BE1028945B1 - Kozijnverankering - Google Patents

Kozijnverankering Download PDF

Info

Publication number
BE1028945B1
BE1028945B1 BE20205977A BE202005977A BE1028945B1 BE 1028945 B1 BE1028945 B1 BE 1028945B1 BE 20205977 A BE20205977 A BE 20205977A BE 202005977 A BE202005977 A BE 202005977A BE 1028945 B1 BE1028945 B1 BE 1028945B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
frame
block
bracket
anchoring device
holes
Prior art date
Application number
BE20205977A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028945A1 (nl
Inventor
Paul Boogaerts
Original Assignee
Bds
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bds filed Critical Bds
Priority to BE20205977A priority Critical patent/BE1028945B1/nl
Priority to PCT/IB2021/062246 priority patent/WO2022137194A1/en
Publication of BE1028945A1 publication Critical patent/BE1028945A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028945B1 publication Critical patent/BE1028945B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/04Frames for doors, windows, or the like to be fixed in openings
    • E06B1/12Metal frames
    • E06B1/18Metal frames composed of several parts with respect to the cross-section of the frame itself
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/04Frames for doors, windows, or the like to be fixed in openings
    • E06B1/52Frames specially adapted for doors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/56Fastening frames to the border of openings or to similar contiguous frames
    • E06B1/60Fastening frames to the border of openings or to similar contiguous frames by mechanical means, e.g. anchoring means
    • E06B1/6015Anchoring means
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/56Fastening frames to the border of openings or to similar contiguous frames
    • E06B1/60Fastening frames to the border of openings or to similar contiguous frames by mechanical means, e.g. anchoring means
    • E06B1/6069Separate spacer means acting exclusively in the plane of the opening; Shims; Wedges; Tightening of a complete frame inside a wall opening

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Door And Window Frames Mounted To Openings (AREA)

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op een verankeringsinrichting voor het bevestigen van een kozijn (1,2,3) aan een dragende structuur (4). De verankeringsinrichting omvat een beugel (9) en een blok (12), waarbij het blok bevestigd is aan, en/of ingeklemd zit in, de beugel. Hierdoor wordt het blok door de beugel verstevigd. De beugel is voorts aangepast om het boren doorheen het blok vanaf een voorzijde (A) naar een tegenoverliggende achterzijde toe te laten zonder hierbij de beugel te raken. Verdere aspecten van de uitvinding hebben betrekking op een kozijninrichting en een gerelateerde werkwijze.

Description

Koziinverankering De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het vakdaebied & van de bouw en interieurinrichting, en in het bijzonder op de plaatsing van kozijnen, zoals kozijnen voor het dragen van deuren cf ramen in of aan een muur. Kozijnen worden gebruikelijk geleverd als meerdere 19 afzonderlijke profielen, die samen, na montage, een geheel vormen. Bijvoorbeeld, twee verticale stijlen en een horizontaal te plaatsen kopstuk kunnen gemonteerd worden in een bestaande muuropening zodat een deur vervolgens in het: kozijn geplaatst kan worden.
Tweedelige iov. metalen} kozijnen bestaande uit een voorzijde en een cegenzijde zijn gekend in het vakgebied, Hierbij kan een deurblad door middei van scharnieren aan de voorzijde van het tweedelige kozijn, geplaatst aan één zijde van de muuropening, bevestigd worden, De tegenzijde van het tweedelige kozijn wordt dan aan de andere zijde van de muuropening geplaatst om de muur verder af te dekken. Naast net opdelen van het volledige kozijn in bv, één of meerdere afzonderlijk te monteren delen, bv. één of meerdere delen per stijl/kopstuk, kan ieder onderdeel cp haar beurt bestaan uit een afzonderlijke VOOr en tegenkant, Het bevestigingssysteem teschreven in de onderhavige beschrijving kan bijvoorbeeld in het bijzonder geschikt zijn voor het monteren van dit type van tweedelige kozijnen, maar 20 is niet uitsluitend daartoe beperkt, zoals ook verder beschreven in de gedecailleerde beschrijving hieronder,
In een ideale situatie is een muuropening een rechthoekige opening met verticale zijden en een loodrechte kopverbinding hiertussen, De dagkanten (de smalie kopse viakken in de muuropening) worden hierbij geacht icodrecht te staan oc de muurvlakken, In de praktijk kunnen hier echter vaak afwijkingen op worden vastgesteld.
De muuropening kan scheef staan in één of meerdere richtingen en/of de kopverbinding kan niet volledig haaks staan op de verticale zijden.
De dagkanten kunnen scheef staan, bolie en/of holie 18 vervormingen vertonen, en/of de afstand tussen de tvwee | verticale zijden van de opening kan afwijken van een gelijkmatige, constante afstand (breedte van de cpening) over de voliedige hoogte, Dergelijke afwijkingen van een ideale situatie zorgen ervoor dat het moellijk kan zijn om een kozijn zowel nauwkeurig als stevig aan de mur te bevestigen, en dat het plaatsen van het kozijn tijdrovend kan zijn en veel vakmanschap vereist.
Er bestaat dus een nood aan goede middelen en technieken om een kozijn aan de muur te bevestigen, bv, door op een eenvoudige en robuuste wijze afwijkingen ten opzichte van de ideale muuropening te compenseren.
Zen conventionele werkwijze voor montage van deurkozijnen omvat het gebruik van montageschuim om de ruimte tussen kozijn en muur op te vullen, Voorbeelden hiervan zijn te vinden in 0,8, VEZ026G15106230 en WO2016034429, zen dergelijke aanpak laat een snelle en robuuste plaatsing toes, maar het gebruikte montageschuim kan ongewenste schadelijke stoffen bevatten voor mens, dier en/of milieu.
Een bijkomend probleem bij gebruik van montageschuim is dat het expanderende schuim op een laklaag van het kozijn kan terechtkomen, wat moeilijk te verwijderen kan zijn en zelfs blijvende verkleuring of beschadiging van de lak kan veroorzaken, Daarom bestaat er een behoefte in het vakgebied aan montagesystemen die geen montageschuim vereisen, en die bij voorkeur ook een snelle, robuuste en nauwkeurig alsteibare plaatsing van het deurkozijn toelaten, De kozijnen worden vaak voorzien van metalen steunen, bv.
19 hieraan vastgelast, waarbij de ruimte tussen de steunen en de muur met Íbv. houten) blokken of plaatjes kan worden opgevuld. Bijvoorbeeld kan een houten plank, houten opvulblokken of een volledig houten kozijn eerst bevestigd worden op de muur, waar vervolgens het (bv, metalen) kozijn 18 over geplaatst wordt, bv. door bevestiging met nagels, schroeven of lijm. Dit is echter sen tijdrovende werkwijze, die veel bijkomend nauwkeurig maat- en paswerk vereist en/of het op maal zegen, op de werf, van dergelijke opvulstukken, Zzeijs als het opvulhout op voorhand wordt voorbereid, is er een groot aantal opvuistukken met verschillende afmetingen en diktes nodig op de werf, indien, zoals vaak het geval, er ook sen groot aantal deuren dient geplaatst te worden, met sen logistieke last en een risico op verwarring als gevolg.
Bij het gebruik van vulplaatjes, zoals bijvoorbeeld beschreven in DE102016114966, EP2333221, EP2290186, en EP3342970, wordt vaak uitgegaan van de verondersteliing dat de dagkanten van de muur icodrecht gecriënteerd zijn ten opzichte van het muurvlak en dat de muuropening perfect lood staat, zoals idealiter het geval zou zijn. Bij een ongelijke of schuine dagkant, wordt ook het kozijn schuin regen de muur geschroefd omdat het vulplaatje typisch een constante dikte heeft. Wanneer de dagkant op bv. drie verschillende hoogtes (over een enkele verticale kozijnstijl) substantieel verschiit, kan het kozijnprofiel getorst worden in de muuropening, zodat de (bv. drie} scharnieren niet meer perfect coliineair gepositioneerd zijn, met frictie bij net zwenken van de deur en snellere slijtage {en uiteindelijk schade} tot gevolg.
Een variant van het gebruik van opvulstukken betreft werkwijzen met spieën om de verschillen tussen muur en kozijn op te vangen. Dit biedt echter geen goede oplossing om het tegenkader te bevestigen bij dikkere mren, Daarenboven oOlijft de bevestiging zichtbaar, wat minder wenselijk is, en blijft het bevestigen van het kozijn problematisch wanneer de dagkanten van de muur niet perfect haaks staan op het muurvlak en/cË wanneer de muur scheef staat, Ais alternatief kan een systeem met regelschroeven gebruikt 2 worden om de vele verschillende afstanden tussen de muur en het kozijn te overbruggen, Een voorbeeld hiervan kan gevonden worden in DE19900095. Het accuraat afregelen van deze schroeven is echter ook tijdrovend, en de schroeven kunnen daarenboven na verloop van tijd loskomen, bijvoorbeeld door trillingen zoals vercorzaakt kunnen worden door dichtslaande deuren, Een ander voorbeeld is beschreven in VR2981680, Deze aanpak heeft echter als nadeel dat dit systeem met regelschroeven kozijnen vereist met een afzonderlijke aanslaglat en slechts toepasbaar is wanneer de dagkanten van de muuropening in voldoende mate loodrecht staan op het muurvlak.
Wanneer de dagkanten onregelmatig gevormd zijn, komen de steunpunten van het schroelsysteem ook met een afwijking ten opzichte van de ideale (haakse) oriëntatie te stean, zodat het kozijn
5 ock schuin in de muuropening wordt geschrocefd,. Afwijkingen tussen de regelplaten en de muur dienen op hun beurt opgevuld te worden, zodat het onderliggende probleem zich slechts verplaatst, Daarnaast kan deze aanpak een relatief groot aantal schroeven vereisen, die dus ook aïgeregeld dienen te worden, In het bijzonder voor dikke muren wordt deze aanpak al snel te complex voor praktisch gebruik en efficiënte productie,
De werkwijze beschreven in CH707518 maakt gebruik van zelftarppende schroeven in combinatie met sen bevestigingselement gevormd uit een dunne staalplaat, Een nadeel hiervan is echter dat de schroef slechts door een enkele omwenteling van de schroefdraad wordt vastgehouden in deze dunne plaat.
Daarenboven wordt gebruik gemaakt van een patroon van vier open gaten, zodat iedere schroef niet voiledig rondom wordt vastgegrepen.
Dit systeem kan nadelig zijn voor zware deuren en/of bij intensief gebruik, aangezien er in dergelijke situaties grote krachten kunnen inwerken op sen kleine rand van het dunne bevestigingseiement.
Een schroef die niet haaks op de metalen plaat, maar dus onder een hoek, wordt ingebracht, kan het kozijn ook enigszins verdraaien en/of verschuiven, Ook kan, bij het vastschroeven, de schroefkop het bevestigingselement verder naar de muur Toe drukken dan wenselijk, zodat het kozijn
39 niet meer in de juiste positie staat, Te vast of herhaaldelijk aandraaien kan bovendien de openingen in het plaatstaai vervormen of beschadigen, waardoor de schroef niet meer vast- of losgedraaid kan worden.
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een goede, robuuste, efficiënte en/ol eenvoudige verankering van seen kozijn aan een dragende structuur, zoals bv. een muur, Waar de onderhavige beschrijving vooral gericht is op, en veillustreerd door, een inrichting en werkwijze voor het plaatsen en het bevestigen van een deurkozijn aan een Muur, zal het duidelijk zijn voor de vakman dat uitvoeringsvormen niet noodzakelijk hiertoe beperkt zijn, en bijvoorbeeld ook toepasbaar kunnen zijn op andere types van kozijnen, zoals voor het dragen van een venster, een hek of een klapdeur, an/o0Ë voor bevestiging aan een ander type van dragende structuur dan een muur, zoals een steunbalk. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat het vebruik van montageschuim en/of lijm vermeden kan worden. Montageschuim en/of lijm kan ongewenste schadelijke stoffen bevatten en/of kan de laklaag van het kozijn beschadigen. Montageschuim kan ook het vervormen van het kozijn bij blootstelling aan hitte niet verhinderen.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een snelle en efficiënte plaatsing van het kozijn mogeiijk wordt gemaakt.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat montage mogelijk is in een bestaande muuropening, die mcgelijk reeds volledig aïgewerkt werd.
Het is een voordeel van uitvoeringevormen van de onderhavige uitvinding dat montage mogelijk is in veel verschillende muurtypes, bv. in substantieel alle gangbare muurtypes.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige 18 uitvinding dat het kozijn samen met het deurblad geplaatst kan worden, zodat het kozijn inherent voldoende haaks en Lood staat, niet scheluw staat en rondom voldoende speling voorzien wordt om een goede deurbeweging mogelijk te maken, Dit kan daarenboven veel maat- en paswerk vermijden, met bijhorende voordelen in termen van efficiëntie, Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat het niet nodig is om opvulstukken, bv. houten platen en/of blokken, op maalt te zagen op de werf, met tijdswinst en verhoogde efficiëntie tot gevolg. Opvulplaten af tijdrovende regelsystemen om het verschil in afstand tussen de muur (bv. met oneffenheden} en het kozijn te compenseren kunnen i.h.b, vermeden worden, Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat schroeven zonder kop gebruikt kunnen worden, zodat te vast aandraaien van de schroef geen invloed heeft op de positie van het kozijn, bv. door het kozijn te ver naar of te strak tegen de muur aan te drukken, Doordat een stevige bevestiging wordt bekomen zonder toenemende spanning op het kozijn, kan vervorming en/of verplaatsing van het kozijn vermeden worden, zodat, bv., de uitlijning van de scharnieren op één lijn niet verstoord wordt.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige 3 uitvinding dat een goede plaatsing van een deurkozijn kan bekomen worden in een muuropening met onregelmatige muuroppervlakken en/of in imperfect gevormde deurgaten. Er is Dv, geen direct contact vereist tussen de Lbevestigingsheugel en de (eventueel scheve} muur, Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een geplaatst kozijn cp eenvoudige wijze weer gedemonteerd kan worden an Dv. hergebruikt en/of cerecycieerd kan worden, iet is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een bevestigingssysteem volgens uitvoeringsvormen reeds op voorhand bevestiod kan worden aan de kozijnprofielen, zodat geen losse stukken moeten gemonteerd en/c afgeregeld worden op de werf, Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat het bevestigingssysteem volgens uitvoeringsvormen rechtstreeks bevestigd, bv. vastgelast, kan worden aan het kozijn ter hoogte van de scharnierpunten, zodat het gewicht van het deurblad optimaal kan worden overgebracht naar de muur, bv. om een sterke en robuuste verbinding te bekomen bij zware en/of intensief gebruikte deuren,
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een (bv. metalen) onderdeel (bv, een onderdeel in de vorm van een C-vormia profiel) van een bevestigingsinrichting volgens uitvoeringsvormen ken voorzien zijn van meerdere gaten, zodat een monteur enige vrijheid heeft om in een concrete situstie het meest geschikte bevestigingspunt {en} te kiezen.
Het is derhalve ook een voordeel dat eenvormige onderdelen, die in grote getalen gefabriceerd kunnen worden, geschikt zijn voor een ruim spectrum van mogelijke kozijnen, deurgaten, muren en concrete Loepassingsscenario’s.
Het is een voordeel van uitvoerinasvormen van de onderhavige uitvinding dat een bevestigingssysteem voorzien wordt waarbij schroefverbindingen kunnen worden aangebracht onder een vrij te bepalen hoek{en}, zodat een monteur vrij sen optimale hoek voor het boren van schroeven in de muur kan bepalen in de praktijk, Bijvoorbeeld kunnen meerdere schroeven in eenzelfde bevestigingsbeugel worden aangebracht 2 onder verschiliende hoeken, zodat een zeer sterke verbinding bekomen kan worden.
Het is een voordeel dat, door het gebruik van een massief stuk, zoals een houten blokje, bevestigingsschroeven stevig worden vastgegrepen.
Bijvoorbeeld, bij het gebruik van enkel een plaatstalen beugel, zou een schroef slechts over één onwenteling van de schroefdraad worden vastgegrepen, terwijl een relatief dik stuk hout meerdere (tot relatief veel} omwentelingen vastgrijpt en stevig vasthoudt,
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een massief deel, zoals een houten biokie, eenvoudig kan vervangen of hersteld worden op een wert, bijvoorbeeid wanneer Le grote of incorrect gepositioneerde gaten reeds geboord werden, of wanneer meermaals in- en uitdraaien van sen schroef het materiaal verzwakt heeft zodat geen voldoende sterkte meer kan bekomen worden. Bijvoorbeeld kan het blokje eenvoudig vervangen worden door een vervangstuk, of kan een groter gat geboord worden in het 19 biokje dat vervolgens wordt opgevuld met een (bv, hardhouten) pen (eventueel vastgelijmd). Een systeem dat enkel gebruik maakt van een metalen bevestigingsbeugel laat bv. een herstelling ter plekke niet toe.
Het is een voordeel van uitvosringsvormen van de cnderhavige uitvinding det een verankering van een kozijn kan bekomen worden die bijzonder robuust is. Bijvoorbeeld werd vastgesteld dat de schroefverbindingen bij dit systeem niet (of siechts zeer moeilijk) loskomen door trillingen als gevolg van dichtslaande deuren.
Het is sen voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat de plaatsing mogelijk wordt gemaakt van een deurkozijn dat geschikt is om zware deuren te dragen en/of voor intensief gebruik, Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een holte tussen de muur en het kozijn, na montage met het systeem zoals hierin beschreven, kan opgevuld 39 worden met een akoestisch dempend materiaal, zoals bv. rotswol. Bijvoorbeeld, wanneer enkel een holle metalen beugel{s) wordt gebruikt om een kozijn te monteren, dan is de resterende holte moeilijk toereikend cp te vullen met rotswol, terwijl gebruik van een polyurethaanschuim een minder goede akcestische demping bereikt. Door gebruik te 3 maken van een bevestigingsbeucel waarin een houten blok vastgeklemd zit, kan een betere akoestische isolatie bekcmen worden, aangezien er geen holte blijft in de beugel die afzonderlijk dient opgevuld te worden, terwijl holten naast dit opvulstuk gemakkelijker bereikbaar en op te vullen zijn met (bv.) een vezelmateriaal.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat ongewenste vervorming van het deurkozijn kan vermeden worden, terwijl er toch een stevige bevestiging van het kozijn aan de muur kan bekomen worden.
Een inrichting en/0Ë werkwijze in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding verwezenlijkt bovenstaande doelstelling.
In sen eerste aspect, heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een verankeringsinrichting voor het bevestigen Van een kozijn aan een dragende Structuur. De verankeringsinrichting omvat een beugel en een blok, waarbij 23 het blok bevestigd is aan, en/oË ingeklemd zit in, de beugel zodat het blok door de beugel verstevigd wordt. De beugel is hierbij aangepast om het boren doorheen het blok vanaf een voorzijde van het blok naar sen tegenoverliggende achterzijde van het blok toe te laten zonder hierbij de beugel te raken,
In een verankeringsinrichiting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de beugel een opperviak omvatten dat de voorzijde van de beugel vormt, Een veelheid aan gaten kan in dit oppervlak voorzien zijn om het boren doorheen het blok via deze gaten toe te laten, In een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de veelheid aan gaten minstens zen eerste gat en een tweede gat omvatten die zich aan weerszijden van de voorzijde van de beugel bevinden zodat ze zich ook aan weerszijden van een deuraansiag komen te bevinden bij gebruik van de verankeringsinrichting. in een veranxeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de beugel bestaan uit Íbv. uitsluitend bestaan uit} een vlakke plaat die op het blok is bevestigd met behuip van een lijm, schroeven en/of een ander verbindingsmiddel.
In een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de beugel vervaardigd zijn uit een metaal cf een legering van metalen, in een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het blok een massief houten blok, een muitiplex strook, en/of een blok van een composiet of kunststof materiaal omvatten.
In een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de achterzijde van het blok grotendeels onbedekt blijven door de beugel, zodat de beugel het boren dcorheen het blok vanaf de voorzijde van het blok toelaat zonder hierbij op de beugel te stoten aan de achterzijde, In een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de beugel een U-vorm of C- vorm cezitten, zodat het blok minstens gedeeltelijk omhuld en ingeklemd wordt door de beugel.
19 In sen verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de opening van de C-vorm of U-vorm gepositioneerd zijn aan de achterzijde van het blok, In een verankeringsincichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kunnen de benen van de U-vorm ongelijke lengtes hebben, en kan het kortere been een deel van de achterzijde van het blok bedekken.
In een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van 2 de onderhavige uitvinding, kan de beugel aangepast zijn om de C-vorm of U-vorm horizontaal of verticaal te richten, in gebruik van de verankeringsinrichting, waarbij de opening van de C- of ÜU-vorm naar de dragende structuur toe wordt gericht.
In een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kunnen groeven voorzien zijn in het blok, en kunnen de uiteinden van de C-vormige beugel in deze groeven grijpen.
Een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan meerdere beugels omvatten die minstens twee {verschiliende* randen var het biol verstevigen en hierbij de voor- en achterzijde van het blok grotendeels {bv, minstens 50%, bv. minstens 75%, bv, minstens 30%, bv. minstens voor 20%) onbedekt laten door de beugels, In een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de cnderhavige uitvinding, kan de breedte van de beugel substantieel overeenstemmen met de breedte van het blok in minstens één richting.
Een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan een of meerdere afstandsschroeven omvatten om doorheen het blok in de dragende structuur te schroeven, en het blok hierbij te verankeren aan de dragende structuur, Dit resulteert in een verankering van het kozijn, wanneer het kozijn cp haar beurt vastgemaakt is op de beugel of de beugel integraal gevormad is uit het kozijnprofiel.
In «een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op seen kozijninrcichting, De kozijninrichting omvat minstens een profieldeel van een kozijn (bv. kan een volledig kozijn cumvatten, Dv. in afzonderlijke profieldelen}. De kozijninrichting omvat minstens een verankeringsinrichtino voigens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
De beugel van de verankeringsinrichting is hierbij aan het profieldeel bevestigd of de beugel is hierbij integraal gevormd in het profieldeel.
in een kozijninrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het profieldeel metaal omvatten of uit metaal bestaan (of een legering van metalen), Het kozijn kan dus een metalen kozijn zijn (m.a.w. kan hoofdzakelijk uit metaal bestaan).
In een kozijninrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het profieldeel een voorzijde van een tweedelig kozijn zijn, waarbij de beugel zodanig aan het profieldeel bevestigd is, of zodanig hier integraal in gevormd is, dat een vrijdragend deel van het blok en/of van de beugel uitsteekt naar de kant waar een tegenzijde van het tweedelige kozijn geplaatst dient te worden.
Een kozijninrichting volgens vuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan verder de tegenzijde van het tweedelige kozijn omvatten, Ben kozijninrichting volgens uitvoeringsvormen van de 23 onderhavige uitvinding kan verder een deuraanslag (aanslagiat} omvatten, waarbij de deuraanslag integraal gevormd is in het profieldeel of, als los onderdeel, aangepast is om cp het profieldeel gemonteerd te worden.
In een kozijninrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kunnen een of meerdere gaten in het kozijnprofiel voorzien zijn op een positie die overlapt met een gat of gaten in de beugel.
Deze uitvinding heeft in een derde aspect betrekking op een werkwijze voor het bevestigen van sen kozijn aan een dragende structuur.
De werkwijze omvat het voorzien van sen verankeringsinrichting (en/of een kozijninrichting omvattend dergelijke verankeringsinrichting) volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, waarbij de beugel van de verankeringsinrichting bevestigd wordt aan een profieldeel van het kozijn of hier reeds integraal in gevormd is.
De werkwijze omvat ook het positioneren en/of tijdelijk fixeren van het kozijn in een muuropening, en het aanbrengen van afstandsschrceven doorheen het blok van de
19 verankeringsinrichting tot in de dragende structuur, zodat net biok onbeweeglijk verankerd wordt aan de dragende SLTUCLUUr,
De onafhankelijke en afhankelijke conclusies omschrijven
13 specifiexe en voorkeurdragende kenmerken van de uitvinding.
Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunen vecombineerd worden met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet noodzakelijk enkel zoals aangegeven in de conclusies,
FIG 21 toont een voorbeeldmatige kozijnconstructie zoals gekend in het vakgebied.
FIG 2, FIG 3 en FIG 4 tonen resp. een voor-, zij- en bovenaanzicht van een deel van een kozijn, waarin een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aangebracht is.
In FIG 4 wordt daarenboven een detail van dit bovenaanzicht: uitvergroot weergegeven,
FIG 5, FIG 6 en FIG 7 tonen resp. voor-, zij- en bovenaanzichten van de verankering van het kozijnprofiel door middel van afstandsschroeven geschroefd in, en doorheen, de verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de cnderhavige uitvinding.
FIG 8 toont twee voorbeeldmatige types van afstandsschroeven die kunnen toegepast worden in combinatie met een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding {cf die dsel kunnen uitmaken van de veranxeringsinrichtinag).
FIG 9 en FIG 10 tonen resp. sen zij- en bovenaanzicht van de vervolledigde kozijnconstructie, waarbij, na de verankering van het kozijnprofiel, dat de voorzijde van het kozijn vormt, met behulp van de verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, een complementaire tecenzijde van het kozijn werd aangebracht.
FIG 11 illustreert de montage van een kozijn og een onregelmatige muur (met onregelmatige dagkanten} met behulp van een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
FIG 12 toont een verankeringsinrichting volgens 2 uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding met een alternatieve oriéntatie van een C-vormig beugelonderdeel, FIG 13 toont sen verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding met een alternatieve vorm van het beugelonderdeel.
2 FIG i4 toont een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding met een beugel in de vorm van een vlakke plaat.
FIG 15 toont zen verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding met meerdere 3 beugels.
PIG 16 toont een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de conderhavige uitvinding met een beugel die grijpt in een groef van het door de beugel verstevigde biok.
& FIG 17 en FIG 18 Lonen uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding waarbij de beugel van de verankerinosinrichting integraal gevormd wordt door een kozijnprofiel.
FIG 19 toont sen toerassing van een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding op 19 het verankeren van een eendelig kozijn.
FIG 20 Loont een toepassing van sen verankeringsinrichting volgens uitvceringsvormen van de onderhavige uitvinding op het verankeren van een kozijn in een muuropening, zonder dat hierbij de muur rondom de muuropening verborgen en overlapt wordt door de kozijnprofielen. FIG 21 toont een bevestiging van een kozijn met behulp van een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, waarbij sen aanslaglat als afzonderlijk monteerbaar element wordt aangebracht on het kozijnprofiel, De figuren zijn schematisch en niet limiterend, Elementen in de figuren zijn niet noodzakelijk op schaal weergegeven. De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de mogelijke specifieke uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding zoals getoond in de figuren.
Ongeacht de vcorbeeldmatige uitvoeringsvormen hieronder beschreven, is de onderhavige uitvinding enkel beperkt door de aangehechte conclusies. De aangehechte conclusies worden hierbij expiiciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, waarbij iedere op zichzelf staande conclusie een afzonderlijke uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding vormt.
De term “omvat, zoals gebruikt in de conclusies, is niet beperkt tot de erna beschreven kenmerken, elementen of stappen en siuit geen bijkomende kenmerken, elementen of stappen uit. Dit specifieert derhalve de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, zonder een verdere aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere kenmerken uit te sluiten, in geze gedetailleerde beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifiexe details. Daarenboven kunnen weigekende kenmerken, elementen en/of stappen niet in detail beschreven worden in het belang van helderheid en bondigheid. in een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in 2 een verankeringsinrichting voor het bevestigen van een xozijn, zoals een deurkozijn, aan een dragende structuur, zoals een Muur, FIG 1 Loont een voorbeeldmatige kozijnconstructie zoals 23 gekend in het vakoebied, zonder noodzakelijkerwijs sen beperking van uitvoeringsvormen hiertoe. Het kozijn voorziet in een passende aansluiting en (zwenkbare) bevestiging van bv.) een deurblad 5 aan een muur 4 (of andere dragende structuur), bijvoorbeeld in een muuropening, Het kozijn kan 39 uit meerdere delen samengesteld zijn, zoals twee verticale stijlen 1,2 en een horizontaal kopstuk 3, bv. een bovendorpel
(of tussendorpel}. Bij de plaatsing van een (enkele) deur kan men een onderscheid maken tussen een verticale siotstiji L aan de ene zijde en een verticale scharnierstijl 2 aan de andere zijde, die aangepast zijn om respectievelijk een (ontvangend deel van een) deurslot te voorzien en om deurscharnieren 8 aan te bevestigen, Het kozijn kan bijvocorbeseld bestaan uit meerdere afzonderlijke delen, zoals de verticale stijlen 1,2 en het kopstuk 3, of een verdere opdeling daarvan, of een andere opsplitsing van het kader in delen die, eens gezamenlijk gemonteerd, het kozijn vormen, Dergeiijke deien kunnen bijvoorbeeld U-vormige kozijnprofielen omvatten, of in combinatie dergelijke U-vormige kozijnprofielen vormen, bv. door combinatie van twee {bij benadering) L-vormige delen. “U-vormig” verwijst hierbij naar sen vorm waarbij een open holte gevormd wordt door een convexiteit van de vorm, en “L- vormig” naar, generaliter, een hoekige cf (bv. enkelvoudig) gebogen vorm.
Dit type profielen is welbekend in het vakgebied.
Het is gebruikelijk om de holte gevormd in een dergelijk U- vormig profiel, of door combinatie van aaneensluitende L- vormige profielen, aan te passen aan of te selecteren op basis van de breedte van een muur of andere dragende structuur (eventueel rekening houdend mel enige vereiste speling), zodat het profiel voor minstens een klein stuk over deze dragende structuur kan schuiven (cf met een dergelijke overlapping kan geplaatst worden). Een deel van de dragende structuur kan hierbij dus in de holte van het profiel {of gevormd door combinatie van de profielen)
gebracht en verborgen worden, zodat de dragende structuur lijkt over te gaan en te eindigen in het profiel (en), althans ogenschijnlijk, waar de muuropening omkaderd door het kozijn gevormd is.
Een inrichting voor kozijnoevestiging volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan in het bijzonder geschikt zijn voor toepassing bij een tweedelig deurkozijn, maar is niet noodzakelijkerwijs hiertoe beperkt.
Meer bepaald kan de inrichting cok bruikbaar zijn voor andere types kozijnen, bv. voordeelmatig toepasbaar zijn voor vele verschillende Lypes kozijnen en concrete situaties in de praktijk.
Tweedelige kozijnen bestaan uit een voorzijde 6, waaraan het deurblad 5 d.m.v. scharnieren 8 bevestico wordt, en een tegenzijde 7. De voorzijde 6 wordt aan één zijde van de muur in een muuropening geplaatst, terwijl de tegenziide 7 langs de andere zijde geplaatst wordt, zodat de muur 4 aan weerszijden wordt afgedekt.
Zoals gekend in het vakgebied, kan een kozijn, of althans de profielen waaruit het opgebouwd is, vervaardigd zijn uit een metaal (of legering} of kunststof materiaal (zonder enige beperking hiertoe).
Minstens den verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding (bv. één, twee, drie of meer) kan worden gebruikt per verticale stijl 33 van het kozijn om het kozijn stevig aan de dragende STructuur, bv, een Muur, te verankeren. Het aantal verankeringsinrichtingen dat wordt gebruikt, kan worden bepaald in functie van de toepassing, zoals bijvoorbeeld aan de hand van de afmetingen van het kozijn en/of het gewicht dat dient gedragen Le worden door het kozijn, bv. van de
& deur, Het dient ook opgemerkt Le worden dat éên enkele verankeringsinrichting relatief breed kan uitgevoerd worden, zodanig dat deze verankeringsinrichting op zich kan volstaan voor het monteren van een verticale stijl.
Een ‘relatief brede’ verankeringsinrichting kan bijvoorbeeld minstens 25%, bv. minstens 40% van de lengte van het hiermee te monteren profieldeel van het korijin (bv, van een verticale stijl} bestrijken, bijvoorbeeld minstens 50%, of zelfs meer, zoals 758 of meer, bv. kan substantieel de volledige lengte bestrijken, Het spreekt Voor zich dat de verankeringainrichting siechts optioneel ‘relatief breeg’ is, en uitvoeringsvormen waarin mserdere relatief korte verankeringsinrichtingen verdeela worden over een profieldeel zijn zeker niet uitgesloten.
Hoe dan ook zijn de albeeldingen, zoals reeds vermeld, niet noodzakelijk naar schaal en proportie getekend, Zen verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen kan 23 voorzien zijn van meerdere rijen en/of groepen van garen voorzien voor het aanbrengen van schroeven, zoals verder nieronder in detail beschreven), die, in een bredere uitvoeringsvorm, relatief ver van elkaar gespreid kunnen worden om voldoende steun{punten)} over een aanzienlijk deel van de hoogte van het kozijn te voorzien,
Verwijzend naar FIG 2, omvat de verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding voor het bevestigen van sen kozijn aan sen dragende structuur een beugel 53, en een blok 12 dat bevestigd is aan, en/of ingeklemd zit in, deze beugel om het blok 12 te verstevigen.
De beugel 3, bv. sen metalen beusel, kan aan het kozijn bevestigd zijn (of geschikt zijn om hieraan bevestigd te worden in gebruik van het systeem}. Deze beugel kan bijvoorbeeld vastgelast worden aan een (profieldeel van een) metalen kozijn, Het zal cok duidelijk zijn voor de vakman dat deze beugel ook integraal zou gevormd kunnen zijn als deel van het kozijn (bv. als onderdeel van een profieldeel van het kozijn}, in cversenstemming met sommige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
De beugel S kan bevestigd (bv. vastgelast) zijn aan, of integraal gevormd zijn in, een profieldeel van het kozijn, zoals aan/in de voorzijde 6 van een tweedelig kozijn (of 28 aan/in een onderdeel dat, eens gemonteerd, deel uitmaakt van de voorzijde van het tweedelige kozijn}. “Tweedelig” dient hierbij niet opgevat te worden als een kozijn dat uit uitsluitend twee delen bestaat, bv. aangezien de voor- en Legenzijde eventueel verder opgesplitst kunnen zijn in 23 onderdelen, Het zal ook duidelijk zijn dat uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding ook van toepassing kunnen zijn op andere types kozijnen, Bijvoorbeeld, verwijzend naar PIG 19, kan een verankeringsinrichting volgens uitvceringsvormen van de onderhavige uitvinding ook toegepast worden op een eendelig kozijn (d.i. een kozijn waarbij er geen opdeling in voor- en tegenzijde voorzien wordt, maar mogelijk wal in afzonderlijke stijlen, een kopstuk en/of een verdere Longitudinale opdeling daarvan}, Ken verder voorbeeld van een mogelijke tcepassing is afgebeeld in FIG 20. Hierbij wordt het kozijn niet zodanig geplaatst dat de vanden van de muuropening overdekt worden, maer wordt het kozijn volledig binnenin een nauwkeurig uitgevoerde cpening geplaatst zonder overlapping. Dit kan bijvoorbeeld met een eendelig kozijn uitgevoerd worden, waarbij een slotstijl, een scharnierstijl en een kopstuk eerst in hun rakende hoeken met elkaar verbonden worden (bv. door schroeven of lassen), om dan samen in de muuropening geplaatst te worden. Na verankering via de verankeringsinrichting(en) volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen de voegen tussen de muur en het kozijn dan, bijvoorbeeld, afgewerkt worden met een geschikt voegmiddel, bv. sen elastische siliconekit.
Het zal duidelijk zijn dat meerdere van de inrichtingen voor kozijnbevestiging volgens uitvoeringsvormen gecombineerd kunnen worden met het kozijn of de onderdelen van het kozijn, om een monteerbare of (by. reeds gedeeltelijk) gemonteerde constructieset te vormen. Uitvoeringsvormen kunner bijvoorbeeld betrekking hebben op een kozijn, bv. bestaande uit losse en/of voorgemonteerde onderdelen, en ten minste éên, bij voorkeur meerdere, van de inrichtingen voor kozijnbevestiging volgens uitvoeringsvormen. Hierbij kunnen er meerdere van de beugels bevestigd zijn aan (of integraal gevormd in) een verticaal te plaatsen profieldeel, bv. drie per verticale zijde van het kozijn. Het aantal per verticale zijde, alsook andere parameters, zoals materiaalkeuze, dikte, afmetingen, enz., van de beugels kan gekozen worden in functie van de toepassing, zoals als functie van het gewicht en de afmetingen van de te plaatsen deur. De beugels kunnen bijvoorbeeld ter hoogte van de scharnieren (of van de montagepunten voorzien voor de scharnieren op het koziin) aangebracht zijn (zonder beperking hiertoe}.
18 Het blok 12 kan bijvoorbeeld een houten blokje zijn. Het is een voordeel det dit, in combinatie met houtschroeven (m.a.w. schroeven aangepast om in hout Le schroeven; bv. een afstandsschroef zoals verder beschreven), een stevige montage toelaat van het kozijn. Bijvoorbeeld kan in de beugel 3 een strook multiplex of een blokje van massief hout (bv. hardhout} worden vastgehouden en/of ingeklemd. Andere materialen voor het blok 12 zijn niet uitgesloten, Bijvoorbeeld, naast: plaatmateriaal (bv. mulriplex) en massief hout (bv. hardhout), kan het blok 12 ook (alternatief oË aanvullend) sen kunststof of composiet materiaal omvatten.
De beugel 9 kan een U-vormige of C-vormige beugel zijn die het biok {minstens gedeeltelijk} omhult (en bij voorkeur ook inklemt}, bv, langs minstens drie zijden waarvan minstens twee tegenoverliggend ten opzichte van elkaar, Het blok 12 kan bijvoorbeeld in de beugel geschoven zijn, waarna de beugel werd dichtgeperst, zodat het blokje en de beugel samen een sterk en niet (cf althans weinig of moeilijk} vervormbaar geheel vormen. Bijvoorbeeld, sen “C-vormige beugel” wordt getoond in {c.a.) FIG 2, FIG 3 en FIG 4, terwijl een “U- vormige beugel” getoond wordt in FIG 13, De zijvlakken (opstaande vlakken) van deze U-vormige beugel kunnen al dan niet een gelijke lengte bezitten.
Bijvoorbeeld, zoals getoond, kan het voordelig zijn om de achterzijde {in gebruik gericht naar de dagkant van de muur} korter te maken dan de voorzijde (in gebruik bevestigd aan het profiel: voorzien van gaten 10,11}, zodat het gemakkelijker is om met een boor deze achterzijde te vermijden wanneer er doorheen het blok 12 geboord wordt.
De inrichting volgens uitvoeringsvormen kan ook meerdere beugels S comvatten, bv, zoals getoond in FIG 15. In dit 139 voorbeeld, zonder beperking daartoe, zijn twee (drie of vier zijn ook mogelijk) van de {in dit voorbeeld overstaande) randen van het blok verstevigd door U-vormige beugels.
Dit laat niet enkel de achterzijde substantieel onbedekt over een grote fractie van haar oppervlakte, maar dit geldt cok, 2 op vergelijkbare wijze, voor de voorzijde, In dit voorbeeld is het dus niet nodig om expliciet gaten te voorzien in een voorzijde van de beugel, cf. oppervlak A, en wordt er veel vrijheid geboden aan de monteur in het bevalen van een geschikte boorgositie doorheen het blok.
Desalniettemin zorgt de beugel 9, of de combinatie van beugels in dit voorbeeld, voor een verhoogde stevigheid van het blok 12. De inrichting kan voorzien worden met het blok 12 reeds stevig in de beugel 9 (of beugels} gekneld, m.a.w, het samenpersen en inklemmen van het blok kan op voorhand gebeuren (bv. bij industriële fabricage). Desalniettemin zijn uitvoeringsvormen waarbij de beugel en het blok als iosse onderdelen of slechts licht samengeperst, worden voorzien niet uitgesloten, Het kan bijvoorbeeld voordelig zijn om de monteur de mogelijkheid te bieden om ter plaatse op een werf een blok 12 te kiezen uit verschillende beschikbare alternatieven (bv. verschillende materialen}, naargelang de situatie, De monteur kan bijvoorbeeld voorzien zijn van een aangepaste tang om de beugel met voldoende kracht dicht te persen rond het blok op de werf. Het dient 1 echter wel opgemerkt te worden dat een aanpak waarbij het blok op voorhand aangebracht wordt in de beugel, bv. in een fabriek, ook zeer voordelig kan zijn, bv. met het oog op consistentie en stevigheid.
Het blok 12 kan dus worden vastgeklemd in bv. een C-vormige beugel 9, bv. over haar volledige lengte. De lengte van het biok 12 en de beugel 9 kunnen dus substantieel gelijk zijn, en de beugel kan uitgelijnd zijn ten cpzichte van het blok en, door het samenpersen, een sterk en (substantieel) onvervormbaar geheel vormen met het blok, Het is een voordeel van een C-vormige beugel dat kleine randen van de beugel aan de achterzijde van het block ({tegenoverliggend het opperviak = A) het blok kunnen inklemmen, zodat het blok stevig wordt vastgehouden. Een brede strook kan evenwel openblijven tussen deze omgeplcoide randen, zodat: een boring doorheen het blok niet botst {of weinig kans heeft on te botsen) op het beugelmateriaal aan deze achterzijde van het blok, Een vergelijkbaar argument: geldt voor de U-vormige beugel met een korter been (opstaand vlak} aan de achterzijde, zoals getoond in FIG 13,
De oriëntatie van de C-vormige beugel (of, vergelijkbaar, van een U-vormige beugel} kan verschillen van de oriëntatie getoond in FIG 2, De opening van de C-vorm (of U-vorm) is, in gebruik, gericht naar de dragende structuur 4 Loe, maar de open zijkanten (aan weerseinden van het blok in de richting die loodrecht staat op het vlak waarin het C- of U- vormige profiel zich aftekent} kunnen zowel horizontaal, naar de voor- en tegenkant van het kozijn (zie FIG 2}, als verticaal georiënteerd zijn {zie FIG 12; merk evenwel op: het aanzicht van FIG 12 stemt overeen met dat van FIG 4, niet met dat van FIG 2}. FIG 2, FIG 3 en PIG 4 tonen de inrichting volgens uitvoeringsvormen in complementaire orthogonale vlakken, in een configuratie zoals montage in een kozijn beoogd wordt.
Verwijzend naar FIG 3, kan de breedte b van de beugel (bi voorkeur substantieel ook in overeenstemming met de breedte van het biok)} bijvoorbeeld {bij benadering) overeenstemmen met de breedte B van de dagkanten van de muur 4 (m.a.w, met de dikte van muur). Dit is evenwel niet noodzakelijk, Zoals getoond, kunnen de opstaande randen van een U- of C- vormige beugel 9, in gebruik (dus gemonteerd in de bedoelde oriëntatie}, het blok 12 inklemmen tussen haar verticaal 23 boven- en onderliggende zijden, Uitvoeringsvormen zijn hier niet Loe beperkt, De opstaande randen van de beugel kunnen bijvoorbeeld het blok ook inkiemmen tussen horizontaal overstaande zijviakken van de beugel {zie FIG 17). In een verder voorbeeld, zie FIG 16, wordt het block 12 siechts over een gedeelte d’ van haar dikte d ingesloten door de beugel 3, hijvoorbeeid door een been van de (C- of U-vormige) beugel in een corresponderende groef van het bick 12 te brengen, FIG 16 toont een uitvoeringsvorm waarbij dit principe gecombineerd wordt met meerdere beugels 9, cf. FIG 215, maar dit kan ook, mits de nodige zorg, toegepast worden op andere voorbeelden (bv. de enkels beugel in FIG 4), bijvoorbeeid door het zijwaarts inschuiven van het biok {via de groeven} in de beugel.
18 De beugel kan een oppervlak A omvatten dat sen corresponderend oppervlak van het block afdekt (bv, in direct contact hiermee staat over ten minste een substantieel gedeelte van dat oppervlak). In het voorbeeld van sen C- vormige beucel, omvat de beugel minstens twee verdere oppervlakken {cf meer accuraat: minstens twee verdere opperviaksegmenten die zich onderscheiden van het segment A door een substantieel verschillende oriëntatie) die onder een hoek {bv een rechte hoek} staan ten opzichte van het oprervlak A. Deze minstens drie oppervlakken (oppervlaxsegmenten) vormen samen een (by. gedeeltelijke: bv. open) caviteit (in minstens één dimensies} waarin het biok wordt ingesloten, Zoals getoond in het voorbeeld van FIG 13 kan het oppervlak ook één van de opstaande vlakken van de U-vorm vormen, Cv. zodat de voorzijde en achterzijde van het bick bedekt worden door de opstaande vlakken, verbonden via een zijkant, Bij dit laatste voorbeeld dient ook opgemerkt te worden dat het voorzien van gaten in het cppervlak À sterk beperkt: kan worden door niet de volledige lengte van het bick te overdekken met de beugel. Zoals kan gezien worden, is het in dit voorbeeld enkel nodig om een gat of enkele gaten 10 te voorzien in de beugel ter hooge van de voorzijde 6 van het kozijn, en blijft het blok onbedekt door de beugel aan zowel voor- als achterkant (A; viak overliggend aan A) waar de tegenzijde van het kozijn gepiaatst dient te worden (zodat het voorzien van de gaten 11 in de beugel vermeden kan worden). Het oppervlak A kan een vlak oppervlak (of een vlak segment van een oppervlak} zijn, maar uitvoeringsvormen zijn hier niet noodzakelijkerwijs toe beperkt. De vakman zal echter wel appreciëren dat het gebruik van een balkvormig blok 12 in combinatie met een beugel die minstens één vlak deel A omvat met substantieel gelijke dimensies (of althans met enige marge) aan een vlak van deze balkvorn praktische voordelen kan bieden.
De beugel 9 dient echter niet noodzakelijk een C- of U- vormige beugel te zijn. In een eenvoudige uitvoering kan de peugel substantieel Lestaan uit het oppervlak A, bv. kan de veugel een vlakke plaat (bv. een vlakke metalen plaat) omvatten, die (stevig) bevestigd is aan het blok 12, Deze bevestiging kan bijvoorbeeld voorzien zijn door een lijmverbinding, met schroeven, of een alternatieve verbindingsmethode, Dit is bijvoorbeeld geïllustreerd in FIG
14.
De verbinding tussen de beugel 9 en het blok 17 kan dus Dekomen worden door sen gebogen en/of geplooide beugel {bij voorkeur metalen beugel} dicht te perzen (minstens deels) rond het blok, maar ook, als alternatief of als aanvulling, door gebruik te maken van sen (bij voorkeur milieuvriendelijke) lijm, schroeven, bouten en/of andere verbingdingsniddelen.
In het oppervlak À (ongeacht of de beugel hier substantieel uit bestaat, of dit slechts een onderdeel ervan vormt, zoals in een C- of U-vormige beugel} kunnen een veelheid aan gaten 10, 11 voorzien zijn in (en doorheen) de beugel, bv. zodat de cpening van ieder gat toegang geeft tot het onderliggend materiaal ven het blok 12, De beugel 9 of beugels (zie bv, FIG 15) is/zijn minstens Vast verbonden met een deel van het blok 12, bv. door verlijming, een mechanische verbinding of knelling, om hier een verhoogde stevigheid aan te geven, terwijl openingen in 13 de beugel (en/of een aangepaste positionering van de veugel ten opzichte van het blok} een Door toelaten om volledig doorheen het blok te boren. Deze openingen kunnen bijvoorbeeld de opening van de C-vorm van de beugel 9 aan de achterzijde omvatten in combinatie met de gaten 10,11 (bv, geboorde gaten) aan de overliggende voorzijde (cf. oppervlak A). Als alternatief (eventuele combinaties van kenmerken evenwel niet uitgesloten} kunnen meerdere beugels meerdere randen van het biok verstevigen, zodat zowel sen centraal gedeelte van de achterzijde als van de voorzijde (cf, oppervlak A} van het blok 12 ontbloot bli4ft. Het dient voor de duidelijkheid opgemerkt te worden dat ‘voorzijde’ (oppervlak A} en ‘achterzijde’ hier verwijzen naar twee overliggende zijdes van het biok (en overeenstemmende delen van de beugel of beugels), die resp. van de dragende structuur weg en naar de dragende structuur toe gericht worden in gebruik van de inrichting, m.a.w. resp. dichter naar het centrum van de muuropening en dichter naar de dagkant van de muur {of van een vergelijkbare dragende structuur}. Dit dient onderscheiden te worden van de
‘voorzijde’ 6 en de ‘tegenzijde”’ 7 van een tweedelig profiel, zoais hierboven en verder hieronder beschreven, en van de kenmerken die besproken worden in die context,
Verder zijn uitvoeringsvormen waarbij aan de achterzijde ook een relatief groot gedeelte van het blok bedekt wordt door de beugel, en waarbij ook aan deze ruimere achterzijde van de beugel garen voorzien zijn, ock niet uitgesioten.
In dat geval, kunnen de gaten aan de achterzijde groter zijn dan aan de voorzijde, om een boring vanuit een gat aan de voorzijde binnen een hoek (ruimtehoek; binnen een kegel! / mogelijk te maken met enige vrijheid.
De gaten zijn ook niet noodzakelijk rond.
In een verder voorbeeld {zonder beperking hiertoe} kunnen de gaten aan de achterzijde een langgerekte vorm hebben (een aspectverhouding van bv, minstens 3 over et 2}, in gevallen waarbij vrijheid van (en variatie van) de hoek waaronder schroeven worden aangebracht bij voorkeur groter is in éêèn richting dan in de hierop loodrecht staande richting.
Door dunnere openingen te gebruiken, kan vrijheid voor het piaatsen van schroeven gecombineerd worden met bijkomende stevigheid/versteviging.
Het dient ook opgemerkt te worden dat de voorkeur voor één richting met hogere vrijheid voor het oriënteren van de schroeven niet uitsluit dat een andere opening aan de achterzijds die overeenstemt met een ander gat aan de voorzijde (m.a.w. een andere
38 corsprong voor het inbrengen van een schroef} anders georiënteerd kan zijn.
Aan de achterzijde kunnen de gaten bijvoorbeeld voorzien zijn in een kruispatroon of onder hoeken ten opzichte van elkaar, Deze aanpak heeft evenwel het nadeel dat de monteur zich goed bewust dient te zijn van de mogelijke oriëntacies voor het inbrengen van schroeven in de verschillende gaten aan de zichtbare voorzijde zonder hierbij de achterzijde van de beugel te raken, Terugverwijzend naar de gaten die voorzien kunnen zijn aan de voorzijde van de beugel, cf. oppervlak A, kunnen deze gaten Len minste een eerste gat 10 op een positie in overeenstemming met de voorzijde van een tweedelig kozijn en ten minste een tweede gat 11 aan de tegenzijde van het kozijn omvatten, Mm.a.w. aan weerszijden van de deuraanslag 14 (aanslaglat). Bij toepassing ter montage van een tweedelig kozijn, kan dus het (de) gat{en) 10 bedekt worden door de voorzijde van het kozijn, terwijl het (de) gat(en) 11 aan de andere kant van de deuraanslag 14 vooralsnog zichtbaar blijft/blijven totdat cok de tegenzijde 7 van het kozijn geplaatst wordt.
Omdat de inrichting in gebruik bevestigd
2 wordt aan, of reeds integraal gevormd is in, een profieldeel bestemd voor de voorzijde 6 van het kozijn {niettegenstaande mogelijke toepassingen op andere kozijntypes) VOOr verankering aan de dragende structuur, kan het voordelig zijn om (minstens)} sen gat 13 te voorzien in dit
24 voorzijdeprofiel 6 in een positie(s} in overeenstemming met de posities) van het {(/de} eerste gaten} 10. Het {de} tweede gat{en} 211 is/zijn echter onbedekt op het moment van verankering aan de dragende structuur, aangezien deze zich in een vrijdragend uiteinde 25 van de beugel 9 bevinden
(uitstekend ten cpzichte van voorzijde &, achteraf af te dekken met de tegenzijde 7},
Generaliter zijn beide groepen 10,11 van gaten van elkaar gescheiden in een breedterichting van de beugel (zie breedte b van de beugel}, waarbij de ruimte tussen beide groepen bv. minstens één centimeter, bv, typisch minstens enkele centimeters, bedraagt.
Bij voorkeur kunnen er meerdere rijen, bv. minstens twee rijen, van de gaten 10,11 in het opcervlak A boven elkaar voorzien zijn, bv, aan iedere kant van de deuraanslag 14 minstens twee Coven elkaar. Verder kunnen er ook meerdere kolommen van gaten naast elkaar voorzie worden. Bijvoorbeeld, het aantal kolommen van gaten 11 aan de tegenzijde kan variëren naargelang de dikte van de muur.
9 15 Het dient opgemerkt te worden dat deze gaten 10,11 niet | noodzakelijk rond {cirkelvormig} zijn, zoals afgebeeld, maar eender weike vorm kunen bezitten, zoals ovaalvormig, rechthoekig, vierkant, enz, Deze gaten dienen enerzijds om (ruwweg) een positie aan te duiden waar de monteur bij het plaatsen van het kozijn in het bicotgelegde blokje 12 kan boren/schroeven en anderzijds om de structurele stevigheid van de beugel niet te sterk te verzwakken (bv, door voldoende materisal tussen en rond de gaten te behouden), Het dient opgemerkt te worden dat de aanslaglat 14 niet noodzakelijk een vast deel uitmaakt van het kozijnprofiel, Verwijzend naar PIG 21, kan deze ook als afzonderlijk onderdeel voorzien zijn, om na het verankeren van het kozijn aan te brengen in de hiervoor voorziene positie ter afwerking 38 van het geheel,
In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een kozijninrichting, dewelke sen profieldeel van een kozijn omvat en een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. De Kozijninrichting omvat dus minstens een profiel dat deel uitmaakt van het kozijn, met daaraan de beugel 9 bevestigd (of de beugel integraal hierin gevormd}. De beugel kan meer bepaald aan de binnenzijde van het profiel aangebracht zijn, waarbij deze binnenzijde {onder normale onstandigheden} in de muuropening naar de muur toe gericht dient te worden, Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kumen betrekking hebben op een voorzijde 6 van sen tweedelig kozijn (of het voorzijdig profieldeel daarvan}, met daaraan de beugel 9 bevestigd (of de beugel integraal hierin gevormd).
Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zíjn niet beperkt tot dergelijke tweedelige kozijnen, maar kunnen wel beschouwd worden als uitermate geschikt: voor dergelijke toepassing.
De beugel kan aan de binnenzijde aangebracht of gevormd zijn, waarbij deze binnenzijde van het profielstuk (van voorzijde- profiel 6) aangepast is om naar de dagkant van de muur Le richten wanneer geplaatst (zoals bedoeld) in een muuropening. Het blok 12 is voorts aangebracht in (of aan, of op} de beugel, zodat het oppervlak A van de beugel (althans minstens een substantieel deel van oppervlak A) zich tussen het ingesloten blok 12 en het voorzijde-profiel 6 bevindt, Verder kan het voorzijde-profiel 6 de deuraanslag lé omvatten, of kan een deuraanslag 14 als los onderdeel inbegrepen zijn (bv, in een uitvoeringsvorm die opgevat is ais een kit van onderdelen), waarbij de deuraanslag 14 en het voorzijde-profiel 6 aangepast zijn voor een onderlinge bevestiging.
Uitvoeringsvormen kunnen uiteraard ook een tegenzijde 7 omvatten, waarbij voor- en tegenziide 6,7 aangepast zijn om samen het tweedelige kozijn te vormen
(verdere opsplitsing in afzonderlijke stijlen en/of stukken evenwel niet uitgesloten), FIG 17 en FIG 18 tonen een voorbeeld waarbij de beugel integraal gevormd is in het kozijnprofiel, bv, in de voorzijde & van een tweedelig kozijn.
Hierbij kan de beugel gevormd worden door het materiaal dat het kozijnprofiel vormt, zodat er geen afzonderlijke plaat (of ander materiaal! nodig is om de beugel te vormen, In dit geval, kan, net zoals ; reeds hierboven besproken, het blok 12 ingeklemd worden in { 14 de beugel {gevormd door het kozijnprofiel) en/of hieraan : bevestigd worden met behuip van bv. lijm, schroeven en/of een ander bevestigingsmiddel.
Bij gebruik van een materiaal voor het blok 12 dat gegoten of gevormd kan worden, zoals een geschikte kunststof of composiet materiaal, kan bv. de 23 holte in het profiel ook (minstens gedeeltelijk; bv. met behuip van begrenzende mallen tijdelijk geplaatst in het vrofieldeel} gevuld worden met dit materiaal, al dan niet in combinatie met een voorbehandeling met een hechtingsmiddel om de aanhechting lussen het profieimateriaal en het gegoten of gevormde materiaal van het blok te bevorderen.
In een kozijninrichting volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het kozijnprofiel ook voorzien zijn van een gat of gaten 13 die overlappen met het ten minste één gat 10 aan de voorzijde (het gat of de groep gaten aan één zijde in de breedterichting b}. Dit get of deze gaten
13 in het kozijnprofiel kunnen (optioneel) kleiner zijn dan de onderliggende gaten 10 in de beugel 3, Dit kan bijvoorbeeld enige vrijheid toelaten in de richting waarin een schroef wordt ingebracht door de overlappende gaten 13,15 in het kozijnprofiel en de beugel. De inrichting kan verder minstens éên {bij voorkeur meerdere) afstandsschroef 15 omvatten om het kozijnprofiel 6 via de beugel 9 aan de dragende structuur 4 te bevestigen. Zoals getoond in FIG 5, FIG & en FIG 7, kunnen deze afstandsechroeven 15 via een van de gaten 13 in het profiel SG en een hiermee overlappend gat 10,11 in de beugel 29 ingebracht worden, om doorheen het blok 12 in de onderliggende, dragende structuur 4 te grijpen.
Verschillende types van afstandsschroeven 15 zijn gekend in het vakgebied, en uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn niet noodzakelijk beperkt tot een specifiek type. FIG 8 toont twee voorbeelden 15a,15b van dergelijke afstandsschroeven die gekend zijn in het vakgebied, De afstandsachroef kan over (substantieel) haar volledige Lengte voorzien zijn van schroefdraad, zoals in het voorbeeld 15a, of, verwijzend naar voorbeeld 15b, kan aan de zijde van de punt een eerste gedeelte van de schroef voorzien zijn van schroefdraad en aan de andere zijde, van de schroefkop, een tweede gedeelte van de schroef van schroefdraad voorzien zijn, waarbij beide delen van elkaar gescheiden zijn door een centraal gedeelte van de schroef zonder schroefdraad. In dit laatste voorbeeld zijn beide gedeelten niet noodzakelijk 3% voorzien van hetzelfde type {of dezelfde maatvoering) van schroefdraad. Bijvoorbeeld, de schroefdraad aan de puntzijde kan aangepast zijn om in een muur, of een plug aangebracht in de muur, geschroefd te worden. De schroefdraad aan de kopzijde kan, bijvoorbeseid, korter zijn en/of een grotere diameter bezitten. De schroeïfdraden van beide gedeelten kunnen in de spoed op elkaar afgestemd zijn. Zo kan de schroef efficiënt ingebracht worden in het blok 12, vastgezet worden in de muur 4, en (in de laatste fase van het inschroeven) stevig vastgrijpen in het blok 12. Bij het indraaien van de schroef graaft deze buitenste schroefdraad zich dus vast in het blok 12 {dat bv. voorgeboord werd met sen kleinere diameter dan de gaten 10,11 in de beugel).
De afstanosschroef 15 kan voorzien zijn van een geschikt aangrijpelement (zoals een gleuf of andere vorm van zandrijfuitsparing) aan het kopeinde, zoals seen hexagonale opening of een zon. Torx opening (zonder beperking daartoe), Bij voorkeur heeft de afstandsschroef 15 echter geen uitgesproken kop, zoals bv. een platte, verzonken of bolle kop, maar kan het aangrijpelement vrijwel continu overlopen 29 in de (bovenste) schroefdraad ({(m.a.w. zoals gekend voor afstandsschroeven)}. Het is een voordeel dat bij het aanschroeven van de schroef er geen kracht ontstaat die de bevestigingsinrichting naar de dragende structuur (bv. de muur) Loe drukt, zoais wel het geval zou zijn bi] gebruik van een schroef met kop.
De gaten in de beugel 10,11 en in het profiel 13 kunnen groter zijn dan de diameter van de afstandsschroef 15 (bv, groter dan de buitendiameter van de breedste schroefdraad van de afstandsschroef}, bv. met enige marge, bv. minstens 20% breder, bv, minstens 50% breder, bv, minstens 100% breder
{m.&.w. minstens dubbel zo breed}, zodat de monteur bij gebruik van de inrichting de vrijheid bezit om sen hoek te bepaien waaronder de schroef in de muur gedraaid wordt (doorheen deze gaten), Het is een voordeel dat de afstandsschroeven niet in contact hoeven te komen met de peugel of met het kozijn tijdens (en dus ook na) het vastschroeven.
De inrichting kan ook minstens éên {bij voorkeur meerdere) plug omvatten die aangepast is om in de dragende structuur 4 in te brengen, waarbij de afstandsschroef 15 aangepast is om in de piug te passen (ov, volgens gangbare correspondenties ussen piug- en schroefdraadmaten). Dit is echter optioneel.
Afhankelijk van het type dragende ; 15 structuur kan het gebruik van pluogen al dan niet vereist iof wenselijk} zijn.
Bij montage van een kozijn met behulp van de bevestiginosinrichtina(en) volgens uitvoeringsvormen van de 28 onderhavige uitvinding, kan het kozijn bijvoorbeeld eerst in de muropening geplaatat worden.
Hierbij kan het correct gepositioneerd en tijgelijk gefixeerd worden met behulp van sranvijzen, spieën en/of het Le plaatsen deurblad, Het dient opgemerk&t te worden dat het gebruik van het deurblad om het kozijn uit te lijnen en tijdelijk te fizeren bijzonder voordelig kan zijn, bv. kan bijdragen aan een hoge efficiëntie en eer nauwkeurige piaatsing.
De bevestigingsinrichting{en)} voigens uilvoeringsvormen worden hierbij binnenin het kozijn geplaatst (d.w.z. bv. tussen de dagkant van de muur en een kozijnprofiel)}, voor zover dit niet reeds het geval was, bv, doordat de bevestigingsinrichting bij fabricage reeds werd Lbevestiaod (bv. vastaslast} aan een profiel van het kozijn, of zelfs gevormd is als een integraal deel van dat profiel.
Eens het kozijn correct gepositicneerd werd, en bij voorkeur ook voldoende gefixeerd, kunnen er gaten worden geboord doorheen het blok 12 en in de onderiiggende muur. De gaten 13 in het kozijnprofiel en de gaten 10,11 in de beugel 5 kunnen hierbij gebruikt worden als hulp bij de positionering 0 van de gebruikte boor.
Opriconeel kan het blok 12 ook voorzien zijn van voorgebcorde gaten, bv. op posities die overeenstemmen met de posities van de gaten 10,11 in de beugel 9, Dergelijke voorgeboorde gaten kunnen typisch een kleine diameter bezitten en/of zijn niet noodzakelijk doorheen het volledige blok 12 aangebracht, Meer bepaald kan de diameter kleiner, of zelfs beduidend kleiner, zijn dan de diameter van de schroefdraad van de afstandsschroeven 15. Dit kan bijdragen aan een goede 2 oriëntatie van de bevestigingsschroeven bij montage, bijvoorbeeld door de richting te geleiden van een boor bij net boren van de uiteindelijke gaten doorheen het blok en in de onderliggende muur. Uitvoeringsvormen zijn hier echter niet toe beperkt, Het kan immers ook voordelig zijn on de monteur meer vrijheid te bieden in het bepalen van de gewenste positie en coriëntatie van de afstandsschroeven, m‚a.w. zonder hindering door dergelijke voorgeboorde gaten. De afstandsschroeven 15 kunnen worden vastgeschroefd in de gebcorde gaten, doorheen het blok 12 en in de dracende structuur 4. Hierbij zetten deze schroeven zich zowel vast in de muur (al dan niet met behulp van een plug) als in het blok 12, zodat het kozijn in de posities verankerd wordt waarin het geplaatst {en/of tijdelijk gefixeerd) werd, zonder dat er enige spanning of druk wordt uitgeoefend op het kozijn door de schroef, De afstandsschroeven 15 kunnen geschikt zijn voor plaatsing van houten onderdelen, zoals reeds gekend in het vakgçebied. In een toepassing van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan echter {bijvoorbeeld} een metalen profiel geplaatst: worden, gebruikmakend van dergelijke {gestandaardiseerde of minstens gebruikelijke} schroeven # bedoeld voor montage van houten onderdelen.
9 15 Bij voorkeur kunnen = meerdere afstandsschroeven {per verankeringsinrichting} in enigszins verschillende richtingen in het hout {en dus ook in de onderliggende muur) worden geschroefd, om het kozijn stevig aan de muur te bevestigen, m.a.w. zonder enige (substantiële) resterende bewegingsvrijheid. Het aantal schroeven {per verankeringsinrichting) kan oversenstemmen met het aantal voorziene gaten 10,11 in de beugel, of er kunnen meer gaten voorzien zijn om meer vrijheid te bieden aan de monteur in het selecteren van geschikte posities voor het aanbrengen van de schroeven. De beugel 9 en het blok 12 hoeven hierbij niet in contact gebracht te worden met de muur, zoals weergegeven in FIG 11, Hierdoor vormen onregelmatige muren geen probleem voor het correct monteren van het kozijn. Ook indien de muur voldoende recht en viak is, is het niet noodzakelijk om het blok 12 op de dragende structuur 4 te laten steunen (zie bv.
FIG 10). De afmetingen van het bick 12 kunnen in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aangepast zijn om slechts een beperkt gedeelte van de diepte van het koziinprofiel te bestrijken.
Bijvoorbeeld, de beugel kan, wanneer bevestiod (DV, vastoelast) aan of integraai gevormd in het kozijnprofiei 5, tot minder dan 75% van de afstand D tot de opstaande rand of randen van het profiel reiken (de diepte D van het profiel, zie bv, FIG 10), De dikte d van het blok 12 {met eventueel inbegrip van de dikte van de beugel 3) kan dus, bijvoorbeeld, minder dan 75%, of zelis minder dan 66%, bv. tussen 40% en 60%, bv. ongeveer de helft (50%) zijn van de diepte D van het profiel.
De dikte d verwijst naar de ‘ dikte van het blok {of van het blok met inbegrip van de beugel 9} in de richting loodrecht op het oppervlak A van de beugel, Na het vastzetten van de voorzijde 6 van het kozijn aan de dragende structuur met behulp van de afstandsschroeven, kan ook de tegenzijide 7 van het kozijn in de muuropening geplaatst worden, via de andere kant van de opening, zie bv.
FIG 9, FIG 10 en FIG 11. Terugverwijzend naar FIG 4, kan de beugel 9 hierbij zodanig gevormd zijn in, of vastgemaakt zijn aan (bv, gelast), de voorzijde 6 dat er een (bv. relatief kleine) groefvormige spatie 26 ontstaat tussen een vrijdragend uiteinde 25 van de veugel 9 en een overlappingszone van de voorzijde 6 van het kozijn.
De tegenzijde 7 van het kozijn kan in deze spatie 26 tussen het vrijdragende uiteinde 25 van de beugel en de overlappingszone van de voorzijde van het kozijn geschoven worden, Het vrijdragende uiteinde 25 verwijst naar een deel van de beugel dat uitsteekt ten opzichte van de voorzijde 6, meer bepaald in de richting van de andere zijde van de muur { {dus waar de tegenkant 7 gemonteerd worot}. De | 5 overlappingszone kan bijvoorbeeld gevormd worden door de | deuraanslag 14, of althans een gedeelte daarvan waaronder de naad die de voorzijde en de tegenzijde scheidt, verborgen kan worden. | 10 Hierbij wordt de beugel, en dus Dok de volledige verankeringsinrichting, compleet afgedekt {m.a.w. verborgen) door de combinatie van de voorzijde & en de tegenzijde 7 van het kozijn, en wordt de muuropening volledig overlapt door beide zijden van het kozijn,
zoais afgebeeld in FIG 10, kan de inrichting verder een kiemstuk 20 omvatten om de Legenzijde 7 stevig vast te zetten in alle richtingen.
Dit klemstuk kan bijvoorbeeld vastgelast zijn aan de tegenzijde 7, of kan hierop gemonteerd worden via een geschikt verbindingsmechanisme (bv. met een schroef- ‚ bout-, magneet- of klikverbinding), zodat dit klemstuk 20, wanneer bevestigd aan de tegenzijde, het blok 12 {optioneel met inbegrip van de beugel 9 die er gedeeltelijk omeen en/of eraan bevestigd is) vastknelt tussen het klemstuk en de tegenzijde 7, Meer bepaald kan het klemstuk in combinatie met een vlak van het profiel dat de tegenzijde 7 vorm: een U-vormige groef vormen waarin een vrijdragend eind van het bick past, Bijvoorbeeld kan in deze [U-vormige groef het vrijdragende uiteinde 25 van de beugel in combinatie met het deel van het blok dat eraan bevestigd is of erin gekiemd zit, passen (of minstens een uiteinde van deze combinatie},
Nadat voorzijde 6 en tegenzijde 7 geplaatst zijn, kan een tochtrubber 19 in de daarvoor bestemde groef van het kozijn gemonteerd worden. De groef voor het tochtrubber 19 kan zich oijvoorbeeld in of aan de deuraanslag 14 bevinden aan de 3 zijde die tegenoverliggend is ten opzichte van de zijde waar de groeËl 26, gevormd tussen de deuraanslag 14 en de beugel 3, zich bevindt. Dit tochtrubber kan zodanig aangebracht worden dat het gat of de gaten 13 in de voorzijde 6 van het kozijn bedekt worden. Na de plaatsing blijven er dus geen ; 10 bevestiginaspunten meer zichtbaar, In een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het bevestigen van een kozijn 1,2,3 aan een dragende structuur 4.
{5 De werkwijze omvat net voorzien van een verankeringsinrichting volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding, waarbij een veugel van deze verankeringsinrichting bevestigd wordt aan een profieideel van het kozijn of hier integraal in gevornd is.
De werkwijze omvat het positicneren en/of tijdelijk fizeren van het kozijn in een muuropening.
De werkwijze omvat het aanbrengen van afstandsschroveven 15 goorheen het block 12 van de verankeringsinrichting in de dragende structuur 4, zodat het blok cnbeweeglijk verankerd wordt aan de dragende structuur, Het blok staat hierbij vast ten opzichte van de beugel, en de beugel staat vast ten opzichte van het profieldeel (of is hier een integraal onderdeei van), zodat het profieldeel, bij uitbreiding het kozijn, vast Komt te staan ten opzichte van de dragende Struectuur.
Verdere optionele kenmerken van een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn duidelijk aan de hand van de beschrijving hierboven met betrekking tot het eerste en tweede aspect van de onderhavige uitvinding. Verdere details van de hierboven beschreven stappen van de werkwijze zijn daarenboven ook in meer detail beschreven aan de hand van dit eerste en tweede aspect.

Claims (1)

  1. Conclusies Ll. Een verankeringsinrichting voor het bevestigen van eer metalen kozijn {1,2,3} aan sen dragende structuur {4}, de varankeringsinrichting sen metalen beugel (9) en een blok (12} omvattend, waarbij het blok ingeklemd en/of ingelijmd zit in de beugel zodat het blok en de beugel eikaar verstevigen, en waarbij de beugel aangepast is cm het boren docrhesen het blok vanaf een voorzijde (A) naar een tegenoverligcende achterzijde Loe Le laten zonder hierbij de heugel te raken, zodat sen of meerdere afstandsschroeven {15} doorheen het blok (12) in de dragende structuur (4) geschroefd kunnen worden zonder hierbij contact te maken tussen het blok en de dragende structuur.
    2. De verankeringsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de beugel {9} een oppervlak omvat dat de voorzijde (A) van de beugel vormt, waarbij een veelheid aan gaten {10,11} in dit opverviak voorzien is om het boren doorheen het blok via deze gaten toe te laten.
    3. De verankeringsinrichting volgens conclusie 2, waarbij de veelheid aan gaten (10,11) minstens een serste gat (10) en een tweede gat (11) omvat die zich aan weerszijden van de voorzijde (A) van de beugel bevinden zodat ze zich aan weerszijden van een deuraansiag (14) komen te bevinden bij gebruik van de verankeringsinrichting.
    à, De verankeringsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het biok (12) een massief houten blok, sen multiplex strook, en/of een blok van een composiet of kunststof materiaal omvat.
    5. De verankeringsinrichting volgens een der voorgaande conciusies, waarbij de achterzijde van het blok (12) drotendeels onpedekt blijft door de beugel (9) zodat de beugel het boren doorheen het blok vanaf de voorzijde (A) van biok toelaat zonder hierbij op de beugel te stoten aan de achterzijde.
    6. De verankeringsinrichting voigens een der voorgaande conclusies, waarbij de beugel {3} een U-vorm of C-vorm bezit, zodat het blok (12) minstens gedeeltelijk omhuld en ingeklemd wordt door de beugel.
    7, De verankeringsinrichting volgens een combinatie van conclusies 5 en 6, — waarbij de opening van de C-vorm of U-vorm gepositioneerd is aan de achterzijde van het blok, of - waarbij de benen van de U-vorm ongelijke lengtes hebben en het kortere been een deel van de achterzijde van het blok bedekt.
    B. De verankeringsinrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de beugel aangepast is om de C-vorm of U-vorm horizontaal of verticaal te richten, in gebruik van de verankeringsinrichting, met de opening van de C- of U- vorm naar de dragende structuur toe gericht.
    $. De verankeringsinrichting volgens een van de conclusies 6 tot 8, waarbij groeven voorzien zijn in het block {12} en waarbij de uiteinden van de C-vormige beugel in deze groeven grijpen, 18, De verankeringsinrichting volgens een van de conclusies 5 tot 9, meerdere beugels {9} omvattend die minstens twee randen van het blok (12) verstevigen en de voor- en achterzijde van het biok grotendeels onbedekt laten door de beugels,
    il. De verankeringsinrichting volgens een der voorgaande conciusies, waarbij de breedte (b} van de beugel (5) overeenstemt met de breedte {B} van het blok {12} in minstens één richting.
    12. De verankeringsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, een of meerdere afstandsschroeven {15} omvattend om doorheen het blok {12} in de gravende structuur (4) te schroeven en het blok hierbij te verankeren aan de dragende structuur zonder dat de dragende structuur en het blok hierbij elkaar raken,
    13. Een kozijninrichting omvattende: - minstens een profieideel van een kozijn, - minstens een verankeringsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de beugel (9) van de verankeringsinrichting aan het profieldeel bevestigd is of waarbij de beugel (5) integraal gevormd is in het profieldeel, waarbij het profieidesl uit metaal bestaat, en waarbij het kozijn een metalen kozijn is,
    14. De Eozijninrichting volgens conclusie 13, waarbij het profieldeel een voorzijde (6) van een tweedelig kozijn is, met de beugei (9) zodanig aan het profieldeel bevestigd, of zodanig hier integraal in gevormd, dat een vrijdragend deel (25) van het blok en/of van de beugel uitsteekt naar de kant waar een tegenzijde (7) van het tweedelige kozijn geplaatst dient te worden, 15, De kozijninrichting volgens conclusie 14, verder de tegenzijde (7) omvattend. 16, De kozijninrichting volgens seen der conclusies 13 tot 15, waarbij een of meerdere gaten {13} in het kozijnprofiel voorzien zijn op een positie die overlapt met een gat of gaten {10} in de beugel (83. 17, Een werkwijze voor het bevestigen van een kozijn (1,2,3} aan een dragende structuur (4), de werkwijze omvattend: - het voorzien van een verankeringsinrichting volgens een der conclusies 1 tot 12 en/of sen kozijninrichting volgens een der conclusies 13 tot 15, waarbij de beugel {5) van de verankeringsinrichting bevestigd wordt aan een profieldeel van het kozijn of hier reeds integraal in gevormd is, vervolgens - het positioneren en/of tijdelijk fiseren van het kozijn in een muuropening, en, vervolgens - het sanbrengen van afstandsschroeven (15) doorheen het biok (12} van de verankeringsinrichting tot in de dragende structuur (43, zodat het blok onbeweeglijk verankerd wordt aan de dragende structuur zonder contact te maken tussen het blok en de dragende structuur,
BE20205977A 2020-12-24 2020-12-24 Kozijnverankering BE1028945B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205977A BE1028945B1 (nl) 2020-12-24 2020-12-24 Kozijnverankering
PCT/IB2021/062246 WO2022137194A1 (en) 2020-12-24 2021-12-23 Frame anchoring

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205977A BE1028945B1 (nl) 2020-12-24 2020-12-24 Kozijnverankering

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028945A1 BE1028945A1 (nl) 2022-07-18
BE1028945B1 true BE1028945B1 (nl) 2022-07-25

Family

ID=74175519

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205977A BE1028945B1 (nl) 2020-12-24 2020-12-24 Kozijnverankering

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1028945B1 (nl)
WO (1) WO2022137194A1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH571145A5 (en) * 1974-06-21 1975-12-31 Eisenring & Co Sound-insulating sheet steel component door case - with H-sectioned plastic component with arm serrations for interlocking
AT360220B (de) * 1976-05-25 1980-12-29 Friedl Franz Abgewinkelter beschlag
US7086204B2 (en) * 2002-05-08 2006-08-08 Sälzer Sicherheitstechnik GmbH Window or door with protection against explosive effects
NL2001812C2 (nl) * 2008-07-16 2009-10-02 Timmerbedrijf De Waal Veen B V Werkwijze voor het aanbrengen van een kozijn, in een daartoe bestemde opening in een muur, kozijn, en bevestigingsmiddel en drager voor gebruik tijdens het aanbrengen van een raamkozijn.
US20160340890A1 (en) * 2015-05-18 2016-11-24 Iso-Chemie Gmbh Support and Insulation Element for Supporting and Insulating a Window Frame

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19900095C1 (de) 1999-01-04 2000-03-16 Bos Gmbh Steckzarge
KR200357491Y1 (ko) * 2004-04-14 2004-07-30 대우알미늄(주) 샤시를 이용한 도어프레임 어셈블리
DE202009009444U1 (de) 2009-07-10 2010-11-11 Hörmann KG Freisen Zargenholm, Zargenbefestigungsvorrichtung und Zarge
DE102009057040A1 (de) 2009-12-04 2011-06-09 Hörmann KG Freisen Hinterfütterungsvorrichtung, Abstandshalteelement sowie Verfahren zur Hinterfütterung
FR2981679B1 (fr) 2011-10-19 2014-08-01 Malerba Huisserie metallique a caractere universel
CH707518B1 (de) 2013-01-18 2017-01-31 Keller Zargen Ag Metallzarge.
DE102014116290A1 (de) 2014-09-04 2016-03-10 Hörmann KG Werne Metallische umfassungszarge mit einstellbarer maulweite
DE202015106530U1 (de) 2015-12-01 2016-02-02 Bos Gmbh Türzargenseitenteil für eine mehrschalige Stahlblechtürzarge
DE102016114966A1 (de) 2016-08-11 2018-02-15 Hörmann KG Freisen Hinterfütterungsvorrichtung sowie damit versehene Umfassungszarge
DE102016125819B4 (de) 2016-12-28 2021-09-30 Hörmann KG Freisen Hinterfütterungsvorrichtung sowie damit versehene Umfassungszarge

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH571145A5 (en) * 1974-06-21 1975-12-31 Eisenring & Co Sound-insulating sheet steel component door case - with H-sectioned plastic component with arm serrations for interlocking
AT360220B (de) * 1976-05-25 1980-12-29 Friedl Franz Abgewinkelter beschlag
US7086204B2 (en) * 2002-05-08 2006-08-08 Sälzer Sicherheitstechnik GmbH Window or door with protection against explosive effects
NL2001812C2 (nl) * 2008-07-16 2009-10-02 Timmerbedrijf De Waal Veen B V Werkwijze voor het aanbrengen van een kozijn, in een daartoe bestemde opening in een muur, kozijn, en bevestigingsmiddel en drager voor gebruik tijdens het aanbrengen van een raamkozijn.
US20160340890A1 (en) * 2015-05-18 2016-11-24 Iso-Chemie Gmbh Support and Insulation Element for Supporting and Insulating a Window Frame

Also Published As

Publication number Publication date
BE1028945A1 (nl) 2022-07-18
WO2022137194A1 (en) 2022-06-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5655343A (en) Apparatus and method for an adjustable shim for doors and windows
US9181739B2 (en) Adjustable door mounting system
US5822942A (en) Auxiliary surface-forming member for construction elements
US3992833A (en) Apparatus for mounting a window or a door frame
US3828516A (en) Press-fitted joint between a transom bar and a frame or sash bar for use on windows, doors or the like
US7650670B2 (en) Hinge attachment system and method
US10246886B2 (en) Adjustable shim and pre-hung door with the same
US6418590B1 (en) Bifold door fitting
BE1028945B1 (nl) Kozijnverankering
US20180187475A1 (en) Adjustable shim and pre-hung door with the same
KR101954384B1 (ko) 틸팅 슬라이딩 새시를 위해 조절될 수 있는 수직 강화 요소
US20110192109A1 (en) Verbindungsvorrichtung und verstärkungsplatte dafür
US9926736B2 (en) Adjustable door frame
US2626433A (en) Adjustable door jamb for storm and screen doors
DE102020130052A1 (de) Türzarge, Türzargenmontagesystem sowie Montageverfahren hierfür
CZ297727B6 (cs) Usporádání prvku kování
BE1028658B1 (nl) Kozijnverankering
NL2001812C2 (nl) Werkwijze voor het aanbrengen van een kozijn, in een daartoe bestemde opening in een muur, kozijn, en bevestigingsmiddel en drager voor gebruik tijdens het aanbrengen van een raamkozijn.
BE1029672B1 (nl) Inbouwen van een raam of deur in een opening van het gebouw
US20030172601A1 (en) Installation of window frames and door frames of synthetic resinous material in concrete
US3482365A (en) Method and device for fastening jamb linings
JP7502176B2 (ja) 建具
SK173999A3 (en) Hinge part for mounting on wooden or metal window or door frames
CA2953514C (en) Adjustable shim and pre-hung door with the same
NL2018144B1 (nl) Werkwijze en kit voor het vervaardigen van een van een deurkozijn voorziene gemetselde muur

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220725