Deze uitvinding betreft ook een dergelijk scherm om de ketting of de riem van een elektrische fiets minstens over een gedeelte van zijn lengte af te schermen, hetwelk voorzien is om aan de behuizing van een aan de fiets bevestigde elektrische motor, tegenover een aandrijftandwiel van de fiets, bevestigd te worden.
In deze octrooiaanvraag worden de termen ‘boven’ en ‘onder’ gebruikt om te verwijzen naar de relatieve posities van bepaalde onderdelen van de fiets. Daarbij wordt aangenomen dat de onderdelen in hun normale werkpositie op of aan de fiets bevestigd zijn en dat de fiets met het frame in een verticaal rechtopstaande positie staat met de wielen op een horizontaal oppervlak.
In deze octrooiaanvraag moeten de woorden ‘ketting of riem’ in ruime zin begrepen worden als “eender welk element voor het overbrengen van een koppel tussen een aandrijftandwiel en een wiel van een elektrische fiets, waarbij dit element onder meer een ketting of een riem kan zijn.” Analoog wordt met ‘scherm om de ketting of riem af te schermen’ in deze octrooiaanvraag bedoeld: ‘een scherm voor het afschermen van een element voor het overbrengen van een koppel tussen een aandrijftandwiel en een wiel van een elektrische fiets, waarbij dit element onder meer een ketting of een riem kan zijn.’ Een dergelijk scherm wordt in deze octrooiaanvraag ook verkort aangeduid met de term ‘kettingscherm’.
In deze octrooiaanvraag moet de term ‘motorbehuizing’ geïnterpreteerd worden als ‘de één of meerdere onderdelen die de elektrische motor minstens gedeeltelijk omhullen of bedekken. Zo wordt met deze term in de eerste plaats bedoeld: het omhullende onderdeel van de motor dat een inwendige ruimte omsluit waarin de technische componenten van de elektrische motor zich bevinden. Maar ook elk bedekkend of omhullend element dat eventueel aan of tegen of omheen het genoemde omhullende onderdeel van de motor voorzien is, zoals bijvoorbeeld een dekplaat of een afdekkap of een frame waarmee het uitzicht van de motor wordt gewijzigd, moet volgens deze octrooiaanvraag aanzien worden als deel van de motorbehuizing.
Gekende elektrische fietsen omvatten een frame met daaraan roteerbaar bevestigde wielen waarvan één wiel voorzien is om door middel van een elektrisch aandrijfbaar aandrijfmechanisme geroteerd te worden. Het aandrijfmechanisme omvat daarvoor een aandrijftandwiel dat omheen een met het frame verbonden as roteerbaar is door middel van een stel trappers, een tandwiel dat op de as van het wiel bevestigd is en solidair met dit wiel kan meedraaien, en een ketting of een riem die over het aandrijftandwiel en het genoemde tandwiel loopt om het door middel van de trappers gegenereerde aandrijfkoppel op het wiel over te brengen. Het aandrijfmechanisme omvat ook een elektrische motor die voorzien is om eveneens een aandrijfkoppel te genereren en over te brengen op het aandrijftandwiel en een oplaadbare batterij die voorzien is om de motor van elektrische stroom te voorzien. De batterij is op gekende wijze afneembaar aan de fiets bevestigd of uitneembaar opgenomen in een aan de fiets bevestigde of in een onderdeel ervan geïntegreerde batterijruimte. De motor levert daarbij een aandrijfkoppel dat het met de trappers gegenereerde aandrijfkoppel ondersteunt.
Bij veel gekende elektrische fietsen wordt de ketting of de riem afgeschermd door middel van een scherm, om bevuiling van kledij en verwondingen van de fietser door de ronddraaiende ketting of riem en/of het roterende aandrijftandwiel te voorkomen. Deze afscherming voorkomt bijvoorbeeld dat iemand met een vinger tussen de tanden van het roterende aandrijftandwiel en de ketting of de riem kan terechtkomen en zich hierdoor ernstig kan verwonden.
De elektrische motor is meestal aan het frame bevestigd in de nabijheid van de as van het aandrijftandwiel. Hierdoor kan het door de motor-as geleverde aandrijfkoppel gemakkelijk, met eenvoudige verbindingsmiddelen, op de as van het aandrijftandwiel overgebracht worden. Het aandrijftandwiel wordt dan ook meestal tegenover de behuizing van de motor bevestigd met een kleine tussenafstand in de breedterichting, zijnde de richting volgens de aslijn van het aandrijftandwiel.
Omdat het scherm in een zodanige positie aan de fiets moet bevestigd worden dat het de ketting of de riem ter hoogte van het aandrijftandwiel afschermt, is de buitenwand van de motorbehuizing ook de meest geschikte bevestigingsplaats voor het scherm.
De bestaande schermen voor het afschermen van een ketting of een riem van een elektrische fiets zijn zo uitgevoerd zijn dat het aandrijftandwiel altijd eerst moet bevestigd worden, en pas daarna het scherm. Het oppervlak van de naar het aandrijftandwiel gerichte buitenwand van de motorbehuizing is niet veel groter dan het aandrijftandwiel. Eens het aandrijftandwiel bevestigd is, is deze buitenwand bijgevolg niet meer voldoende bereikbaar om het scherm er nog gemakkelijk aan te kunnen bevestigen. Daarom wordt bij de gekende elektrische fietsen gebruik gemaakt van een tussenelement dat vóór het bevestigen van het aandrijftandwiel aan de motorbehuizing wordt bevestigd, en dat zelf ook bevestigingselementen voor het bevestigen van het scherm omvat die na het bevestigen van het aandrijftandwiel wel nog goed bereikbaar zijn en een vlotte bevestiging van het scherm toelaten. Vooraleer het aandrijftandwiel bevestigd wordt, wordt een dergelijk tussenelement aan de motorbehuizing bevestigd.
Nadat het aandrijftandwiel bevestigd is wordt het scherm aan de goed bereikbare bevestigingselementen van het tussenstuk bevestigd.
In een eerste gekende uitvoeringsvorm is zo’n tussenstuk uitgevoerd als een metalen beugel die omheen de aandrijfas van het aandrijftandwiel aan de motorbehuizing bevestigd wordt door middel van schroeven. Deze beugel bevat bevestigingslippen die zich volgens de richting van de as uitstrekken tot voorbij het nadien te bevestigen aandrijftandwiel. In deze bevestigingslippen zijn bijvoorbeeld openingen voorzien.
Nadat het aandrijftandwiel op de aandrijfas bevestigd is wordt het scherm door middel van schroeven die in de openingen ingrijpen aan het tussenstuk bevestigd. Om deze beugel te laten passen op zoveel mogelijk verschillende uitvoeringen van motoren met behuizingen met onregelmatige vormen en weinig plaats in de breedterichting tussen de motorbehuizing en het aandrijftandwiel, moeten complexe vormen gemaakt worden uit metaal. Dit vereist meerdere bewerkingen en is vrij duur.
Een tweede gekende uitvoeringsvorm van zo’n tussenstuk wordt beschreven in
DE 20 2015 103 692 U1 en is uitgevoerd als een ringvormige aansluitflens uit kunststof met uitsteeksels die in overeenkomstige openingen in de motorbehuizing kunnen ingrijpen. Ook dit is een complex element met een vrij hoge productiekost. Vooraleer het aandrijftandwiel bevestigd wordt, wordt de aansluitflens door het inbrengen van de genoemde uitsteeksels in hun overeenkomstige openingen aan de motorbehuizing vastgemaakt. Daarna wordt het aandrijftandwiel op zijn as bevestigd en tenslotte wordt het kettingscherm zelf aan de aansluitflens vastgemaakt.
De gekende elektrische fietsen hebben dus enerzijds het nadeel dat het bevestigen van het kettingscherm in twee stappen moet gebeuren, en dus nogal omslachtig en tijdrovend is. Anderzijds moet voor de bevestiging van het scherm een afzonderlijk tussenstuk geproduceerd worden dat zelf ook vrij complex is en door middel van afzonderlijke bevestigingsmiddelen moet bevestigd worden. De productiekosten voor het produceren van dit fietsonderdeel en alle noodzakelijke toebehoren zijn hierdoor ook relatief hoog.
Het doel van deze uitvinding is te verhelpen aan deze nadelen door te voorzien in een scherm voor het afschermen van de ketting of de riem van een elektrische fiets, en door te voorzien in een elektrische fiets voorzien van een dergelijk scherm, waarbij enerzijds de kosten voor de productie van het scherm en alle nodige elementen voor het bevestigen ervan gereduceerd worden, en waarbij anderzijds het bevestigen van het scherm aan de fiets ook gemakkelijker is en sneller kan uitgevoerd worden.
Deze doelstelling wordt bereikt door te voorzien in een elektrische fiets met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving aangeduide kenmerken waarbij, volgens deze uitvinding, het scherm een ééndelig schermelement is dat zo uitgevoerd is dat het aandrijftandwiel tegenover de motorbehuizing kan bevestigd worden nadat het 5 schermelement aan de motorbehuizing is bevestigd.
Er moet nog slechts één enkel ééndelig element met een bijzondere vormgeving geproduceerd worden, nl. het scherm zelf. De bevestigingsmiddelen kunnen eenvoudige bevestigingsmiddelen zijn zoals bv. schroeven of bouten of vervormbare klik-elementen, die het schermelement dwarsen en in de buitenwand van de motorbehuizing ingrijpen.
De productiekosten m.b.t. dit fietsonderdeel worden hierdoor sterk gereduceerd. Het bevestigen van het scherm kan nu in één keer uitgevoerd worden vooraleer het aandrijftandwiel wordt bevestigd. Dit is nu ook heel wat eenvoudiger en sneller uitvoerbaar.
Bij voorkeur is het ééndelig element hoofdzakelijk uit kunststof en/of metaal vervaardigd of uit een materiaal dat minstens gedeeltelijk uit kunststof is samengesteld, zoals bv. een composietmateriaal of een sandwichmateriaal dat samengesteld is uit twee of meer metaallagen die door tussenliggende kunststoflagen van elkaar gescheiden zijn. Een ééndelig element uit kunststof kan aan een lage productiekost door spuitgieten vervaardigd worden.
De elektrische fiets volgens deze uitvinding kan gerealiseerd worden met de hoger aangeduide kenmerken in combinatie met elk van de hierna aangeduide kenmerken.
Daarbij wordt benadrukt dat, alhoewel dit hieronder niet uitdrukkelijk wordt vermeld, de uitvinding ook kan gerealiseerd worden met elke mogelijke combinatie van twee of meerdere van de hierna aangeduide kenmerken.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de elektrische fiets volgens deze uitvinding omvat het schermelement een opneemruimte voor het aandrijftandwiel die aan de van de motorbehuizing weg gerichte zijde open is.
Het schermelement omvat bijvoorbeeld een opneemruimte die toegankelijk is via een open zijde die een doorgang vormt met een zodanige vorm en afmetingen dat een aandrijftandwiel met een buitendiameter van minstens 60 mm, bij voorkeur minstens 100 mm, meer bij voorkeur minstens 200 mm, via de doorgang tot in de opneemruimte kan verplaatst worden volgens een bepaalde verplaatsingsrichting terwijl het aandrijftandwiel zich in een positie bevindt waarbij de flanken ervan zich in een vlak bevinden dat nagenoeg loodrecht staat op de verplaatsingsrichting.
Bij voorkeur heeft de doorgang een zodanige vorm en afmetingen dat een aandrijftandwiel met een buitendiameter die minstens 60 mm en hoogstens 260 mm is, via de doorgang tot in de opneemruimte kan verplaatst worden. Het in deze paragraaf genoemde aandrijftandwiel heeft bij voorkeur een maximale dikte, dwars op de flanken gemeten, die minstens 5 mm is en bij voorkeur minstens 5 mm en hoogstens 50 mm is.
De opneemruimte wordt bijvoorbeeld aan de achter het aandrijftandwiel gelegen zijde begrensd door de wand van de motorbehuizing terwijl het schermelement een afschermwand omvat die een zijdelingse begrenzing van de opneemruimte vormt. Deze zijdelingse begrenzing loopt dan bijvoorbeeld maar over een gedeelte van de omtrek van de opneemruimte.
Bij voorkeur is de genoemde open zijde zodanig dat het aandrijftandwiel, na het bevestigen van het scherm, volgens de richting van de aslijn van het aandrijftandwiel tot in de opneemruimte kan verplaatst worden om het tegenover de motorbehuizing te bevestigen. Met de asljn wordt bedoeld, de lengteas van de as waarop het aandrijftandwiel roteerbaar bevestigd wordt.
Bij voorkeur is de genoemde open zijde zodanig dat het aandrijftandwiel, na het bevestigen van het scherm, volgens de richting van de aslijn tot in de opneemruimte kan verplaatst worden terwijl het zich in een positie bevindt waarbij de flanken van het aandrijftandwiel nagenoeg loodrecht staan op de richting van de verplaatsing, en zo kan verplaatst worden tot in de bevestigingspositie, zijnde de positie waarin het aandrijftandwiel, zich tegenover de motorbehuizing in de opneemruimte bevindend, aan de fiets kan bevestigd worden.
Bij voorkeur bevindt zich slechts een gedeelte van het aandrijftandwiel in deze opneemruimte. De opneemruimte van het schermelement is bijvoorbeeld aan de naar de motorbehuizing gerichte zijde begrensd door een rugpaneel terwijl aan het rugpaneel, over een gedeelte van zijn omtrekrand, een zich van de motorbehuizing weg uitstrekkende afschermwand, zoals bijvoorbeeld een boord, gevormd is die de opneemruimte over een beperkt gedeelte van de omtrek van het rugpaneel zijdelings begrensd. Het aandrijftandwiel bevindt zich dan met een gedeelte in de zo begrensde opneemruimte tegenover het rugpaneel, terwijl het aandrijftandwiel zich voorbij het gedeelte van de omtrekrand waaraan geen boord gevormd is, tot buiten de opneemruimte uitstrekt. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de elektrische fiets volgens deze uitvinding omvat het schermelement een afschermwand die de genoemde opneemruimte zijdelings begrenst en die de ketting of de riem afschermt.
De afschermwand heeft bij voorkeur een naar de bovenkant of de onderkant van de ketting of de riem gericht langwerpig schermoppervlak waarvan de lengteas het traject van de ketting of de riem volgt. Het naar de ketting of de riem gerichte schermoppervlak heeft daarbij bij voorkeur een dwarsrichting die zich volgens de breedterichting van de fiets (volgens de richting van de aslijn van het aandrijftandwiel) uitstrekt. Het scherm heeft bij voorkeur een tegen de motorbehuizing aansluitend rugpaneel en een zich vanaf dit rugpaneel van de motorbehuizing weg uitstrekkende afschermwand. De afschermwand neemt hierbij bijvoorbeeld de vorm aan van de hoger genoemde boord.
De afschermwand volgt daarbij bijvoorbeeld een gebogen traject die de buitenrand van het aandrijftandwiel over een gedeelte van de omtrek van het aandrijftandwiel volgt.
De afschermwand bevindt zich daarbij bij voorkeur hoofdzakelijk boven minstens een gedeelte van de lengte van het gedeelte van de ketting of de riem die in samenwerking is met het aandrijftandwiel. De afschermwand bevindt zich bij voorkeur ook minstens boven de gehele breedte van de ketting of de riem.
De afschermwand heeft bij voorkeur een gebogen verloop dat de omtrek van het aandrijftandwiel volgt. De afschermwand volgt daarbij bij voorkeur een cirkelboog- traject op een tussenafstand verwijderd van de omtrek van het aandrijftandwiel
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de elektrische fiets volgens deze uitvinding is de ketting of de riem een over het aandrijftandwiel lopend gesloten element met een bovenste deel en een onderste deel dewelke zich volgens respectievelijke boven elkaar gelegen looplijnen vanaf het aandrijftandwiel naar het aangedreven wiel van de fiets toe uitstrekken, waarbij het schermelement het bovenste deel van de ketting of de riem, minstens over een gedeelte van zijn lengte, aan de bovenzijde afschermt. In een andere uitvoeringsvorm schermt het schermelement het bovenste deel van de gesloten ketting of de riem, minstens over een gedeelte van zijn lengte, alleen aan de onderzijde af. In nog een andere uitvoeringsvorm schermt het schermelement het bovenste deel van de gesloten ketting of de riem, minstens over een gedeelte van zijn lengte, zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde af.
De gesloten ketting of riem loopt bij voorkeur zowel over het aandrijftandwiel als over het tandwiel dat aan het wiel van de fiets voorzien is.
Bij voorkeur heeft de afschermwand een zich boven het bovenste deel van de ketting of de riem lopend deel dat een nagenoeg rechtlijnig traject volgt en een daarop aansluitend deel dat het zich op het aandrijftandwiel bevindend deel van de ketting of de riem volgt volgens een hoofdzakelijk gebogen traject.
Elke afschermwand strekt zich minstens over de gehele breedte van de ketting of de riem boven of onder de ketting of de riem uit. Bij voorkeur is de afscherming breder dan de breedte van de ketting of de riem.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het schermelement een bovenste … afschermwand die boven de ketting of de riem loopt om de bovenzijde ervan af te schermen en/of een onderste afschermwand die onder de ketting of de riem loopt om de onderzijde ervan af te schermen, en is tussen elke afschermwand en de ketting of de riem een tussenafstand van hoogstens 10 mm, bij voorkeur hoogstens 8 mm, meer bij voorkeur hoogstens 6 mm, meest bij voorkeur hoogstens 4 mm voorzien.
De maximale tussenafstand van 10 mm is kleiner dan de vingerdikte van de meeste volwassenen. Hierdoor kunnen de vingers niet in deze tussenruimtes gekneld raken.
Door een tussenafstand te voorzien die kleiner is dan 10 mm, bv. kleiner dan 8 mm of 6 mm of zelfs kleiner dan 4 mm, kan men ook verhinderen dat kinderen met een vinger in deze tussenruimtes gekneld raken.
In een andere bijzondere uitvoeringsvorm zijn de hoger vermelde maximale tussenafstanden tussen de ketting of de riem en elke afschermwand alleen voorzien aan de voorste en/of de achterste rand van elke afschermwand, waarbij de voorste rand van de afschermwand de rand is die zich t.o.v. de tijdens het fietsen bewegende ketting of riem het meest stroomopwaarts bevindt, en de achterste rand van de afschermwand de rand is die zich t.o.v. de tijdens het fietsen bewegende ketting of riem het meest stroomafwaarts bevindt. Deze randen zijn bij voorkeur dwarsranden die nagenoeg loodrecht op de bewegingsrichting van de ketting of de riem gericht zijn.
In nog een andere bijzondere uitvoeringsvorm van de elektrische fiets omvat het scherm twee met een tussenafstand boven elkaar lopende afschermwanden die zich respectievelijk boven en onder het bovenste deel van de ketting of de riem uitstrekken en een doorgang vormen voor het bovenste deel van de ketting of de riem. Bij voorkeur zijn de tussenafstanden tussen de ketting of de riem en de beide afschermwanden, minstens aan de voorste en/of de achterste randen ervan, kleiner dan de vingerdikte van een volwassene of een kind, bij voorkeur kleiner dan 10 mm, meest bij voorkeur kleiner dan 6 mm. De termen ‘voorste rand’ en ‘achterste rand’ hebben in deze paragraaf dezelfde betekenis als in de voorgaande paragraaf.
In nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de elektrische fiets volgens deze uitvinding is de ketting of de riem een over het aandrijftandwiel lopend gesloten element met een bovenste deel en een onderste deel dewelke zich volgens respectievelijke boven elkaar gelegen looplijnen vanaf het aandrijftandwiel naar het wiel toe uitstrekken, waarbij het schermelement het bovenste deel van de ketting of de riem, minstens over een gedeelte van zijn lengte, aan de van de motorbehuizing weg gerichte zijde afschermt.
Als het schermelement de gesloten ketting of riem aan de bovenzijde en aan de onderzijde en ook aan de van de motorbehuizing weg gerichte zijde afschermt, vormen deze afschermingen, samen met de wand van de motorbehuizing of een rugpaneel van het schermelement, een tunnel voor de ketting of de riem. De genoemde afschermingen worden gevormd door wanden die gesloten kunnen zijn of gedeeltelijk open structuren kunnen zijn en die hierna worden aangeduid met de term ‘tunnelvormende wanden’.
Om de ketting of de riem op het aandrijftandwiel te kunnen plaatsen moet deze uiteraard in de tunnel kunnen gebracht worden. Bij sommige gesloten overbrengingselementen kan de gesloten lus op één plaats geopend worden om vervolgens het overbrengingselement door de tunnel te halen, en kan de lus daarna weer gesloten worden. Dit is zo bij een uit losmaakbare schakels samengestelde ketting.
Andere gesloten overbrengingselementen worden als ééndelig element geproduceerd zodat ze een gesloten lus vormen die niet kan geopend worden zonder het element onbruikbaar te maken. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een ééndelige riem uit kunststof.
Om bij gebruik van een schermelement dat de ketting of de riem aan de bovenzijde en aan de onderzijde en aan de van de motorbehuizing weg gerichte zijde afschermt, toch nog gesloten overbrengingselementen, zonder het openen ervan, te kunnen op het aandrijftandwiel plaatsen, is, in een andere bijzondere uitvoeringsvorm van deze uitvinding, het scherm zo uitgevoerd dat de afschermwanden een tunnel voor de ketting of de riem vormen met een in één of meerdere van de tunnelvormende wanden gevormde doorgang waarlangs het gesloten overbrengingselement in de genoemde tunnel kan gebracht worden.
In een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding is een afzonderlijk geproduceerd schermstuk afneembaar met het schermelement verbonden om de ketting of de riem,
minstens over een gedeelte van zijn lengte, aan de van de motorbehuizing weg gerichte zijde af te schermen.
Het schermstuk kan aan het schermelement bevestigd worden nadat het aandrijftandwiel bevestigd is en de ketting of de riem op het aandrijftandwiel geplaatst is. Het schermstuk kan daarna ook weer gemakkelijk verwijderd worden. Bij schermelementen die zo uitgevoerd zijn dat de ketting of de riem nog in samenwerking met het aandrijftandwiel (d.i. op het aandrijftandwiel aangrijpend) kan gebracht worden nadat het aandrijftandwiel in de opneemruimte op de aandrijfas is geplaatst, zorgt het verwijderen van het schermstuk ervoor dat de ketting of de riem gemakkelijker op het aandrijftandwiel kan geplaatst worden en terug kan verwijderd worden Daarbij moet opgemerkt worden dat bepaalde schermelementen echter zo uitgevoerd zijn dat de ketting of de riem niet meer in samenwerking met het aandrijftandwiel kan gebracht worden eens het aandrijftandwiel in de opneemruimte op de aandrijfas is geplaatst. Bij deze schermelementen moet de ketting of de riem eerst in samenwerking met het aandrijftandwiel gebracht worden en moet het aandrijftandwiel daarna, samen met de ermee in samenwerking zijnde ketting of riem, in de opneemruimte op de aandrijfas geplaatst worden.
Het schermstuk is bijvoorbeeld door spuitgieten uit kunststof vervaardigd. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn het schermstuk en het schermelement voorzien van overeenkomstige klik-verbindingsmiddelen.
In een uitvoeringsvorm waarbij de ketting of de riem een over het aandrijftandwiel lopend gesloten element is met een bovenste deel en een onderste deel dewelke zich volgens respectievelijke boven elkaar gelegen looplijnen vanaf het aandrijftandwiel naar het wiel toe uitstrekken, wordt de plaats waar het bovenste deel van de ketting of de riem tijdens het fietsen in samenwerking komt met het aandrijftandwiel hierna aangeduid met de term ‘tandwiel-aangrijpplaats’. In deze uitvoeringsvorm is het genoemde schermstuk bij voorkeur verbonden met het schermelement in een zodanige positie dat het de ketting of de riem afschermt over een afschermtraject dat zich uitstrekt vanaf een beginpunt dat zich, gezien volgens de voortbewegingsrichting van de ketting of de riem, vóór de tandwiel-aangrijpplaats bevindt tot een eindpunt dat zich in de nabijheid van de tandwiel-aangrijpplaats bevindt. Het beginpunt bevindt zich bij voorkeur, gezien volgens de voortbewegingsrichting van de ketting of de riem, minstens 1 cm, meer bij voorkeur minstens 2 cm, nog meer bij voorkeur minstens 2,5 cm, meest bij voorkeur minstens 3 cm voór de tandwiel-aangrijpplaats, Het eindpunt bevindt zich bij voorkeur, gezien volgens de voortbewegingsrichting van de ketting of de riem, hoogstens 1 cm vóór de tandwiel-aangrijpplaats, bij voorkeur naast de tandwiel- aangrijpplaats, meest bij voorkeur voorbij de tandwiel-aangrijpplaats.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het schermstuk een hoofdzakelijk gesloten wanddeel dat zich, in de aan het schermelement bevestigde toestand, ten opzichte van de ketting of de riem aan de van de motorbehuizing weg gerichte zijde bevindt en de ketting of de riem aan deze zijde afschermt. In een andere uitvoeringsvorm omvat het schermstuk ook een wanddeel dat, in de aan het schermelement bevestigde toestand, de ketting of de riem minstens gedeeltelijk ook aan de bovenzijde afschermt.
In een zeer voordelige uitvoeringsvorm omvat het aandrijftandwiel een van tanden voorziene omtrekrand en een volgens de omtrek lopende radiale wand die zich aan de van de motorbehuizing weg gerichte zijde van de genoemde tanden bevindt en zich minstens tot aan de bovenzijde van het met deze tanden in aangrijping zijnde deel van de ketting of de riem uitstrekt.
Hierdoor wordt het over het aandrijftandwiel lopend gedeelte van de ketting of de riem minstens over zijn volledige hoogte aan de van de motorbehuizing weg gerichte zijde afgeschermd. Met de bovenzijde van de van de met de tanden in aangrijping zijnde ketting of riem bedoelen we de zijde van het door de tanden meegenomen gedeelte van de ketting of de riem die het verst van de aslijn van het aandrijftandwiel verwijderd is.
Met de hoogte van de ketting of de riem wordt hier bedoeld, de afmeting van het over het aandrijftandwiel lopend gedeelte van de ketting of de riem, in een radiale richting van het aandrijftandwiel.
De genoemde radiale wand heeft een oppervlak dat zich bij voorkeur evenwijdig aan de flanken van het aandrijftandwiel uitstrekt. De radiale wand is bij voorkeur ringvormig en vormt een zich uit over de gehele omtrek van het aandrijftandwiel uitstrekkende gesloten wand.
In een meest voordelige uitvoeringsvorm van deze uitvinding is het ééndelig schermelement, tegen een wand van de motorbehuizing aansluitend, aan de motorbehuizing bevestigd.
Een dergelijk scherm neemt heel weinig plaats in in de breedterichting, de richting volgens de aslijn van het aandrijftandwiel, zodat het aandrijftandwiel ook met een kleine tussenafstand tegenover de motorbehuizing kan bevestigd worden. Deze compactheid in de breedterichting is ook vanuit esthetisch oogpunt wenselijk.
Het schermelement kan bijvoorbeeld op een plaats tegenover het aandrijftandwiel aan de motorbehuizing bevestigd zijn met minstens één bevestigingsmiddel dat het schermelement dwarst.
Het scherm is bij voorkeur aan de motorbehuizing bevestigd met één of meerdere bevestigingsmiddelen die tegenover het aandrijftandwiel aan een buitenwand van de motorbehuizing voorzien zijn.
Met de uitdrukking ‘tegenover het aandrijftandwiel’ wordt in deze octrooiaanvraag bedoeld: in een zone van een buitenwand van de motorbehuizing die begrensd wordt door de loodrechte projectie van de buitenste omtreklijn van het aandrijftandwiel op de buitenwand van de motorbehuizing, waarbij de loodrechte projectie gebeurt volgens de richting van de aslijn van het aandrijftandwiel.
Het bevestigingsmiddel omvat bijvoorbeeld schroefdraad die samenwerkt met complementaire schroefdraad van een aan of in de motorbehuizing voorzien koppelmiddel. Het bevestigingsmiddel kan een schroef of een bout zijn, terwijl het koppelmiddel bijvoorbeeld een van complementaire schroefdraad voorziene opening is in de naar het aandrijftandwiel gerichte wand van de motorbehuizing. Het bevestigingsmiddel kan ook een eerste klikverbindingsmiddel zijn dat samenwerkt met een complementair tweede klikverbindingsmiddel dat aan of in deze wand van de motorbehuizing is voorzien.
In zijn meest voordelige uitvoeringsvorm omvat de elektrische fiets bij voorkeur een ééndelig schermelement dat door spuitgieten hoofdzakelijk uit kunststof is vervaardigd.
De hoger vermelde doelstelling van deze uitvinding wordt eveneens bereikt door te voorzien in een scherm met de in de tweede paragraaf van deze beschrijving vermelde kenmerken, waarbij het scherm een ééndelig schermelement is dat zo uitgevoerd is dat het aandrijftandwiel tegenover het schermelement kan bevestigd worden nadat het schermelement aan de fiets is bevestigd.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het schermelement een opneemruimte voor het aandrijftandwiel, en is deze opneemruimte minstens gedeeltelijk open zodat het aandrijfwiel in de opneemruimte kan gebracht worden nadat het schermelement aan de fiets is bevestigd.
Het schermelement omvat bijvoorbeeld een opneemruimte die toegankelijk is via een open zijde die een doorgang vormt met een zodanige vorm en afmetingen dat een aandrijftandwiel met een buitendiameter van minstens 60 mm, bij voorkeur minstens 100 mm, meer bij voorkeur minstens 200 mm, via de doorgang tot in de opneemruimte kan verplaatst worden volgens een bepaalde verplaatsingsrichting terwijl het aandrijftandwiel zich in een positie bevindt waarbij de flanken ervan zich in een vlak bevinden dat nagenoeg loodrecht staat op de verplaatsingsrichting. Bij voorkeur heeft de doorgang een zodanige vorm en afmetingen dat een aandrijftandwiel met een buitendiameter die minstens 60 mm en hoogstens 260 mm is, via de doorgang tot in de opneemruimte kan verplaatst worden. Het in deze paragraaf genoemde aandrijftandwiel heeft bij voorkeur een maximale dikte, dwars op de flanken gemeten, die minstens 5 mm is en bij voorkeur minstens 5 mm en hoogstens 50 mm is.
Met de buitendiameter van het aandrijftandwiel bedoelen we in deze octrooiaanvraag de diameter van de omgeschreven cirkel van het tandwiel, of, anders gezegd, de diameter van de kleinst mogelijke cirkelvormige opening waardoor het tandwiel kan verplaatst worden in een positie met de flanken loodrecht op de verplaatsingsrichting, bij voorkeur met de flanken evenwijdig met het vlak van de opening en een verplaatsingsrichting loodrecht op het vlak van de opening.
Het schermelement omvat bijvoorbeeld een rugpaneel met een voorzijde die de genoemde opneemruimte begrenst en een achterzijde die voorzien is om tegen een oppervlak van een elektrische fiets bevestigd te worden, terwijl deze opneemruimte een zich tegenover de voorzijde van het rugpaneel bevindende open zijde omvat die een doorgang vormt waarlangs de opneemruimte toegankelijk is om er een aandrijftandwiel inte brengen.
Aan het rugpaneel is bijvoorbeeld, over een gedeelte van zijn omtrekrand, een zich van de motorbehuizing weg uitstrekkende boord gevormd die de opneemruimte over een beperkt traject zijdelings begrensd.
De genoemde verplaatsingsrichting is bij voorkeur nagenoeg loodrecht op een vlak dat de genoemde voorzijde van het rugpaneel bevat. Het aandrijftandwiel kan dan volgens deze verplaatsingsrichting gemakkelijk in de opneemruimte gebracht worden in een positie waarbij het kan bevestigd worden op een aandrijfas die zich volgens deze verplaatsingsrichting uitstrekt.
Het rugpaneel omvat bijvoorbeeld ook bevestigingsmiddelen, zoals bv. dwarsende openingen of gleuven voor schroeven of bouten e.d. of klikverbindingsmiddelen, om het schermelement aan een fietsonderdeel te bevestigen. Het schermelement wordt dan bij voorkeur tegen het fietsonderdeel aansluitend, bij voorkeur tegen een flank van de elektrische motor van een elektrische fiets aansluitend, bevestigd. In het rugpaneel kan er ook een opening of een uitsparing voorzien zijn voor het doorlaten van de aandrijfas van een elektrische fiets.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het schermelement een afschermwand die de genoemde opneemruimte zijdelings begrenst en die voorzien is om de ketting of de riem af te schermen. Deze afschermwand is bij voorkeur voorzien om zich minstens over de gehele breedte van een ketting of een riem boven en/of onder de ketting of de riem uit te strekken. Deze afschermwand is bijvoorbeeld gevormd door de hoger genoemde boord.
In een andere bijzondere uitvoeringsvorm is het schermelement afneembaar verbonden meteen afzonderlijk geproduceerd schermstuk zodat het schermstuk een aanvullende afscherming van de voorzijde van de ketting of de riem vormt. In de verbonden toestand bevindt het schermstuk zich bij voorkeur in of tegenover de hoger genoemde doorgang in een positie waarbij het de doorgang verkleint. Het schermstuk bevindt zich dan bij voorkeur in een vlak dat nagenoeg evenwijdig is met het vlak van de voorzijde van het rugpaneel. Het schermelement heeft in een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm zowel een afschermwand met één of meerdere van de hoger aangeduide kenmerken als een afneembaar ermee verbonden afschermstuk.
Het schermelement is bij voorkeur door spuitgieten uit kunststof vervaardigd.
De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende meer gedetailleerde beschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm van een elektrische fiets volgens deze uitvinding. Daarbij wordt benadrukt dat de beschreven elektrische fiets slechts een voorbeeld is van het algemene principe van de uitvinding en dus geenszins kan aanzien worden als een beperking van de draagwijdte van de bescherming.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarvan =» figuur 1 een zijaanzicht is van een gedeelte van een elektrische fiets volgens deze uitvinding, waarvan het aandrijftandwiel, de aandrijfriem en het ééndelig schermelement verwijderd zijn; =» figuur 2 een zijaanzicht is van het op figuur 1 voorgestelde gedeelte van de fiets, nadat het schermelement aan de motorbehuizing werd bevestigd; =» figuur 3 een zijaanzicht is van het op figuur 2 voorgestelde gedeelte van de fiets nadat ook het aandrijftandwiel en de trappers eraan bevestigd werden;
=» figuur 4 een zijaanzicht is van het op figuur 3 voorgestelde gedeelte van de fiets, nadat ook het schermstuk aan het schermelement bevestigd werd; =» figuur5 een perspectief-voorstelling is van het op figuur 4 voorgestelde gedeelte van de fiets volgens deze uitvinding, waarvan de trapper, het schermstuk, het aandrijftandwiel, de aandrijfriem en het ééndelig schermelement in uiteengenomen toestand zijn voorgesteld.
De op de tekeningen voorgestelde elektrische fiets omvat een frame (1) waaraan een elektrische motor (2) met een behuizing (3) bevestigd is. Een roteerbare aandrijfas (5) steekt uit doorheen de tegenoverliggende wanden (4) van de motorbehuizing (3). Beide uitstekende delen van de aandrijfas (5) hebben respectievelijke einddelen (5b) met een veelhoekig dwarsprofiel dewelke voorzien zijn om er een kruk (6) van een respectievelijke trapper op aan te brengen. Op de tekeningen zijn de genoemde delen (4), (5b), (6) enkel zichtbaar aan de zijde waar het aandrijftandwiel (7) zal bevestigd worden. Deze zijde wordt hierna ook de voorzijde van de motorbehuizing (3) genoemd.
De fietser kan via de trappers een koppel ontwikkelen dat op de aandrijfas (5) overgebracht wordt. De as van de elektrische motor (2) is op gekende wijze verbonden met de aandrijfas (5) zodat ook het door de motor (2) gegenereerde koppel op de aandrijfas (5) wordt overgebracht.
Het deel van de aandrijfas (5) dat uitsteekt doorheen de wand (4) aan de voorzijde van de behuizing (3) omvat ook een uitwendige vertanding (5a) die voorzien is om samen te werken met een overeenkomstige inwendige vertanding in een boring (9) van het aandrijftandwiel (7).
Bij het samenstellen van de elektrische fiets wordt eerst een ééndelig schermelement (16) aan de voorzijde van de motorbehuizing (3) bevestigd. Dit schermelement (16) is voorzien om een gedeelte van de later op het aandrijftandwiel (7) te plaatsen aandrijfriem (12) af te schermen. Dit is vooral om te voorkomen dat een persoon zich door contact met de bewegende aandrijfriem (12) en/of met het roterende aandrijftandwiel (7) zou kunnen verwonden. Het schermelement (16) is door spuitgieten als één geheel uit kunststof vervaardigd. Het omvat een basisdeel (17) dat uitgevoerd is als een gesloten wand met dieper gelegen delen zodat het goed aansluit tegen het oppervlak van de wand (4) aan de voorzijde van de motorbehuizing (3). In dit basisdeel (17) zijn twee langwerpige boogvormige dwarsende openingen (17a) voorzien. In de wand (4) aan de voorzijde van de behuizing (3) zijn twee boringen (4a) met schroefdraad voorzien. Het schermelement (16) wordt bevestigd door twee bouten (27) die zich doorheen de respectievelijke openingen (17a) uitstrekkend in de boringen (4a) van de behuizing (3) te schroeven. Doordat de openingen (17a) langwerpig en boogvormig zijn kan het schermelement (16) geroteerd worden om de positie ervan te wijzigen, terwijl de bouten (27) doorheen de openingen (17a) in de boringen (4a) zitten.
Aan de rand van het basisdeel (17) is er een langwerpige boord (19) met een gelijkmatige breedte gevormd, dewelke zich in de dwarsrichting (D) uitstrekt in een richting die nagenoeg loodrecht staat op het basisdeel (17). In de lengterichting (L) gezien heeft de boord (19) een eerste gedeelte (19a) dat hoofdzakelijk rechtlijnig is en een daarop aansluitend tweede gedeelte (19b) dat een cirkelboogvormig traject volgt. De ruimte die enerzijds begrensd wordt door het basisdeel (17) en anderzijds bovenaan en zijdelings door de zich dwars op het basisdeel (17) uitstrekkende boord (19) is een opneemruimte (18) voor het aandrijftandwiel (7).
Vervolgens wordt het aandrijftandwiel (7) bevestigd in de genoemde opneemruimte (18) van het schermelement (16). Dit aandrijftandwiel (7) heeft een omtrekrand (7a) voorzien van tanden en twee flanken (7b). In de dwarsrichting loodrecht op de flanken (7b) is het aandrijftandwiel (7) hoofdzakelijk open. In een centraal gedeelte is er een boring (9) voorzien die zich volgens de dwarsrichting uitstrekt en waarin een inwendige vertanding is voorzien die complementair is met de uitwendige vertanding (5a) van de aandrijfas (5). Het aandrijftandwiel (7) omvat ook een zich aan de omtrek bevindende ringvormige rand (8) die zich in radiale richting uitstrekt en zich over de gehele omtrek uitstrekt tot voorbij de bovenzijde (13a) van het op het aandrijftandwiel lopend deel (13) van de aandrijfriem (12).
Het aandrijftandwiel (7) wordt, met de aandrijfas (5) in de boring (9) zittend, aan de motorbehuizing (3) bevestigd door een bevestigingsring (10) met inwendige schroefdraad op het daarvoor van overeenkomende schroefdraad voorziene einddeel (5b) van de aandrijfas (5) vast te draaien. In deze bevestigde toestand zorgen de respectievelijke op elkaar ingrijpende vertandingen (5a), (9) van de aandrijfas (5) en het aandrijftandwiel (7) ervoor dat het koppel van de aandrijfas (5) op het aandrijftandwiel (7) wordt overgebracht.
Afhankelijk van de afmetingen van de aandrijfriem (12) en de afmetingen van de vrije ruimte tussen de omtrekrand (7a) van het aandrijftandwiel (7) en de boord (19) van het schermelement (16) moet de aandrijfriem (12) op het aandrijftandwiel (7) aangebracht worden vooraleer het aandrijftandwiel (7) op de aandrijfas (5) wordt geplaatst, of kan de aandrijfriem (12) nog op het aandrijftandwiel (7) aangebracht worden nadat het aandrijftandwiel (7) op de aandrijfas (5) is geplaatst.
De aandrijfriem (12) is uitgevoerd als een ononderbroken gesloten element uit kunststof dat aan de binnenzijde voorzien is van tanden (12a), en wordt zo aangebracht dat de riem (12) strak gespannen over het aandrijftandwiel (7) en over het tandwiel (28) van het achterwiel loopt, om uiteindelijk het koppel op het achterwiel over te brengen.
De aandrijfriem (12) strekt zich dan gestrekt uit tussen het aandrijftandwiel (7) en het tandwiel (28) van het achterwiel volgens twee boven elkaar gelegen looplijnen (U),(V).
De aandrijfriem (12) heeft dan op ieder moment gedurende zijn beweging een over het aandrijftandwiel lopend deel (13), een bovenste deel (14) dat zich volgens de bovenste looplijn (U) uitstrekt, en een onderste deel (15) dat zich volgens de onderste looplijn (V) uitstrekt. Het bovenste deel (14) van de aandrijfriem heeft een bovenzijde (14a), een onderzijde (14b) en een van de motorbehuizing (3) weg gerichte zijde (14c).
Bijhet over het aandrijftandwiel lopend deel (13) van de aandrijfriem (12) zijn de tanden (12a) van de aandrijfriem (12) in samenwerkende aangrijping met de tanden van het aandrijftandwiel (7). Gedurende het fietsen beweegt het bovenste deel van de aandrijfriem in de op de figuren aangeduide bewegingsrichting (B). De tanden (12a) van de aandrijfriem (12) en de tanden van het aandrijftandwiel (7) zijn complementair, onder meer wat hun profiel en steeklengte betreft.
De plaats waar de tanden (12a) van de aandrijfriem (12) gedurende de beweging van de aandrijfriem (12) in de richting (B) het eerst in aangrijping komt met de tanden (7a) van hetaandrijftandwiel (7), wordt de tandwiel-aangrijpplaats (11) van de aandrijfriem (12) genoemd en wordt op figuur 5 aangeduid.
Na het bevestigen van het aandrijftandwiel (7) en het plaatsen van de aandrijfriem (12), vormt de boord (19) van het schermelement (16) een afschermwand die zich in de dwarsrichting (D) uitstrekt in een richting die zich van de behuizing (3) verwijdert tot op een afstand die zich voorbij het aandrijftandwiel (7) bevindt en het bovenste deel (14) van de aandrijfriem (12) over een gedeelte van zijn lengte aan de bovenzijde (14a) afschermt. De boord (19) loopt daarbij boven de aandrijfriem (12) over een traject vanaf een voorste eindrand (20) tot een achterste eindrand (21), respectievelijk aan de meest stroomopwaarts gelegen zijde en aan de meest stroomafwaarts gelegen zijde ten opzichte van de bewegingsrichting (B) van de aandrijfriem (12). De voorste (20) en de achterste eindrand (21) strekken zich volgens de dwarsrichting (D) van de boord (19) uit.
Tussen het naar de riem (12) gerichte oppervlak van de boord (19) en het naar de boord (19) gerichte bovenste oppervlak van de aandrijfriem (12) is er een tussenafstand (d) voorzien die hoogstens 10 mm is. Met de termen ‘stroomopwaarts’ en ‘stroomafwaarts’ wordt in deze octrooiaanvraag bedoeld : ‘in een richting tegengesteld aan de bewegingsrichting (B) van de aandrijfriem (12), respectievelijk ‘volgens de bewegingsrichting (B) van de aandrijfriem (12).
Het gedeelte van het bovenste deel (14) van de aandrijfriem (12) dat zich uitstrekt vanaf de tandwiel-aangrijpplaats (11) tot minstens 1 cm of enkele cm stroomopwaarts daarvan, is een gevaarlijke zone. Wanneer iemand met een vinger in de ruimte onder de onderkant van dit gedeelte van de voortbewegende aandrijfriem (12) terechtkomt, bevindt deze zich immers zo dicht bij het roterende aandrijftandwiel (7) dat de kans vrij groot is dat de vinger in een geknelde toestand tussen het aandrijftandwiel (7) en de aandrijfriem (12) terechtkomt. Om dit risico op ernstige verwondingen zoveel mogelijk te beperken, maar ook om te vermijden dat vreemde voorwerpen gedurende het fietsen gemakkelijk tussen het aandrijftandwiel (7) en de aandrijfriem (12) terecht kunnen komen en er vast komen te zitten, wordt dat gedeelte van de aandrijfriem (12) best ook aan de van de motorbehuizing (3) weg gerichte zijde afgeschermd.
Om deze bijkomende afscherming te realiseren wordt een afzonderlijk door spuitgieten geproduceerd schermstuk (23) uit kunststof aan het schermelement (16) bevestigd. Het schermstuk (23) omvat een eerste wanddeel (23a) en een hoekvormend daarop aansluitend wanddeel (23b) . In de bevestigde toestand van het schermstuk (23) bevindt het eerste wanddeel (23a) zich boven de bovenzijde (14a) van de aandrijfriem (12) terwijl het tweede wanddeel (23b) zich aan de van de behuizing (3) weg gerichte zijde (14c) van de aandrijfriem (12) bevindt. Het schermstuk (23) omvat klik- verbindingsmiddelen (24a), (24b) en het schermelement (16) omvat overeenkomstige klik-verbindingsmiddelen (25a),(25b) waarmee het schermstuk (23) afneembaar aan het schermelement (16) kan bevestigd worden. Het schermstuk wordt hierbij in een positie bevestigd waarbij het de aandrijfriem (12) afschermt over een afschermtraject dat zich uitstrekt vanaf een beginpunt dat zich, gezien volgens de voortbewegingsrichting van de ketting of de riem, vóór de tandwiel-aangrijpplaats (11) bevindt tot een eindpunt dat zich, gezien volgens de voortbewegingsrichting van de ketting of de riem, een kleine afstand van hoogstens 1 cm vóór de tandwiel-aangrijpplaats (11) bevindt.
Tenslotte wordt op de twee uitstekende delen van de aandrijfas (5) een respectievelijke kruk (6) van een trapper bevestigd. In elke kruk (6) is daarvoor een opening (6a) voorzien met een veelhoekig profiel dat complementair is met het veelhoekig profiel van het einddeel (5b) van de aandrijfas (5). De krukken (6) worden, met de einddelen (5b) in de openingen (6a) zittend, op deze einddelen (5b) bevestigd en worden aan hun vrije einden voorzien van pedalen zodat de fietser ook via de trappers een koppel kan overbrengen op de aandrijfas (5).

Claims (20)

CONCLUSIES
1. Elektrische fiets omvattende een elektrische motor (2) met een motorbehuizing (3), een roteerbaar aandrijftandwiel (7) dat tegenover de motorbehuizing (3) bevestigd is en voorzien is om door de motor (2) aangedreven te worden, een over het aandrijftandwiel (7) lopende ketting of riem (12) om de rotatie van het aandrijftandwiel (7) over te brengen op een wiel (29) van de fiets, en een scherm dat rechtstreeks aan de motorbehuizing (3) is bevestigd om de ketting of de riem (12) minstens over een gedeelte van zijn lengte af te schermen, met het kenmerk dat het scherm een ééndelig schermelement (16) is dat zo uitgevoerd is dat het aandrijftandwiel (7) tegenover de motorbehuizing (3) kan bevestigd worden nadat het schermelement (16) aan de motorbehuizing (3) is bevestigd.
2. Elektrische fiets volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het schermelement (16) een opneemruimte (18) voor het aandrijftandwiel (7) omvat, en dat de opneemruimte (18) minstens gedeeltelijk open is aan de van de motorbehuizing (3) weg gerichte zijde.
3. Elektrische fiets volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het schermelement (16) een afschermwand (19) omvat die de genoemde opneemruimte (18) zijdelings begrenst en die de ketting of de riem (12) afschermt.
4. Elektrische fiets volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de ketting of de riem (12) een over het aandrijftandwiel (7) lopend gesloten element is met een bovenste deel (14) en een onderste deel (15) dewelke zich volgens respectievelijke boven elkaar gelegen looplijnen (U),(V) vanaf het aandrijftandwiel (7) naar het wiel (29) toe uitstrekken, en dat het schermelement (16) het bovenste deel (14) van de ketting of de riem, minstens over een gedeelte van zijn lengte, aan de bovenzijde (14a) afschermt.
5. Elektrische fiets volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de ketting of de riem (12) een over het aandrijftandwiel (7) lopend gesloten element is met een bovenste deel (14) en een onderste deel (15) dewelke zich volgens respectievelijke boven elkaar gelegen looplijnen (U),(V) vanaf het aandrijftandwiel (7) naar het wiel (29) toe uitstrekken, en dat het schermelement (16) het bovenste deel (14) van de ketting of de riem, minstens over een gedeelte van zijn lengte, aan de onderzijde (14b) afschermt.
6. Elektrische fiets volgens een van de conclusies 3 tot 5, met het kenmerk dat elke afschermwand (19) zich minstens over de gehele breedte (w) van de ketting of de riem (12) boven of onder de ketting of de riem (12) uitstrekt.
7. Elektrische fiets volgens een van de conclusies 3 tot 6, met het kenmerk dat het schermelement (16) een bovenste afschermwand (19) omvat die boven de ketting of de riem (12) loopt om de bovenzijde ervan af te schermen en/of een onderste afschermwand omvat die onder de ketting of de riem loopt om de onderzijde ervan af te schermen, en dat tussen elke afschermwand (19) en de ketting of de riem (12) een tussenafstand van hoogstens 10 mm, bij voorkeur hoogstens 8 mm, meer bij voorkeur hoogstens 6 mm, meest bij voorkeur hoogstens 4 mm voorzien is.
8. Elektrische fiets volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de ketting of de riem (12) een over het aandrijftandwiel (7) lopend gesloten element is met een bovenste deel (14) en een onderste deel (15) dewelke zich volgens respectievelijke boven elkaar gelegen looplijnen (U),(V) vanaf het aandrijftandwiel (7) naar het wiel (29) toe uitstrekken, en dat het schermelement (16) het bovenste deel (14) van de ketting of de riem (12), minstens over een gedeelte van zijn lengte, aan de van de motorbehuizing (3) weg gerichte zijde (14c) afschermt.
9. Elektrische fiets volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat een afzonderlijk geproduceerd schermstuk (23) afneembaar met het schermelement (16) verbonden is om de ketting of de riem (12), minstens over een gedeelte van zijn lengte, aan de van de motorbehuizing (3) weg gerichte zijde (14c) af te schermen.
10. Elektrische fiets volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het aandrijftandwiel (7) omvat, een van tanden voorziene omtrekrand (7a) en een volgens de omtrek lopende radiale wand (8) die zich aan de van de motorbehuizing (3) weg gerichte zijde van de genoemde tanden bevindt en zich minstens tot aan de bovenzijde (13a) van het met deze tanden in aangrijping zijnde deel (13) van de ketting of de riem (12) uitstrekt.
11. Elektrische fiets volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het ééndelig schermelement (16), tegen een wand (4) van de motorbehuizing (3) aansluitend, aan de motorbehuizing (3) is bevestigd.
12. Elektrische fiets volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het schermelement (16) op een plaats tegenover het aandrijftandwiel (7) aan de motorbehuizing (3) is bevestigd met minstens één bevestigingsmiddel (27) dat het schermelement (16) dwarst.
13. Elektrische fiets volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het schermelement (16) door spuitgieten hoofdzakelijk uit kunststof is vervaardigd.
14. Scherm om de ketting of de riem (12) van een elektrische fiets minstens over een gedeelte van zijn lengte af te schermen, voorzien om aan de behuizing (3) van een aan de fiets bevestigde elektrische motor (2), tegenover een aandrijftandwiel (7) van de fiets, bevestigd te worden, met het kenmerk dat het scherm een ééndelig schermelement (16) is dat zo uitgevoerd is dat het aandrijftandwiel (7) tegenover het schermelement (16) kan bevestigd worden nadat het schermelement (16) aan de fiets is bevestigd.
15. Scherm volgens conclusie 14, met het kenmerk dat het schermelement (16) een opneemruimte (18) voor het aandrijftandwiel (7) omvat, en dat de opneemruimte
(18) minstens gedeeltelijk open is zodat het aandrijfwiel in de opneemruimte kan gebracht worden nadat het schermelement aan de fiets is bevestigd.
16. Scherm volgens conclusie 14 of 15 met het kenmerk dat het schermelement een opneemruimte omvat die toegankelijk is via een open zijde die een doorgang vormt met een zodanige vorm en afmetingen dat een aandrijftandwiel met een buitendiameter van minstens 60 mm via de doorgang tot in de opneemruimte kan verplaatst worden volgens een bepaalde verplaatsingsrichting terwijl het aandrijftandwiel zich in een positie bevindt waarbij de flanken ervan zich in een vlak bevinden dat nagenoeg loodrecht staat op de verplaatsingsrichting.
17. Scherm volgens een van de conclusies 14 tot 16 met het kenmerk dat het schermelement (16) een afschermwand (19) omvat die de genoemde opneemruimte (18) zijdelings begrenst en die voorzien is om de ketting of de riem (12) af te schermen.
18. Scherm volgens conclusie 17, met het kenmerk dat de afschermwand (19) voorzien is om zich minstens over de gehele breedte (w) van een ketting of een riem (12) boven en/of onder de ketting of de riem (12) uit te strekken.
19. Scherm volgens een van de conclusies 14 tot 18 met het kenmerk dat het schermelement (16) afneembaar verbonden is met een afzonderlijk geproduceerd schermstuk (23) zodat het schermstuk (23) een aanvullende afscherming van de voorzijde (14c) van de ketting of de riem (12) vormt.
20. Scherm volgens een van de conclusies 14 tot 19 met het kenmerk dat het schermelement (16) door spuitgieten uit kunststof is vervaardigd.
BE20215530A 2021-07-08 2021-07-08 Scherm voor het afschermen van een ketting of een riem en elektrische fiets voorzien van een dergelijk scherm BE1029569B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215530A BE1029569B1 (nl) 2021-07-08 2021-07-08 Scherm voor het afschermen van een ketting of een riem en elektrische fiets voorzien van een dergelijk scherm

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215530A BE1029569B1 (nl) 2021-07-08 2021-07-08 Scherm voor het afschermen van een ketting of een riem en elektrische fiets voorzien van een dergelijk scherm

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029569A1 BE1029569A1 (nl) 2023-01-31
BE1029569B1 true BE1029569B1 (nl) 2023-02-06

Family

ID=76829207

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215530A BE1029569B1 (nl) 2021-07-08 2021-07-08 Scherm voor het afschermen van een ketting of een riem en elektrische fiets voorzien van een dergelijk scherm

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1029569B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202015103692U1 (de) * 2015-07-14 2015-07-23 Sks Metaplast Scheffer-Klute Gmbh Kettenschutzvorrichtung
EP3348467A1 (en) * 2017-01-13 2018-07-18 Miranda & Irmão Lda. Chain guard for an electric bicycle
CN207809612U (zh) * 2017-12-18 2018-09-04 东峡大通(北京)管理咨询有限公司 一种车辆及其链条防护机构
EP3647175A1 (en) * 2018-10-29 2020-05-06 Miranda & Irmão Lda. Drive system for an electric bicycle

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202015103692U1 (de) * 2015-07-14 2015-07-23 Sks Metaplast Scheffer-Klute Gmbh Kettenschutzvorrichtung
EP3348467A1 (en) * 2017-01-13 2018-07-18 Miranda & Irmão Lda. Chain guard for an electric bicycle
CN207809612U (zh) * 2017-12-18 2018-09-04 东峡大通(北京)管理咨询有限公司 一种车辆及其链条防护机构
EP3647175A1 (en) * 2018-10-29 2020-05-06 Miranda & Irmão Lda. Drive system for an electric bicycle

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029569A1 (nl) 2023-01-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
USD940025S1 (en) Vehicle fender
US4715465A (en) Body construction for motor scooter vehicles
USD929282S1 (en) Vehicle fender
BE1029569B1 (nl) Scherm voor het afschermen van een ketting of een riem en elektrische fiets voorzien van een dergelijk scherm
DE102006041547B4 (de) Leuchtenanordnungsstruktur
US5078653A (en) Multistep sprocket wheel device for a bicycle
TWM521589U (zh) 可拆式齒盤組
TW200505738A (en) Sprocket for bicycle
KR102380102B1 (ko) 스프로킷 가드
US7544154B2 (en) Chain guard arrangement for spinning bikes
USD938873S1 (en) Front fender for an automobile
CA2183708A1 (en) Bicycle capable of wheeling with minimized pedalling force
TW201339038A (zh) 跨坐型車輛
ITTO20010899A1 (it) Struttura portaoggetti per veicolo.
US4524591A (en) Lock device for chain driven vehicles
WO2022121052A1 (zh) 一种下巴护罩与面罩关联转动的头盔
DE69923250T2 (de) Haltegriffanordnung eines motorrollerartigen Fahrzeuges
CN103358979B (zh) 车辆的前照灯的光轴调整机构
USD27180S (en) Design for a sprocket-wheel and chain guard
JP3797340B2 (ja) スクータ型自動二輪車
JPH0133391B2 (nl)
US2098510A (en) Wheel and chain guard for bicycles
CN214776303U (zh) 链盖组件、车架组件以及车辆
JP4330916B2 (ja) 農作業機のボンネット構造
JP5882113B2 (ja) 幼児載せ自転車

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230206