NL1029083C2 - Inrichting voor het koelen van voorwerpen, in het bijzonder een koelmantel voor drankcontainers. - Google Patents
Inrichting voor het koelen van voorwerpen, in het bijzonder een koelmantel voor drankcontainers. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1029083C2 NL1029083C2 NL1029083A NL1029083A NL1029083C2 NL 1029083 C2 NL1029083 C2 NL 1029083C2 NL 1029083 A NL1029083 A NL 1029083A NL 1029083 A NL1029083 A NL 1029083A NL 1029083 C2 NL1029083 C2 NL 1029083C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- medium
- cooling device
- foregoing
- cooling
- casing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28D—HEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
- F28D20/00—Heat storage plants or apparatus in general; Regenerative heat-exchange apparatus not covered by groups F28D17/00 or F28D19/00
- F28D20/02—Heat storage plants or apparatus in general; Regenerative heat-exchange apparatus not covered by groups F28D17/00 or F28D19/00 using latent heat
- F28D20/026—Heat storage plants or apparatus in general; Regenerative heat-exchange apparatus not covered by groups F28D17/00 or F28D19/00 using latent heat with different heat storage materials not coming into direct contact
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25D—REFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F25D3/00—Devices using other cold materials; Devices using cold-storage bodies
- F25D3/02—Devices using other cold materials; Devices using cold-storage bodies using ice, e.g. ice-boxes
- F25D3/06—Movable containers
- F25D3/08—Movable containers portable, i.e. adapted to be carried personally
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25D—REFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F25D31/00—Other cooling or freezing apparatus
- F25D31/006—Other cooling or freezing apparatus specially adapted for cooling receptacles, e.g. tanks
- F25D31/007—Bottles or cans
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28D—HEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
- F28D1/00—Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators
- F28D1/06—Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators with the heat-exchange conduits forming part of, or being attached to, the tank containing the body of fluid
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25D—REFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F25D2303/00—Details of devices using other cold materials; Details of devices using cold-storage bodies
- F25D2303/08—Devices using cold storage material, i.e. ice or other freezable liquid
- F25D2303/082—Devices using cold storage material, i.e. ice or other freezable liquid disposed in a cold storage element not forming part of a container for products to be cooled, e.g. ice pack or gel accumulator
- F25D2303/0822—Details of the element
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25D—REFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F25D2303/00—Details of devices using other cold materials; Details of devices using cold-storage bodies
- F25D2303/08—Devices using cold storage material, i.e. ice or other freezable liquid
- F25D2303/085—Compositions of cold storage materials
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25D—REFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F25D2331/00—Details or arrangements of other cooling or freezing apparatus not provided for in other groups of this subclass
- F25D2331/80—Type of cooled receptacles
- F25D2331/803—Bottles
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25D—REFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F25D2400/00—General features of, or devices for refrigerators, cold rooms, ice-boxes, or for cooling or freezing apparatus not covered by any other subclass
- F25D2400/36—Visual displays
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25D—REFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F25D2500/00—Problems to be solved
- F25D2500/02—Geometry problems
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28D—HEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
- F28D20/00—Heat storage plants or apparatus in general; Regenerative heat-exchange apparatus not covered by groups F28D17/00 or F28D19/00
- F28D2020/0004—Particular heat storage apparatus
- F28D2020/0008—Particular heat storage apparatus the heat storage material being enclosed in plate-like or laminated elements, e.g. in plates having internal compartments
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02E—REDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
- Y02E60/00—Enabling technologies; Technologies with a potential or indirect contribution to GHG emissions mitigation
- Y02E60/14—Thermal energy storage
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Non-Alcoholic Beverages (AREA)
- Confectionery (AREA)
- Jellies, Jams, And Syrups (AREA)
Description
Inrichting voor het koelen van voorwerpen, in het bijzonder een koelmantel voor drankcontainers. '
De uitvinding heeft betrekking op een koelinrichting. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een koelinrichting voor voorwerpen, in welke koelinrichting koude-energie kan worden opgeslagen die 5 geleidelijk kan worden afgegeven.
Uit de praktijk zijn koelinrichtingen zoals icepacks bekend die enige tijd in een koelkast of vrieskist kunnen worden geplaatst, waardoor koude energie kan worden opgeslagen die later, wanneer de koelinrichting tegen een 10 te koelen voorwerp, oppervlak of lichaamsdeel wordt aangehouden, kan worden afgegeven. De temperatuur van de i betreffende koelinrichting zal daarbij toenemen door j opnemen van warmte uit het te koelen oppervlak, waardoor de | temperatuur van dat oppervlak zal dalen. j 15 De eenvoudigste en meest voorkomende oplossing van een dergelijke koelinrichting is het gebruik van water in een foliezak of kunststof container. Door deze in een vriesinrichting te leggen zal het water bevriezen. Tijdens later gebruik zal het aldus gevormde ijs langzaam smelten 20 door opname van warmte uit de omgeving en in het bijzonder het oppervlak waartegen het ijs wordt aangehouden.
Deze bekende koelinrichting heeft als voordeel dat relatief veel koude energie kan worden opgeslagen. Nadeel daarvan is evenwel dat ijs niet flexibel is. Daardoor kan 25 geen optimale aanligging worden verkregen en behouden van het ijs tegen een te koelen oppervlak. Met name niet indien dit oppervlak niet volstrekt vlak is. Daardoor wordt een slechte warmtegeleiding en daarmee een suboptimale warmteoverdracht verkregen. Veel energie zal daardoor 30 verloren gaan tijdens gebruik.
Voorgesteld is reeds dit probleem op te lossen door gebruik van een Kalium of Natrium zoutoplossing in 1029083 2 dergelijke koelinrichtingen, veelal in een gelachtige massa. Deze massa's vormen een eutecticum dat door de concentratie van de zoutoplossing kan worden geregeld ten opzichte van een te bereiken eutectische temperatuur. In 5 dergelijke massa's ontstaan bij de eutectische temperatuur ijskristallen die de gelachtige massa verharden en niet optimaal vervormbaar maken. Bij het ontdooien van deze massa blijft de temperatuur nagenoeg gelijk, rond genoemde eutectische temperatuur. Daardoor is gedurende een relatief 10 korte tijd een goede temperatuurregeling mogelijk.
De uitvinding beoogt een koelinrichting van de in de inleiding beschreven soort te verschaffen, waarbij ten minste een aantal van de genoemde nadelen van bekende koelinrichtingen is vermeden, althans gereduceerd.
15 Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding een dergelijke inrichting te verschaffen waarmee een goed thermisch contact kan worden verkregen en behouden tussen de inrichting en een te koelen oppervlak, althans voorwerp.
De uitvinding beoogt voorts een koelinrichting van 20 de in de inleiding beschreven soort te verschaffen, waarmee een goede temperatuurregeling mogelijk is, gedurende relatief lange tijd.
Een verder doel van de uitvinding is een inrichting van de in de inleiding beschreven soort te verschaffen, 25 waarmee temperatuurverschillen in een te koelen oppervlak, althans voorwerp ingesteld en/of gehandhaafd kunnen worden.
Een nog verder doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen waarmee bijzonder eenvoudig oppervlakken, althans voorwerpen of daarin aangebrachte 30 mediums kunnen worden gekoeld welke inrichting eenvoudig plaatsbaar is en bij verschillende soorten te koelen oppervlakken en/of voorwerpen toepasbaar is.
Voorts beoogt de uitvinding een samenstel te verschaffen van een koelinrichting en een te koelen 35 voorwerp, in het bijzonder een te koelen container met daarin een medium zoals een vloeistof, gas, pasta of vaste 1029083 3 stof of mengsel, oplossing, suspensie, dispersie of andere combinatie daarvan. Tevens is de constructie geschikt voor het koelen van lichaamsdelen van mensen en/of dieren, bijv. wanneer er sprake is van een blessure.
5 Ten minste een aantal van deze en andere doelen wordt bereikt met een inrichting en/of samenstel volgens de uitvinding.
Een koelinrichting volgens onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
10 Bij een koelinrichting volgens de uitvinding is een eerste en een tweede medium voorzien, in een omhulsel. Het eerste medium heeft een vriespunt dat lager ligt dan het vriespunt van het tweede medium. Het eerste en tweede medium zijn althans zodanig uitgevoerd dat bij plaatsing 15 van de koelinrichting in een vriesinrichting het eerste medium later zal bevriezen dan het tweede medium of niet in zijn geheel zal bevriezen of zelfs geheel niet zal bevriezen, terwijl het tweede medium wel zal bevriezen, althans in hoofdzaak wel zal bevriezen. Daardoor kan op 20 bijzonder voordelige wijze gebruik worden gemaakt van de warmteopslagcapaciteit, althans het koelvermogen van het tweede medium terwijl het eerste medium niet, althans niet geheel zal uitharden door bevriezing en daardoor vervormbaar blijft. Daardoor kan een bijzonder goede 25 aanpassing van de vorm van het omhulsel worden verkregen, terwij1 toch een bij zonder goede koelcapaciteit wordt gerealiseerd.
Doordat bij een inrichting volgens de uitvinding ten minste twee massa's worden gebruikt, te weten een eerste en 30 een tweede medium, wordt het voordeel bereikt dat een medium kan worden gebruikt dat nagenoeg volledig kan bevriezen en daarbij hard van vorm kan worden en waarin bijzonder grote koelcapaciteit kan worden gerealiseerd, terwijl het andere medium relatief zacht, althans vloeibaar 35 of gelachtig en vervormbaar blijft en de vorm van een te koelen oppervlak kan volgen.
1029083 4
Onder koelinrichting dient in deze ten minste te worden begrepen een inrichting die in een koude omgeving kan worden gelegd, zodanig dat de inrichting de temperatuur van die omgeving kan aannemen, zodat een koudecapaciteit 5 wordt opgeslagen in de inrichting die aan een te koelen oppervlak kan worden afgegeven, bij voorkeur zonder dat daaraan een externe energiebron hoeft te worden toegevoerd.
Bij voorkeur wordt voor ten minste één van de media een eutectisch mengsel gebruikt, waardoor een vooraf 10 gewenste temperatuur relatief lang kan worden gehandhaafd.
Als tweede medium kan bijvoorbeeld water worden gebruikt dat eenvoudig kan bevriezen. IJs heeft een bijzonder voordelige capaciteit voor het opslaan van koude energie, waarmee een grote koelcapaciteit kan worden 15 verkregen. Het eerste medium kan bijvoorbeeld een op zichzelf bekende gelachtige massa zijn, een oplossing van Na of K zouten of een water/glycol mengsel.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een koelinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de 20 maatregelen volgens conclusie 3.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt het tweede medium in een tweede deel van de koelinrichting opgenomen, omgeven door of in aanligging met een eerste deel waarin het eerste medium is opgenomen. Er kunnen overigens 25 uiteraard ook meerdere eerste en tweede delen zijn voorzien. Een dergelijke inrichting biedt het voordeel dat het eerste en tweede medium eenvoudig van elkaar gescheiden kunnen worden door het eerste medium in het eerste deel en het tweede medium in het tweede deel aan te brengen. ' 30 Uiteraard kunnen in een alternatieve uitvoeringsvorm het j eerste en tweede medium ook door elkaar heen worden gebruikt.
Bij voorkeur zijn het of elk eerste deel en het of elk tweede deel zodanig ten opzichte van elkaar en/of het 35 omhulsel geplaatst dat de eerste delen tijdens gebruik tegen een te koelen oppervlak kunnen worden aangebracht, 1029083 5 eventueel onder tussenkomst van een wand van het omhulsel, i terwijl het of elk tweede deel door het of een eerste deel daarvan is afgeschermd. Koude zal derhalve vanuit het koude tweede deel steeds worden overgedragen aan het te koelen 5 oppervlak, althans warmte zal aan dat oppervlak worden onttrokken via ten minste het eerste medium. Overigens kan uiteraard ook een gedeelte, in het bijzonder een relatief klein gedeelte van het tweede medium tegen of nabij het te koelen oppervlak zijn gelegen.
10 Het verdient de voorkeur dat het tweede medium ten opzichte van het eerste medium een hoge koudeopslagcapaciteit heeft en bij voorkeur bovendien een hoge thermische geleidingscoëfficiënt.
Het eerste medium is bij voorkeur een gel of 15 gelleerbaar medium, met name bij temperaturen waarbij het tweede medium bevriest. Bij voorkeur zijn het eerste en tweede medium zodanig gekozen dat bij een omgevingstemperatuur van minder dan 4 C, meer in het bijzonder tussen 0 en -30 °C, nog meer in het bijzonder 20 tussen 0 en -25 °C het tweede medium wel en het eerste medium niet, althans niet volledig bevriest.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is de koelinrichting voorzien van een ten minste flexibele mantel, ten minste aan een tijdens gebruik naar binnen 25 gekeerde zijde daarvan, althans de zijde die bestemd is om aan te liggen tegen het te koelen oppervlak of voorwerp, zodat deze zich optimaal kan vormen naar een te koelen oppervlak. Ook wanneer dit dubbel gekromd is.
Het eerste medium omvat bij voorkeur vaste deeltjes, 30 in het bijzonder vaste metaaldeeltjes zoals bijvoorbeeld vlokken. In het bijzonder kunnen relatief kleine aluminium deeltjes worden toegepast. Dergelijke vaste deeltjes bieden het voordeel dat de koudeoverdracht door het eerste medium wordt verbeterd, terwijl het voldoende flexibel blijft, ook 35 bij lage temperatuur.
1°290$3 β
De vaste deeltjes zijn in een verdere voordelige uitvoeringsvorm niet gelijkmatig over het eerste medium verdeeld, althans niet overal in de inrichting in dezelfde concentratie voorzien. Daardoor kan bijvoorbeeld 5 plaatselijk de koudeoverdracht worden beïnvloed, zodat een eerste deel van een te koelen oppervlak sneller of juist langzamer wordt gekoeld dan een ander deel daarvan. Zo kan bijvoorbeeld bij gebruik van de inrichting voor het koelen van een drankcontainer een onderste gedeelte van de 10 container sneller worden gekoeld dan een daarboven gelegen deel, waardoor relatief snel gekoelde drank uit een onderste deel van de container kan worden afgetapt.
De inrichting kan zijn voorzien van, in het bijzonder opgebouwd uit een reeks onderling gekoppelde 15 eerste en/of tweede delen gevuld met het eerste en/of het tweede medium. De genoemde delen vormen tijdens gebruik bij voorkeur een kokervormige koelinrichting die bijvoorbeeld over een container of ander te koelen oppervlak kan worden i geschoven. De inrichting kan in hoofdzaak strookvormig j 20 worden uitgevoerd en met behulp van sluitmiddelen zoals Velcro® (klittenband) tot een kokervorm worden gevouwen.
Daardoor kan de inrichting steeds op een gewenste maat worden aangepast en daarop goed aansluiten.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een 25 samenstel van een koelinrichting volgens de uitvinding en een container met daarin een te koelen medium, in het bijzonder een drank.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een koelinrichting.
30 De uitvinding heeft bovendien betrekking op een gebruik van ten minste twee verschillende media, althans massa's met verschillende vriespunten.
De volgconclusies geven een aantal verdere voordelige uitvoeringsvormen van een koelinrichting, 35 samenstel, werkwijze en gebruik volgens de uitvinding.
1029083 ! ! j ! 7 I j
Voor een beter begrip van de uitvinding zal een aantal uitvoeringsvormen van de uitvinding nader worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Fig. 1 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van 5 een koelinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, gezien vanaf een tijdens gebruik naar een te koelen oppervlak gekeerde zijde, in vlakke toestand;
Fig. 2 de inrichting volgens Fig. 1, vanaf een tijdens gebruik naar buitengekeerde zijde; 10 Fig. 3 schematisch een bovenaanzicht in doorsnede van een koelinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figs. 4A-4C een koelinrichting waarvan de binnenmantel en buitenmantel losneembaar met elkaar zijn 15 verbonden.
Fig. 5 een aanzicht in doorsnede van een gedeelte van een inrichting vergelijkbaar met die volgens Fig. 1, met een alternatieve uitvoeringsvorm van een compartiment daarvan; 20 Fig. 6 een koelinrichting in perspectivisch aanzicht volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, geplaatst om een container, en
Figs. 7A en 7B tonen een alternatieve variant van de koelinrichting volgens de uitvinding.
25 In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De getoonde en beschreven uitvoeringsvormen dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd en zijn slechts ter illustratie weergegeven. In 30 de getoonde uitvoeringsvormen is uitgegaan van een koelinrichting voor het koelen van een drankcontainer, bijvoorbeeld een in hoofdzaak cilindrische of ton-vormige container doch ook andere voorwerpen en lichaamsdelen kunnen met een dergelijke of vergelijkbare koelinrichting 35 worden gekoeld.
1029083 8
Fig. 1 toont een koelinrichting 1 volgens de uitvinding, vanaf een tijdens gebruik naar binnen gekeerde zijde, waarbij "naar binnen" in deze dient te worden begrepen een zijde die tijdens gebruik naar een te koelen 5 oppervlak is gekeerd. Tegenovergesteld daaraan zal worden aangeduid als "naar buiten". Fig. 2 toont dezelfde inrichting 1 vanaf de buitenzijde. Duidelijk is dat de inrichting 1 in een vlakke toestand kan worden gebracht, bijvoorbeeld een strook die aan één einde 2 is voorzien van 10 eerste sluitmiddelen 3, terwijl het tegenovergelegen einde 4 is voorzien van tweede sluitmiddelen 5, welke zijn ingericht om samen te werken met de eerste sluitmiddelen 3. De eerste en tweede sluitmiddelen 3, 5 kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als klittenband, bijvoorbeeld Velcro® 15 strips. Daardoor kan de strook in een gesloten stand worden gebracht, bijvoorbeeld cilindervormig rond een fles, vat of dergelijke.
Fig. 3 toont een gedeelte van een inrichting 1 volgens Figs. 1 en 2, in doorgesnede. De inrichting 1 omvat 20 een binnenmantel 6 en een buitenmantel 7. De binnenmantel 6 is in Fig. 3 aan de buitenmantel 7 vastgezet op onderling op afstand van elkaar gelegen verbindingen 8, bijvoorbeeld 1asverbindingen 9 in de vorm van lijnvormige lassen. Tussen de binnenmantel 6 en de buitenmantel 7 is tussen elke twee 25 naast elkaar gelegen lassen 9 een eerste deel in de vorm van een kamer 10 gevormd, aan of nabij een onder- en bovenzijde 11, 12 van de inrichting 1 gesloten doordat de binnenmantel 6 en buitenmantel 7 aan elkaar zijn vastgezet door middel van een lasverbinding 9. Binnen elke kamer 10 30 is een tweede deel voorzien, bijvoorbeeld een cilindrische kamer 13 die in zichzelf gesloten is en eventueel aan een onderzijde 11 en bovenzijde 12 is vastgezet. Uiteraard kunnen er ook verschillende eerste kamers 10 met daarin tweede kamers 13 zowel naast als boven elkaar zijn 35 voorzien.
1029083 9
De buitenmantel 7 is bij voorkeur thermisch isolerend uitgevoerd. Zo kan de buitenmantel 7 bijvoorbeeld ! zijn vervaardigd uit kunststof. In de in Fig. 3 getoonde j uitvoeringsvorm is de buitenmantel 7 opgebouwd als een 5 sandwich met een buitenste laag 18 en een binnenste laag 19 met daartussen een isolerende laag, bijvoorbeeld een schuimlaag 20. Zo kunnen bijvoorbeeld een binnenste laag 19 en/of een buitenste laag 18 uit PE-folie met een aluminium coating worden vervaardigd terwijl de tussenlaag uit PE-10 schuim kan worden gemaakt. De binnenste laag 19 kan ook ten minste deels van een enigszins of in belangrijke mate vochtaborberend materiaal zijn vervaardigd om te voorkomen dat condenswater de inrichting 1 verlaat hetgeen nadelig kan zijn voor de koelcapaciteit. De mantel 7 kan enigszins 15 elastisch zijn. De binnenmantel 6 is bij voorkeur enigszins elastisch uitgevoerd, bijvoorbeeld uit folie, in het bijzonder PE of PA folie of een folie vervaardigd uit een PE/PA mengsel. Uiteraard zijn ook andere materialen toepasbaar, mits deze tegen de gewenste temperaturen 20 bestand zijn. Als gevolg van de elasticiteit van ten minste de binnenmantel 6 kan de koelinrichting zich goed aansluitend aan een te koelen oppervlak aanpassen. Bij voorkeur is de buitenmantel 7, althans één of meer lagen daarvan, geschikt om te worden voorzien van visueel 25 waarneembare uitingen, bijv. grafische uitingen, zoals reclame-uitingen omvattende leestekens en/of figuren, logo's e.d. door middel van een drukprocédé of een ander aanbrengproces.
De eerste kamer 10 is rond de tweede kamer 13 gevuld 30 met een eerste medium 14. De tweede kamer is gevuld met een tweede medium 15. Het tweede medium 15 heeft een vriespunt dat hoger ligt dan dat van het eerste medium 14. Vriespunt dient in deze te worden begrepen als een temperatuur of temperatuurtraject waarbij het betreffende medium bevriest.
35 Van belang is dat het eerste medium 14 tijdens gebruik bij sterke afkoeling van de inrichting 1 nog niet, althans nog 1029083 10 niet geheel, is bevroren wanneer het tweede medium 15 al is bevroren, althans een vaste vorm heeft aangenomen.
Bij voorkeur is het tweede medium zodanig gekozen dat het een vriespunt heeft dat is gelegen tussen 0 en 5 -20°C, meer in het bijzonder tussen 0 en -15°C. Het tweede medium is bij voorkeur zodanig gekozen dat het een vriespunt heeft onder -5°C, meer in het bijzonder onder -8°C. Het eerste en/of het tweede medium 14, 15 zijn bij voorkeur uitgevoerd als eutectische media. In het bijzonder 10 is bij voorkeur het eerste medium 14 een eutectisch medium. Daardoor kan op eenvoudige wijze een vooraf gekozen temperatuur worden verkregen voor een te koelen oppervlak.
In het eerste medium 14 zijn bij voorkeur vaste deeltjes 17 opgenomen, bijvoorbeeld metaalvlokken, in het 15 bijzonder aluminium vlokken. Daardoor kan de thermische geleidbaarheid van het eerste medium 14 aanmerkelijk worden verhoogd. Ter illustratie, water heeft een warmte geleidingscoëfficiënt van ongeveer 0,60 W/mK, ijs ongeveer 2,1 W/mK en aluminium ongeveer 220 W/mK. Losse deeltjes 17 20 zijn bij voorkeur uitgevoerd als vlokken die zich vrij van elkaar door het eerste medium kunnen bewegen maar kunnen ook tegen elkaar liggen.
Het tweede medium 15 is bij voorkeur een kritisch eutectisch mengsel of bij voorkeur water, in het bijzonder 25 gedestilleerd water. Als eerste medium kan een water/glycol mengsel worden gebruikt of bijv. een K en/of Na zoutoplossing. Het eerste medium 14 bestaat bijv. uit 15% glycol, 83% water en 2% verdikkingsmiddel. Het tweede medium 15 bestaat bijv. uit 100% water. Het eerste en/of 30 tweede medium kunnen enigszins gelvormig zijn, zodat wordt verhinderd dat het betreffende medium wegstroomt indien een van de mantels 6, 7 een klein gaatje vertoont.
In het in Fig. 1 getoonde voorbeeld omvat elke kamer 10, althans elke tweede kamer 13, daarin een reeks 35 compartimenten 21, bijvoorbeeld acht boven elkaar, dat wil zeggen in een reeks tussen de onderzijde 11 en bovenzijde 1029083 11 12. Daardoor kan het eerste medium 14 en/of tweede medium 15 in elk van de compartimenten 21 verschillend worden uitgevoerd. Zo kunnen bijvoorbeeld compartimenten 21 nabij de onderzijde 11 voorzien worden van een grotere 5 koelcapaciteit; van meer metaalvlokken of van een andere verhouding in volume tussen eerste deel 10 en tweede deel 13 dan in meer nabij de bovenzijde 12 gelegen compartimenten 21, of juist omgekeerd. Daardoor kan plaatselijk de koeling veroorzaakt door de inrichting 10 worden beïnvloed. In elke kamer 10 is bij voorkeur een gedeelte 22 van het volume ingenomen door een gas, in het bijzonder lucht, waardoor deformaties en met name volume veranderingen van de eerste 10 en/of tweede kamer 13 kunnen worden opgevangen.
15 Figs. 4A-4C tonen een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting 100, waarbij deze inrichting 100 een binnenmantel 102 en een buitenmantel 103 omvat welke losmaakbaar aan elkaar kunnen worden bevestigd. De binnenmantel 102 omvat kamers 110 welke op vergelijkbare 20 wijze als de kamers 10 in Figs. 1-3 kunnen zijn uitgevoerd. De kamers 110 voorzien van een eerste medium 114 sluiten een tweede kamer 113 voorzien van een tweede medium 115 in. De kamers 110 kunnen aan weerszijden zijn afgesloten door een laag 106 bijv. uit folie, in het bijzonder PE of PA 25 folie of een folie vervaardigd uit een PE/PA mengsel. De buitenmantel 103 kan bijv. bestaan uit lagen 118, 119, 120, vergelijkbaar met de lagen 18, 19, 20 getoond in Fig. 3.
De losneembaarheid van de binnenmantel 102 heeft als voordeel dat deze minder ruimte inneem in bijv. een 30 vriesvak, dan wanneer de volledige inrichting 100 hierin zou moeten worden gekoeld. Tevens biedt de losneembaarheid als voordeel dat verschillende buitenmantels 103 voorzien van verschillende grafische afbeeldingen (bijv. reclame) kunnen worden toegepast terwijl dezelfde binnenmantel 102 35 kan worden gebruikt.
1029083 12
Er zijn diverse varianten denkbaar om de binnenmantel 102 en de buitenmantel 103 van de inrichting 100 aan elkaar te bevestigen. In de getoonde variant worden koorden 104, aangebracht op de buitenmantel 103, toegepast 5 welke tussen de kamers 110 worden doorgevoerd als getoond in Fig. 4A. Fig. 4B toont de enkele buitenmantel 103 aan de naar de binnenmantel 102 gerichte zijde, voorzien van de koorden 104. Vanzelfsprekend behoeven de koorden 104 niet noodzakelijkerwijs tussen elk van de kamers 110 te worden 10 doorgevoerd. Alternatieve bevestigingsvarianten omvatten onder meer het toepassen van elastische koorden, drukknoop bevestigingen etc.
Fig. 5 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van compartimenten 21 van een inrichting 1, waarbij de zich 15 tussen de onderzijde 11 en bovenzijde 12 uitstrekkende wanden 23 van de compartimenten, welke kunnen worden gevormd door de verbindingen 9, zoals seals of lasverbindingen, zodanig zijn gevormd dat deze eenvoudig een verandering in afstand tussen de bovenzijde 12 en de 20 onderzijde 11 en/of in de breedte richting kunnen volgen. Daartoe zijn de wanden 23 voorzien van een gebogen middendeel 24.
In Fig. 6 is een inrichting 1 volgens de uitvinding getoond, aangebracht rond een te koelen object 25, 25 bijvoorbeeld een wijn-, bier- of frisdrankfles. De inrichting is zo veel mogelijk nauwsluitend rond en tegen het buitenoppervlak 26 van het object 25 gewikkeld, zodat de binnenmantel 6 zo veel mogelijk daartegen aanligt. Door de elasticiteit en eventueel de vervormbaarheid van de 30 compartimenten 21, kamers 10 en 13 en de mantels 6 en 7 is dit goed mogelijk. De inrichting is rond het object vastgezet door de samenwerkende sluitmiddelen 3, 5.
Voorafgaand aan het plaatsen van de koelinrichting 1 als getoond in Fig. 6 is de gehele inrichting 1 in een 35 verdere koelinrichting, zoals een koelkast of een vrieskist, gelegd, waarin een lage temperatuur heerst, bij 1029083 13 voorkeur een temperatuur onder 0°C, meer in het bijzonder minder dan -4'C doch boven de vriestemperatuur van het eerste medium 14. Het eerste medium 14 zal daarbij sterk afkoelen maar niet, althans niet geheel bevriezen. Bij 5 voorkeur is en blijft het eerste medium 14 gelvormig en daarmee vervormbaar. Het tweede medium 15 wordt indirect gekoeld, door het omgevende eerste medium 14, daarbij eventueel geassisteerd door de aanwezigheid van de vaste deeltjes 17, en zal bij de heersende omgevingstemperatuur 10 wel bevriezen. Daardoor wordt een bijzonder hoge koudecapaciteit verkregen, met name opgeslagen in, althans te verkrijgen door het tweede medium 15.
Nadat ten minste het tweede medium 15 gedeeltelijk en bij voorkeur geheel is bevroren wordt de inrichting 1 15 uitgenomen uit de verdere koelinrichting en om het te koelen object aangebracht, als getoond in Fig. 5. Doordat het eerste medium 14 nog ten minste gedeeltelijk en bij voorkeur geheel vloeibaar, althans gelvormig is kan dit eenvoudig de vorm van het oppervlak van het te koelen 20 object volgen, waardoor een bijzonder goed contact tussen de binnenmantel 6 en genoemd oppervlak wordt verkregen en behouden. Daardoor kan op optimale wijze energie worden overgedragen, zodat het object 25 goed kan worden gekoeld. Het tweede medium 15 zorgt daarbij in hoofdzaak voor de 25 koude aanvoer, het eerste medium in hoofdzaak voor de koude transport. Met name indien genoemde deeltjes 17 daarin zijn opgenomen wordt een bijzonder goede geleiding verkregen. Zonder aan enige theorie gebonden te willen worden lijkt het koelvermogen van een inrichting 1 volgens de uitvinding 30 voor het grootste deel het gevolg te zijn van de smeltwarmte van het tweede medium 15. Bij en door toepassing van eutectische media wordt het voordeel bereikt dat het object snel op een vooraf gekozen, gewenste temperatuur kan worden gebracht en daarop gedurende langere 35 tijd kan worden gehouden. Voor bijvoorbeeld witte wijn kan aldus een koeltemperatuur worden ingesteld van bijvoorbeeld 1029083 14 10'C, voor bier bijvoorbeeld 6°C en voor ijs bijvoorbeeld 0°C.
Voor een goed begrip van de uitvinding zal een voorbeeld van opbouw en maatvoering van een inrichting 5 volgens de uitvinding nader worden gegeven, welke evenwel slechts als illustratie wordt gegeven en geenszins als beperkend mag of dient te worden uitgelegd.
Een inrichting 1 volgens de uitvinding heeft bijvoorbeeld een breedte BI tussen het eerste einde 2 en 10 tweede einde 4 van ongeveer 690 mm en een hoogte Hl tussen onderzijde 11 en bovenzijde 12 van bijvoorbeeld 250 mm.
Alle verbindingen 9 hebben bijvoorbeeld een breedte van ongeveer 10 mm. Bij acht compartimenten per kamer 10 en twaalf kamers 10 naast elkaar, zoals getoond in fig. 1, 15 heeft elke kamer derhalve een hoogte H2 van ongeveer 230 mm en een breedte B2 van ongeveer 45 mm. Elk compartiment 21 heeft alsdan een hoogte H3 van ongeveer 30 mm. De binnenmantel 6 is vervaardigd uit dun, sterk PE/PA folie, terwijl de buitenmantel 7 ongeveer 3-5 mm dik multilayer 20 is, omvattende een binnenste laag 18 en buitenste laag 19 van aluminium gecoat PE folie met daartussen gelijmd een PE schuim laag 20. De buitenmantel 7 kan ook enkel als een folie worden uitgevoerd, identiek aan of vergelijkbaar met de binnenmantel 6. Elke kamer 10 heeft een dikte Dl, 25 gemeten haaks op de buitenmantel 7 van bijvoorbeeld ongeveer 20 mm, met daarin de tweede kamer 13 met een breedte B3 van ongeveer 30 mm en een dikte D2 van ongeveer 12 mm. De tweede kamer 13 is bij voorkeur enigszins ovaal in doorsnede en bijvoorbeeld vervaardigd uit extrusie buis 30 van PE folie met een doorsnede van ongeveer 18 mm. De compartimenten 21 zijn daarin bijvoorbeeld voorzien door seal naden 27. Het eerste medium is bijvoorbeeld een Na en/of K zoutoplossing met daarin aluminium vlokken 17 en een gelleermiddel, terwijl het tweede medium 15 35 bijvoorbeeld gedestilleerd water is. Bij kamertemperatuur 1029083 15 is bijvoorbeeld ongeveer 10% van het totale volume van elke eerste en tweede kamer 10, 13 is gevuld met lucht.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekeningen getoonde en beschreven 5 uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kan een inrichting volgens de uitvinding een ander aantal eerste en/of tweede kamers omvatten, al dan 10 niet voorzien van compartimenten. De eerste en tweede delen, in het bijzonder kamers 10, 13 kunnen ook op elkaar liggen in plaats van het tweede deel 13 omgeven door het eerste deel 10. Andere al dan niet eutectische media kunnen worden gebruikt voor het eerste en/of tweede medium, 15 terwijl het eerste en tweede medium ook gemengd kunnen worden in één ruimte. Bij een dergelijke oplossing worden ijskristallen van het tweede medium in het eerste medium gevormd, terwijl laatstgenoemde nog vloeibaar of gelvormig ! is, althans vervormbaar is. Andere vaste deeltjes 17 kunnen 20 in de media, in het bijzonder in het eerste medium worden opgenomen, bijvoorbeeld keramische deeltjes. Andere sluitmiddelen kunnen worden gebruikt, terwijl de mantels 6 ! en 7 ook in zichzelf gesloten kunnen worden uitgevoerd, ΐ zodat de inrichting 1 bijvoorbeeld cilindrisch is en door 25 elastische vervorming van de mantels 6, 7 om een te koelen obj eet kan worden aangebracht.
Deze en vele vergelijkbare variaties, waaronder alle combinaties van onderdelen van de getoonde uitvoeringvormen, worden geacht onder de uitvinding te 30 vallen.
Een eenvoudig te vervaardigen variant is weergeven in Figs. 7A en 7B, waarin het tweede medium 15 is aangebracht in een tweede kamer 13, welke tweede kamer 13 is vormgeven als een bakje dat past in een eerste kamer 10 35 voor het eerste medium 14. Het geheel wordt afgedicht door 1029083 een buitenmantel 7. De buitenmantel 7 en de eerste kamer 10 en tweede kamer 13 worden vastgezet bij een las 9.
16 ^029083
Claims (23)
1. Koelinrichting voor het koelen van voorwerpen, omvattende een omhulsel met daarin een eerste en een tweede medium, waarbij het eerste medium een vriespunt heeft dat is gelegen onder het vriespunt van het tweede medium, 5 waarbij ten minste het eerste medium bij een temperatuur waarbij het tweede medium bevroren is in hoofdzaak vloeibaar of, bij voorkeur, gelvormig is.
2. Koelinrichting volgens conclusie 1, waarbij ten minste het eerste of het tweede medium een eutectisch 10 mengsel is.
3. Koelinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij ten minste één eerste deel en ten minste één tweede deel zijn voorzien, waarbij het of elk tweede deel ten minste gedeeltelijk aanligt tegen en/of wordt omgeven door een 15 eerste deel en het eerste deel is gevuld met het eerste medium en het tweede deel met tweede medium, waarbij bij voorkeur het tweede medium ten opzichte van het eerste medium een hoge koudeopslagcapaciteit heeft en in een bevroren toestand kan worden gebracht en in bevroren 20 toestand een hoge koude geleidecoëfficiënt heeft.
4. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij ten minste het tweede medium een eutectisch medium en/of water is.
5. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande 25 conclusies, waarbij ten minste het eerste medium een gel of gelleerbaar medium is.
6. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en het tweede medium eutectische media zijn.
7. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij het eerste deel een eerste manteldeel heeft dat zodanig flexibel is dat het zich tijdens gebruik kan vormen tegen een te koelen dubbel gekromd oppervlak. 1029083
8. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij bij tijdelijke opslag van de koelmantel bij een omgevingstemperatuur van minder dan 4 °C (277K), in het bijzonder bij een temperatuur tussen -30 en 0 °C, meer 5 in het bijzonder tussen -25 en 0 °C het tweede medium nagenoeg geheel bevriest en het eerste medium ten minste gedeeltelijk flexibel blijft.
9. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusie, waarbij ten minste het eerste medium relatief 10 kleine vaste deeltjes omvat.
10. Koelinrichting volgens conclusie 9, waarbij genoemde vaste deeltjes metaaldeeltjes, in het bijzonder vlokken omvatten, bij voorkeur ten minste aluminium deeltjes.
11. Koelinrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij in een gedeelte van het eerste medium, althans het eerste deel een concentratie van genoemde deeltjes is voorzien die hoger is dan in ten minste één aangrenzend gedeelte.
12. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij het eerste deel en/of het tweede deel is onderverdeeld in compartimenten en/of een reeks eerste delen onderling verbonden is onder vorming van een cilindervormige koker.
13. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting een buitenzijde heeft die is voorzien van een thermische isolatie en een binnenzijde die is vervaardigd uit een thermisch goed geleidend materiaal. 3 0
14. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij in ten minste het eerste medium nabij een onderzijde van de inrichting is voorzien van warmte geleidende deeltjes, in het bijzonder metaaldeeltjes in een concentratie hoger dan een hoger ! 35 gelegen gedeelte van de inrichting. 11 0 29 08 3 !
15. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij het omhulsel mantelvormig is en aan een naar buiten gekeerde zijde ten minste gedeeltelijk elastisch is uitgevoerd voor het tijdens 5 gebruik verkrijgen van een binnenwaarts gerichte krachtvector.
16. Koelinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij genoemd omhulsel in hoofdzaak strookvormig is en met behulp van sluitmiddelen 10 zoals klittenband tot een kokervorm brengbaar is.
17. Koelinrichting volgens één of meer, waarbij althans één zijde, bij voorkeur een naar buiten gerichte zijde, van de koelinrichting is ingericht om visueel waarneembare uitingen, zoals reclame uitingen, te bevatten.
18. Koelinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de koelinrichting een binnenmantel omvat ingericht voor het houden van het eerste en tweede medium en een buitenmantel welke losneembaar bevestigbaar is met de binnenmantel.
19. Koelinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de koelinrichting een vochtabsorberende laag omvat ingericht om condensvocht van de koelrichting ten minste ten dele te absorberen.
20. Samenstel van een koelinrichting volgens één 25 of meer der voorgaande conclusies en een container met daarin een te koelen medium, in het bijzonder drank, waarbij de koelinrichting met ten minste een gedeelte van het omhulsel ten minste een gedeelte van een omtrekswand van de container omgeeft en daartegen nauw aansluit, 30 waarbij ten minste een gedeelte van het eerste medium aanligt tegen het gedeelte van het omhulsel dat nauw aansluit om genoemde container.
21. Samenstel volgens conclusie 20, waarbij genoemd omhulsel ten minste gedeeltelijk elastisch is 35 uitgevoerd en als een huls over genoemde container plaatsbaar is, onder elastische vervorming van genoemd 1029083 omhulsel, zodanig dat dit onder uitoefening van een binnenwaarts gerichte krachtvector tegen genoemde container wordt getrokken, onder nauwe aansluiting.
22. Werkwijze voor het vormen van een 5 koelinrichting, waarbij ten minste een eerste en een tweede medium in een omhulsel worden aangebracht, waarbij het eerste medium een vriespunt heeft dat lager ligt dan dat van het tweede medium en bij voorkeur een eutectisch medium is.
23. Gebruik van twee media met verschillende vriespunten voor de vorming van een koelinrichting. 1029083
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1029083A NL1029083C2 (nl) | 2005-05-20 | 2005-05-20 | Inrichting voor het koelen van voorwerpen, in het bijzonder een koelmantel voor drankcontainers. |
PCT/NL2006/050121 WO2006123931A2 (en) | 2005-05-20 | 2006-05-19 | Device for cooling objects, in particular a cooling mantle for beverage containers |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1029083 | 2005-05-20 | ||
NL1029083A NL1029083C2 (nl) | 2005-05-20 | 2005-05-20 | Inrichting voor het koelen van voorwerpen, in het bijzonder een koelmantel voor drankcontainers. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1029083C2 true NL1029083C2 (nl) | 2006-11-21 |
Family
ID=35636863
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1029083A NL1029083C2 (nl) | 2005-05-20 | 2005-05-20 | Inrichting voor het koelen van voorwerpen, in het bijzonder een koelmantel voor drankcontainers. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1029083C2 (nl) |
WO (1) | WO2006123931A2 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US10337784B2 (en) | 2013-02-20 | 2019-07-02 | Doubleday Acquisitions Llc | Phase change material (PCM) belts |
GB2567690B (en) * | 2017-10-23 | 2019-10-23 | Robert Ingam Philip | Cooling elements and cooling assemblies comprising same |
US11805929B2 (en) * | 2020-02-28 | 2023-11-07 | Scribe Opco, Inc. | Beverage holder |
CN112629095B (zh) * | 2020-12-11 | 2022-07-19 | 中国科学院西安光学精密机械研究所 | 受激自致冷低温冰盐袋 |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2595328A (en) * | 1949-04-29 | 1952-05-06 | Goodrich Co B F | Heat-transfer container |
GB1185811A (en) * | 1966-02-22 | 1970-03-25 | Eric Ronald Paxman | Improvements in or relating to the Refrigeration of Containers |
JPS6467579A (en) * | 1987-09-08 | 1989-03-14 | Sakura Sogyo Kk | Heat accumulator and cooling method thereof |
US5086629A (en) * | 1990-08-13 | 1992-02-11 | Exer Icer Towels, Inc. | Scarf for transferring heat from or to body areas of the wearer |
EP1293738A1 (de) * | 2001-09-18 | 2003-03-19 | SCHÄFER WERKE GmbH | Kühlvorrichtung zur Kontaktkühlung |
EP1411313A1 (en) * | 2002-10-18 | 2004-04-21 | P. Noel Thomas | Cooling method and apparatus with heat transfer elements comprising phase change material |
JP2004189999A (ja) * | 2002-10-15 | 2004-07-08 | Osaka Gas Co Ltd | 冷却材 |
-
2005
- 2005-05-20 NL NL1029083A patent/NL1029083C2/nl active Search and Examination
-
2006
- 2006-05-19 WO PCT/NL2006/050121 patent/WO2006123931A2/en active Application Filing
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2595328A (en) * | 1949-04-29 | 1952-05-06 | Goodrich Co B F | Heat-transfer container |
GB1185811A (en) * | 1966-02-22 | 1970-03-25 | Eric Ronald Paxman | Improvements in or relating to the Refrigeration of Containers |
JPS6467579A (en) * | 1987-09-08 | 1989-03-14 | Sakura Sogyo Kk | Heat accumulator and cooling method thereof |
US5086629A (en) * | 1990-08-13 | 1992-02-11 | Exer Icer Towels, Inc. | Scarf for transferring heat from or to body areas of the wearer |
EP1293738A1 (de) * | 2001-09-18 | 2003-03-19 | SCHÄFER WERKE GmbH | Kühlvorrichtung zur Kontaktkühlung |
JP2004189999A (ja) * | 2002-10-15 | 2004-07-08 | Osaka Gas Co Ltd | 冷却材 |
EP1411313A1 (en) * | 2002-10-18 | 2004-04-21 | P. Noel Thomas | Cooling method and apparatus with heat transfer elements comprising phase change material |
Non-Patent Citations (2)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2000, no. 18 5 June 2001 (2001-06-05) * |
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2003, no. 12 5 December 2003 (2003-12-05) * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2006123931A3 (en) | 2007-05-18 |
WO2006123931A2 (en) | 2006-11-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6128915A (en) | Portable food and beverage cooling device | |
US4798063A (en) | Beverage cooler | |
US4793149A (en) | Cooling and insulating device for containers such as beverage cans and the like | |
JP2599802B2 (ja) | 製品を0゜c又はこれに近い所期の温度に維持する方法及びこのためのコンテナ | |
US4931333A (en) | Thermal packaging assembly | |
US5355684A (en) | Cryogenic shipment or storage system for biological materials | |
GB2383122A (en) | A temperature regulator | |
US20070180850A1 (en) | Plastic freezable food container | |
BR112017026211B1 (pt) | Recipiente e método de envio de conteúdo | |
NL1029083C2 (nl) | Inrichting voor het koelen van voorwerpen, in het bijzonder een koelmantel voor drankcontainers. | |
WO2000056630A1 (es) | Embalaje termicamente aislante para productos termosensibles | |
CH660911A5 (it) | Recipiente per mantenere freddi prodotti alimentari. | |
US11745931B2 (en) | Cooling elements and cooling assemblies comprising same | |
ES2225232T3 (es) | Tapa de recipiente con aislamiento termico. | |
US20210025660A1 (en) | System and method for active cooling of a substance | |
WO2020056065A1 (en) | Eutectic heat exchange apparatus | |
GB2383402A (en) | Heat-insulated container | |
US5924304A (en) | Insulated holder for lunch boxes | |
US11480388B2 (en) | Beverage temperature regulating apparatus and method of rapidly cooling a beverage using same | |
US6173581B1 (en) | Liquid cooler | |
FR2935471A1 (fr) | Coque creuse pour matiere refrigerante et dispositif refrigerant utilisant cette coque | |
JP7083586B1 (ja) | 保冷剤ケース | |
US11230424B1 (en) | Collapsible cooling insert | |
US20240125654A1 (en) | Saute Stations with Cold Pack Thermal Storage and Insulated Temperature Sensors | |
NL2003005C2 (nl) | Koeler voor een glas, blik, fles of beker. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up |