BE1028969A1 - Werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets en pellets daardoor verkregen - Google Patents

Werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets en pellets daardoor verkregen Download PDF

Info

Publication number
BE1028969A1
BE1028969A1 BE20205992A BE202005992A BE1028969A1 BE 1028969 A1 BE1028969 A1 BE 1028969A1 BE 20205992 A BE20205992 A BE 20205992A BE 202005992 A BE202005992 A BE 202005992A BE 1028969 A1 BE1028969 A1 BE 1028969A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pellets
feed
moisture content
drying
raw materials
Prior art date
Application number
BE20205992A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028969B1 (nl
Inventor
Hilde Vanwalleghem
Wim Housen
Dirk Buysse
Original Assignee
Fides Petfood Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fides Petfood Nv filed Critical Fides Petfood Nv
Priority to BE20205992A priority Critical patent/BE1028969B1/nl
Publication of BE1028969A1 publication Critical patent/BE1028969A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028969B1 publication Critical patent/BE1028969B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K40/00Shaping or working-up of animal feeding-stuffs
    • A23K40/25Shaping or working-up of animal feeding-stuffs by extrusion
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/40Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for carnivorous animals, e.g. cats or dogs
    • A23K50/42Dry feed

Abstract

De huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets en pellets verkregen door middel van deze werkwijze. De pellets zijn geschikt voor het voederen van huisdieren, en in het bijzonder honden en katten. Verder zijn de pellets gekenmerkt door een hoge stabiliteit na productie en een superieure smaak en beet.

Description

WERKWIJZE VOOR HET PRODUCEREN VAN DROOGVOER PELLETS EN PELLETS DAARDOOR VERKREGEN
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets en pellets verkregen door middel van deze werkwijze.
STAND DER TECHNIEK Het produceren van droogvoer pellets of korrels voor omnivore huisdieren zoals honden en katten is gekend in de stand der techniek. EP3232807 beschrijft dergelijk gekend proces. De uitvinders merken echter op dat korrels geproduceerd met dergelijk proces zeer gebrekkig zijn in smaak. Bovendien treden er tijdens bij de productie grote verliezen op. Tijdens opslag zijn de korrels geproduceerd volgens EP ‘807 eveneens zeer gevoelig aan schimmelvorming. Bovendien is vochtgehalte van deze korrels niet gedurende lange tijd stabiel; wat bijvoorbeeld zorgt voor smaakverlies tijdens opslag. Er bestaat een nood in de huidige stand der techniek voor het op een snelle en efficiënte manier produceren van droogvoer pellets, waarbij de pellets eveneens een zeer goede beet, smakelijkheid en hoge stabiliteit hebben.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets voor een huisdieren volgens conclusie 1. In een tweede aspect betreft de uitvinding droogvoer pellets geproduceerd volgens het eerste aspect van de uitvinding volgens conclusie 13.
Voorkeursuitvoeringen van onderhavige uitvinding worden besproken in conclusies 2 tot 13, en 15, alsook doorheen de beschrijving. De uitvinding is voordelig dankzij het vochtgehalte van de pellets na productie. Dergelijk vochtgehalte voorkomt schimmelvorming en zorgt voor een superieure smaak en beet; in het bijzonder bij huisdieren die lid zijn van de orde van Carnivora zoals honden, katten, etc. Het vochtgehalte en de dimensionele karakteristieken van de pellets zorgen daarenboven ook voor een hoge stabiliteit na productie. Tot slot, zorgt het voordelig vochtgehalte van de pellets ook voor een zeer hoge efficiëntie van het productieproces.
De uitvinders merken daarnaast ook op dat diverse aspecten binnen het productieproces van de onderhavige uitvinding ervoor zorgen dat dit zeer voordelige vochtgehalte zeer consequent en uitzonderlijk efficiënt wordt bekomen. Voorbeelden van deze voordelige aspecten omvatten onder meer de verkleinstap, de conditionering, het drogen, etc.
Verdere voordelen, uitvoeringen en voorkeuruitvoeringen van de uitvinding worden hieronder in de gedetailleerde beschrijving, voorbeelden en figuren besproken.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een voorkeuruitvoering voor het produceren van de droogvoer pellets.
GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING Deuitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets en pellets verkregen door middel van deze werkwijze. In wat volgt, wordt de uitvinding in detail beschreven en worden voorkeursuitvoeringen toegelicht. Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/- 5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
De uitdrukkingen “m%” of “gew%” verwijzen hier en doorheen de beschrijving, tenzij anders gedefinieerd, naar het relatieve gewicht van de respectievelijke component gebaseerd op het totale gewicht van een element of formule.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets voor een huisdieren; bij voorkeur waarbij het huisdier een zoogdier is en bij verdere voorkeur een hond of kat; waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het doseren van grondstoffen ter verkrijgen van een voedersamenstelling; - het verkleinen van de voedersamenstelling ter verkrijgen van een voedermeel met een partikelgrootte van hoogstens 2 mm; - het conditioneren van het voedermeel ter verkrijgen van een voederdeeg, waarbij het meel wordt geconditioneerd door een behandeling met stoom en water bij een massaverhouding tussen 1:1 en 5:1; - het extruderen van het voederdeeg bij een temperatuur van minstens 70 °C; - het versnijden van het extrudaat tot voederpellets; en - het drogen van de pellets tot deze een vochtgehalte hebben tussen 6-12 M%.
In een tweede aspect betreft de uitvinding droogvoer pellets geproduceerd volgens het eerste aspect van onderhavige uitvinding.
Een persoon met gewone kennis in het vakgebied zal appreciëren dat de werkwijze volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding kan worden gebruikt voor het vervaardigen van droogvoer pellets volgens het tweede aspect van de onderhavige uitvinding.
In wat volgt, worden de twee aspecten van onderhavige uitvinding daarom tezamen behandeld.
Bovendien kan elk kenmerk, zowel hierboven als hieronder beschreven, betrekking hebben op elk van de twee aspecten, zelfs wanneer het kenmerk in conjunctie met een bepaald aspect van de onderhavige uitvinding wordt beschreven.
Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor productie van droogvoer pellets.
Deze pellets zijn geschikt voor het voederen van een huisdier.
De term “huisdier” verwijst hierin naar een term gekend in de stand der techniek die ook wel aangeduid wordt als gezelschapsdier.
In het bijzonder is het gezelschapsdier een zoogdier.
Meer in het bijzonder is het gezelschapsdier een zoogdier dat nood heeft aan een eiwithoudend dieet.
Nog meer in het bijzonder, is het huisdier een lid van de orde van Carnivora.
Een hond, een kat of een fret zijn hiervan specifieke, maar niet-beperkende, voorbeelden.
De droogvoer pellets volgens onderhavige uitvinding worden geproduceerd zodat deze een vochtgehalte hebben tussen 6-12 m%. Het vochtgehalte van dergelijke pellets dient te worden begrepen als een gemiddeld vochtgehalte van de pellets.
Het vochtgehalte kan bijvoorbeeld worden bepaald aan de hand van een Nabij Infrarood analyse (NIR- analyse). Hierbij worden golflengtes gebruikt in de range van 1.850-2.500 nm.
Dit meetgebied wordt hoofdzakelijk gebruikt voor diffuus reflectie metingen van poeders en vaste stoffen.
De absorptiebanden binnen deze range zijn voornamelijk gecombineerde banden en zijn daarenboven uitermate geschikt voor metingen van vocht, vet, etc.
Andere technieken zoals het meten van de wateractiviteit kunnen ook worden gebruikt.
De bovengrens van het vochtgehalte van de pellets is 12 M%. De uitvinders merken op dat deze bovengrens schimmelvorming voorkomt tijdens opslag van de pellets, en in het bijzonder bij opslag van de pellets in een afgesloten reservoir zoals een verpakking of opslagsilo.
De ondergrens van het vochtgehalte van de pellets is 6 m%. De uitvinders merken op dat deze ondergrens bepalend is voor de smaak van de pellets.
De uitvinders merken ook op dat een vochtgehalte lager dan 6 m% resulteert in pellets met een lage stabiliteit.
Deze lage stabiliteit wordt mogelijks veroorzaak door een stabiliserend effect van het water op de aanwezige vetten, proteïnen, etc.
Tot slot, merken de uitvinders ook op dat de procesefficiëntie en de stabiliteit aanzienlijk afneemt bij een vochtgehalte boven 12 M%.
Volgens een voorkeuruitvoering worden de pellets gedroogd tot een vochtgehalte tussen 8-10 m%. Dergelijke vochthoeveelheden hebben een positieve invloed op de smaak van de pellets. In het bijzonder verkiezen zoogdieren die lid zijn van de orde van Carnivora pellets met dergelijk vochtgehalte. Volgens een specifieke voorkeuruitvoering worden de pellets gedroogd tot een vochtgehalte tussen 8-10 m%. Droogvoer pellets met een vochtgehalte tussen 9-10 m% worden zeer smakelijk bevonden door honden. Volgens een andere specifieke voorkeuruitvoering worden de pellets gedroogd tot een vochtgehalte tussen 8-9 m%. Deze pellets worden zeer smakelijk bevonden door katten. Het vochtgehalte in de pellets is afkomstig van enerzijds de gedoseerde grondstoffen en anderzijds het stoom en water dat werd toegevoegd tijdens de conditionering. Voor een optimale procesefficiëntie wordt de hoeveelheid vocht die wordt toegevoegd tijdens het productieproces geminimaliseerd. Meer vocht resulteert immers in een langere droogstap en een groter te verwerken volume van tussenproducten zoals voedermeel.
De uitvinders merken op dat grondstoffen op verschillende manieren kunnen worden ingekocht naargelang de consistentie, aankoophoeveelheid alsook de marktbeschik- baarheid. Via stortputten kunnen grondstoffen uit bulkwagens worden gelost en naar silo’s getransfereerd. Blaaswagens kunnen via blaasleidingen silo’s vullen. Zakgoed en bigbags kunnen via leidingen silo’s vullen. Vetten kunnen via leidingen vettanks vullen. Vanuit grondstof- en premixcellen kunnen grondstoffen en additieven bijvoorbeeld in bulk overeenkomstig een receptuur van een mengopdracht worden gedoseerd en gewogen door middel van doseerwegers. De producten kunnen via schroeven of doseer- schuiven in deze doseerwegers worden afgewogen. Grondstoffen die niet op silo zijn opgeslagen kunnen eveneens manueel worden bijgestort. Vloeibare vetten en andere additieven kunnen bijvoorbeeld worden gedoseerd in een coating proces. Kleurstoffen en andere additieven kunnen bijvoorbeeld worden gedoseerd in het extrusie proces. Over het algemeen omvat de voedersamenstelling verkregen uit de gedoseerde grondstoffen een hoeveelheid proteïnen, koolhydraten, vetten, zetmeel, vezels en mineralen geschikt voor volwaardige uitgebalanceerde voeding van het huisdier. Naargelang het te voederen dier en de gebruikte receptuur kunnen de gebruikte grondstoffen en de dosering, i.e. ratio's, van de grondstoffen sterk afwijken. De gedoseerde grondstoffen zijn bij voorkeur ruwe onverwerkte grondstoffen. Gebruik van dergelijke onverwerkte grondstoffen heeft als voordeel dat deze doorheen het productieproces zullen zorgen voor een homogenere belasting op verschillende machinecomponenten. Dit resulteert in een beter energieproces in het productieproces alsook een verminderd onderhoud.
Als hoofdbestanddeel omvatten de grondstoffen één of meer zetmeelbronnen en/of één of meer zetmeel houdende materialen. Geschikte zetmeelbronnen zijn bijvoorbeeld volkorengranen of meel van granen, zoals maïs, rijst, tarwe, gerst, bieten, sorghum, tapioca, soja en haver. Bovendien kunnen ook mengsels van deze meelsoorten en/of volle granen worden gebruikt. De meelsoorten kunnen hele meelsoorten zijn of kunnen meelsoorten zijn waarvan fracties zijn verwijderd. Zo kan de kiemfractie of schilfractie bijvoorbeeld worden verwijderd. Rijstmeel, maïsmeel en tarwebloem zijn bijzonder geschikt, alleen of in combinatie. De zetmeelbron wordt bij voorkeur gekozen op basis van de voedingswaarde, smaakoverwegingen en het type van het gewenste product.
Naast de hierboven aangehaalde hoofdbestanddelen kunnen de gedoseerde grondstoffen verder ook eiwitten of eiwitbronnen zoals vers vlees of vis, vetten, vezels, koolhydraten, etc., omvatten. Deze bijkomende bestanddelen kunnen een nutritionele functie vervullen alsook bijvoorbeeld een smaakmakende en/of -versterkende functie.
De gedoseerde grondstoffen kunnen tussen ongeveer 0-45 m% vocht omvatten. Zoals hierboven beschreven, wordt het aandeel water in de uitgangsproducten alsook de verschillende tussenproducten bij voorkeur geminimaliseerd. Bij voorkeur, heeft de voedersamenstelling een vochtgehalte van hoogstens 10 m%. Om dit te bekomen worden de grondstoffen en/of de verkregen voedersamenstelling bij voorkeur gedroogd.
In het geval van bijvoorbeeld maïs als hoofdbestanddeel moet de maïs-component en/of de daaruit verkregen voedersamenstelling worden gedroogd. Maïs en soortgelijke voedingsbronnen hebben doorgaans dan ook een vochtgehalte van ongeveer 20 M%.
Na het doseren van de grondstoffen wordt de voedersamenstelling verkleind ter verkrijgen van een voedermeel met een partikelgrootte van hoogstens 2 mm. Het dergelijk verkleinen van de voedersamenstelling kan aan de hand van verschillende inrichtingen gekend in de stand der techniek. Om een voedermeel te bekomen met een maximale partikelgrootte van 2 mm kan een bijkomende bewerking met een zeef en/of filter worden uitgevoerd. Meel met een partikelgrootte van hoogstens 2 mm heeft een verbeterde verteerbaarheid als voordeel. Deze verbeterde verteerbaarheid is in het bijzonder relevant voor zoogdieren van de orde van Carnivora, zoals honden en katten.
Bij voorkeur is de partikelgrootte van het meel maximaal 1,8 mm, bij voorkeur 1,6 mm, bij voorkeur 1,4 mm, bij voorkeur 1,3 mm, en bij hoogste voorkeur hoogstens 1,2 mm.
De frequentie en snelheid van het toevoeren van grondstoffen en de eventuele zeef- diameter zijn bepalend voor de fijnheid van het verkregen voedermeel. Volgens een bijzondere uitvoering worden de grondstoffen verkleind door middel van een hamermolen. Bij dergelijke uitvoering komt het gemalen product bijvoorbeeld terecht in een bunker boven de menger. Bij een hamermolen kan een ventilator zorgen voor een voldoende onderdruk. De afgezogen lucht kan dan via een luchtfilter worden gereinigd. Het meel dat hierbij vrijkomt kan dan worden afgestort in een bunker onder de menger.
Bij de hierboven beschreven hamermolen alsook bij andere verkleininrichtingen gekend in de stand der techniek worden de gedoseerde grondstoffen voor het verkleinen eerst vermengd. Hierdoor wordt een meer homogene belasting bekomen van deze inrichtingen. Dit resulteert in een beter energieproces bij operatie van deze inrichtingen alsook een verminderd onderhoud ervan. Volgens een bijzondere uitvoering zijn voor het voor-mengen van de grondstoffen twee conische mengers beschikbaar. Deze kunnen automatisch afwisselend worden gebruikt en mengen volgens een vooringestelde mengtijd.
Na het verkleinen van de grondstoffen kan het voedermeel nog bijkomend worden gemengd. Hierdoor wordt opnieuw een homogener tussenproduct bekomen wat onder meer de energie-efficiëntie en dergelijke ten goede komt. De mengtijd van de mengstap is instelbaar naargelang de complexiteit van het uitgevoerde recept. De constructie van de menger, de proces gestuurde vullingsgraad en de gekozen mengtijd geven de garantie dat een uniforme verdeling van de grondstoffen en additieven wordt verkregen.
Het voedermeel wordt geconditioneerd ter verkrijgen van een voederdeeg. Het conditioneren van het meel gebeurt door een behandeling met stoom en water bij een massa-verhouding tussen 1:1 en 5:1. Deze behandeling gebeurt bijvoorbeeld in een conditioner mengvat. Tijdens deze behandeling wordt het meel bij voorkeur geroerd.
Dit roeren kan worden uitgevoerd door middel van peddels voorzien in het conditioner mengvat. Er kan ook worden geroerd door stoom water onder hoge druk te injecteren in het mengvat.
De combinatie van energie, i.e. thermische, hydrothermische en eventueel mechanische energie, dient om het zetmeel in het geconditioneerde voedermeel ten minste gedeeltelijk te verstijfselen of te ontplooien en de proteïnen in het geconditioneerde voedermeel ten minste gedeeltelijk te denatureren. Pellets die dergelijk behandeld zijn,
zijn makkelijker te verteren, bijzonder door honden en katten. Verder levert de condit- ionering ook een bijkomende hoeveelheid vocht op in het voederdeeg, i.e. het water en stoom, wat stroomafwaartse processtappen, zoals extrusie, eveneens vergemakkelijkt.
De uitvinders merken nog op dat stoom en water bij een massaverhouding tussen 1:1 en 5:1 de beste kwaliteit voederdeeg oplevert alsook consequent eenzelfde vocht- gehalte in het te extruderen deeg oplevert en bijgevolg ook het extrudaat en de daaruit geproduceerde droogvoer pellets. Een conditioneringsbehandeling van minstens 30 seconden en hoogstens 90 seconden is voordelig door voedermeel met een maximale partikelgrootte van 2 mm voldoende te verstijfselen en proteïnen daarin te denatureren. Bij hoogste voorkeur duurt de conditioneringsbehandeling tussen 20 en 60 seconden. De toevoeging van water en stoom, en eventueel olie, kan via de processturing automatisch worden ingesteld per recept. Een eventueel fijner afregeling van deze toevoeging om een gewenst extrudaat te verkrijgen kan worden uitgevoerd door een operator. Het meel wordt bij de conditionering omgevormd tot een te extruderen deeg. De gemiddelde verblijftijd van het extrusiedeeg wordt bepaald via de processturing en de configuratie van eventuele peddels die zijn voorzien in het conditioner mengvat.
Het verkregen voederdeeg wordt geëxtrudeerd. Bij dergelijke extrusieproces wordt deeg doorheen een reservoir geduwd middels bijvoorbeeld een schroef die rond zijn as roteert. Door de opbouw van de as en de afmetingen tussen de draaiingen van de schroef wordt er druk opgebouwd. Op het einde van het reservoir is een matrijs voorzien met openingen. Het geperste deeg wordt doorheen deze openingen geperst ter vorming van een sliertvormig extrudaat. Bij het vrijkomen expandeert het deeg en ontsluit het zetmeel verder wat de korrels beter verteerbaar maakt voor bijzonder honden en katten. Voor een goede verwerking bij de extrusie omvat het deeg bij voorkeur een vochtgehalte van minstens 15 m%. Hierbij merken de uitvinders op dat een ratio stoom en water bij een massaverhouding tussen 1:1 en 5:1 essentieel is. Optimaal is de ratio stoom en water voorzien tussen 2:1 en 4:1. Voor een goede verwerking dient het deeg bovendien bij het extruderen een temperatuur te hebben van minstens 70 °C, bij voorkeur minstens 75 °C, bij verdere voorkeur minstens 80 °C, bij verdere voorkeur minstens 85 °C, en bij hoogste voorkeur minstens 90 °C. Dergelijke temperaturen kunnen worden bekomen door verhitting tijdens het extruderen. Bij voorkeur wordt het deeg echter tijdens het conditioneren verhit tot 90 °C waardoor de daaropvolgende verwerkings- stappen, en het bijzonder de extrusie van het deeg, substantieel vergemakkelijken.
Volgens een voorkeuruitvoering gebeurt extruderen doorheen een extrusie-opening, waarbij deze opening wordt gekozen zodat het extrudaat een dwarsdoorsnede heeft van hoogstens 50 mm.
Zoals hierboven besproken zal het deeg expanderen na passage door de extrusie-opening.
Deze expansie wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van ontsloten zetmeel in het deeg.
Naargelang de hoeveelheid zetmeel alsook de afkomst van dit zetmeel in de voedersamenstelling en bijgevolg ook het deeg moet de dwars- diameter van de extrusie-openingen in de matrijs worden bijgesteld opdat een sliert- vormig extrudaat met maximale dwarsdoorsnede van 50 mm zou worden verkregen.
Een dwarsdoorsnede van 50 mm is uitermate voordelig doordat zo de richtwaarde voor het vochtgehalte van de pellets tussen 6-12 m% consequent kan worden bekomen bij de droogstap.
Bij groter dwarsdoorsnedes zal een buitenrand van een pellet echter uitdrogen tijdens de droogstap, terwijl de hoeveelheid vocht binnenin dergelijke pellet nog voldoende hoog zal zijn voor schimmelvorming.
Bij voorkeur, is de dwarsdoorsnede minimaal 5 mm.
Dergelijke minimale dwarsdoorsnede zorgt ervoor dat de richtwaarde voor het vochtgehalte van de pellets kan worden gehandhaafd zelfs na langdurige opslag van deze pellets.
De optimale dwarsdoorsnede van extrudaat ligt tussen 5 en 25 mm.
Het sliertvormige extrudaat dat wordt bekomen na de extrusie wordt versneden tot pellets of korrels.
Bij voorkeur is de afsnijlengte van het extrudaat maximaal 50 mm.
Een afsnijlengte van 50 mm is uitermate voordelig doordat zo de richtwaarde voor het vochtgehalte van de pellets tussen 6-12 m% consequent kan worden bekomen bij de droogstap.
Bij groter afsnijlengtes zal een buitenrand van een pellet echter uitdrogen tijdens de droogstap, terwijl de hoeveelheid vocht binnenin dergelijke pellet nog voldoende hoog zal zijn voor schimmelvorming.
Bij voorkeur, is de afsnijlengte minim aal 5 mm.
Dergelijke minimale afsnijlengte zorgt ervoor dat de richtwaarde voor het vocht- gehalte van de pellets kan worden gehandhaafd zelfs na langdurige opslag van deze pellets.
De optimale afsnijlengte van het extrudaat ligt ongeveer tussen 5 en 20 mm.
Volgens een voorkeuruitvoering worden de pellets tijdens het drogen voorzien in een reservoir en waarbij het drogen van de pellets gebeurt door het circuleren van droog- medium door het reservoir.
Na extrusie zijn de pellets gebakken maar hebben een vochtgehalte dat zou leiden tot schimmel, ze dienen bijgevolg ingedroogd te worden.
De instellingen van de droger zijn specifiek afhankelijk van het gemaakt eindproduct.
Temperatuur en verblijftijd bepalen de droging.
Te weinig drogen leidt tot schimmel.
Te veel drogen leidt tot een financieel verlies doordat water goedkoper is dan grondstoffen.
Volgens een voorkeuruitvoering worden de pellets na het drogen gekoeld tot een temperatuur die hoogstens 6 °C verschilt van een omgevingstemperatuur waarbij de pellets na het koelen worden opgeslagen. De pellets kunnen bij voorkeur worden opgeslagen in een afgesloten reservoir. Bij voorkeur worden de pellets na het drogen voorzien of opgeslagen een afgesloten silo en/of een afgesloten verpakking. Door de pellets te koelen vooraleer deze op te slaan in een afgesloten reservoir, wordt condensvorming voorkomen in het reservoir waarin deze pellets zijn voorzien. Optimaal worden de pellets na drogen gekoeld tot een temperatuur tussen 0 en 6 °C van de omgevingstemperatuur. Onderhavige werkwijze is tevens zeer energie-efficiënt door de toevoeging van vocht te beperken en te optimaliseren. Volgens een voorkeuruitvoering gebeurt de stap van het extruderen continu en gebeurt de stap van het doseren, verkleinen en/of conditioneren en bij voorkeur ook het drogen batchgewijs. Continue extrusie is voordelig door het leveren van een continue kwaliteit en vochtgehalte alsook een hoge productiviteit van het proces. Door de overige stappen batchgewijs uit te voeren kunnen deze worden onderbroken voor onderhoud, etc.
VOORBEELDEN In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren. Voorbeeld 1: Productieproces Onderhavig voorbeeld heeft betrekking op een voorkeuruitvoering van het productieproces volgens onderhavige uitvinding. De uitvoering wordt geïllustreerd door Figuur 1. De genummerde elementen van Figuur 1 worden hieronder besproken.
1. Inkopen Van Grondstoffen De grondstoffen kunnen op verschillende manieren worden ingekocht. Zo kunnen de grondstoffen afhankelijk van de consistentie, aankoop hoeveelheid en beschikbaarheid in de markt worden ingekocht.
2. Opslag Van Grondstoffen Naargelang de vorm, hoeveelheid, etc. worden de ingekochte grondstoffen gestockeerd op een verschillende manier, zoals door middel van silo's, bigbags, zakgoed, etc. Via een stortput kunnen grondstoffen uit bulkwagen gelost en naar silo’s getransfereerd.
Blaaswagens kunnen via blaasleidingen silo’s vullen. Bigbags en zakgoed kunnen via blaasleidingen silo’s vullen. Vetten kunnen via leidingen vettanks vullen.
3. Doseren Van Grondstoffen Vanuit de grondstofcellen en de premixcellen worden de grondstoffen en additieven in bulk overeenkomstig een mengopdracht in de doseerwegers gedoseerd en gewogen. De producten worden via schroeven of doseerschuiven in de doseerwegers afgewogen.
Grondstoffen die zich niet op silo bevinden kunnen manueel worden bijgestort. Vloeibare vetten worden gedoseerd in het coating proces. Kleurstoffen worden gedoseerd in het extrusie proces. Voor een goede energie-efficiënte gebeurt het doseren van grond- stoffen door graviteit, bijvoorbeeld middels een klep op een hogergeplaatst reservoir.
4. Voormengen Van Grondstoffen Voor het voormengen van grondstoffen zijn twee conische mengers beschikbaar. Deze worden automatisch afwisselend gebruikt en mengen volgens een ingestelde mengtijd. Het voormengen zorgt voor een gelijkmatige belasting tijdens het verkleinen.
5. Verkleinen Van Voedersamenstelling Het verkleinen van de grondstoffen gebeurt door middel van een hamermolen die de gedoseerde grondstoffen fijn maalt. De frequentie en snelheid van het toevoeren van het materiaal alsook de zeefdiameter bepalen de fijnheid van de grondstoffen in het eindproduct. Na het malen komt het product terecht in de bunker boven de mengers.
Bij de molen zorgt een ventilator voor voldoende onderdruk. De afgezogen lucht wordt via een luchtfilter gereinigd. Het meel dat hierbij wordt bekomen wordt afgestort.
6. Mengen Van Voedermeel Na het verkleinen volgt het eigenlijke mengen. Het gemalen product wordt gelost in de menger. De mengtijd is instelbaar naar de complexiteit van het recept. De constructie van de menger, de proces gestuurde vullingsgraad en de gekozen mengtijd geven de garantie dat een uniforme verdeling van de grondstoffen en additieven wordt verkregen. Voor een goede energie-efficiënte gebeurt het overdragen van de grondstoffen van respectievelijk het voormengen, verkleinen en mengen door middel van graviteit.
7. Conditioneren Van Voedermeel Na het malen wordt het voedermeel behandeld in de conditioner. De toevoegingen van water, stoom, olie worden via de processturing automatisch ingesteld per recept. Een eventueel fijner afregelen van deze toevoegingen om een gewenst extrudaat te verkrijgen wordt uitgevoerd door een operator. Het extrusiemeel wordt bij conditioning omgevormd tot een te extruderen deeg. De gemiddelde verblijftijd van de extrusiedeeg wordt bepaald via de processturing en configuratie van de peddles in de conditioner. De temperatuur in de conditioner dient minimaal 90°C te zijn opdat extruderen mogelijk zou zijn. Er gebeurt een continue bewaking en registratie van temperatuur, toevoeging van water en stroom in de conditioner, materiaal debiet en belasting van de motoren.
8. Extruderen Van Voederdeeg In de barrel van de extrusie lijn wordt het deeg verder verhit. Door de opbouw van de as en de afmetingen tussen de draaiingen van de schroef wordt er druk opgebouwd. Hier na wordt het deeg door matrijs geduwd waarmee de vorm bepaald wordt. Bij het vrijkomen expandeert het deeg en wordt zetmeel ontsloten wat de korrels verteerbaar maakt voor honden en katten. Ronddraaiende messen snijden de pellets op lengte.
9. Drogen Van Voederpellets De korrels zijn gebakken maar hebben een vochtgehalte dat zou leiden tot schimmel, ze dienen ingedroogd te worden. Instellingen van de droger zijn specifiek afhankelijk van het product dat gemaakt wordt. Temperatuur en verblijf tijdbepalen de indroging. Te weinig indrogen leidt tot schimmel, te veel indrogen leidt tot een financieel verlies.
10. Coaten Van Voederpellets De voederpellets worden bij een vacuüm gecoat in een afgesloten reservoir. De dosering van vet en digest wordt volledig gestuurd via het productieproces. Dit gebeurt in een semi-continu systeem. Er kan zowel met vloeistoffen als met poeders gecoat worden.
11. Koelen Van Voederpellets De temperatuur van de pellets wordt teruggebracht tot een temperatuur waarbij condensatie in de silo's en eindverpakking wordt vermeden. Als richtwaarde wordt gestreefd naar een temperatuurverschil tussen pellets en omgevingslucht die lager is dan 6°C. Via de processturing worden de instellingen van de koeler per recept ingelezen. Voor een goede energie-efficiënte gebeurt het overdragen van de grondstoffen van respectievelijk het drogen, coaten en koelen door middel van graviteit.
12. Opslag Van Voederpellets Na koelen worden de extrudaten gestockeerd in een vooraf toegewezen silo. Toewijzing tot de silo’s is codevergrendeld zodat geen verschillende producten in dezelfde silo kunnen terecht komen. Door het meten van de stroom op de motoren van de elevatoren wordt het gewicht bepaald dat naar elke silo gaat.
13. Verpakken Van Voederpellets Er zijn 7 afvullijnen, 2 voor bigbags, 2 voor grootverpakking, 2 voor klein verpakking en 1 voor stalen. De korrels worden vanuit de silo’s over een zeef naar de afvullijn getransporteerd. Een technische fiche bevat alle parameters die automatisch toegepast worden, zoals zeefsnelheden, etiket, stapelprogramma barcode van de zak, gewicht, palettype, aantal zakken per laag en aantal lagen op een pallet. Bij het afvullen is er controle op aanwezigheid van metalen en wordt het lotnummer en houdbaarheid datum geprint. Er is een controle om het wettelijke gewicht in de zakken te hebben. De 2 klein verpakkingslijnen hebben ook een automatische dozensluiter, meerdere zakken kunnen in een doos gestopt, de doos wordt gestapeld op het palet. De lege pallet, het bodemvel, het topvel, de wikkel folie en het etiket worden automatisch voorzien.
14. Opslag Van Voederpellets De verschillende artikels worden afgevoerd naar de opslagloods en in functie van hun bestemming rechtstreeks op een voorlaadstraat geplaatst (cross-docking) of opgeslagen in palletrekken. Deze worden beheert door een Warehouse Management System. Ten behoeve van dit systeem wordt elke pallet, intern geproduceerd, of afkomstig van derden uniek geïdentificeerd met een SSCC-code. De Serial Shipping Container Code is een gestandaardiseerde internationale verzendcode (EAN-128), die fabrikanten in de vorm van een barcode kunnen aanbrengen op hun logistieke eenheden. De code is van nut bij het tracking & tracing proces in de logistieke keten.
15. Vervoeren Van Voederpellets Voordat de laadruimte geladen wordt gebeurt er een eindcontrole op de staat van de producten (etiket, verpakking, aantallen, beschadiging, droog, geen geur, afdekzeik intact) door de logistieke medewerker. Na de belading gebeurt er nogmaals een controle door de logistieke. Al deze controles worden geregistreerd en gefilmd.

Claims (15)

CONCLUSIES
1. Werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets voor een huisdieren; bij voorkeur waarbij het huisdier een zoogdier is en bij verdere voorkeur een hond of kat; waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het doseren van grondstoffen ter verkrijgen van een voedersamenstelling; - het verkleinen van de voedersamenstelling ter verkrijgen van een voeder- meel met een partikelgrootte van hoogstens 2 mm; - het conditioneren van het voedermeel ter verkrijgen van een voederdeeg, waarbij het meel wordt geconditioneerd door een behandeling met stoom en water bij een massaverhouding tussen 1:1 en 5:1; - het extruderen van het voederdeeg bij een temperatuur van minstens 70 °C; - het versnijden van het extrudaat tot voederpellets; en - het drogen van de pellets tot deze een vochtgehalte hebben tussen 6-12 M%.
2. Werkwijze volgens voorgaande conclusie 1, waarbij de pellets worden gedroogd tot een vochtgehalte tussen 8-10 M%.
3. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 of 2, waarbij het huisdier een hond is; waarbij de pellets worden gedroogd tot een vochtgehalte tussen 8-9 m%.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 of 2, waarbij het huisdier een kat is; waarbij de pellets worden gedroogd tot een vochtgehalte tussen 9-10 M%.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 4, waarbij de pellets tijdens het drogen worden voorzien in een reservoir en waarbij het drogen van de pellets gebeurt door het circuleren van een droogmedium door het reservoir.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 5, waarbij de pellets na het drogen worden gekoeld tot een temperatuur die hoogstens 6 °C verschilt van een omgevingstemperatuur waarbij de pellets na het koelen worden opgeslagen.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 6, waarbij de voeder- samenstelling een vochtgehalte heeft van hoogstens 10 M%.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 7, waarbij het meel wordt behandeld met stoom en water gedurende minstens 20 seconden.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 8, waarbij het meel wordt behandeld met stoom en water gedurende hoogstens 90 seconden.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 9, waarbij het meel tijdens het conditioneren wordt geroerd.
11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 10, waarbij het extrudaat een afsnijlengte heeft van hoogstens 50 mm.
12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 11, waarbij extruderen gebeurt doorheen een extrusie-opening en waarbij de opening wordt gekozen zodat het extrudaat een dwarsdoorsnede heeft van hoogstens 50 mm.
13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 12, waarbij de stap van het extruderen continu gebeurt en waarbij de stap van het doseren, verkleinen en/of conditioneren batchgewijs gebeurt.
14. Droogvoer pellets geproduceerd volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 13.
15. Pellets volgens voorgaande conclusie 14 verpakt in een afgesloten reservoir.
BE20205992A 2020-12-29 2020-12-29 Werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets en pellets daardoor verkregen BE1028969B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205992A BE1028969B1 (nl) 2020-12-29 2020-12-29 Werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets en pellets daardoor verkregen

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205992A BE1028969B1 (nl) 2020-12-29 2020-12-29 Werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets en pellets daardoor verkregen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028969A1 true BE1028969A1 (nl) 2022-07-26
BE1028969B1 BE1028969B1 (nl) 2022-08-01

Family

ID=74186371

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205992A BE1028969B1 (nl) 2020-12-29 2020-12-29 Werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets en pellets daardoor verkregen

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1028969B1 (nl)

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3232807A1 (en) 2014-12-18 2017-10-25 Spécialités Pet Food Method for producing a palatable coated dry pet food

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6609819B2 (en) * 2001-07-24 2003-08-26 Wenger Mfg Twin screw extruder with conical non-parallel converging screws
WO2009095417A1 (en) * 2008-01-28 2009-08-06 Specialites Pet Food Method for enhancing pet food palatability
US20100303966A1 (en) * 2009-05-28 2010-12-02 Gregory Dean Sunvold Pet Food in the Form of a Coated Kibble
KR20190131628A (ko) * 2016-06-22 2019-11-26 스쁘씨야리떼 뻬 프 기호성이 우수한 고양이 키블(kibble)의 제조 방법
JP2019097416A (ja) * 2017-11-29 2019-06-24 ユニ・チャーム株式会社 キャットフード

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3232807A1 (en) 2014-12-18 2017-10-25 Spécialités Pet Food Method for producing a palatable coated dry pet food

Also Published As

Publication number Publication date
BE1028969B1 (nl) 2022-08-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Rokey et al. Feed extrusion process description
US4273788A (en) Bulk packaged mixture of hard and soft pet foods
US4971820A (en) Animal feeds and processes for their manufacture
US11905133B1 (en) Systems and methods for bulk material load out
EP1489920B1 (en) Protein-containing food product and method of preparing same
Rokey Petfood and fishfood extrusion
BE1028969B1 (nl) Werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets en pellets daardoor verkregen
RU2546164C2 (ru) Линия производства гранулированных кормовых добавок с использованием отходов предприятий сахарной промышленности
JP2011024586A (ja) ペットフード組成物及び方法
CN107567282A (zh) 用于生产适口的涂布的干燥宠物食品的方法
CN106659192B (zh) 宠物食品的制造方法
JP4370320B2 (ja) 食品循環資源を再利用した飼料の製造装置
WO2003082029A1 (de) Instantisierte modifizierte mehle
CN115119908A (zh) 一种高含鲜肉猫犬通用膨化粮及其制备工艺
BE1028970B1 (nl) Precisie extrusie werkwijze voor het produceren van droogvoer pellets voor honden en/of katten en pellets daardoor verkregen
CN212393816U (zh) 一种利用植物原材料生产粉末状功能性食品的加工生产线
RU2469624C1 (ru) Линия производства гранулированных кормов
IES65617B2 (en) An animal feed production system
RU2764804C1 (ru) Технологическая линия производства высокоусвояемых комбикормов для ранней молоди рыб
RU2817769C1 (ru) Линия производства функциональных псевдокапсулированных комбикормов
BE1028971B1 (nl) Coating werkwijze voor het coaten en impregneren van droogvoer pellets en pellets daardoor verkregen
Richards et al. Extrusion plant design
Sayooj et al. Fish Feed Processing and Production Technology
IE940806A1 (en) A process for making pelletised animal feed
WO2023183970A1 (en) Food waste recycling

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220801