BE1028814A1 - Gebruik van een eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt voor het afkoelen en koud houden van biologische actieve materialen zoals vaccins op een zeer lage temperatuur, koelinrichting hiervoor, en werkwijze voor het produceren van houders omvattende dergelijk eutectisch medium of medium met laag smeltpunt - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft het gebruik van een eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt voor het koelen van biologische actieve materialen zoals vaccins op een vereiste bewaartemperatuur van hoogstens -70 °C gedurende minstens 7 dagen, waarbij de eutectische temperatuur van het eutectisch medium of het smeltpunt van het medium met laag smeltpunt lager of gelijk is aan de vereiste bewaartemperatuur. De uitvinding betreft eveneens een koelinrichting hiervoor, en een werkwijze voor het produceren van houders omvattende dergelijk eutectisch medium of medium met laag smeltpunt.

Description

GEBRUIK VAN EEN EUTECTISCH MEDIUM OF EEN MEDIUM MET LAAG SMELTPUNT VOOR HET AFKOELEN EN KOUD HOUDEN VAN BIOLOGISCHE ACTIEVE MATERIALEN ZOALS VACCINS OP EEN ZEER LAGE TEMPERATUUR, KOELINRICHTING HIERVOOR, EN WERKWIJZE VOOR HET PRODUCEREN VAN HOUDERS OMVATTENDE DERGELIJK EUTECTISCH MEDIUM OF MEDIUM MET LAAG SMELTPUNT

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een gebruik van een eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt voor het afkoelen en koud houden van biologische actieve materialen zoals vaccins op een zeer lage temperatuur, een koelinrichting hiervoor, en een werkwijze voor het produceren van houders omvattende dergelijk eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt.

STAND DER TECHNIEK Veel vaccins, of bepaalde andere biologisch actieve materialen waaronder stamcellen, eiwitten en enzymen, moeten van de fabricage tot en met het gebruik op een lage temperatuur, bijvoorbeeld een temperatuur van -70 °C of zelfs lager, worden bewaard om hun doeltreffendheid te behouden. Tijdens transport, maar ook in omgevingen met weinig hulpbronnen waar de elektriciteits- en transportinfrastructuur onderontwikkeld is, is het een probleem om deze biologische actieve materialen binnen het gewenste temperatuurbereik te houden.

Voor elektrisch aangedreven stationaire koude-keten-apparatuur, zoals diepvriezers voor vaccins, bestaat er bij een onbetrouwbare elektriciteitsvoorziening de uitdaging om koele temperaturen te behouden in warme omgevingen tijdens sporadische tot frequente intervallen zonder stroom, waarbij dus vertrouwd moet worden op hun vermogen om de absorptie van warmte in een koude ruimte waar vaccins worden bewaard door een combinatie van isolatie en koude thermische massa te vertragen. Het is problematisch om dusdanig een gewenste koeling te kunnen verzekeren. Niet-elektrisch aangedreven mobiele koude-keten-apparatuur, zoals koelboxen voorzien van droog ijs (een samengeperste vaste vorm van CO: met een temperatuur van -78 °C) voor het koelen van biologische actieve materialen zoals vaccins, bieden de voordelen dat ze niet afhankelijk zijn van een elektriciteitsvoorziening en eenvoudig te transporteren zijn. Tijdens het koud houden van bijvoorbeeld vaccins sublimeert het droog ijs gradueel. Droog ijs wordt bij sublimatie ook terug vrijgegeven aan de omgeving, wat een ernstig risico inhoud voor de gezondheid vanaf erg lage concentraties.

Niet-elektrisch aangedreven mobiele koude-keten-apparatuur, zoals vacuum geïsoleerde vaten voorzien van vloeibaar stikstof (een diepgekoelde vorm van Na met een temperatuur van -196 °C) voor het koelen van biologische actieve materialen zoals vaccins, bieden de voordelen dat ze niet afhankelijk zijn van een elektriciteitsvoorziening en eenvoudig te transporteren zijn. Tijdens het koud houden van bijvoorbeeld vaccins verdampt de stikstof weg, wat een matig risico inhoud voor de gezondheid vanaf erg lage concentraties. Maar de temperatuur is steeds -196 wat voor veel biologische producten en/of hun verpakking te koud is.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de uitvinding een gebruik van een eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt voor het afkoelen en koud houden van biologische actieve materialen zoals vaccins op een vereiste bewaartemperatuur van hoogstens -70 °C gedurende minstens 7 dagen, waarbij de eutectische temperatuur van het eutectisch medium of het smeltpunt van het medium met laag smeltpunt lager of gelijk is aan de vereiste bewaartemperatuur, volgens conclusie 1. Voorkeursvormen van het gebruik worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 16.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een koelinrichting voor het afkoelen en koud houden van biologische actieve materialen zoals vaccins op een temperatuur van hoogstens -70 °C gedurende minstens 7 dagen, volgens conclusie 17. Voorkeursvormen van de koelinrichting worden weergegeven in de conclusies 18 tot en met 23.

In een derde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van houders omvattende een eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt, volgens conclusie 24. Voorkeursvormen van de werkwijze worden weergegeven in de conclusies 25 tot en met 28.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Fig. 1 toont een langsdoorsnede van een houder tijdens verschillende stappen van het produceren van een houder omvattende een eutectisch medium, volgens voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de uitvinding.

Fig. 2-3 tonen langsdoorsneden van verschillende koelinrichtingen waarbinnen een binnencontainer voorzien is welke biologische actieve materialen zoals vaccins omvat, volgens voorkeur dragende uitvoeringvormen van de uitvinding.

Fig. 4 vertoont perspectieftekeningen van verschillende stappen waarin een koelinrichting klaar gemaakt wordt om biologische actieve materialen koel te houden, volgens voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De term “eutectisch medium”, dient te worden begrepen als een mengsel van twee of meer elementen met een smeltpunt dat lager is dan het smeltpunt van elk van de componenten waar het mengsel uit bestaat, maar kan ook een pure eutectische vloeistof zoals parafine zijn. De term “eutectisch temperatuur”, welke term ook wel gekend is als “eutectisch punt”, verwijst naar de laagst mogelijke smelttemperatuur voor alle mengverhoudingen van de samenstellende componenten van een eutectisch medium, of in geval van een pure eutectische vloeistof naar de smelttemperatuur ervan.

De term “COVID-19", zoals gebruikt in deze tekst, verwijst naar coronavirus disease 2019, welke een besmettelijke ziekte is die wordt veroorzaakt door het virus SARS-CoV-

2. Besmettelijke ziekten veroorzaakt door mutaties van het Corona virus worden hier ook onder begrepen.

De uitdrukking wt.%, hier en in de hele tekst, verwijst naar het relatieve gewicht van een respectievelijke component ten opzichte van het totale gewicht van een samenstelling.

Faseovergang-materialen zijn materialen die een faseverandering ondergaan als ze worden opgewarmd of afgekoeld. De faseverandering kan een fysieke overgang zijn (vast-vast, vast-vloeibaar, vloeibaar-gas, vast-gas) of een omkeerbare chemische reactie zoals een hydratatie-dehydratatiereactie. Tijdens de faseverandering zal een faseovergang-materiaal warmte opnemen of afgeven terwijl het een vrijwel constante temperatuur behoudt totdat al het materiaal de nieuwe fase heeft bereikt. De hoeveelheid warmte die wordt geabsorbeerd of afgegeven per massa-eenheid tijdens een faseverandering (latente warmte) is doorgaans veel groter dan de hoeveelheid warmte die wordt geabsorbeerd of afgegeven per massa-eenheid als een materiaal van temperatuur verandert zonder een faseverandering te ondergaan (soortelijke warmte). Opname van een faseovergang-materiaal in het ontwerp van een koude-ketenapparaat kan daarom de hoeveelheid warmte die kan worden geabsorbeerd of vrijgegeven aanzienlijk vergroten met behoud van de gewenste temperatuur.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een gebruik van een eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt voor het afkoelen en koud houden van biologische actieve materialen zoals vaccins op een vereiste bewaartemperatuur van hoogstens -70 °C gedurende minstens 7 dagen, waarbij de eutectische temperatuur van het eutectisch medium of het smeltpunt van het medium met laag smeltpunt lager of gelijk is aan de vereiste bewaartemperatuur, volgens conclusie 1.

Dit heeft het voordeel dat lang transport of opslag van de biologische actieve materialen op zeer lage temperaturen mogelijk gemaakt wordt, zonder dat hierbij elektrische aangedreven koelmiddelen zoals diepvriezers vereist zijn of gassen zoals CO: en N2.

Dergelijk transport of opslag kan daarenboven steeds gegarandeerd worden, en dit in tegenstelling tot droog ijs die snel zijn koude vermogen of elektrisch aangedreven koelmiddelen die bij stroomstoring of batterij uitputting mogelijks niet meer de gewenste koeling kunnen bieden.

Voorkeursvormen van het gebruik worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met

16.

Alcoholen, en bij voorkeur ethanol, welke het onderwerp vormen van conclusies 3-5, zijn omwille van hun laag smeltpunt of de eutectische mediums met lage eutectische temperaturen die ze met een niet-alcohol zoals water, glycol, zilverpoeder of olie kunnen vormen, zeer geschikt voor de toepassing volgens de uitvinding.

Met genoemde hoeveelheden van ethanol en één of meerdere overige vloeistoffen volgens conclusie 6 kunnen eutectische mediums verkregen worden met een smeltpunt van -90 °C of lager. Eerst kan gekoeld worden tot een temperatuur beneden -91 °C, bij voorkeur beneden -100 °C, nog meer bij voorkeur beneden -110 °C en het meest bij voorkeur tot -120 °C. Tijdens bewaring gaat de temperatuur van het medium dan gradueel stijgen tot zijn smeltpunt, waarna de temperatuur redelijk lang op een

> BE2020/5841 dergelijk niveau kan blijven tot de totale faseovergang van bevroren toestand naar vloeibare toestand, waarna de opwarming sneller zal verlopen. Deze condities zijn zeer geschikt om biologische actieve materialen zoals vaccins gedurende minstens 7 dagen op een temperatuur van hoogstens -70 °C te bewaren, zodat de doeltreffendheid van dergelijke materialen behouden kan blijven. Meer bij voorkeur omvat het eutectisch medium van 92 tot 97 wt.% ethanol en van 3 tot 8 wt.% overige vloeistoffen. Zo een samenstelling van het eutectisch medium is optimaal om tot een eutectisch medium te komen dat een eutectische temperatuur van -120 °C heeft en in gekoelde toestand dus zo een lage temperatuur kan bereiken, en is daarom zeer geschikt om meer temperatuursgevoelige biologische actieve materialen, zoals meer temperatuursgevoelige vaccins, of verpakkingsmaterialen op een temperatuur van hoogstens -80 °C, en bij voorkeur van hoogstens -85 °C en nog meer bij voorkeur van hoogstens -86 °C, af te koelen en koud te houden gedurende minstens 7 dagen. De uitvoeringvorm volgens conclusie 8 biedt het voordeel dat zo vermeden wordt dat de temperatuur tijdens de eerste 7 dagen onder de -90 °C zou dalen en dat daardoor een koeling op hoogstens -70 °C, bij voorkeur hoogstens -80 °C, nog meer bij voorkeur hoogstens -85 °C en zelfs nog meer bij voorkeur hoogstens -86 °C, in gevaar zou worden gebracht. Het uitneembaar zijn van de één of meerdere houders volgens conclusie 10 biedt het voordeel dat de houders, omvattende het eutectisch medium of het medium met laag smeltpunt, op een andere plaats op voorhand afgekoeld kunnen worden. In een tweede aspect betreft de uitvinding een koelinrichting voor het afkoelen en koud houden van biologische actieve materialen zoals vaccins op een temperatuur van hoogstens -70 °C gedurende minstens 7 dagen, volgens conclusie 17.

Voorkeursvormen van de koelinrichting worden weergegeven in de conclusies 18 tot en met 23. In een derde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van houders omvattende een eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt, volgens conclusie 24.

Voorkeursvormen van de werkwijze worden weergegeven in de conclusies 25 tot en met

28. In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven aan de hand van niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELDEN Voorbeeld 1: Samenstelling van eutectisch medium Een voorbeeld van een eutectisch medium volgens de uitvinding omvat 94-96 wt.% ethanol en 4-6 wt.% water. Voorbeeld 2: Afkoelen van eutectisch medium in houder Een houder 1 wordt gevuld met een eutectisch medium 4 omvattende 94-96 wt.% ethanol en 4-6 wt.% water, waarbij het medium initieel in een vloeibare of gelvormige toestand is. Het resultaat hiervan is getoond in de langsdoorsnede volgens Fig. 1A. In het bijzonder wordt er zodanig met het medium gevuld dat er bovenin de houder 1 nog steeds een kopruimte 5 overgehouden wordt. De houder 1 zijn wand 2 is bovenaan aan de binnenzijde voorzien van een negatief 3 van een schroefdraad, welk negatief ingericht is om een schroefdop 6 te ontvangen. Na het vullen wordt de houder 1 gesloten via de schroefdop 6, waarvan het resultaat getoond is in Fig. 1B. Vervolgens wordt het eutectisch medium 4 afgekoeld tot een temperatuur van hoogstens -90°C, bij voorkeur tot een temperatuur van hoogstens -100 °C, nog meer bij voorkeur tot een temperatuur van hoogstens -110 °C en zelfs nog meer bij voorkeur tot een temperatuur van hoogstens -120 °C. Een houder 1 omvattende het resulterende afgekoelde eutectisch medium 4 wordt getoond in Fig. 1C. Het verschil tussen de vloeibare en afgekoelde (in feite bevroren) toestand van het medium in respectievelijk Fig. 1A-1B en Fig. 1C wordt schematisch aangeduid door een verschillende oriëntatie van aangebrachte arcering. Hierbij is het duidelijk dat de kopruimte 5 verkleind is door expansie van water of ethanol in het medium tijdens het afkoelen. Moest geen gebruik gemaakt worden van een kopruimte 5, dan zou het gevaar bestaan dat de houder 1 tijdens afkoelen zou barsten. Voorbeeld 3: Kubusvormige koelcontainer omvattende houders gevuld met eutectisch medium voor transport van vaccins

Een kubusvormige koelcontainer 7 volgens dit voorbeeld is getoond in de langsdoorsnede volgens Fig. 2 De kubusvormige koelcontainer 7 omvat een binnen- container 10 waarin vaccins (niet getoond in Fig. 2) opgeslagen zijn.

De buitenafmetingen van de binnen-container 10 zijn 20 cm x 20 cm x 20 cm.

De binnen- container 10 wordt omringd door daartoe gevormde een of meerdere houders 1 gevuld met een afgekoeld eutectisch medium 4 zoals hierboven beschreven in Voorbeeld 2. De twee houders 1 worden op hun beurt ingesloten door een buiten-container gevormd door geëxpandeerde polystyreen (EPS)-wanden 8, 9, welke laatste zo gevormd zijn dat de buiten-container eenvoudig gesloten en geopend kan worden.

Genoemde buiten- container heeft buitenafmetingen van 70 cm x 70 cm x 70 cm.

De buiten-container isoleert de houders 1 en de binnen-container 10 ten opzichte van een omgeving, zodat het afgekoeld eutectisch medium 4 in de houders 1 optimaal de vaccins in de binnen- container 10 kan afkoelen en koud houden tijdens opslag en transport.

Door de lange tijd waarbij het eutectisch medium 4 op een lage temperatuur van hoogstens -90 °C kan blijven, kunnen de vaccins gedurende een lange tijd van minstens 7 dagen op een gewenste temperatuur van hoogstens -70 °C, bij voorkeur hoogstens -80 °C, meer bij voorkeur hoogstens -85 °C en nog meer bij voorkeur hoogstens -86 °C bewaard blijven.

Dit maakt transport van de vaccins met behoud van hun doeltreffendheid mogelijk.

Voorbeeld 4: Hoofdzakelijk cilindervormige koelcontainer omvattende houders gevuld met eutectisch medium voor transport van vaccins Een hoofdzakelijk cilindervormige koelcontainer 11 volgens dit voorbeeld is getoond in de langsdoorsnede volgens Fig. 3. De koelcontainer 11 omvat drie gestapelde binnen- containers 10 waarin vaccins (niet getoond in Fig. 3) opgeslagen zijn.

De binnen- containers 10 worden omringd door een daartoe gevormde houder 1 gevuld met een afgekoeld eutectisch medium 4 zoals hierboven beschreven in Voorbeeld 2. De houder 1 wordt op zijn beurt ingesloten door een buiten-container gevormd door een dubbele vacuümwand 12 en een afsluitdop 13. Binnenin de dubbele vacuümwand 12 zit vacuüm getrokken lucht, waardoor een goede isolatie verkregen wordt.

De afsluitdop 13 is bij voorkeur vervaardigd uit een materiaal met een hoge isolatiewaarde of ook voorzien van een dubbele vacuümwand.

Zo isoleert de buiten-container de houders 1 en de binnen-containers 10 optimaal ten opzichte van een omgeving, zodat het afgekoeld eutectisch medium 4 in de houder 1 optimaal de vaccins in de binnen-containers 10 kan afkoelen en koud houden tijdens opslag en transport.

Opnieuw geldt dat de lange tijd waarbij het eutectisch medium 4 op een lage temperatuur van hoogstens -90 °C kan blijven, kunnen de vaccins gedurende een lange tijd van minstens 7 dagen op een gewenste temperatuur van hoogstens -70 °C, bij voorkeur hoogstens -80 °C, meer bij voorkeur hoogstens -85 °C en nog meer bij voorkeur hoogstens -86 °C bewaard blijven. Dit maakt transport van de vaccins met behoud van hun doeltreffendheid mogelijk. Voorbeeld 5: Afkoelen en koud houden van vaccins gedurende 7 dagen op een gewenste temperatuur in kubusvormige koelcontainer omvattende houders gevuld met afgekoeld eutectisch medium Dit voorbeeld geeft een mogelijke uitvoering aan waarin vaccins gedurende een tijd van 7 dagen op een gewenste temperatuur van -86 °C gehouden kunnen worden. In dit voorbeeld zijn vaccins opgeslagen in een kubusvormige koelcontainer 7 zoals beschreven in Voorbeeld 3. Tijdens de 7 dagen treedt er in een dergelijke opstelling ongeveer 34 W warmteverlies op. Om 7 dagen op de gewenste temperatuur van -86 °C te koelen is er slechts 26 tot 50 kg van het afgekoeld eutectisch medium 4, omvattende 94-96 wt.% ethanol en 4-6 wt.% water, nodig.

Voorbeeld 6: Afkoelen en koud houden van vaccins gedurende 7 dagen op een gewenste temperatuur in hoofdzakelijk cilindervormige koelcontainer omvattende een houder gevuld met afgekoeld eutectisch medium Dit voorbeeld geeft een mogelijke uitvoering aan waarin vaccins gedurende een transport van 7 dagen op een gewenste temperatuur van -86 °C gehouden kunnen worden. In dit voorbeeld zijn vaccins opgeslagen in een hoofdzakelijk cilindervormige koelcontainer 11 zoals beschreven in Voorbeeld 4. Tijdens de 7 dagen treedt er in een dergelijke opstelling een lager warmteverlies op dan beschreven in Voorbeeld 5, en dit omwille van minder oppervlak waarlangs warmte verloren kan gaan en een betere isolatiewaarde van de buiten-container. Om 7 dagen op de gewenste temperatuur van -86 °C te koelen is er slechts 10 kg (wat met ongeveer 13 liter in vloeibare toestand overeenkomt) van het afgekoeld eutectisch medium 4, omvattende 94-96 wt.% ethanol en 4-6 wt.% water, nodig.

Voorbeeld 7: Stapsgewijze voorbereiding voor het koel houden van vaccins met een kubusvormige koelcontainer omvattende een holle cilindrische houder gevuld met afgekoeld eutectisch medium Een kubusvormige koelcontainer 14 volgens dit voorbeeld is getoond in Fig. 4. In Fig. 4A word de kubusvormige koelcontainer 14 zijn buiten-container getoond welke gevormd is uit een scharnierbaar deksel 15 opgehangen aan een kubusvormig lichaam 16 met een bovengelegen centrale cirkelvormige opening 17. De buiten-container is bij voorkeur gevormd door een dubbele vacuümwand 12 of is bij voorkeur vervaardigd uit een isolatiemateriaal zoals geëxpandeerd polystyreen.

In Fig. 4B wordt een holle cilindervormige houder 18 met een afgesloten eindvlak 19 en een ertegenover gelegen opening 20. getoond waarbij de houder 18 zijn wand gevuld is met een afgekoeld eutectisch medium (niet zichtbaar in Fig. 4B) dat op een gelijkaardige wijze verkregen is als hierboven uitgelegd voor de houder 1 volgens Voorbeeld 2. De holle cilindervormige houder 18 omvat daarnaast een afsluitdop 21 daartoe gevormd om de opening 20 van de houder 18 te kunnen afsluiten.

De afsluitdop 21 is bij voorkeur vervaardigd uit een materiaal met een hoge isolatiewaarde of voorzien van een dubbele vacuümwand.

In Fig. 4C wordt een binnen-container 10 getoond waarin vaccins (niet zichtbaar in Fig. 4C) opgeslagen zijn.

Deze binnen-container 10 past binnen de holle cilindervormige houder 18 en in het bijzonder kunnen meerdere binnen-containers 10 binnen de holle cilindervormige houder 18 volgens Voorbeeld 7 aangebracht worden.

In Fig. 4D wordt hiervan een detail getoond.

Fig. 4E wordt een afgesloten houder 18 omvattende meerdere binnen-containers (niet zichtbaar in Fig. 4E) getoond.

Fig. 4F ten slotte toont een kubusvormige koelcontainer 12 klaar voor transport van de vaccins gedurende een bepaalde periode op een gewenste temperatuur.

Claims (28)

CONCLUSIES

1. Gebruik van een eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt voor het afkoelen en koud houden van biologische actieve materialen zoals vaccins op een vereiste bewaartemperatuur van hoogstens -70 °C gedurende minstens 7 dagen, waarbij de eutectische temperatuur van het eutectisch medium of het smeltpunt van het medium met laag smeltpunt lager of gelijk is aan de vereiste bewaartemperatuur.

2. Gebruik volgens conclusie 1, waarbij de vereiste bewaartemperatuur hoogstens -80 °C is.

3. Gebruik volgens conclusie 1 of 2, waarbij het medium een alcohol is dat optioneel aangevuld is met een niet-alcohol zoals water, glycol, zilverpoeder of olie.

4, Gebruik volgens één der conclusies 1 tot en met 3, waarbij de alcohol geselecteerd is uit de groep omvattende ethanol, isopropanol, methanol, 1- propanol, 1-butanol en 1-pentanol, of eender welke mengsels hiervan.

5. Gebruik volgens conclusie 4, waarbij ethanol geselecteerd is als alcohol.

6. Gebruik volgens conclusie 5, waarbij een eutectisch medium (4) omvattende van 87 tot 99 wt.% ethanol en van 1 tot 13 wt.% één of meerdere overige vloeistoffen zoals bijvoorbeeld water, geselecteerd is voor het afkoelen en koud houden van de biologische actieve materialen zoals vaccins.

7. Gebruik volgens één der conclusies 1 tot en met 6, waarbij het medium een gesynthetiseerde koelvloeistof met laag vriespunt is, zoals bijvoorbeeld Paratherm”” CR low-temperature heat transfer fluid of 3MTM NovecT" Engineered Fluids, welke gesynthetiseerde koelvloeistof optioneel aangevuld is met een andere component zoals water, glycol, zilverpoeder of olie.

8. Gebruik volgens één der conclusies 1 tot en met 7, waarbij het eutectisch medium of medium met laag smeltpunt tijdens genoemde minstens 7 dagen een temperatuur van hoogstens -90 °C heeft.

9, Gebruik volgens één der conclusies 1 tot en met 8, waarbij de biologische actieve materialen zoals vaccins in een binnen-container (10) geplaatst zijn, waarbij genoemde binnen-container (10) ten minste deels uitwendig omhuld is door één of meerdere houders (1) omvattende het eutectisch medium of het medium met laag smeltpunt, welke houders (1) op hun beurt ten minste deels omhuld zijn door een buiten-container.

10. Gebruik volgens conclusie 9, waarbij de één of meerdere houders (1) uit de buiten-container uitneembaar zijn.

11. Gebruik volgens conclusie 9 of 10, waarbij de buiten-container gevormd wordt door een dubbele vacuümwand 12 waarbinnen vacuüm getrokken lucht voorzien is.

12. Gebruik volgens één der conclusies 9 tot en met 11, waarbij de buiten-container vervaardigd is uit een vacuümisolatiemateriaal of uit geëxpandeerd polystyreen (EPS).

13. Gebruik volgens één der conclusies 1 tot en met 12, waarbij 2 tot 70 kg van het eutectisch medium of het medium met laag smeltpunt aangewend wordt.

14. Gebruik volgens één der conclusies 9 tot en met 13, waarbij de één of meerdere houders (1) vervaardigd zijn uit plastic of metaal.

15. Gebruik volgens één der conclusies 1 tot en met 14, waarbij één of meerdere vaccins geselecteerd zijn als biologische actieve materialen.

16. Gebruik volgens conclusie 15, waarbij een vaccin werkzaam tegen COVID-19 geselecteerd is als vaccin.

17.Koelinrichting (7, 11) voor het afkoelen en koud houden van biologische actieve materialen zoals vaccins op een vereiste bewaartemperatuur van hoogstens -70 °C gedurende minstens 7 dagen, met het kenmerk, dat de koelinrichting (7, 11) één of meerdere houders (1) omvat welke een eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt, waarbij de eutectische temperatuur van het eutectisch medium of het smeltpunt van het medium met laag smeltpunt lager of gelijk is aan de vereiste bewaartemperatuur, omvatten, en een buiten- container vervaardigd uit één of meerdere isolerende wand-delen (8, 9, 12, 13) omvat, waarbij de buiten-container een binnenruimte definieert die het in gebruik mogelijk maakt om één of meerdere van genoemde houders (1) op een dergelijke manier binnenin de binnenruimte te plaatsen zodat nog een binnen- container (10) die geschikt is om biologische actieve materialen zoals vaccins gezamenlijk te verpakken, nog binnenin genoemde houders (1) geplaatst kan worden op een manier dat genoemde houders (1) de binnen-container (10) ten minste deels omhullen.

18. Koelinrichting (7, 11) volgens conclusie 17, waarbij de één of meerdere houders (1) uit de buiten-container uitneembaar zijn.

19.Koelinrichting (7, 11) volgens conclusie 17 of 18, waarbij de één of meerdere houders (1) zodanig met het eutectisch medium of het medium met laag smeltpunt gevuld zijn dat er boven het verkregen niveau van het medium nog een kopruimte (5) aanwezig is binnenin elke houder (1).

20. Koelinrichting volgens één der conclusies 17 tot en met 19, waarbij het eutectisch medium of een medium met laag smeltpunt (4) afgekoeld is tot onder de vereiste bewaartemperatuur.

21.Koelinrichting volgens één der conclusies 17 tot en met 20, waarbij de buiten- container gevormd wordt door een dubbele vacuümwand 12 waarbinnen vacuüm getrokken lucht voorzien is.

22.Koelinrichting volgens één der conclusies 17 tot en met 21, waarbij de één of meerdere isolerende wand-delen (8, 9, 12, 13) vervaardigd zijn uit geëxpandeerd polystyreen (EPS) of uit vacuümisolatiemateriaal.

23. Koelinrichting volgens één der conclusies 17 tot en met 22, waarbij de één of meerdere houders (1) vervaardigd zijn uit plastic of metaal.

24. Werkwijze voor het produceren van houders (1) omvattende een sterk afgekoeld eutectisch medium of medium met laag smeltpunt, met het kenmerk, dat het eutectisch medium of medium met laag smeltpunt gevuld wordt in één of meerdere houders (1) op een manier dat er binnenin elk van de houders (1) nog een kopruimte (5) aanwezig is, gevolgd door het afkoelen van het eutectisch medium of medium met laag smeltpunt tot een temperatuur van hoogstens -90 °C.

25. Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij de houders (1) gevuld worden met een eutectisch medium (4) omvattende van 87 tot 99 wt.% ethanol en van 1 tot 13 wt.% één of meerdere overige vloeistoffen zoals bijvoorbeeld water.

26. Werkwijze volgens conclusie 24 of 25, waarbij de één of meerdere houders (1) afgedicht worden alvorens het afkoelen van het eutectisch medium of medium met laag smeltpunt.

27.Werkwijze volgens conclusie 26, waarbij het afdichten plaatsvindt door een afsluitdop (6) te plaatsen of door te verlijmen, te smelten en/of te lassen.

28. Werkwijze volgens één der conclusies 24 tot en met 27, waarbij de één of meerdere houders (1) vervaardigd zijn uit plastic of metaal.