BE1028714A1 - Indicatorsamenstel voor media-verwerkingsinrichtingen - Google Patents

Abstract

Een printer, omvattende: een lichaam dat een media-omsluiting definieert geconfigureerd om een mediatoevoer te ontvangen; een indicatorsamenstel ondersteund door een buitenwand van het lichaam, het indicatorsamenstel omvattende een veelheid aan substantieel aaneengesloten verlichtingsoppervlakken verlicht door respectievelijke van een set lampen ondersteund binnenin het lichaam; een controller ondersteund door het lichaam, waarbij de controller geconfigureerd is om: (i) een operationele status van de printer te verkrijgen, (ii) op te halen, uit een mapping repository, van een set notificatie controleparameters corresponderend met de operationele status, en (iii) de set lampen aan te sturen volgens de notificatie controleparameters.

Description

INDICATORSAMENSTEL VOOR MEDIA-VERWERKINGSINRICHTINGEN

ACHTERGROND Een media-verwerkingsinrichting, zoals een label printer, kan verscheidene operationele toestanden hebben die weergegeven worden aan een operator. Inrichtingen om dergelijke informatie aan een operator over te brengen, zoals displaypanelen, kunnen moeilijk fysiek onder te brengen zijn op de printer, en kunnen ook de fabricage kosten en complexiteit doen toenemen.

SAMENVATTING De uitvinding voorziet een printer, omvattende een lichaam dat een media-omsluiting definieert geconfigureerd om een mediatoevoer te ontvangen, een indicatorsamenstel ondersteund door een buitenwand van het lichaam, het indicatorsamenstel omvattende een veelheid aan substantieel aaneengesloten verlichtingsoppervlakken verlicht door respectievelijke van een set lampen ondersteund binnenin het lichaam, een controller ondersteund door het lichaam, waarbij de controller geconfigureerd is om, (i) een operationele status van de printer te verkrijgen, (ii) op te halen, uit een mapping repository, van een set notificatie controleparameters corresponderend met de operationele status, en (ii) de set lampen aan te sturen volgens de notificatie controleparameters.

Op voordelige wijze, slaat de mapping repository een veelheid aan sets notificatie controleparameters op, waarbij elke set notificatie controleparameters een respectievelijke controleactie kan omvatten voor elke lamp in de set.

De repository kan op voordelige wijze een groter aantal sets notificatie controleparameters bevatten dan een aantal van de verlichtingsoppervlakken.

Elke controleactie kan ten minste een kleur voor de corresponderende lamp definiëren.

Op voordelige wijze, kan het indicatorsamenstel ondersteund worden door een voorwand van het lichaam.

Het indicatorsamenstel kan verder een trommel vastgemaakt in de opening omvatten, waarbij de trommel de set verlichtingsoppervlakken definieert aan een vooruiteinde daarvan, en omvattende een corresponderende set lamppijpextensies zich achterwaarts uitstrekkend in het lichaam, waarbij elke lamppijpextensie geconfigureerd is om licht van één van de lampen te ontvangen en het ontvangen licht te leiden naar één van de corresponderende verlichtingsoppervlakken.

De trommel kan op voordelige wijze een kanaal erdoorheen definiëren, en waarbij de indicatorsamenstel verder een stroomknop sub- samenstel omvat omvattende een stroomknop beweegbaar vastgehouden binnenin het kanaal.

In sommige uitvoeringvormen, is de trommel substantieel cilindrisch.

De set lampen kan op voordelige wijze verder een stroomstatuslamp grenzend geplaatst aan de stroomknop omvatten, en veelheid van indicatorlampen grenzend aan respectievelijke lamppijpextensies.

Het stroomknop sub-samenstel kan een opake voorknop omvatten met een uitsnede, en een doorzichtige achterknop vastgemaakt aan de voorknop, waarbij de achterknop een uitsteeksel omvat geconfigureerd om zich uit te strekken in de uitsnede.

De uitvinding voorziet ook een printer, omvattende een lichaam dat een media-omsluiting definieert geconfigureerd om een mediatoevoer te ontvangen, een indicatorsamenstel ondersteund door een voorwand van het lichaam, de indicatorsamenstel omvattende, een set lampen ondersteund binnenin het lichaam grenzend aan een opening in een voorwand van het lichaam, en een trommel vastgemaakt in de opening, de trommel omvattende (1) een set verlichtingsoppervlakken bij een vooruiteinde ervan, en (ii) een corresponderende set lamppijpextensies zich achterwaarts uitstrekkend in het lichaam, waarbij elke lamppijpextensie geconfigureerd is om licht te ontvangen van één van de lampen en het ontvangen licht te leiden naar een corresponderend verlichtingsoppervlak.

Het indicatorsamenstel kan een trommel vastgemaakt in de opening, omvatten, waarbij de trommel de set verlichtingsoppervlakken definieert aan een vooruiteinde ervan, en omvattende een corresponderende set lamppijpextensies zich achterwaarts uitstrekkend in het lichaam, waarbij elke lamppijpextensie geconfigureerd is om licht te ontvangen van één van de lampen en het ontvangen licht te leiden naar een corresponderend verlichtingsoppervlak.

Op voordelige wijze, kan de trommel een kanaal erdoorheen definiëren, waarbij het indicatorsamenstel verder een stroomknop sub- samenstel omvat omvattende een stroomknop beweegbaar vastgehouden binnenin het kanaal.

In sommige uitvoeringsvormen, is de trommel substantieel cilindrisch.

De set lampen kan verder een stroomstatuslamp omvatten grenzend geplaatst aan de stroomknop, en veelheid van indicatorlampen grenzend aan respectievelijke lamppijpextensies.

Het stroomknop sub-samenstel kan op voordelige wijze een opake voorknop met een uitsnede omvatten, en een doorzichtige achterknop vastgemaakt aan de voorknop, waarbij de achterknop een utsteeksel omvat geconfigureerd om zich uit te strekken in de uitsnede.

De trommel kan een voorgespannen lid omvatten geconfigureerd om het stroomknop sub-samenstel voor te spannen naar een voorwaartse positie.

Het voorgespannen lid kan verder een veer lid omvatten zich uitstrekkend in het kanaal.

Op voordelige wijze, kan het indicatorsamenstel verder een opaak schild omvatten gemonteerd op een achteroppervlak van het stroomknop sub-samenstel.

De trommel kan op voordelige wijze een externe richel omvatten om samen te werken met printerlichaam, en een interne klikmaatregel om samen te werken met het stroomknop sub-samenstel.

BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE

AANZICHTEN VAN DE TEKENINGEN De bijgevoegde figuren, waar overeenkomstige referentie nummers verwijzen naar identieke of functioneel gelijkaardige elementen doorheen de verschillende aanzichten, samen met de onderstaande gedetailleerde beschrijving, zijn geïncorporeerd in en vormen deel van de specificatie, en dienen om uitvoeringsvormen van concepten die de geclaimde uitvinding omvatten verder te illustreren, en verscheidene principes en voordelen van die uitvoeringsvormen uit te leggen.

FIG. 1 is een isometrisch aanzicht van een printer.

FIG. 2 is een vooraanzicht van een indicatorsamenstel van de printer van FIG. 1.

FIG. 3A is een diagram van bepaalde interne componenten van de printer van FIG. 1.

FIG. 3B is een diagram dat voorbeeldnotificaties gegenereerd door het indicatorsamenstel van FIG. 2 illustreert.

FIG. 4 is een isometrisch aanzicht van het indicatorsamenstel getoond in isolatie.

FIG. 5A is een uiteengenomen aanzicht van het indicatorsamenstel van FIG. 4, gezien vanaf de voorzijde.

FIG. 5B is een uiteengenomen aanzicht van het indicatorsamenstel van FIG. 4, gezien vanaf de achterzijde.

FIG. 6 is een dwarsdoorsnede van het indicatorsamenstel van FIG.

4.

5 Vakmensen zullen begrijpen dat elementen in de figuren geïllustreerd zijn voor eenvoudigheid en duidelijkheid en niet noodzakelijk getekend zijn op schaal. Bijvoorbeeld, kunnen de dimensies van sommige van de elementen in de figuren overdreven zijn relatief ten opzichte van andere elementen om het verstaan van de uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding te helpen verbeteren.

De apparaat- en methodecomponenten zijn waar geschikt voorgesteld door conventionele symbolen in de tekeningen, waarbij enkel die specifieke details weergegeven zijn die pertinent zijn voor het verstaan van de uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding om de beschrijving niet te verhullen met details die meteen duidelijk zijn voor de vakman met het voordeel van deze beschrijving.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Media-verwerkingsinrichtingen, zoals desktop label printers, bevatten een verscheidenheid aan subsystemen. Bijvoorbeeld, kan een printer een media-aanvoer subsysteem omvatten om media te trekken uit een toevoer zoals een rol labels, een printsubsysteem om indicia op de labels te bevestigen, een communicatiesubsysteem geconfigureerd om te verbinden met lokale netwerken, en dergelijke. Zulke subsystemen kunnen in een verscheidenheid van operationele toestanden zijn gedurende operatie van de printer. Bijvoorbeeld, kan het media-aanvoer subsysteem uitgeschakeld, in een ijdele toestand, in een actieve toestand, in een vastgelopen toestand, en dergelijke zijn.

Ten minste sommige van de bovenstaande operationele toestanden kunnen weergegeven worden aan een operator van de printer. Sommige printers, bijvoorbeeld, gebruiken indicatorlampen corresponderend met specifieke operationele toestanden, om binaire indicatoren te voorzien van of de status actief of niet is. Bijvoorbeeld, kan een printer een lamp omvatten dat aangeeft of een draadloze interface van de printer verbonden is of niet.

Echter, kan het aantal potenti@le operationele toestanden voldoende groot zijn dat elke status onderbrengen met een aparte lamp op de behuizing van de printer moeilijk wordt.

Andere mechanismes van het overbrengen van bovenstaande informatie aan een operator, zoals het gebruik van een displaypaneel, kunnen de presentatie van een grotere variëteit van informatie mogelijk maken, maar kunnen niettegenstaande moeilijk onder te brengen zijn op de behuizing van de printer. Zulke mechanismes kunnen ook de kost en complexiteit van fabricage van de printer laten toenemen tot een ongewenste niveau.

Voorbeelden hierin onthuld zijn gericht op een printer, omvattende: een lichaam dat een media-omsluiting definieert geconfigureerd om een mediatoevoer te ontvangen; een indicatorsamenstel ondersteund door een buitenwand van het lichaam, de indicatorsamenstel omvattende een veelheid aan substantieel aaneengesloten verlichtingsoppervlakken verlicht door respectievelijke van een set lampen ondersteund binnenin het lichaam; een controller ondersteund door het lichaam, waarbij de controller geconfigureerd is om: (i) een operationele status van de printer te verkrijgen, (ii) op te halen, uit een mapping repository, van een set notificatie controleparameters corresponderend met de operationele status, en (iii) de set lampen aan te sturen volgens de notificatie controleparameters.

Bijkomende voorbeelden hierin onthult zijn gericht op een printer, omvattende: een lichaam dat een media-omsluiting definieert geconfigureerd om een mediatoevoer te ontvangen; een indicatorsamenstel ondersteund door een voorwand van het lichaam, het indicatorsamenstel omvattende: een set lampen ondersteund binnenin het lichaam grenzend aan een opening in een voorwand van het lichaam; en een trommel vastgemaakt in de opening, de trommel omvattende (1) een set verlichtingsoppervlakken bij een vooruiteinde ervan, en (ii) een corresponderende set lamppijpextensies zich achterwaarts uitstrekkend in het lichaam, waarbij elke lamppijpextensie geconfigureerd is om licht te ontvangen van één van de lampen en het ontvangen licht te sturen naar een corresponderend verlichtingsoppervlak.

FIG. 1 illustreert een media-verwerkingsinrichting 100, waarnaar hierin ook gerefereerd wordt als een printer 100. De printer 100 kan, bijvoorbeeld, een desktop label printer zijn die geconfigureerd is om media te aanvaarden zoals een rol labels, en om indicia op de labels te bevestigen, welke dan de printer 100 verlaten via een uitvoer 104. De uitvoer is ten minste gedeeltelijk gedefinieerd door een lichaam 108 van de printer 100.

Het lichaam 108 omvat een set wanden (bijv. een set buitenwanden, zichtbaar in FIG. 1, en een set binnenwanden) die verscheidende componenten huisvesten van de printer 100 en een binnen omsluiting definiëren om de bovengenoemde media te aanvaarden. De media kan dan ontvangen worden in de omsluiting in de vorm van een patroon bevattende een rol labels, bijvoorbeeld.

De printer 100 omvat ook een deksel 112 dat beweegbaar gekoppeld is aan het lichaam 108. Het deksel 112 is beweegbaar tussen de gesloten positie getoond in FIG. 1, waarin de bovengenoemde omsluiting voor de media omsloten is, en een open positie (niet getoond) die toegang tot de omsluiting toelaat. Het deksel 112 kan een vergrendelingsmechanisme omvatten geactiveerd door een knop 116, bijvoorbeeld, om het deksel 112 in de gesloten positie te houden tijdens operatie van de printer 100.

De printer 100 kan verder een indicatorsamenstel 120 omvatten die een veelheid aan licht-uitsturende oppervlakken omvat, bijv. verlicht door een corresponderende set lampen (e.g. light-emitting diodes) gehuisvest binnenin het lichaam 108 van de printer 100. Zoals hieronder besproken zal worden in meer detail, zijn de lampen in het indicatorsamenstel 120 aanstuurbaar om verscheidene visuele notificaties te genereren. De aansturing van meerdere lampen, en de relatieve plaatsing van de oppervlakken verlicht door de lampen, stelt het indicatorsamenstel 120 in staat om notificaties te genereren representatief aan een groter aantal operationele toestanden van de printer 100 dan dat er lampen in de montage 120 zijn.

Zich richtend tot FIG. 2, waarin een vooraanzicht van het indicatorsamenstel 120 in isolatie getoond wordt. Het indicatorsamenstel 120 omvat een set substantieel aaneengesloten verlichtingsoppervlakken

200. In het bijzonder, in het geïllustreerde voorbeeld omvat de montage 120 vier verlichtingsoppervlakken 200-1, 200-2, 200-3, en 200-4. De oppervlakken 200 zijn bogen, bijv. zich elk uitstrekkend over een hoek van ongeveer negentig graden zodat de oppervlakken 200 samen een ring vormen. In andere voorbeelden, echter, kunnen andere schikkingen, en andere aantallen, van verlichtingsoppervlakken 200 voorzien zijn. Algemener, worden de oppervlakken 200 gesteld substantieel aangrenzend te zijn omdat de oppervlakte die elk grenzend paar oppervlakken 200 scheidt (bijv. de oppervlakte van de kloof 202 tussen de oppervlakken 200-1 en 200-4) significant kleiner is dan de oppervlakte van de oppervlakken zelf. In het geïllustreerde voorbeeld, zijn de kloven tussen oppervlakken 200 minder dan een tiende van de oppervlakte van elk oppervlak 200. In andere voorbeelden, kunnen de oppervlakken 200 aaneengesloten zijn, 1.e. met geen kloven ertussen. Elk oppervlak 200 wordt verlicht door een lamp zoals een LED. In het huidige voorbeeld, daarom, omvat de montage 120 ook vier lampen 204- 1, 204-2, 204-3, en 204-4, bijv. ondersteund door een circuitbord of ander ondersteunend element binnenin het lichaam 108 van het lichaam 108. De montage 120 kan ook een bijkomend verlichtingsoppervlak 208 omvatten,

bijv. geplaatst op een stroomknop beweegbaar ondersteund door de montage 120 om de printer 100 aan en uit te schakelen. Het oppervlak 208 wordt verlicht door een verdere lamp 212, bijv. ondersteund op het bovengenoemd circuitbord.

Refererend naar FIG. 3, de montage 120 wordt aangestuurd door een controller 300 van de printer 100. De controller 300 kan elk geschikt geïntegreerd circuit of combinatie daarvan omvatten, en kan geconfigureerd zijn om verscheidene aspecten van de printer 100 aan te sturen bijkomend aan de montage 120. Om de montage 120 aan te sturen, is de controller 300 geconfigureerd om een operationele status van de printer 100 te verkrijgen. De operationele status wordt verkregen door, bijvoorbeeld, de status te monitoren van een verscheidenheid van andere subsystemen 304-1, 304-2, etc., van de printer 100. Bijvoorbeeld, kan het subsysteem 304-1 een communicatie-interface omvatten zoals een draadloze zendontvanger, en het subsysteem 304-2 kan een media-aanvoer subsysteem dat geconfigureerd is om media uit een toevoer zoals een rol naar een printkop te trekken.

De controller 300 is geconfigureerd om de subsystemen 304 te monitoren voor gebeurtenissen of andere toestand informatie, zoals indicatoren dat een subsysteem werkt, ijdel is, een fout tegengekomen is, en dergelijke. Reagerend op het verkrijgen van zulke informatie (i.e. een operationele toestand), wordt de controller 300 geconfigureerd om te ontvangen, uit een mapping repository 308, van een set notificatie controleparameters corresponderend met de operationele status. De repository 308 kan bij de controller 300 zelf opgeslagen zijn, of in een apart opslagelement zoals een geheugencircuit of ander niet-transitoir computer- readable medium.

De repository 308 bevat, voor elke operationele toestand, een set notificatie controleparameters. Elke set notificatie controleparameters, op hun beurt, omvat een stroomtoestand voor elk van de lampen 204 en 212, bijv. specifiërend of de relevante lamp aangeschakeld of uitgeschakeld moet worden (en, in sommige voorbeelden een helderheidsniveau). Elke set notificatie controleparameters kan ook bijkomende controleparameters omvatten zoals kleuren van verlichting, duur en/of patronen van verlichting (bijv. flitsen en dergelijke).

Elke set notificatie controleparameters kan opgeslagen worden in de repository 308 samen met een operationele toestand identificatie. Bijvoorbeeld, elke operationele toestand van de printer 100 kan corresponderen met een bepaalde operationele toestand identificatie, zodat de operationele toestanden corresponderen met respectievelijke waardes in een vooraf gedefinieerd bereik (bijv. 0 tot 63, voor een totaal van 64 operationele toestanden). De repository 308 slaat elke set notificatie controleparameters op samen met een gegeven operationele toestand identificatie, en de controller 300 ontvangt daarom de notificatie controleparameters die corresponderen met een huidig verkregen operationele toestand identificatie. Zoals duidelijk zal zijn, hoeft niet elke set notificatie controleparameters verschillend te zijn van de anderen. Bijvoorbeeld, meer dan één operationele status kan corresponderen met identieke notificatie controleparameters. In dergelijke gevallen, kan een enkele set notificatie controleparameters opgeslagen worden geassocieerd met meerdere operationele toestand identificaties, of kan de repository 308 simpelweg meer dan een set identieke notificatie controleparameters bevatten, elk corresponderend met een andere operationele toestand identificatie.

Met de notificatie controleparameters opgehaald, wordt de controller 300 geconfigureerd om de lampen 204 en/of 212 aan te sturen overeenkomstig met de notificatie controleparameters. Refererend naar FIG. 3B, waarin twee voorbeeldresultaten van zulke aansturing geïllustreerd worden. Bijvoorbeeld, als reactie op een eerste operationele status, zoals getoond in de linkerzijde van FIG. 3B, is het oppervlak 208 verlicht in een eerste kleur (bijv. om te tonen dat de printer 100 aangeschakeld is), de oppervlakken 200-1 en 200-3 zijn verlicht in een tweede kleur, terwijl de oppervlakken 200-2, en 200-4 niet verlicht zijn. In een verder voorbeeld, zoals getoond in de rechterzijde van FIG. 3B, is het oppervlak 208 verlicht in de eerste kleur hierboven genoemd, en zijn alle vier oppervlakken 200 verlicht in een derde kleur G.e. verschillend van de tweede kleur getoond in het eerste voorbeeld).

Terugkerend naar FIG. 3A, de montage 120 omvat ook een stroomknop 312, geconfigureerd om een signaal te voorzien naar de controller 300 als reactie op ingedrukt worden (bijv. door het openen of sluiten van een circuit van de printer 100), bijv. om de printer 100 aan of uit te schakelen.

Om de lampen 204 aan te sturen om de oppervlakken 200 te verlichten, en de lamp 212 om het oppervlak 208 te verlichten, in een veelheid van verschillende patronen zoals degene getoond in FIG. 3B, omvat de montage 120 ook verscheidene structurele maatregelen om de oppervlakken 200 en 208 voldoende te isoleren van elkaar om licht lekkage te verminderen of te voorkomen van een gegeven lamp 204 of 212 naar een oppervlak 200 of 208 verschillend van het oppervlak dat correspondeert met dat licht. Een voorbeeldstructuur van de montage 120 wordt hieronder beschreven.

Zich richtend tot FIG. 4., waarin een isometrisch aanzicht van de montage 120 getoond wordt, samen met een ondersteunend lid 400 ondersteund binnenin het lichaam 108 van de printer 100. Het lichaam 108 zelf is weggelaten in FIG. 4. Bijkomend aan de oppervlakken 200 en 208, zijn twee van de lampen 204 zichtbaar (specifiek, de lampen 204-1 en 204- 2), geplaatst op het ondersteunend lid 400. De lampen 204 zijn grenzend aan corresponderende delen van een trommel 404 van de montage 120. De trommel 404, zoals hieronder in meer detail besproken zal worden, ondersteunt zowel bijkomende componenten van de montage 120 en leidt licht van de lampen 204 naar de oppervlakken 200. De oppervlakken 200 zijn voorzien door de trommel 404, bijv. bij een vooruiteinde van de trommel 404, in dit voorbeeld. Refererend naar FIGN. 5A en 5B, waarin uiteengenomen aanzichten van de montage 120 getoond worden vanaf de voorzijde (FIG.

5A) en de achterzijde (FIG. 5B), waarbij in het achteraanzicht het ondersteunend lid 400 en lampen 204 en 212 weggelaten worden. De trommel 404, zoals gezien in FIGN. 5A en 5B, is een algemene cilindrische structuur die een kanaal 500 erdoorheen definieert. Zoals duidelijk zal worden in onderstaande bespreking, worden bepaalde andere componenten van de montage 120 beweegbaar ondersteund binnenin het kanaal 500, en laat het kanaal 500 bijkomend licht uit lamp 212 toe om het oppervlak 208 te bereiken.

De oppervlakken 200 worden gedefinieerd door een buiten, of voor, uiteinde 502 van de trommel 404, zoals getoond in FIG. 4. De trommel 404 omvat een set lamppijpextensies 504-1, 504-2, 504-3, en 504-4, corresponderend met de oppervlakken 200. Ten minste de extensies 504 en het uiteinde 502 van de trommel 404 zijn doorzichtig om de doorgang van licht toe te laten. In het huidige voorbeeld is de volledige trommel 404 doorzichtig. Zoals gezien in FIG. 5A (en ook in FIG. 4), zijn de extensies 504 elk grenzend geplaatst aan corresponderend lamp 204, om licht te verzamelen uitgestuurd door de corresponderende lamp 204 en te leiden (bijv. via interne reflectie) van het licht naar het corresponderend oppervlak 200 bij het uiteinde 502 van de trommel 404.

Zoals gezien in FIGN. 5A en 5B, zijn de extensies 504 algemeen wigvormig, waarbij de grootte toeneemt vanaf de achteruiteindes (grenzend aan de lampen 204) naar het vooruiteinde 502 van de trommel 404.

De trommel 404 omvat ook een externe set van klik-fit maatregelen 508, zoals richels zich uitstrekkend vanaf de trommel 404 (in het huidige voorbeeld, strekken de richels zich uit vanaf de zijden van de lamppijpextensies 504), om samen te werken met het lichaam 108 van de printer 100 en de montage 120 vast te houden binnenin het lichaam 108, zoals getoond in FIG. 1. De trommel 404 omvat verder een set interne klikmaatregelen 512, om samen te werken met corresponderende haakmaatregelen van de stroomknop 312. In het bijzonder, omvat de stroomknop 312, welke in het huidige voorbeeld geïmplementeerd is als een buiten, of voorwaartse, knop 3124 en een binnen, of achterwaartse, knop 312b, een set van vier haken 516 geconfigureerd om samen te werken met respectievelijke klikmaatregelen 512 om het buitenwaartse bewegingsbereik te beperken van de stroomknop 312 binnenin het kanaal 500. Dus, de haken 516 laten de knop 312 toe te bewegen binnenin het kanaal 500 (richting het ondersteunend lid 400), alsook terug uit het kanaal 500 tot een maximale uitstrekking gedefinieerd door de haken 516. De stroomknop 312 is daarom beweegbaar binnenin het kanaal 500, over een bewegingsbereik waarvan voorwaartse uitstrekking bepaald wordt door de haken 516.

De trommel 404 omvat verder een voorgespannen lid 520 geconfigureerd om de stroomknop 312 voor te spannen richting een uitgestrekte, of voorwaartse, positie. In het bijzonder, omvat in het geïllustreerde voorbeeld de trommel twee voorgespannen leden 520 in de vorm van veren zich uitstrekkend in het kanaal 500. De voorgespannen leden 520 zijn veerkrachtig vervormbaar, waarbij de stroomknop 312 toegelaten wordt te bewegen in het kanaal 500 naar het ondersteunend lid 400 als reactie op druk aangebracht op de stroomknop 312. Wanneer zulke druk losgelaten worden, duwen de voorgespannen leden 520 de stroomknop 312 terug naar een rust uitgestrekte positie. Contact tussen de stroomknop 312 en de voorgespannen leden 520, in dit voorbeeld, wordt verkregen door een set posten 524 zich uitstrekkend vanaf een achteroppervlak van de achterknop 312b.

De achterknop 312b van de stroomknop 312 is een doorzichtige component die het oppervlak 208 definieert op een uitsteeksel 526 zich voorwaarts uitstrekkend vanaf de knop 312b. De voorknop 3124 is een opake component met een uitsnede 528 om het uitsteeksel 526 te ontvangen, zodat het oppervlak 208 substantieel gelijk 1s met een vooroppervlak van de knop 3124. De knoppen 3124 en 312b kunnen vastgemaakt zijn aan elkaar via een druk-fit mechanisme, zoals een post 532 op de knop 3124 geconfigureerd om samen te werken met een opening 536 van de knop 312b.

In sommige voorbeelden, kan de montage 120 ook een schild 540 omvatten dat geconfigureerd is om licht lekkage te reduceren tussen de knop 312b en de trommel 404 zodat de lamp 212 de oppervlakken 200 niet verlicht, en de lampen 204 het oppervlak 208 niet verlichten. Het schild 540 is daarom een opake component, en kan gemonteerd worden op een achteroppervlak van de knop 312b door de eerder vernoemde posten 524. De posten 524 kunnen zich uitstrekken door openingen in het schild 540 om het schild 540 te druk-fitten op de knop 312b. Het schild 540 definieert bijkomend een gat 544 erdoorheen, waarbij licht toegelaten wordt om uit de lamp 212 de knop 312b te bereiken.

Zich tot FIG. 6 richtend, een dwarsdoorsnede van de montage 120 wordt getoond. Zoals gezien in FIG. 6, zijn de lampen 204 grenzend geplaatst aan respectievelijke lamppijpextensies 504, terwijl de lamp 212 grenzend geplaatst is aan de achterknop 312b (welke daarom dient als een lamppijp voor de lamp 212). Het schild 540, terwijl, vermindert de hoeveelheid licht dat uit de extensies 504 kan ontsnappen en de achterknop 312b bereiken, of vice versa. Verder, het stroomknop sub-samenstel omvattende de knoppen 3124 en 312b (alsook het schild 540, welke beweegt met de stroomknop 312) wordt toegelaten te glijden binnenin het kanaal 500 op de voorgespannen leden 520.

In de voorgaande specificatie, werden specifieke uitvoeringsvormen beschreven. Echter, een gemiddelde vakman begrijpt dat verscheidene aanpassingen en veranderingen gemaakt kunnen worden zonder afstand te doen van de draagwijdte van de uitvinding zoals uiteengezet in de onderstaande conclusies. Overeenkomstig, dienen de specificatie en figuren beschouwd te worden in een eerder illustratieve dan een restrictieve zin, en zijn al zulke modificaties bedoeld om omvat te zijn binnenin de draagwijdte van de huidige leer.

De baten, voordelen, oplossingen voor problemen, en elk(alle) element(en) die er kan(kunnen) toe leiden dat elk baat, voordeel, of oplossing kan voorkomen of meer uitgesproken kan worden, zijn niet op te vatten als kritische, vereiste, of essentiële kenmerken of elementen van één van of al de conclusies. De uitvinding is enkel gedefinieerd volgens de bijgevoegde conclusies omvattende elke wijziging gemaakt gedurende de verleningsprocedure van deze aanvraag en alle equivalenten van deze conclusies zoals uitgegeven. Ten behoeve van duidelijkheid en een bondige beschrijving, zijn kenmerken hierin beschreven als deel van dezelfde of aparte uitvoeringsvormen, hoewel, het begrepen zal worden dat de draagwijdte van de uitvinding uitvoeringsvormen met combinaties van alle of sommige van de beschreven kenmerken kan omvatten. Het kan worden begrepen dat de getoonde uitvoeringsvormen dezelfde of gelijkaardige componenten hebben, behalve daar waar ze als verschillend beschreven zijn.

Daarenboven mogen in dit document, relationele termen zoals eerste en tweede, boven en onder, en dergelijke enkel gebruikt worden om één entiteit of actie van een andere entiteit of actie te onderscheiden zonder noodzakelijkerwijs zo een eigenlijke relatie of orde tussen dergelijke entiteiten of acties te vereisen of impliceren. De termen “omvat”, “omvattend”, “heeft”, “met”, “bevat”; “bevattend” of elke andere variatie daarvan, zijn bedoeld om een niet-exclusieve inclusie te beschrijven, zodat een proces, methode, artikel, of apparaat dat een lijst van elementen omvat, heeft, bevat niet enkel die elementen omvat maar ook andere elementen kan omvatten niet uitdrukkelijk opgelijst of inherent in zulk proces, methode, artikel, of apparaat. Een element voorafgegaan door “omvat … een”, “heeft … een”, “bevat … een”, sluit niet, zonder meer beperkingen, het bestaan van bijkomende identieke elementen in het proces, methode, artikel, of apparaat uit dat het element omvat, heeft, bevat. De term “een” is gedefinieerd als één or meer tenzij het hier expliciet anders in vermeld staat. De termen “substantieel”, “essentieel”, “bij benadering”, “ongeveer” of elke andere versie daarvan, zijn gedefinieerd als dichtbij hetgeen verstaan wordt door een gemiddelde vakman, in één niet-limiterende uitvoeringsvorm is de term gedefinieerd als binnen 10% te zijn, in een andere uitvoeringsvorm binnen 5%, in een andere uitvoeringsvorm binnen 1% en in een andere uitvoeringsvorm binnen 0.5%. De term “gekoppeld” zoals hierin gebruikt is gedefinieerd als verbonden, hoewel niet noodzakelijk rechtstreeks en niet noodzakelijk mechanisch. Een toestel of structuur dat “geconfigureerd” is in een bepaalde manier is geconfigureerd op ten minste die manier, maar kan ook op niet genoemde manieren geconfigureerd zijn.

Het zal worden begrepen dat sommige uitvoeringsvormen bestaan uit één of meerdere gespecialiseerde processors (of “verwerkingstoestellen”) zoals microprocessors, digitale signaalprocessors, aangepaste processors en field programmable gate arrays (FPGAs) en unieke opgeslagen programma instructies (met inbegrip van zowel software als firmware) die één of meer processors besturen om, in conjunctie met zekere niet-processor circuits, sommige, merendeel, of al de functies van de methode en/of het apparaat hierin beschreven te implementeren. Alternatief, zouden sommige of alle functies geïmplementeerd kunnen zijn door een state machine die geen opgeslagen programma instructies heeft, of in één of meer application specific integrated circuits (ASICS), waarbij elke functie of sommige combinaties van bepaalde van de functies geïmplementeerd zijn als aangepaste logica. Natuurlijk, zou ook een combinatie van de twee benaderingen gebruikt kunnen worden.

Daarenboven, kan een uitvoeringsvorm geïmplementeerd zijn als een computer-readable opslagmedium met een computer readable code opgeslagen erop om een computer (bijv. omvattende een processor) te programmeren om een methode uit te voeren zoals hierin beschreven en geclaimd. Voorbeelden van dergelijke computer-readable opslagmediums omvatten, maar zijn niet beperkt tot, een harde schijf, een CD-ROM, een optisch opslagtoestel, een magnetisch opslagtoestel, een ROM (Read Only Memory), een PROM (Programmable Read Only Memory), een EPROM (Erasable Programmable Read Only Memory), een EEPROM (Electrically Erasable Programmable Read Only Memory) en een Flash geheugen. Verder, wordt verwacht dat iemand met gemiddelde vaardigheid, niettegenstaande mogelijk significante moeite en veel ontwerpkeuzes gemotiveerd door, bijvoorbeeld, beschikbare tijd, huidige technologie, en economische overwegingen, gestuurd door de concepten en principes hierin onthult dadelijk in staat zal zijn om zulke software instructies en programma’s en ICs met minimale experimentatie te genereren.

Het Uittreksel is voorzien om de lezer toe te laten om snel de aard van de technische onthulling vast te stellen. Het is ingediend met de verstandhouding dat het niet zal worden gebruikt om de draagwijdte of betekenis van de conclusies te interpreteren of te limiteren. Bovendien, kan het in de voorgaande Gedetailleerde Beschrijving gezien worden dat verscheidene kenmerken samen gegroepeerd zijn in verscheidene uitvoeringsvormen ten behoeve van het stroomlijnen van de onthulling.

Deze methode van de beschrijving zal niet geïnterpreteerd worden als een intentie weergeven dat de geclaimde uitvoeringsvormen meer kenmerken vereisen dan hier uitdrukkelijk voorgedragen zijn in elke conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, ligt de inventieve materie in minder dan alle kenmerken van een enkele onthulde uitvoeringsvorm. Dus zijn de hierop volgende conclusies hierbij geïncorporeerd in de Gedetailleerde Beschrijving, waarbij elke conclusie op zichzelf staat als een apart geclaimde materie. Enkel het feit dat bepaalde maatregelen in onderling verschillende conclusies worden voorgedragen, geeft niet aan dat een combinatie van deze maatregelen niet ten voordele kan worden gebruikt. Veel varianten zullen duidelijk zijn voor een vakmens. Alle varianten worden begrepen als omvat door de draagwijdte van de uitvinding gedefinieerd in de volgende conclusies.

Claims (20)

CONCLUSIES

1. Een printer, omvattende: een lichaam dat een media-omsluiting definieert geconfigureerd om een mediatoevoer te ontvangen; een indicatorsamenstel ondersteund door een buitenwand van het lichaam, het indicatorsamenstel omvattende een veelheid aan substantieel aaneengesloten verlichtingsoppervlakken verlicht door respectievelijke van een set lampen ondersteund binnenin het lichaam; een controller ondersteund door het lichaam, waarbij de controller geconfigureerd is om: (i) een operationele status van de printer te verkrijgen, (ii) op te halen, uit een mapping repository, van een set notificatie controleparameters corresponderend met de operationele status, en (iii) de set lampen aan te sturen volgens de notificatie controleparameters.

2. De printer volgens conclusie 1, waarbij de mapping repository een veelheid aan sets notificatie controleparameters opslaat; en waarbij elke set notificatie controleparameters een respectievelijke controleactie omvat voor elke lamp in de set.

3. De printer volgens conclusie 2, waarbij de repository een groter aantal van sets notificatie controleparameters bevat dan een aantal van de verlichtingsoppervlakken.

4. De printer volgens conclusie 2 of 3, waarbij elke controleactie ten minste een kleur definieert voor de corresponderende lamp.

5. De printer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het indicatorsamenstel ondersteund wordt door een voorwand van het lichaam.

6. De printer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het indicatorsamenstel omvat:

een trommel vastgemaakt in de opening, waarbij de trommel de set verlichtingsoppervlakken definieert aan een vooruiteinde daarvan, en omvattende een corresponderende set lamppijpextensies zich achterwaarts uitstrekkend in het lichaam, waarbij elke lamppijpextensie geconfigureerd 1s om licht van één van de lampen te ontvangen en het ontvangen licht te leiden naar een corresponderend verlichtingsoppervlak.

7. De printer volgens conclusie 6, waarbij de trommel een kanaal erdoorheen definieert; en waarbij het indicatorsamenstel verder een stroomknop sub- samenstel omvat omvattende een stroomknop beweegbaar vastgehouden binnenin het kanaal.

8. De printer volgens één van de conclusies 6-7, waarbij de trommel substantieel cilindrisch is.

9. De printer volgens één van de conclusies 7-8, waarbij de set lampen een stroomstatuslamp grenzend geplaatst aan de stroomknop, en veelheid van indicatorlampen grenzend aan respectievelijke lamppijpextensies omvat.

10. De printer volgens één van de conclusies 7-9, waarbij het stroomknop sub-samenstel een opake voorknop omvat met een uitsnede, en een doorzichtige achterknop vastgemaakt aan de voorknop, waarbij de achterknop een uitsteeksel omvat geconfigureerd om zich uit te strekken in de uitsnede.

11. Een printer, omvattende: een lichaam dat een media-omsluiting definieert geconfigureerd om een mediatoevoer te ontvangen. een indicatorsamenstel ondersteund door een voorwand van het lichaam, de indicatorsamenstel omvattende: een set lampen ondersteund binnenin het lichaam grenzend aan een opening in een voorwand van het lichaam; en een trommel vastgemaakt in de opening, de trommel omvattende (i) een set verlichtingsoppervlakken bij een vooruiteinde ervan, en (ii) een corresponderende set lamppijpextensies zich achterwaarts uitstrekkend in het lichaam, waarbij elke lamppijpextensie geconfigureerd is om licht te ontvangen van één van de lampen en het ontvangen licht te sturen naar een corresponderend verlichtingsoppervlak.

12. De printer volgens conclusie 11, waarbij het indicatorsamenstel omvat: een trommel vastgemaakt in de opening, waarbij de trommel de set verlichtingsoppervlakken definieert aan een vooruiteinde ervan, en omvattende een corresponderende set lamppijpextensies zich achterwaarts uitstrekkend in het lichaam, waarbij elke lamppijpextensie geconfigureerd is om licht te ontvangen van één van de lampen en het ontvangen licht te sturen naar een corresponderend verlichtingsoppervlak.

183. De printer volgens conclusie 12, waarbij de trommel een kanaal erdoorheen definieert; en waarbij het indicatorsamenstel verder een stroomknop sub- samenstel omvat omvattende een stroomknop beweegbaar vastgehouden binnenin het kanaal.

14. De printer volgens één van de conclusies 12-13, waarbij de trommel substantieel cilindrisch is.

15. De printer volgens één van de conclusies 13-14, waarbij de set lampen een stroomstatuslamp grenzend geplaatst aan de stroomknop, en veelheid van indicatorlampen grenzend aan respectievelijke lamppijpextensies omvat.

16. De printer volgens één van de conclusies 13-15, waarbij het stroomknop sub-samenstel een opake voorknop omvat met een uitsnede, en een doorzichtige achterknop vastgemaakt aan de voorknop, waarbij de achterknop een uitsteeksel omvat geconfigureerd om zich uit te strekken in de uitsnede.

17. De printer volgens één van de conclusies 13-16, waarbij de trommel een voorgespannen lid omvat geconfigureerd om het stroomknop sub- samenstel voor te spannen naar een voorwaartse positie.

18. De printer volgens conclusie 17, waarbij het voorgespannen lid een veer lid omvat zich uitstrekkend in het kanaal.

19. De printer volgens één van de conclusies 13-18, waarbij het indicatorsamenstel verder een opaak schild omvat gemonteerd op een achteroppervlak van het stroomknop sub-samenstel.

20. De printer volgens één van de conclusies 13-19, waarbij de trommel een externe richel omvat om samen te werken met printerlichaam, en een interne klikmaatregel om samen te werken met stroomknop sub-samenstel.