BE1028429B1

BE1028429B1 - Montagerail, kit en werkwijze voor het plaatsen van zonnepanelen

Info

Publication number: BE1028429B1
Application number: BE20205465A
Authority: BE
Inventors: Edelhart Olivier; Mathias Vandaele
Original assignee: Batimont Bvba
Priority date: 2020-06-24
Filing date: 2020-06-24
Publication date: 2022-02-01
Also published as: BE1028429A1

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een montagerail voor installatie van zonnepanelen omvattende een langwerpig profiel met een rechthoekige doorsnede, gevormd door vier zijwanden, waarbij een eerste zijwand een longitudinale groef met twee kragen omvat, waarbij de twee kragen zich naar elkaar uitstrekken en in het vlak van de eerste zijwand gelegen zijn; waarbij een tweede tegenoverliggende zijwand een longitudinale groef omvat; waarbij een derde zijwand een gesloten zijwand is; waarbij een vierde zijwand een longitudinale groef met twee kragen omvat, waarbij de twee kragen zich naar elkaar uitstrekken en in het vlak van de vierde zijwand gelegen zijn, en waarbij de longitudinale groef in de tweede zijwand longitudinale inkepingen in opstaande wanden van de groef omvat, geconfigureerd voor interactie met de schroefdraad van een bout. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een kit en een werkwijze voor installatie van zonnepanelen.

Description

MONTAGERAIL, KIT EN WERKWIJZE VOOR HET PLAATSEN VAN ZONNEPANELEN

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een montagerail voor installatie van zonnepanelen. De uitvinding heeft in een tweede aspect eveneens betrekking op een kit voor installatie van zonnepanelen.

In een derde aspect heeft de uitvinding eveneens betrekking op een werkwijze voor installatie van zonnepanelen.

In een vierde aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze volgens het derde aspect, uitgevoerd met behulp van een kit volgens het tweede aspect.

STAND DER TECHNIEK De laatste jaren worden in toenemende mate zonnepanelen geplaatst, teneinde relatief eenvoudig en voordelig zonne-energie voor opwekking van elektriciteit te kunnen aanwenden. Dergelijke zonnepanelen worden middels een bevestigingsinrichting of draaginrichting op een oppervlak geïnstalleerd. Een oppervlak kan zowel een grondoppervlak als een plat of hellend dak zijn. Een bevestigingsinrichting volgens de stand der techniek omvat meerdere profielen die op het oppervlak worden bevestigd of geplaatst en een montagerail die middels, veelal specifiek vormgegeven, mechanische bevestigingselementen, zoals bijvoorbeeld bouten, moeren en dergelijke, aan de profielen wordt bevestigd. Het eigenlijke zonnepaneel kan dan op de montagerail worden aangebracht.

Een montagerail volgens de stand der techniek omvat een geëxtrudeerd profiel met dunne zijwanden en een enkele interne ribbe. De montagerail is hierdoor onvoldoende sterk en wordt bij zware belasting, zoals bijvoorbeeld de wind, vervormd of zelfs beschadigd. De montagerail omvat in twee tegenoverliggende zijwanden een longitudinale groef met twee kragen. Een zonnepaneel wordt met behulp van een hamerkopbout in een longitudinale groef aan de montagerail vastgemaakt. De hamerkopbout wordt via een open uiteinde van de montagerail in de groef geschoven, waardoor het noodzakelijk is om vooraf te bepalen hoeveel hamerkopbouten zullen nodig zijn om de zonnepanelen aan de montagerail vast te maken. Het vastmaken vereist ook een gecoördineerde handeling waarbij een moer en een hamerkopbout gelijktijdig worden gemanipuleerd. De positionering van de longitudinale groeven laat enkel toe om de montagerail met de zijwand, gericht naar een oppervlak waarop het zonnepaneel geplaatst wordt, aan profielen op het oppervlak te bevestigen. Het is niet mogelijk om profielen te gebruiken die zijdelings aan de montagerail vastgemaakt worden. Een montagerail volgens de stand der techniek is gelakt. De lak verweert na verloop van tijd en biedt nog onvoldoende bescherming tegen externe elementen. Dit is vooral nadelig in zoute omgevingen, zoals in kuststreken.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een montagerail volgens conclusie

1.

Het grote voordeel van de montagerail volgens de huidige uitvinding is dat het een langwerpig profiel omvat, waarbij een eerste zijwand een longitudinale groef omvat, geconfigureerd voor het ontvangen van een hamerkopbout, waarbij een tweede tegenoverliggende zijwand een longitudinale groef omvat, waarbij de longitudinale groef in opstaande wanden van de groef longitudinale inkepingen omvat, geconfigureerd voor interactie met de schroefdraad van een bout, waarbij een derde zijwand een gesloten zijwand is en waarbij een vierde zijwand eveneens een longitudinale groef omvat, geconfigureerd voor het ontvangen van een hamerkopbout. De longitudinale groef in de eerste zijwand en de vierde zijwand zijn geschikt voor het bevestigen van de montagerail aan een steunelement met behulp van een hamerkopbout en een moer. De montagerail kan zowel met een zijwand die gericht is naar een oppervlak waarop het zonnepaneel geplaatst wordt, als zijdelings aan het steunelement bevestigd worden. Dit geeft meer flexibiliteit voor het optimaal bevestigen van een montagerail aan een steunelement. De longitudinale inkepingen in de longitudinale groef in de tweede zijwand laat toe om een bout in plaats van een hamerkopbout te gebruiken om een zonnepaneel aan de montagerail te bevestigen. Dit is voordelig omdat niet vooraf het correcte aantal hamerkopbouten vanaf een uiteinde in de groef moeten geschoven worden en omdat het bevestigen van een zonnepaneel aan de montagerail enkel de manipulatie van een bout vereist in plaats van de gelijktijdige manipulatie van een hamerkopbout en een moer zoals bij een montagerail volgens de stand der techniek.

Voorkeursvormen van de inrichting worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 4. In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een kit volgens conclusie 5. Deze kit heeft onder meer als voordeel dat het een montagerail volgens het eerste aspect omvat, waardoor een zonnepaneel met behulp van een montagebeugel en een bout snel en eenvoudig op een montagerail kan bevestigd worden. Hierbij voorziet de montagerail in de kit in de nodige flexibiliteit om de montagerail met een zijwand die gericht is naar een oppervlak waarop het zonnepaneel geplaatst wordt, of zijdelings aan een steunelement te bevestigen, afhankelijk van het oppervlak waarop het steunelement geplaatst of bevestigd is. Voorkeursvormen van de kit worden beschreven in de volgconclusies 5 tot en met 9. In een derde aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze volgens conclusie

10. De werkwijze is voordelig omwille van het gebruik van een montagerail volgens het eerste aspect. De voordelen zijn gelijkaardig als vermeld onder de kit van het tweede aspect. In een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze volgens het derde aspect, uitgevoerd met behulp van een kit volgens het eerste aspect.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Figuur 1 toont een doorsnee aanzicht van een montagerail volgens de stand der techniek. Figuur 2 toont een doorsnee aanzicht van een montagerail volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een montagerail volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding bevestigd aan een steunelement.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment. De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek. Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen. In de context van dit document is een zadeldak een dak omvattende minstens twee tegen elkaar geplaatste hellende dakschilden die elkaar in een nok snijden. Een zadeldak is met pannen, leien of een ander geschikt middel gedekt. Een zadeldak omvat kepers met dwarse gordingen voor het dragen van de dakconstructie, optioneel isolatie tussen of op de kepers, een onderdak bovenop de kepers en de optionele isolatie, tengellatten op het onderdak, gepositioneerd in dezelfde richting als de kepers en bovenop de kepers, panlatten dwars op de tengellatten en een bovendak omvattende de genoemde pannen, leien of ander geschikt middel.

In de context van dit document is een steunelement een element, geconfigureerd voor het bevestigen aan een montagerail en het ondersteunen van een montagerail op een oppervlak. Een steunelement is op het oppervlak geplaatst of bevestigd. Niet- limitatieve voorbeelden van steunelementen zijn poten en haken.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een montagerail voor installatie van zonnepanelen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de montagerail een langwerpig profiel met rechthoekige doorsnede, gevormd door vier zijwanden en interne ribben. Het profiel is bij voorkeur geëxtrudeerd.

5 Een eerste zijwand omvat een longitudinale groef met twee kragen. De longitudinale groef en de twee kragen lopen bij voorkeur over de volledige lengte van de montagerail. De twee kragen strekken zich naar elkaar uit en zijn in het vlak van de eerste zijwand gelegen. De longitudinale groef is geconfigureerd voor het ontvangen van een hamerkopbout. De hamerkopbout is een hamerkopbout M5, M6, M7, M8, M9 of M10. De longitudinale groef is geconfigureerd voor het bevestigen van de montagerail aan een steunelement met behulp van een hamerkopbout en een moer. Een tweede zijwand, liggend tegenover de eerste zijwand, omvat een longitudinale groef. De longitudinale groef omvat geen kragen. De longitudinale groef loopt bij voorkeur over de volledige lengte van de montagerail. De longitudinale groef omvat longitudinale inkepingen in opstaande wanden van de groef. De longitudinale inkepingen lopen bij voorkeur over de volledige lengte van de montagerail. De longitudinale inkepingen zijn geconfigureerd voor interactie met de schroefdraad van een bout. De bout is een bout M5, M6, M7, M8, M9 of M10. De bout is bij voorkeur een bout M8. De longitudinale groef is geconfigureerd voor het bevestigen van een zonnepaneel. Een derde zijwand, dwars op de eerste en de tweede zijwand, is een gesloten zijwand.

Een vierde zijwand, dwars op de eerste en de tweede zijwand en substantieel evenwijdig met de derde zijwand, omvat een longitudinale groef met twee kragen. De longitudinale groef en de twee kragen lopen bij voorkeur over de volledige lengte van de montagerail. De twee kragen strekken zich naar elkaar uit en zijn in het vlak van de vierde zijwand gelegen. De longitudinale groef is geconfigureerd voor het ontvangen van een hamerkopbout. De hamerkopbout is een hamerkopbout M5, M6, M7, M8, M9 of M10. De longitudinale groef is geconfigureerd voor het bevestigen van de montagerail aan een steunelement met behulp van een hamerkopbout en een moer. De longitudinale groef is gelijkaardig aan de longitudinale groef in de eerste zijwand.

Een montagerail volgens de huidige uitvinding is voordelig omdat een steunelement aan een zijwand, gericht naar een oppervlak waarop het zonnepaneel geplaatst wordt, of zijdelings aan een zijwand kan bevestigd worden. De longitudinale groef in de eerste zijwand is de groef die naar het oppervlak waarop het zonnepaneel geplaatst wordt gericht is. De longitudinale groef in de vierde zijwand is de groef die gebruikt wordt als de montagerail zijdelings aan het steunelement bevestigd wordt.

De montagerail wordt met behulp van het steunelement op het oppervlak bevestigd of geplaatst. Het oppervlak kan zowel een grondoppervlak als een plat of hellend dak zijn. De longitudinale groef in de eerste en vierde zijwand bezorgen de nodige flexibiliteit voor het optimaal bevestigen van een montagerail aan een steunelement, in functie van het oppervlak waarop een zonnepaneel geplaatst of bevestigd wordt.

Een montagerail volgens de huidige uitvinding is bijkomend voordelig omdat de longitudinale inkepingen in de longitudinale groef in de tweede zijwand toelaten om een bout in plaats van een hamerkopbout te gebruiken om een zonnepaneel aan de montagerail te bevestigen. Bij het gebruik van een hamerkopbout, moet het correcte aantal hamerkopbouten vooraf vanaf een uiteinde van de montagerail in een longitudinale groef geschoven worden. Het bevestigen van een zonnepaneel aan de montagerail vereist de gelijktijdige manipulatie van een hamerkopbout en een moer. Dit is moeilijk doordat het zonnepaneel tijdens bevestiging het zicht op en de manipulatie van de hamerkopbout belemmert. Bij het gebruik van een bout is het niet nodig om vooraf het correcte aantal bouten te bepalen. Bijkomende bouten kunnen achteraf eenvoudig in de longitudinale groef geschroefd worden. Tijdens het bevestigen van het zonnepaneel aan de montagerail is er volledig zicht op de bout en kan de bout eenvoudig gemanipuleerd worden. Enkel de bout hoeft gemanipuleerd te worden.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat het profiel van de montagerail in elke hoek van de rechthoekige doorsnede en centraal een kamer. Het profiel omvat minstens vijf kamers. De kamers zijn gevormd door aaneengesloten ribben. Een kamer strekt zich longitudinaal uit. De kamers trekken zich bij voorkeur over de volledige lengte van het montageprofiel uit. De kamers in elke hoek van de rechthoekige doorsnede zorgen voor stevige zijwanden die in de hoeken onvervormbaar op elkaar aangesloten zijn. De kamers in elke hoek verstevigen tevens de zijwanden. De centrale kamer verstevigt de volledige montagerail zowel tegen vervorming in een richting dwars op de longitudinale richting van de montagerail als tegen een torsievervorming. Bij voorkeur is een kamer in een hoek door middel van een ribbe met de centrale kamer verbonden. De kamers zijn voordelig voor het verhogen van de sterkte van de montagerail, zodat een montagerail bij hoge belasting, zoals bijvoorbeeld door het gewicht van een installatie zonnepanelen of door de wind, niet vervormd of beschadigd wordt.

Volgens een uitvoeringsvorm heeft elke zijwand en ribbe van het profiel van de montagerail een dikte van minstens 1.8 mm. Een dikte van minstens 1.8 mm is voordelig voor het verhogen van de intrinsieke sterkte van het profiel tegen vervorming en beschadiging onder invloed van hoge belasting, zoals bijvoorbeeld door het gewicht van een installatie zonnepanelen of door de wind. Een dikte van minstens 1.8 mm vermijdt eveneens dat een zijwand van het profiel tijdens installatie accidenteel door een werktuig doorboord wordt, wat met dunne wanden mogelijk is. Hierdoor is waterinsijpeling in het profiel van de montagerail mogelijk, wat na verloop van tijd tot beschadiging van de montagerail kan leiden.

Volgens een uitvoeringsvorm heeft een kraag van de longitudinale groef in de eerste en vierde zijwand een dikte van minstens 2 mm. De kragen worden extra belast doordat de kragen geen onderdeel van een kamer zijn en doordat een montagerail met behulp van een hamerkopbout aan een steunelement zijn bevestigd. De belasting door bijvoorbeeld het gewicht van een installatie zonnepanelen of bijvoorbeeld door de wind wordt via de kragen op het steunelement overgebracht. Een kraag met een dikte van minstens 2 mm is voordelig om te vermijden dat een kraag verbuigt onder invloed van hoge belasting, zoals bijvoorbeeld door het gewicht van een installatie zonnepanelen of door de wind.

Volgens een uitvoeringsvorm is een montagerail uit een metaal vervaardigd. Bij voorkeur is de montagerail uit aluminium vervaardigd. Aluminium heeft een goede corrosiebestendigheid en is een licht materiaal. Dit is bijzonder voordelig bij installatie van zonnepanelen op een dak als oppervlak. Bij meer voorkeur is het aluminium EN AW-6060 T66.

Volgens een uitvoeringsvorm is de montagerail met een poederlak gecoat. Een poederlak vormt een stevige deklaag op een montagerail en is goed bestand tegen externe elementen zoals weerselementen of bijvoorbeeld zout in kuststreken. Bijkomend is poederlak minder gevoelig voor beschadiging door stoten dan een laklaag. De poederlak vormt een blijvende bescherming van de montagerail.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de montagerail een vierkante doorsnede van 40 mm x 40 mm.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een kit voor installatie van zonnepanelen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de kit een montagerail volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding, minstens vier montagebeugels voor bevestiging van een zonnepaneel op de montagerail en minstens vier steunelementen voor bevestiging of plaatsing van de montagerail op een oppervlak.

Voor installatie van een zonnepaneel zijn minstens twee montagerails vereist, een eerste montagerail om een eerste helft van het zonnepaneel te ondersteunen en een tweede montagerail om een tweede helft van het zonnepaneel te ondersteunen. Twee montagerails voor het installeren van een zonnepaneel kunnen uit één montagerail vaneen kit bekomen worden door het op lengte zagen van de éne montagerail.

Een steunelement is geconfigureerd voor het plaatsen of bevestigen van een zonnepaneel op een oppervlak. Voor installatie van een zonnepaneel zijn minstens twee steunelementen vereist om één montagerail op een oppervlak te bevestigen of te plaatsen. Een eerste steunelement is nabij een eerste uiteinde van een montagerail geplaatst en een tweede steunelement is nabij een tweede uiteinde van een montagerail geplaatst. Afhankelijk van de belasting van de montagerail kunnen bijkomende tussenliggende steunelementen geplaatst worden.

Voor installatie van een zonnepaneel zijn minstens vier montagebeugels per zonnepaneel vereist. Een zonnepaneel wordt minstens nabij twee tegenoverliggende zijden van een zonnepaneel aan een montagerail vastgemaakt. Een zonnepaneel wordt met minstens twee montagebeugels nabij uiteinden van een zijde van een zonnepaneel aan een montagerail vastgemaakt. Afhankelijk van de belasting door bijvoorbeeld de wind of door het gewicht van een installatie van zonnepanelen kunnen bijkomende montagebeugels geplaatst worden.

Bij voorkeur omvat de kit hamerkopbouten en moeren voor het bevestigen van de montagerails aan de steunelementen en bouten voor het bevestigen van de montagebeugels op de montagerails.

Deze kit is voordelig voor de installatie van zonnepanelen doordat het een montagerail volgens het eerste aspect omvat, waardoor een zonnepaneel met behulp van een montagebeugel en een bout snel en eenvoudig op een montagerail kan bevestigd worden.

Hierbij voorziet de montagerail in de kit in de nodige flexibiliteit om een steunelement met de eerste zijwand, gericht naar een oppervlak waarop het zonnepaneel geplaatst wordt, of zijdelings aan de vierde zijwand te bevestigen, afhankelijk van het oppervlak waarop het steunelement geplaatst of bevestigd is.

Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat de kit bĳkomende montagerails, steunelementen en montagebeugels kan omvatten, afhankelijk van het aantal zonnepanelen in een installatie.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de kit identieke steunelementen, geconfigureerd voor bevestiging met behulp van nagels en/of schroeven op een deel van een hellend dak.

Een steunelement is bijvoorbeeld een geschroefde dakhaak of een haakbevestiging.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de kit steunelementen en verbindingselementen, geconfigureerd voor het assembleren tot een wigvormig kader, waarbij het wigvormige kader een scherpe hoek van minstens 20° en hoogstens 45° omvat.

Een dergelijk wigvormig kader is voordelig voor het onder hoek plaatsen van zonnepanelen op een grondoppervlak of een plat dak.

Het wigvormig kader wordt met behulp van schroeven op het grondoppervlak of het plat dak bevestigd.

Alternatief omvat de kit ballast voor het verankeren van een wigvormig kader dat op een grondoppervlak of een plat dak geplaatst is.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de montagebeugel een L-vorm.

De L-vorm omvat een cirkelvormige doorboring van een eerste been van de L-vorm voor het bevestigen van de montagebeugel aan de montagerail met behulp van een bout doorheen de cirkelvormige doorboring.

De L-vorm is geschikt voor het bevestigen van een zonnepaneel aan een montagerail, waarbij een zonnepaneel tussen een tweede been van de L-vorm en de montagerail geklemd wordt.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de montagebeugel een S-vorm.

De S-vorm omvat een staand been en twee liggende benen.

Een eerste liggend been omvat een cirkelvormige opening voor het bevestigen van de montagebeugel aan de montagerail met behulp van een bout doorheen de cirkelvormige opening.

De S-vorm is geschikt voor het bevestigen van een zonnepaneel aan een montagerail, waarbij een zonnepaneel tussen een tweede liggend been van de S-vorm en de montagerail geklemd wordt.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de montagebeugel een basiswand en twee zijwanden, waarbij de basiswand en de twee zijwanden een U vormen, waarbij elke zijwand aan een vrij uiteinde een kraag omvat, substantieel evenwijdig met de basiswand, waarbij de kraag zich in een richting weg van de U uitstrekt. De montagebeugel is geschikt voor het bevestigen van twee zonnepanelen aan een montagerail, waarbij een eerste zonnepaneel tussen een eerste kraag en de montagerail geklemd wordt en waarbij een tweede zonnepaneel tussen een tweede kraag en de montagerail geklemd wordt. De basiswand omvat een cirkelvormige opening voor het bevestigen van de montagebeugel aan de montagerail met behulp van een bout doorheen de cirkelvormige opening. Een dergelijke montagebeugel is voordelig voor het reduceren van het aantal benodigde montagebeugels bij installaties met meerdere naastliggende zonnepanelen.

Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat een kit een mengeling van L-vormige, S-vormige en U-vormige montagebeugels, zoals in hoger beschreven uitvoeringsvormen, kan omvatten.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de kit een waterbestendige dwarslat voor bevestiging van het steunelement op een zadeldak. Een waterbestendige dwarslat is bijvoorbeeld een kunststoffen dwarslat. Een waterbestendige dwarslat is bijvoorbeeld een geïmpregneerde houten dwarslat. De waterbestendige dwarslat heeft bij voorkeur een rechthoekige doorsnede met een hoogte van minstens 24 mm en een breedte van minstens 95 mm. De waterbestendige dwarslat is geschikt voor dwarse bevestiging op tengellatten in het zadeldak. Een waterbestendige dwarslat is voordelig voor het bevestigen van een steunelement volgens een hoger beschreven uitvoeringsvorm op een zadeldak, waarbij het steunelement met behulp van schroeven en/of nagels op de waterbestendige dwarslat bevestigd wordt en waarbij het steunelement vrijelijk in de breedte van het zadeldak kan gepositioneerd worden. Volgens een uitvoeringsvorm omvat de kit een steunelement dat in hoogte verstelbaar is. Een in hoogte verstelbaar steunelement laat toe om de afstand tussen de montagerail en een oppervlak waarop het zonnepaneel geplaatst wordt te regelen. Dit is voordelig om een montagerail evenwijdig met het oppervlak en om naastliggende montagerails op eenzelfde afstand tot het oppervlak te kunnen bevestigen. Zonnepanelen kunnen hierdoor gegarandeerd in een vlak geplaatst worden.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de kit koppelelementen, geconfigureerd voor het koppelen van naastliggende montagerails. Dit is voordelig om een langere montagerail te bekomen of om montagerails in rechte hoeken aan elkaar te koppelen om zo een kader te bekomen.

Volgens een uitvoeringsvorm is een koppelelement een langwerpige plaat met een hoogte van minstens 30 mm, bij voorkeur 35 mm en een lengte van minstens 200 mm, bij voorkeur minstens 250 mm. Het koppelelement omvat minstens twee cirkelvormige openingen, geschikt voor doorvoer van een bout of hamerkopbout. Bij voorkeur omvat het koppelelement minstens vier gaten. De gaten zijn bij voorkeur op een longitudinale symmetrieas geplaatst. Het koppelelement wordt met behulp van bouten en moeren of van hamerkopbouten en moeren aan een eerste en een tweede montagerail bevestigd. De bout, de moer of de hamerkopbout wordt bij voorkeur in een longitudinale groef in de eerste of vierde zijwand van de montagerail geplaatst. Dit koppelelement is voordelig om een langere montagerail te bekomen.

Volgens een uitvoeringsvorm is een koppelelement een L-vormige plaat met een breedte van minstens 30 mm, bij voorkeur 35 mm. Een been van de L-vormige plaat heeft een lengte van minstens 30 mm, bij voorkeur minstens 40 mm. Een been omvat een cirkelvormige opening, geschikt voor doorvoer van een bout of hamerkopbout.

De L-vormige plaat omvat bij voorkeur gelijke benen. Het koppelelement wordt op gelijkaardige wijze aan montagerails bevestigd als in een hoger beschreven uitvoeringsvorm van een koppelelement. Dit koppelelement is voordelig om montagerails in rechte hoeken aan elkaar te koppelen om zo een kader te bekomen.

Volgens een uitvoeringselement omvat de kit minstens twee afdekkingskappen. De afdekkingskappen zijn geconfigureerd voor het passen op het open uiteinde van een montagerail. De afdekkingskappen zijn voordelig voor het afsluiten van het open uiteinde, zodat bijvoorbeeld geen vocht in de montagerail kan binnendringen.

In een derde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor installatie van zonnepanelen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van het bevestigen of plaatsen van een steunelement op een oppervlak; het bevestigen van een montagerail volgens het eerste aspect op het steunelement en het bevestigen van een zonnepaneel aan de montagerail.

Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat een steunelement op een grondoppervlak of plat dak kan geplaatst of bevestigd worden of op een hellend dak kan bevestigd worden, zoals in hoger beschreven uitvoeringsvormen.

Deze werkwijze is voordelig doordat een montagerail volgens het eerste aspect gebruikt wordt. Hierdoor is een zonnepaneel met behulp van een montagebeugel en een bout snel en eenvoudig op een montagerail te bevestigen. De bout blijft tijdens montage van het zonnepaneel zichtbaar en bereikbaar en enkel de bout hoeft gemanipuleerd te worden. Er is geen gelijktijdige manipulatie van bijvoorbeeld een hamerkopbout en een moer vereist. Bijkomend voordelig is dat de montagerail de nodige flexibiliteit toelaat om een steunelement aan de eerste zijwand, gericht naar het oppervlak waarop het zonnepaneel geplaatst wordt, of zijdelings aan de vierde zijwand te bevestigen. Dit is afhankelijk van het oppervlak waarop het steunelement geplaatst of bevestigd wordt. Bij plaatsing op een grondoppervlak, een plat dak of een hellend dak bedekt met vlakke dakpannen of leien, wordt bij voorkeur een steunelement aan de eerste zijwand bevestigd. Een grondoppervlak, plat dak of hellend dak bedekt met vlakke dakpannen of leien laat toe om een montagerail met behulp van bijvoorbeeld een dopsleutel aan een steunelement te bevestigen, waarbij de beweging van de dopsleutel in het geval van plaatsing op een hellend dak niet door de vlakke dakpannen of leien gehinderd wordt. Bij plaatsing op een grondoppervlak of een plat dak is er sowieso voldoende vrije ruimte. De bevestiging van het steunelement aan de eerste zijwand is bijkomend voordelig omdat de montagerail in dat geval boven het steunelement gepositioneerd is, waardoor het gewicht van een zonnepaneel in deze opstelling een moment uitoefent waarbij het steunelement tegen het grondoppervlak, het plat dak of het hellend dak gedrukt wordt. Er is hierdoor een lagere belasting van schroeven of nagels waarmee het steunelement eventueel op een oppervlak bevestigd is.

Bij plaatsing op een hellend dak bedekt met golvende dakpannen, wordt bij voorkeur een steunelement aan de vierde zijwand bevestigd. Bij golvende dakpannen is de beweging van een dopsleutel bij bevestiging van een steunelement aan de eerste zijwand door de golvende dakpannen gehinderd, tenzij de montagerail uitzonderlijk hoog boven het hellend dak gemonteerd wordt, wat niet wenselijk is. Bij bevestiging van het steunelement aan de vierde zijwand, kan een dopsleutel ongehinderd in een vlak dwars op het zadeldak bewegen. Volgens een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de bijkomende stap van het afregelen van de hoogte van de montagerail boven het oppervlak. Dit is voordelig om een montagerail evenwijdig met het oppervlak en om naastliggende montagerails op eenzelfde afstand tot het oppervlak te kunnen bevestigen. Zonnepanelen kunnen hierdoor gegarandeerd in een vlak geplaatst worden.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de bijkomende stap van het oriënteren van een montagerail aan een buitenomtrek van een installatie van zonnepanelen, waarbij de derde gesloten zijwand naar de buitenomtrek van de installatie gericht is.

De montagerails aan de buitenomtrek van een installatie van zonnepanelen zijn de montagerails die het meeste aan externe omstandigheden, zoals weersomstandigheden zijn blootgesteld. Door het oriënteren van de derde zijwand van een montagerail aan de buitenomtrek in de richting van de buitenomtrek, is de montagerail zo goed mogelijk tegen bijvoorbeeld neerslag beschermd. Regen kan niet rechtstreeks in één van de longitudinale groeven van de montagerail binnendringen, waardoor geen water in deze groeven blijft staan. De longitudinale groef in de eerste zijwand is naar het oppervlak waarop de zonnepanelen geplaatst zijn gericht. De longitudinale groef in de tweede zijwand is door de zonnepanelen afgedekt. De longitudinale groef in de vierde zijwand is eveneens door de zonnepanelen afgeschermd.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de bijkomende stap van het koppelen van naastliggende montagerails met behulp van koppelelementen. De koppelelementen zijn voordelig voor het bekomen van langere montagerails uit twee of meerdere montagerails. L-vormige koppelelementen zijn voordelig om montagerails in rechte hoeken aan elkaar te koppelen om zo een kader te bekomen.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de bijkomende stappen van het verwijderen van een rij dakpannen of leien van een zadeldak tussen minstens twee naastliggende tengellatten en/of kepers, het bevestigen van een waterbestendige dwarslat, dwars op de minstens twee naastliggende tengellatten en/of kepers, het bevestigen van een steunelement op de waterbestendige dwarslat en het terugplaatsen van de dakpannen en/of leien.

Een steunelement wordt in gekende werkwijzen volgens de stand der techniek omheen een panlat en een dakpan of lei geklemd, waarbij een dakpan of lei bij zware belasting, bijvoorbeeld door wind, de dakpannen of leien kunnen breken of scheuren, met waterinsijpeling tot gevolg.

Bij een andere gekende werkwijze wordt een steunelement op een tengellat en/of keper bevestigd.

Dit heeft als nadeel dat een steunelement maar op een beperkt aantal posities in de breedte van het zadeldak kunnen geplaatst worden, waardoor een steunelement niet noodzakelijk optimaal in een holte van een dakpan kan geplaatst worden, waardoor het soms noodzakelijk is om in een dakpan te slijpen.

Dit beschadigt opnieuw de dakpan, waardoor deze kan scheuren of breken.

Het beperkt eveneens de keuze voor het positioneren van een installatie van zonnepanelen.

Bijkomend worden de steunelementen met behulp van schroeven in de dunne tengellatten en/of kepers bevestigd, waardoor deze kunnen splijten.

De schroeven kunnen roesten en het hout doen rotten.

De werkwijze volgens de huidige uitvinding is voordelig omdat van een waterbestendige dwarslat gebruik wordt gemaakt, die dwars op minstens twee tengellatten en/of kepers wordt bevestigd.

De waterbestendige dwarslat heeft bij voorkeur een rechthoekige doorsnede met een hoogte van minstens 24 mm en een breedte van minstens 95 mm.

Door het gebruik van en waterbestendige dwarslat kan een steunelement vrij over de volledige breedte van de dwarslat gepositioneerd worden.

Een installatie van zonnepanelen kan optimaal gepositioneerd worden en steunelementen kunnen in een holte van een dakpan geplaatst worden, zodat het niet nodig is om in de dakpan te slijpen om een steunelement vanaf de tengellat of keper doorheen het zadeldak te leiden.

Een steunelement kan met meerdere schroeven stevig aan de waterbestendige dwarslat bevestigd worden.

De waterbestendige dwarslat zal door zijn afmetingen niet splijten en door de waterbestendigheid niet rotten.

De waterbestendige dwarslat wordt met behulp van meerdere nagels met lijm op de tengellatten en/of kepers bevestigd.

Door de breedte van minstens 95 mm kunnen de nagels voldoende verspreid worden om het risico op splijten van een tengellat of keper tot een minimum te beperken.

Door het gebruik van nagels met lijm, zal bij eventueel splijten het hout door de lijm bijeen gehouden worden. De lijm beperkt ook mogelijke waterinsijpeling, waardoor het hout van een tengellat of keper niet rot.

In een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze volgens het derde aspect, uitgevoerd met een kit volgens het tweede aspect. Een vakman geschoold in het technische veld zal appreciëren dat de kit bij voorkeur geconfigureerd is voor het uitvoeren van de werkwijze, en dat bijgevolg de werkwijze kan uitgevoerd worden met behulp van de kit. Elk kenmerk, beschreven in dit document, hierboven zowel als hieronder, kan bijgevolg betrekking hebben op elk van de vier aspecten van de huidige uitvinding. De huidige uitvinding zal nu meer in detail worden beschreven, onder verwijzing naar figuren die niet beperkend zijn.

FIGUURBESCHRIJVING Figuur 1 toont een doorsnee aanzicht van een montagerail volgens de stand der techniek. Een montagerail (1) volgens de stand der techniek omvat vier zijwanden. Een eerste zijwand (2) omvat een longitudinale groef (3), geconfigureerd voor het ontvangen van een hamerkopbout. De longitudinale groef (3) omvat twee kragen (4), die zich naar elkaar uitstrekken en in het vlak van de eerste zijwand (2) gelegen zijn. Een tegenoverliggende tweede zijwand (5) omvat een longitudinale groef (6), geconfigureerd voor het bevestigen van een zonnepaneel. De longitudinale groef (6) omvat twee kragen (4), die zich naar elkaar uitstrekken en in het vlak van de tweede zijwand (5) gelegen zijn. De montagerail omvat een derde zijwand (7) en een vierde zijwand (8), die dwars op de eerste zijwand (2) en de tweede zijwand (5) geplaatst zijn. De derde zijwand (7) en de vierde zijwand (8) zijn gesloten zijwanden. De montagerail (1) heeft een rechthoekige doorsnede, omvattende twee kamers (9), gescheiden door een enkele ribbe (10). Figuur 2 toont een doorsnee aanzicht van een montagerail volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

De montagerail (1) volgens de huidige uitvinding omvat vier zijwanden.

Een eerste zijwand (2) omvat een longitudinale groef (3), geconfigureerd voor het ontvangen van een hamerkopbout.

De longitudinale groef (3) omvat twee kragen (4), die zich naar elkaar uitstrekken en in het vlak van de eerste zijwand (2) gelegen zijn.

Een tegenoverliggende tweede zijwand (5) omvat een longitudinale groef (6), geconfigureerd voor het bevestigen van een zonnepaneel.

De longitudinale groef (6) omvat longitudinale inkepingen (11) in opstaande wanden, geconfigureerd voor interactie met de schroefdraad van een bout (12). De derde zijwand (7) is dwars op de eerste zijwand (2) en de tweede zijwand (5) geplaatst.

De derde zijwand (7) is een gesloten zijwand.

De vierde zijwand (8) is eveneens dwars op de eerste zijwand (2) en de tweede zijwand (5) en substantieel evenwijdig met de derde zijwand (7) geplaatst.

De vierde zijwand (8) omvat een longitudinale groef (13), geconfigureerd voor het ontvangen van een hamerkopbout.

De longitudinale groef (13) omvat twee kragen (4), die zich naar elkaar uitstrekken en in het vlak van de vierde zijwand (8) gelegen zijn.

De montagerail (1) heeft een rechthoekige doorsnede, omvattende vier kamers (9) in elke hoek van de rechthoekige doorsnede en een kamer (14) centraal in de rechthoekige doorsnede.

De kamers (9) en (14) zijn door aaneengesloten ribben (10) gevormd.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een montagerail volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding bevestigd aan een steunelement.

De montagerail (1) is gelijkaardig als de uitvoeringsvorm die in Figuur 2 is weergegeven.

Het steunelement (14) is zijdelings aan de montagerail (1) bevestigd.

Het steunelement (14) is met behulp van een hamerkopbout (15) in de longitudinale groef (13) in de vierde zijwand (8) en een moer (16) aan de montagerail (1) vastgemaakt.

Het steunelement (14) is in hoogte verstelbaar.

Hiervoor omvat het steunelement (14) een sleufvormige opening (17), een bout (18) en een moer om een bevestigingselement (19) van het steunelement (14) verschuifbaar aan een basiselement (20) van het steunelement (14) te koppelen.

De moer is niet zichtbaar op de figuur.

Bovenop de montagerail (1) is een montagebeugel (21) met behulp van een bout (12) in de longitudinale groef (6) van de tweede zijwand (5) bevestigd.

De montagebeugel (21) omvat een basiswand (22), twee zijwanden (23) en aan een uiteinde van elke zijwand (23) een kraag (24) die zich substantieel evenwijdig in een richting weg van een U-vorm uitstrekt, waarbij de U-vorm door de basiswand (22) en de twee zijwanden (23) gevormd is.

Claims

CONCLUSIES

1. Montagerail voor installatie van zonnepanelen bestaande uit een langwerpig profiel met een rechthoekige doorsnede, gevormd door vier zijwanden en interne ribben, waarbij een eerste zijwand een longitudinale groef met twee kragen omvat, geconfigureerd voor het ontvangen van een hamerkopbout, waarbij de twee kragen zich naar elkaar uitstrekken en in het vlak van de eerste zijwand gelegen zijn; waarbij een tweede tegenoverliggende zijwand een longitudinale groef omvat, geconfigureerd voor het bevestigen van een zonnepaneel; en waarbij een derde zijwand een gesloten zijwand is; met het kenmerk, dat een vierde zijwand een longitudinale groef met twee kragen omvat, geconfigureerd voor het ontvangen van een hamerkopbout, waarbij de twee kragen zich naar elkaar uitstrekken en in het vlak van de vierde zijwand gelegen zijn, en dat de longitudinale groef in de tweede zijwand longitudinale inkepingen in opstaande wanden van de groef omvat, geconfigureerd voor interactie met de schroefdraad van een bout.

2. Montagerail volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het profiel in elke hoek van de rechthoekige doorsnede en centraal in het profiel een kamer omvat, gevormd door aaneengesloten ribben, waarbij een kamer zich longitudinaal uitstrekt.

3. Montagerail volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elke zijwand en ribbe van het profiel een dikte van minstens 1.8 mm heeft.

4, Montagerail volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de montagerail met een poederlak gecoat is.

5. Kit voor installatie van zonnepanelen, omvattende een montagerail volgens één der voorgaande conclusies 1-4; minstens vier montagebeugels voor bevestiging van een zonnepaneel op de montagerail en minstens vier steunelementen voor bevestiging of plaatsing van de montagerail op een oppervlak.

6. Kit volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de montagebeugel een basiswand en twee zijwanden omvat, waarbij de basiswand en de twee zijwanden een U vormen, waarbij elke zijwand aan een vrij uiteinde een kraag omvat, substantieel evenwijdig met de basiswand, waarbij de kraag zich in een richting weg van de U uitstrekt.

7. Kit volgens één der voorgaande conclusies 5-6, met het kenmerk, dat de kit een waterbestendige dwarslat voor bevestiging van het steunelement op een zadeldak omvat.

8. Kit volgens één der voorgaande conclusies 5-7, met het kenmerk, dat het steunelement in hoogte verstelbaar is.

9, Kit volgens één der voorgaande conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de kit koppelelementen, geconfigureerd voor het koppelen van naastliggende montagerails, omvat.

10. Werkwijze voor installatie van zonnepanelen omvattende het bevestigen of plaatsen van een steunelement op een oppervlak; het bevestigen van een montagerail volgens één der voorgaande conclusies 1-4 op het steunelement en het bevestigen van een zonnepaneel aan de montagerail, met het kenmerk, dat de werkwijze de bijkomende stap omvat van het oriënteren van een montagerail aan een buitenomtrek van een installatie van zonnepanelen, waarbij de derde gesloten zijwand naar de buitenomtrek van de installatie gericht is.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de werkwijze de bijkomende stap omvat van het afregelen van de hoogte van de montagerail boven het oppervlak.

12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de werkwijze de bijkomende stap omvat van het koppelen van naastliggende montagerails met behulp van koppelelementen.

13. Werkwijze volgens één van de conclusie 10-12, met het kenmerk, dat de werkwijze de bijkomende stappen omvat van het verwijderen van een rij dakpannen of leien van een zadeldak tussen minstens twee naastliggende tengellatten en/of kepers, het bevestigen van een waterbestendige dwarslat, dwars op de twee naastliggende tengellatten en/of kepers, het bevestigen van een steunelement op de waterbestendige dwarslat en het terugplaatsen van de dakpannen of leien.

14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 10-13, uitgevoerd met behulp van een kit volgens één der voorgaande conclusies 5-9.