BE1028420A1 - FIBER PLANT PROCESSING MACHINE - Google Patents

FIBER PLANT PROCESSING MACHINE Download PDF

Info

Publication number
BE1028420A1
BE1028420A1 BE20205456A BE202005456A BE1028420A1 BE 1028420 A1 BE1028420 A1 BE 1028420A1 BE 20205456 A BE20205456 A BE 20205456A BE 202005456 A BE202005456 A BE 202005456A BE 1028420 A1 BE1028420 A1 BE 1028420A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
processing machine
drive
chassis
machine according
fiber plants
Prior art date
Application number
BE20205456A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1028420B1 (en
Inventor
Niels BAERT
Original Assignee
Hyler BV
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hyler BV filed Critical Hyler BV
Priority to BE20205456A priority Critical patent/BE1028420B1/en
Priority to FR2106603A priority patent/FR3111516A1/en
Publication of BE1028420A1 publication Critical patent/BE1028420A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1028420B1 publication Critical patent/BE1028420B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D45/00Harvesting of standing crops
    • A01D45/06Harvesting of standing crops of flax or similar fibrous plants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D67/00Undercarriages or frames specially adapted for harvesters or mowers; Mechanisms for adjusting the frame; Platforms
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D69/00Driving mechanisms or parts thereof for harvesters or mowers
    • A01D69/03Driving mechanisms or parts thereof for harvesters or mowers fluid

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Motor Power Transmission Devices (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten, in het bijzonder hennep of vlas, de verwerkingsmachine omvattende een zelfrijdend voertuig met een chassis waaraan is aangebracht een eerste en tweede achterwiel gepositioneerd op in axiale richting in hoofdzaak gelijke of verschillende posities en op in laterale richting verschillende, zich op afstand van elkaar bevindende posities, alsmede een voorwiel gepositioneerd op een in laterale richting in hoofdzaak gelijke positie als het eerste achterwiel, waarbij het voorwiel zwenkbaar en verend is uitgevoerd. De verwerkingsmachine omvat tevens een verwerkingsinstallatie voor het oppakken en transporteren van de vezelplanten. De aandrijving van het is ingericht voor het onafhankelijk van elkaar aandrijven van het eerste en tweede achterwiel ter verbetering van de rijeigenschappen van het voertuig op een ondergrond.The invention relates to a processing machine for processing fiber plants, in particular hemp or flax, the processing machine comprising a self-propelled vehicle with a chassis to which are arranged a first and second rear wheel positioned in axial direction at substantially equal or different positions and at in the lateral direction different positions located at a distance from each other, as well as a front wheel positioned at a position substantially the same in the lateral direction as the first rear wheel, wherein the front wheel is designed to be pivotable and resilient. The processing machine also comprises a processing installation for picking up and transporting the fiber plants. The drive of the vehicle is adapted to drive the first and second rear wheel independently of each other in order to improve the driving characteristics of the vehicle on a ground.

Description

VEZELPLANTVERWERKINGSMACHINE De uitvinding heeft betrekking op een verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten, zoals hennep of vlas.FIBER PLANT PROCESSING MACHINE The invention relates to a processing machine for processing fiber plants, such as hemp or flax.

Vlas, in het bijzonder vezelvlas, is een gewas dat verbouwd wordt voor het maken van onder meer linnen. De vlasplant is meestal tussen de 80 en 120 cm lang en wordt geoogst door deze uit de grond te trekken. De geoogste vlasplant wordt niet onmiddellijk van de ondergrond verwijderd. Het vlas wordt eerst in lange rijen, ook wel "zwaden" genoemd, plat op ondergrond gelegd, waarbij de stengels van de geoogste vlasplanten zich in hoofdzaak dwars op de langsrichting van de zwaden uitstrekken. Dit terug plat op de ondergrond neerleggen van het vlas zodat de genoemde zwaden ontstaan wordt ook wel "slijten" of "plukken" genoemd. Bij het in rijen of zwaden leggen van de vlasplanten wordt er tussen naburige rijen een tussenruimte overgelaten. Deze ruimten voorkomen dat de zwaden in elkaar verstrengeld kunnen geraken.Flax, in particular fiber flax, is a crop that is grown for making linen, among other things. The flax plant is usually between 80 and 120 cm tall and is harvested by pulling it out of the ground. The harvested flax plant is not immediately removed from the substrate. The flax is first laid flat on the ground in long rows, also called "swaths", with the stems of the harvested flax plants extending substantially transversely to the longitudinal direction of the swaths. This laying the flax back flat on the ground so that the said swaths are formed is also called "wearing out" or "plucking". When laying the flax plants in rows or swaths, a gap is left between adjacent rows. These spaces prevent the swaths from becoming entangled.

De geoogste en in zwaden plat op de ondergrond gelegde vlasplanten worden vervolgens geroot onder invloed van een combinatie van dauw, regen en zonlicht. De roting van het vlas door de vlasplanten gedurende enige tijd (ca. 2 weken, afhankelijk van de weersomstandigheden (vocht, zonlicht, etc.)) op de ondergrond (d.w.z. een veld of rootakker) te laten liggen, wordt in het vakgebied van het verwerken van vlas veldroten of dauwroten genoemd. Om een egale roting te verkrijgen en om het rotten van het vlas te voorkomen, moet het plat in banen op de ondergrond gelegde vlas regelmatig worden omgedraaid. Dit omdraaien van het plat op de ondergrond geplaatste vlas wordt ook wel "keren" genoemd. Het keren van het vlas wordt met een speciale machine voor het verwerken van vlas uitgevoerd. Een dergelijke machine staat bekend onder de naam (vlas-) keerder of keermachine en omvat kenmerkend een zwenkbare steunboom aan het vrije uiteinde waarvan cen roterende opraaptrommel is voorzien waarmee het liggende vlas kan worden opgeraapt, een omkeertransporteur voor het transporteren en tegelijkertijd omkeren van het opgeraapte vlas en een afgeeftrommel waarmee het opgeraapte, getransporteerde en omgedraaide vlas weer plat op de onder grond wordt gelegd.The flax plants harvested and swathed flat on the substrate are then rooted under the influence of a combination of dew, rain and sunlight. The rotting of the flax by leaving the flax plants for some time (approx. 2 weeks, depending on the weather conditions (moisture, sunlight, etc.)) on the substrate (i.e. a field or root field) is processing of flax called field rot or dew rot. To obtain an even rotting and to prevent the flax from rotting, the flax laid flat in strips on the substrate must be turned over regularly. This turning over of the flax placed flat on the ground is also called "turning". The turning of the flax is carried out with a special machine for processing flax. Such a machine is known as a (flax) turner or turning machine and typically comprises a pivoting support beam at the free end of which is provided a rotating pick-up drum with which to pick up the lying flax, a reversing conveyor for conveying and simultaneously turning over the collected flax and a delivery drum with which the collected, transported and turned over flax is placed flat on the ground again.

Tijdens het keren kan het vlas eventueel ontzaad worden, hetgeen "keerrepelen" wordt genoemd. Hierbij worden de zaadbollen van de stengels van het vlas verwijderd. Wanneer de roting eenmaal voldoende is, wordt het vlas van de ondergrond opgeraapt en eventueel opgerold en geperst om verder verwerkt te worden. Het oprapen en oprollen van het vlas vindt plaats met behulp van oprolmachines. Een oprolmachine heeft kenmerkend een soortgelijke zwenkbare steunboom en roterende opraaptrommel als de keermachine, maar heeft een transporteur die het opgeraapte vlas slechts naar de achterzijde van het voertuig transporteert zonder het vlas om te keren. Tevens is voorzien in een oprolmechanisme voor het oprollen van het vlas en het plaatsen van het (opgerolde) vlas op de ondergrond.During turning, the flax can possibly be deseeded, which is called "turning strips". The seed bulbs are removed from the stems of the flax. Once the retting is sufficient, the flax is picked up from the substrate and, if necessary, rolled up and pressed for further processing. The flax is picked up and rolled up using winding machines. A winding machine typically has a similar pivoting support boom and rotating pick-up drum to the turning machine, but has a conveyor that transports the picked flax only to the rear of the vehicle without turning the flax over. A roll-up mechanism is also provided for rolling up the flax and placing the (rolled) flax on the surface.

De hierboven keermachines en oprolmachines zijn in vele verschillende uitvoeringen en typen bekend. In een bepaald type keermachine of oprolmachine is er sprake van een zelfrijdend voertuig dat voorzien is van een eigen aandrijving om zich zelfstandig over de ondergrond voort te kunnen bewegen.The above turning machines and winding machines are known in many different designs and types. In a certain type of turning machine or winding machine, there is a self-propelled vehicle that is equipped with its own drive to be able to move independently over the ground.

In bepaalde vlaskeermachines en oprolmachines worden twee of meer van de wielen van het voertuig aangedreven door een aandrijving bestaande uit een verbrandingsmotor gekoppeld aan cen versnellingsbak, aandrijfas en differentieel. De wielen worden tegelijkertijd op dezelfde wijze aangedreven, hetgeen soms op moeilijk terrein, bijvoorbeeld op een drassig of hellend veld of op terrein met relatief grote oneffenheden, tot verminderde rijprestaties leiden. Onder drassige omstandigheden kan bijvoorbeeld één van de wielen slippen, waardoor de machine het koppel verliest en de machine stil komt te staan.In certain flax turning and winding machines, two or more of the vehicle's wheels are driven by a drive system consisting of an internal combustion engine coupled to a gearbox, drive shaft and differential. The wheels are simultaneously driven in the same way, which sometimes leads to reduced driving performance on difficult terrain, for example on a swampy or sloping field or on terrain with relatively large unevenness. In swampy conditions, for example, one of the wheels can slip, causing the machine to lose torque and the machine to come to a standstill.

Verder zijn er voertuigen bekend waarin het koppel op de achterwielen in een twee of drie discrete stappen aangepast kan worden. Deze mogelijkheid tot aanpassing biedt echter onvoldoende gelegenheid om de rijeigenschappen van het voertuig, met name wanneer zich voortbeweegt op een oneffen en/of drassig veld, in voldoende mate te verbeteren.Furthermore, vehicles are known in which the torque on the rear wheels can be adjusted in two or three discrete steps. However, this possibility of adaptation offers insufficient opportunity to sufficiently improve the driving characteristics of the vehicle, in particular when moving on an uneven and/or swampy field.

In bepaalde typen keer- of oprolmachines is het voertuig een driewieler (dat wil zeggen een voertuig met exact drie voertuigaandrijfwielen). Driewielers zijn op zichzelf al weinig stabiel, maar in het geval van keer- of oprolmachines waarin naast het voorwiel zich nog een relatief zware steunboom en een roterende opraaptrommel bevinden, kan de stabiliteit soms te wensen overlaten.In certain types of turning or winding machines, the vehicle is a tricycle (ie a vehicle with exactly three vehicle drive wheels). Tricycles are not very stable in themselves, but in the case of turning or winding machines in which a relatively heavy support beam and a rotating pick-up drum are located next to the front wheel, the stability can sometimes leave something to be desired.

In de bekende keer- of oprolmachines is de verdeling van het gewicht over het voorwiel en de beide achterwielen., mede als gevolg van de relatief hoge opbouw van de steunboom en opraaptrommel, en de positie van de aandrijfmotor soms niet optimaal. Dit beïnvloedt de rijeigenschappen van het voertuig, met name bij relatief grote hellingshoeken in de ondergrond en bij grote oneffenheden, in negatieve zin.In the known turning or winding machines, the distribution of the weight over the front wheel and the two rear wheels is sometimes not optimal, partly as a result of the relatively high construction of the support beam and pick-up drum and the position of the drive motor. This has a negative effect on the driving characteristics of the vehicle, especially with relatively large angles of inclination in the ground and with large unevenness.

Het is een doel van de uitvinding een verbeterde verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten te verschaffen, waarin één of meer van de bezwaren van de stand van de techniek ten minste gedeeltelijk zijn ondervangen.It is an object of the invention to provide an improved processing machine for processing fiber plants, in which one or more of the drawbacks of the prior art are at least partially obviated.

Het is voorts een doel een verwerkingsmachine met verbeterde rijeigenschappen en/of met compacte afmetingen en/een laag gewicht en/of verbeterde veereigenschappen te verschaffen.It is a further object to provide a processing machine with improved driving properties and/or with compact dimensions and/or low weight and/or improved spring properties.

Ten slotte is het een doel een verwerkingsmachine te verschaffen de zich relatief gemakkelijk en comfortabel door een bestuurder laat besturen en bedienen.Finally, it is an object to provide a processing machine that can be controlled and operated by a driver relatively easily and comfortably.

Ten minst een van deze en/of andere doelen wordt ten minste gedeeltelijk bereikt in een verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten, in het bijzonder hennep of vlas, de verwerkingsmachine omvattende: - een zelfrijdend voertuig, omvattende een chassis waaraan is aangebracht:At least one of these and/or other objects is achieved at least in part in a processing machine for processing fiber plants, in particular hemp or flax, the processing machine comprising: - a self-propelled vehicle, comprising a chassis to which is mounted:

- een eerste en tweede achterwiel gepositioneerd op een in axiale richting in hoofdzaak gelijke of verschillende posities en op in laterale richting verschillende, zich op afstand van elkaar bevindende posities, waarbij de axiale richting zich dwars op de axiale richting uitstrekt, alsmede een voorwiel gepositioneerd op een in laterale richting in hoofdzaak gelijke positie als het eerste achterwiel, waarbij het voorwiel zwenkbaar is uitgevoerd; - een verwerkingsinstallatie voor het oppakken en transporteren van de vezelplanten; waarbij het zelfrijdende voertuig verder een aandrijving omvat die is ingericht voor het onafhankelijk van elkaar aandrijven van het eerste en tweede achterwiel, waarbij de aandrijving cen door een krachtbron aangedreven hydraulische pompeenheid omvat waarop zijn aangesloten: - een met het eerste aandrijfwiel gekoppelde eerste aandrijfeenheid ingericht voor het aandrijven van het eerste aandrijfwiel; - een met het tweede aandrijfwiel gekoppelde tweede aandrijfeenheid ingericht voor het aandrijven van het eerste aandrijfwiel; waarbij de aandrijving verder is ingericht voor het onafhankelijk van elkaar in hoofdzaak traploos variëren van het door de eerste aandrijfeenheid op het eerste achterwiel en de tweede aandrijfeenheid op het tweede achterwiel overgebrachte koppel.a first and second rear wheel positioned at substantially equal or different positions in the axial direction and at laterally different, spaced positions, the axial direction extending transversely to the axial direction, and a front wheel positioned on a position substantially the same in lateral direction as the first rear wheel, wherein the front wheel is designed to be pivotable; - a processing installation for picking up and transporting the fiber plants; wherein the self-propelled vehicle further comprises a drive which is adapted to drive the first and second rear wheel independently of each other, the drive comprising a hydraulic pump unit driven by a power source to which are connected: - a first drive unit coupled to the first drive wheel designed for driving the first driving wheel; - a second drive unit coupled to the second drive wheel, designed for driving the first drive wheel; wherein the drive is further adapted for substantially steplessly varying independently of each other the torque transmitted by the first drive unit to the first rear wheel and the second drive unit to the second rear wheel.

De eerste en tweede aandrijfeenheden kunnen derhalve zijn ingericht voor het onafhankelijk van elkaar en op traploze wijze variëren van het door de eerste aandrijfeenheid op het eerste achterwiel en de tweede aandrijfeenheid op het tweede achterwiel overgebrachte koppel.The first and second drive units can therefore be adapted to vary independently of each other and in a stepless manner the torque transmitted by the first drive unit to the first rear wheel and the second drive unit to the second rear wheel.

Variëren kan hierbij gelijk staan aan het op de individuele achterwielen overbrengen van meer of minder koppel, hetgeen in een bepaald type aandrijving bijvoorbeeld wordt gerealiseerd door het slagvolume en de verstelplaat van de aandrijving te regelen.Varying here can be equivalent to transferring more or less torque to the individual rear wheels, which in a certain type of drive is realized, for example, by controlling the displacement volume and the adjusting plate of the drive.

Het eerste en tweede aandrijvingselement kunnen bijvoorbeeld individueel worden bekrachtigd zodat het eerste achterwiel op een andere wijze wordt aangedreven dan het tweede achterwiel. Op deze wijze kan het voertuig beter over de ondergrond voortbewogen worden, waarbij beter rekening kan worden gehouden met de helling van de ondergrond (met name in bergachtige omgeving) en de hoge snelheid waarmee de machine zich vooruit beweegt.For example, the first and second drive elements can be powered individually so that the first rear wheel is driven in a different way than the second rear wheel. In this way the vehicle can be moved better over the ground, while the slope of the ground (particularly in a mountainous environment) and the high speed at which the machine moves forward can be better taken into account.

In verdere uitvoeringen zijn niet alleen de achterwielen voorzien van een aandrijfeenheid, maar is ook het voorwiel van het voertuig voorzien van een (derde) aandrijfeenheid, waarbij de derde aandrijfeenheid bij voorkeur van hetzelfde type is als de eerste en tweede aandrijfeenheden.In further embodiments, not only are the rear wheels provided with a drive unit, but the front wheel of the vehicle is also provided with a (third) drive unit, wherein the third drive unit is preferably of the same type as the first and second drive units.

De aandrijfeenheden kunnen bijvoorbeeld hydraulische motoren (hydromotoren) omvatten. Hierin wordt hydraulische energie omgezet naar mechanische energie om de wielen te laten roteren. De hydraulische motoren worden via een hydraulisch medium van een gesloten hydraulisch circuit aangedreven worden. Verschillende typen hydraulische motoren kunnen ingezet worden. In bepaalde uitvoeringen zijn de hydraulische motoren van het type gebogen-as plunjermotor / gebogen-as zuigermotor (bent-axis piston motor), bij voorkeur van een soort waarin de hoek van de as continue variabel is (d.w.z. een variabele gebogen-as plunjer motor, of variable displacement bent-axis piston motor). Het slagvolume van deze motoren kan worden aangepast door de daarin voorziene slagplaat in meer of mindere mate te kantelen of, bij voorkeur, door het de hoek tussen de langsrichting van de zuigers en de langsrichting van de aangedreven as te variëren. Hiertoe kan voorzien zijn van verstelmiddelen voor het verstellen van de hoek tussen de verplaatsingsrichting van de plunjers en de langsrichting van de aangedreven as. In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is elk van de hydraulische motoren voor het aandrijven van de achterwielen gevormd door een gebogen-as plunjermotor met variabele verplaatsing. De verstellingsmiddelen zijn verder bij voorkeur uitgevoerd om een traploze verstelling van de hoek en/of een verstelling van de hoek over een relatief groot hoekbereik (zoals een hoekbereik van ca. 0-40 graden, (0 < a < 40°) mogelijk te maken. Dergelijke motoren zijn in staat een heel hoog toerental te generen; in samenhang met een planetaire eindaandrijving genereert dit een relatief hoog koppel. De verstelmiddelen kunnen in bepaalde uitvoeringen een hydraulisch verstelmechanisme, een elektrisch verstelmechanisme of een elektrisch verstelmechanisme dat hydraulisch uitgestuurd wordt, omvatten waarmee de stand (hoek) aangepast kan worden.The drive units may comprise, for example, hydraulic motors (hydromotors). In this, hydraulic energy is converted to mechanical energy to make the wheels rotate. The hydraulic motors are driven via a hydraulic medium of a closed hydraulic circuit. Different types of hydraulic motors can be used. In certain embodiments, the hydraulic motors are of the bent-axis piston motor / bent-axis piston motor type, preferably of a type in which the angle of the shaft is continuously variable (i.e. a variable bent-axis plunger motor , or variable displacement bent-axis piston motor). The displacement of these engines can be adjusted by tilting the striker plate provided therein to a greater or lesser extent or, preferably, by varying the angle between the longitudinal direction of the pistons and the longitudinal direction of the driven shaft. To this end, adjusting means can be provided for adjusting the angle between the direction of displacement of the plungers and the longitudinal direction of the driven shaft. In a particularly advantageous embodiment, each of the hydraulic motors for driving the rear wheels is formed by a variable displacement curved-axis plunger motor. The adjusting means are further preferably designed to enable a stepless adjustment of the angle and/or an adjustment of the angle over a relatively large angular range (such as an angle range of approximately 0-40 degrees, (0 < a < 40°). Such motors are capable of generating a very high speed; in conjunction with a planetary final drive, this generates a relatively high torque.The adjusting means may in certain embodiments comprise a hydraulic adjusting mechanism, an electric adjusting mechanism or an electric adjusting mechanism that is hydraulically controlled, with which the position (angle) can be adjusted.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding is de krachtbron ingericht voor het opwekken van cen rotatie, bijvoorbeeld een rotatie van een as die de hydraulische pompeenheid aandrijft. De hydraulische pompeenheid is op zijn beurt ingericht voor het onder druk brengen en in het gesloten hydraulisch circuit rondpompen van het hydraulische medium. De krachtbron kan hierbij een verbrandingsmotor zoals een dieselmotor zijn, maar een elektromotor voor het aandrijven van de hydraulische pomp behoort ook tot de mogelijkheden. De hydraulische pomp kan bijvoorbeeld van cen axiale-plunjerpomp (ook wel axiale-zuigerpomp genoemd) zijn. De axiale-plunjerpomp kan van een type een variabel slagvolume (bijvoorbeeld axiale-zuigerpompen met een verstelbare slagplaat, in het bijzonder een gesloten variabele circuitpomp) zijn. Het instellen van het slagvolume gebeurt door een verstelmiddelen, bijvoorbeeld gevormd door een hydraulische en/of elektrische actuator, bij voorkeur door een elektrische verstelling.In embodiments of the invention, the power source is adapted to generate a rotation, for example a rotation of a shaft driving the hydraulic pump unit. The hydraulic pump unit is in turn adapted to pressurize and circulate the hydraulic medium in the closed hydraulic circuit. The power source can be a combustion engine such as a diesel engine, but an electric motor for driving the hydraulic pump is also possible. The hydraulic pump can be, for example, an axial piston pump (also called an axial piston pump). The axial piston pump may be of a variable displacement type (e.g. axial piston pumps with an adjustable impact plate, especially a closed variable circuit pump). The stroke volume is set by means of adjusting means, for instance formed by a hydraulic and/or electric actuator, preferably by an electric adjustment.

De eerste en tweede hydraulische aandrijfmotor kunnen zijn geïntegreerd met respectievelijk het eerste en tweede achterwiel, bijvoorbeeld doordat de eerste en tweede hydraulische aandrijfmotor bevestigd zijn aan de naar het chassis gerichte binnenzijde van respectievelijk het eerste en tweede achterwiel. Deze rangschikking biedt een compacte, cenvoudige en robuuste constructie, waarbij het mogelijk blijft het op de achterwielen overgebrachte koppel individueel per achterwiel te regelen.The first and second hydraulic drive motors can be integrated with the first and second rear wheel, respectively, for instance in that the first and second hydraulic drive motor are attached to the chassis-facing inner side of the first and second rear wheel, respectively. This arrangement offers a compact, simple and robust construction, while it remains possible to regulate the torque transmitted to the rear wheels individually for each rear wheel.

Overigens omvat de verwerkingsmachine in bepaalde uitvoeringen stuurmiddelen voor het (met het voorwiel mee-) sturen van de achterwielen. Deze stuurmiddelen kunnen bijvoorbeeld hydraulische actuatoren omvatten die gekoppeld zijn met de genoemde hydraulische pompeenheid of met één van de hierna beschreven verdere hydraulische pompeenheden (zoals op zich bekende open-circuit pompen).Incidentally, in certain embodiments the processing machine comprises steering means for steering the rear wheels (co-ordinate with the front wheel). These control means can for instance comprise hydraulic actuators which are coupled to said hydraulic pump unit or to one of the further hydraulic pump units described below (such as open-circuit pumps known per se).

In bepaalde uitvoeringen is tevens per achterwiel voorzien in een apart overbrengings- mechanisme, bijvoorbeeld per wiel een aparte overbrenging (versnellingsbak, gear box), in het 5 bijzonder een planetaire overbrenging, ook wel genoemd een planeetwieloverbrenging (d.w.z. een “epicyclic gear" of "planetary gear"). De verwerkingsmachine kan bijvoorbeeld een eerste en tweede overbrengingsmechanisme omvatten, waarbij de overbrengingsmechanismen gekoppeld zijn aan respectievelijk de (aangedreven as van de) eerste en tweede hydraulische aandrijfmotor voor het met een geselecteerde overbrengingsverhouding overbrengen van de rotatie van de eerste en tweede aandrijfmotor op respectievelijk het eerste en tweede achterwiel. Bij voorkeur zijn het eerste en tweede overbrengingsmechanisme geïntegreerd met respectievelijk het eerste en tweede achterwiel en, met nog meer voorkeur, geïntegreerd met het respectievelijke achterwiel en bijbehorende aandrijfmotor. Een overbrengingsmechanisme kan zijn bevestigd aan ten minste één van de zijden van een achterwiel. In een voordelige uitvoering zijn het eerste en tweede overbrengingsmechanisme echter bevestigd aan de van het chassis af gerichte buitenzijde van respectievelijk het eerste en tweede achterwiel, terwijl de eerste en tweede aandrijfmotor aan de tegenoverliggende buitenzijde van respectievelijk het eerste en tweede achterwiel zijn bevestigd. Hierdoor kan een uitermate compacte en relatief eenvoudige aandrijving met een gelijkmatige gewichtsverdeling gerealiseerd worden.In certain embodiments, a separate transmission mechanism is also provided for each rear wheel, for example a separate transmission per wheel (gearbox, gear box), in particular a planetary transmission, also referred to as a planetary gear transmission (ie an "epicyclic gear" or " planetary gear"). For example, the processing machine may comprise a first and second transmission mechanism, the transmission mechanisms being coupled to the (driven shaft of the) first and second hydraulic drive motors, respectively, for transmitting the rotation of the first and second gears at a selected transmission ratio. drive motor on the first and second rear wheel, respectively. Preferably, the first and second transmission mechanism are integrated with the first and second rear wheel, respectively, and even more preferably, integrated with the respective rear wheel and associated drive motor. located on at least one side of a rear wheel. In an advantageous embodiment, however, the first and second transmission mechanisms are mounted on the outer side of the first and second rear wheel, respectively, facing away from the chassis, while the first and second drive motors are mounted on the opposite outer side of the first and second rear wheel, respectively. This makes it possible to realize an extremely compact and relatively simple drive with an even weight distribution.

Een gelijkmatige gewichtsverdeling kan tevens bevorderd worden door de speciale plaatsing van de krachtbron, van de pompeenheid of van een combinatie van de krachtbron en pompeenheid. In het laatste geval kan bijvoorbeeld de pompeenheid bevestigd zijn aan de krachtbron om samen een gecombineerde krachtbron-pompeenheid te vormen. De plaatsing van met name de krachtbron is bij voorkeur in hoofdzaak in laterale richting centraal ten opzichte van het chassis en bij voorkeur centraal tussen de achterwielen.An even weight distribution can also be promoted by the special placement of the power source, of the pump unit or of a combination of the power source and pump unit. In the latter case, for example, the pump unit may be attached to the power source to form a combined power source pump unit. The placement of the power source in particular is preferably substantially laterally central to the chassis and preferably centrally between the rear wheels.

Door de krachtbron en de pompeenheid in hoofdzaak centraal aan het chassis te bevestigen, kan een betere gewichtsverdeling over het voertuig verkregen worden, waardoor de rijeigenschappen uitzonderlijk goed zijn. Wanneer er overigens gesproken wordt over "in hoofdzaak" wordt hierbij bedoeld dat het grootste gedeelte van de massa van de aandrijving centraal tussen de achterwielen is geplaatst. Minder zware onderdelen van de aandrijving kunnen eventueel op een of meer andere locaties worden geplaatst. Zeker in het geval de krachtbron een relatief zware verbrandingsmotor is, is het voordelig deze op een optimale positie aan het chassis te bevestigen, bij voorkeur zo laag mogelijk en/of zoveel mogelijk ter plaatse van de axiale hartlijn van het voertuig, om een voor de rijeigenschappen van het voertuig optimale gewichtsverdeling re realiseren.By mounting the power source and the pump unit substantially centrally on the chassis, a better weight distribution over the vehicle can be obtained, so that the driving characteristics are exceptionally good. Incidentally, when reference is made to "substantially" this means that the largest part of the mass of the drive is placed centrally between the rear wheels. Less heavy parts of the drive can optionally be placed in one or more other locations. Certainly in case the power source is a relatively heavy combustion engine, it is advantageous to fix it to the chassis in an optimum position, preferably as low as possible and/or as close as possible to the axial center line of the vehicle, in order to to achieve optimum weight distribution of the vehicle.

Meer in het algemeen zijn zowel de krachtbron als de pompeenheid bij voorkeur zo laag mogelijk aan het chassis bevestigd om de opbouw van het voertuig beperkt te houden en het zwaartepunt van het voertuig laag kan worden gehouden. Dit laatste komt de rijeigenschappen van het voertuig ten goede.More generally, both the power source and the pump unit are preferably mounted as low as possible to the chassis in order to keep the build-up of the vehicle limited and the center of gravity of the vehicle can be kept low. The latter benefits the driving characteristics of the vehicle.

De verwerkingsinstallatie van de verwerkingsmachine kan in het bijzonder een aan de achterzijde van het chassis bevestigd en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid, in het bijzonder een zwenkbare steunboom, een aan het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebracht roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogste en op de ondergrond geplaatste vezelplanten, alsmede een transporteur voor het vanaf het opraapelement in axiale richting naar de achterzijde van het zelfrijdende voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten, omvatten. Een of meer onderdelen van de verwerkingsinstallatie, zoals — maar niet hiertoe beperkt - een actuator voor het in opwaartse en neerwaartse richting zwenken van de steuneenheid (steunboom) en een aandrijfmotor voor het aandrijven van de transporteur, kunnen in verbinding staan met de hydraulische pompeenheid. De actuator en aandrijfmotor zijn in een dergelijke uitvoeringen respectievelijk een hydraulische actuator en een hydraulische aandrijfmotor kunnen vormen.The processing installation of the processing machine may in particular comprise a pivotable support unit mounted at the rear of the chassis and extending forwardly, in particular a pivotable support boom, a rotatable pick-up element arranged at the free end of the pivotable support unit for picking up harvested and fiber plants placed on the ground, as well as a conveyor for transporting the picked fiber plants from the pick-up element in axial direction to the rear of the self-propelled vehicle. One or more parts of the processing installation, such as - but not limited to - an actuator for pivoting the support unit (support boom) in the upward and downward direction and a drive motor for driving the conveyor, may be in communication with the hydraulic pump unit. In such embodiments, the actuator and drive motor can form a hydraulic actuator and a hydraulic drive motor, respectively.

De krachtbron kan ook met een of meer verdere pompeenheden verbonden zijn. Een voorbeeld van een dergelijke verdere pompeenheid is de pompeenheid die verbonden is met de zwenkactuator van het voorwiel (d.w.z. een rotatieve actuator) en/of met een veerconstructie uit de wielophanging van het voorwiel van de machine. Laatstgenoemde veerconstructie kan een met een verdere pompeenheid verbonden hydraulische cilinder (en éénof meerdere accumulator) omvatten. Door zowel de vering van het voorwiel als het sturen (zwenken) van het voorwiel hydraulisch uit te voeren, kan een compacte constructie worden verkregen. Een aanvullend voordeel is dat de bestuurderscabine lager kan worden ingebouwd, zoals later uiteengezet wordt.The power source may also be connected to one or more further pump units. An example of such a further pump unit is the pump unit which is connected to the pivot actuator of the front wheel (i.e. a rotary actuator) and/or to a spring structure from the wheel suspension of the front wheel of the machine. The latter spring construction can comprise a hydraulic cylinder (and one or more accumulator) connected to a further pump unit. By carrying out both the suspension of the front wheel and the steering (swivelling) of the front wheel hydraulically, a compact construction can be obtained. An additional advantage is that the driver's cab can be installed lower, as will be explained later.

De verwerkingsmachine kan verder een aan het zelfrijdende voertuig aangebracht traagheidsreferentiesysteem (inertial reference system) ingericht voor het meten van de stand van het zelfrijdende voertuig ten opzichte van een referentierichting, in het bijzonder de zwaartekrachtsrichting, en het afgeven van cen meetsignaal dat representatief is voor de gemeten stand van het voertuig. Verder kan voorzien zijn in cen met het traagheidsreferentiesysteem en de aandrijving gekoppelde besturingseenheid die is ingericht voor het individueel variëren van de aandrijving van het eerste en het tweede achterwiel in afhankelijkheid van het afgegeven meetsignaal dat representatief is voor de gemeten stand van het voertuig. Als het voertuig bijvoorbeeld op een steile helling rijdt en/of wanneer er een bocht gemaakt moet worden kan de besturingseenheid ingrijpen om de stabiliteit van het voertuig te garanderen.The processing machine may further comprise an inertial reference system mounted on the self-propelled vehicle, adapted to measure the position of the self-propelled vehicle relative to a reference direction, in particular the direction of gravity, and output a measurement signal representative of the measured position of the vehicle. Furthermore, a control unit coupled to the inertia reference system and the drive may be provided and adapted to individually vary the drive of the first and second rear wheels in dependence on the delivered measurement signal representative of the measured position of the vehicle. For example, if the vehicle is driving on a steep slope and/or when a bend has to be made, the control unit can intervene to guarantee the stability of the vehicle.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten, in het bijzonder hennep of vlas, verschaft (bij voorkeur een verwerkingsmachine van het type dat hierboven beschreven is), omvattende een zelfrijdend voertuig, omvattende een chassis waaraan is aangebracht een eerste en tweede achterwiel gepositioneerd op een in axiale richting in hoofdzaak gelijke of verschillende posities en op in laterale richting verschillende, zich op afstand van elkaar bevindende posities, waarbij de axiale richting zich dwars op de axiale richting uitstrekt, alsmede een voorwiel gepositioneerd op een in laterale richting in hoofdzaak gelijke positie als het eerste achterwiel, waarbij het voorwiel zwenkbaar is uitgevoerd, alsmede een verwerkingsinstallatie voor het oppakken en transporteren van de vezelplanten. Het chassis omvat hierbij: - een eerste chassisdeel waaraan ten minste de achterwielen en de verwerkingsinstallatie zijn bevestigd; en - een scharnierbaar aan het eerste chassisdeel bevestigd tweede chassisdeel waaraan ten minste het zwenkbare voorwiel bevestigd is, waarbij tussen het eerste en tweede chassisdeel ten minste één scharnier is voorzien en waarbij het ten minste ene scharnier zich op een positie in hoofdzaak centraal tussen het voorwiel en het eerste achterwiel bevindt.According to another aspect of the invention there is provided a processing machine for processing fiber plants, in particular hemp or flax (preferably a processing machine of the type described above), comprising a self-propelled vehicle, comprising a chassis to which is mounted a first and second rear wheels positioned at substantially equal or different positions in the axial direction and at laterally different, spaced positions, the axial direction extending transversely to the axial direction, and a front wheel positioned at a lateral direction substantially the same position as the first rear wheel, wherein the front wheel is of pivotable design, as well as a processing installation for picking up and transporting the fiber plants. The chassis herein comprises: - a first chassis part to which at least the rear wheels and the processing installation are attached; and - a second chassis part pivotally attached to the first chassis part to which at least the pivotable front wheel is attached, wherein at least one hinge is provided between the first and second chassis part and wherein the at least one hinge is located at a position substantially centrally between the front wheel and the first rear wheel is located.

Het scharnier kan zich precies halverwege tussen de achterwielen en het voorwiel bevinden zodat het scharnierpunt zich in het midden bevindt, maar een andere positie behoort ook tot de mogelijkheden. Tussen het eerste en tweede chassisdeel is bij voorkeur een veerelement, al dan niet voorzien van een demper, aangebracht. In een voorkeursuitvoering is het veerelement uitgevoerd als een hydraulisch veerelement, bijvoorbeeld gevormd door een of meer hydraulische cilinders. Het hydraulische veerelement staat verder bij voorkeur in verbinding met de eerder genoemde verdere hydraulische pomp. De veerkarakteristieken van de vering zijn hierdoor cenvoudig en snel aan te passen. In andere uitvoeringen is het veerelement echter uitgevoerd als cen mechanische veer, al dan niet voorzien van een schokdemper, en/of als een luchtveer (bijvoorbeeld een luchtbalg).The hinge can be exactly halfway between the rear wheels and the front wheel so that the hinge point is in the middle, but another position is also possible. A spring element, which may or may not be provided with a damper, is preferably arranged between the first and second chassis part. In a preferred embodiment, the spring element is designed as a hydraulic spring element, for instance formed by one or more hydraulic cylinders. The hydraulic spring element is furthermore preferably in communication with the aforementioned further hydraulic pump. This makes it easy and quick to adjust the spring characteristics of the suspension. In other embodiments, however, the spring element is designed as a mechanical spring, whether or not provided with a shock absorber, and/or as an air spring (for example an air bellows).

Het tweede chassisdeel is scharnierbaar om een of meer scharnieren. De scharnieren definiëren een liggende scharnieras (d.w.z. een horizontale scharnieras wanneer het voertuig op cen vlakke ondergrond staat opgesteld), zodat het tweede chassisdeel in opwaartse en neerwaartse richting ten opzichte van het eerste chassisdeel scharnierbaar is. Het tweede chassisdeel is bij voorkeur cen langgerekte arm, die zich in axiale richting van het voertuig uitstrekt en die in opwaartse en neerwaartse richting scharnierbaar aan het eerste chassisdeel is bevestigd. Hierbij bevindt het scharnier zich aan een eerste uiteinde van de arm en bevindt het zwenkbare voorwiel zich aan het tweede, tegenoverliggende uiteinde van de arm.The second chassis part is pivotable about one or more hinges. The hinges define a horizontal pivot axis (i.e. a horizontal pivot axis when the vehicle is set up on a flat surface), so that the second chassis part is pivotable in an upward and downward direction relative to the first chassis part. The second chassis part is preferably an elongate arm which extends in axial direction of the vehicle and which is pivotally attached to the first chassis part in upward and downward direction. In this case, the hinge is located at a first end of the arm and the pivotable front wheel is located at the second, opposite end of the arm.

Volgens het bovengenoemde aspect van de uitvinding wordt een constructie (hierin ook wel het "knik" chassis genoemd) verkregen met een aantal belangrijke voordelen. Allereerst biedt de constructie als gevolg van de centrale plaatsing van de scharnieren en de daarbij behorende grote lengte van het tweede chassisdeel een hoge veerslag, hetgeen vooral op ruw terrein voordelig is. De constructie levert goede rijeigenschappen, vooral bij relatief grote oneffenheden in de ondergrond. De constructie levert verder een goede afvering van de bestuurderscabine die gemonteerd is op het tweede (voorste) chassisdeel. Verder kan de constructie compact worden uitgevoerd, zeker compacter dan de in dergelijke machines gebruikelijk wielophangingen. De constructie is verder relatief smal en verschaft een betere zichtbaarheid voor de bedienings-persoon die in de bestuurderscabine heeft plaatsgenomen. De constructie bevat relatief weinig bewegende delen en is daarmee ook relatief weinig onderhoudsgevoelig.According to the above aspect of the invention, a construction (also referred to herein as the "buckling" chassis) is obtained with a number of important advantages. First of all, as a result of the central placement of the hinges and the associated great length of the second chassis part, the construction offers a high spring stroke, which is advantageous especially on rough terrain. The construction provides good driving characteristics, especially with relatively large unevenness in the ground. The construction also provides good suspension of the driver's cab, which is mounted on the second (front) chassis part. Furthermore, the construction can be of compact design, certainly more compact than the wheel suspensions customary in such machines. The construction is furthermore relatively narrow and provides better visibility for the operator who is seated in the driver's cab. The construction contains relatively few moving parts and therefore requires relatively little maintenance.

Het doen zwenken van het zwenkbare voorwiel (d.w.z. het sturen van het voertuig) kan worden verwezenlijkt door een rotatieve actuator die voorzien is tussen het tweede chassisdeel en (de steun van) het voorwiel. Deze rotatieve actuator kan van het hydraulische type zijn, bijvoorbeeld een hydraulische actuator, meer in het bijzonder een hydraulische cilinder of een hydraulische rotatieve actuator, die met één van de verdere hydraulische pompeenheden verbonden is.Swivelling the pivotable front wheel (i.e. steering the vehicle) can be accomplished by a rotary actuator provided between the second chassis part and (the support of) the front wheel. This rotary actuator can be of the hydraulic type, for instance a hydraulic actuator, more in particular a hydraulic cylinder or a hydraulic rotary actuator, which is connected to one of the further hydraulic pump units.

Hierboven is reeds gememoreerd dat in bepaalde uitvoeringsvormen het zelfrijdende voertuig een bestuurderscabine omvat die is gepositioneerd op een positie tussen het eerste achterwiel en het voorwiel. De bestuurderscabine strekt zich uit boven het tweede chassisdeel en wordt ondersteund wordt op het eerste chassisdeel. Deze bestuurderscabine kan zijn ingericht voor het laten besturen van de verwerkingsmachine door een bestuurder, waarbij het besturen van de verwerkingsmachine ten minste één van het besturen van de aandrijving van de achterwielen, het besturen van de zwenkactuator, het besturen van de opraap- en keerinstallatie en het besturen van de opraap- en oprolinstallatie omvat.It has already been mentioned above that in certain embodiments the self-propelled vehicle comprises a driver's cab positioned at a position between the first rear wheel and the front wheel. The driver's cab extends above the second chassis part and is supported on the first chassis part. This driver's cab can be arranged for controlling the processing machine by a driver, wherein controlling the processing machine at least one of controlling the drive of the rear wheels, controlling the pivot actuator, controlling the pick-up and turning installation and control of the pick-up and roll-up installation.

De bestuurderscabine is gepositioneerd op een positie tussen het eerste achterwiel en het voorwiel, bij voorkeur op een in laterale richting in hoofdzaak gelijke positie als het eerste achterwiel. De bestuurderscabine kan dan zodanig naast roterende opraapelement gepositioneerd worden dat de bestuurder een goed zich heeft op het verloop van het opraapproces.The driver's cab is positioned at a position between the first rear wheel and the front wheel, preferably at a lateral position substantially equal to the first rear wheel. The driver's cab can then be positioned next to a rotating pick-up element such that the driver has a good overview of the progress of the pick-up process.

In de hierin beschreven uitvoeringen kan het voertuig twee voorwielen omvatten zodat het geheel een vierwieler vormt. In een bepaalde uitvoeringsvorm is het zelfrijdende voertuig echter cen driewieler. Met andere woorden, het voertuig heeft slechts twee achterwielen en slechts één voorwiel. Aangezien het voorwiel in axiale richting op één lijn gelegen is met het eerste achterwiel, is het voertuig dan in het bijzonder een asymmetrische driewieler. Deze asymmetrie versterkt wanneer de steuneenheid zich uitstrekt aan de andere zijkant dan waar het voorwiel zich bevindt. De steuneenheid bevindt zich dan bij voorkeur op een laterale positie tussen de laterale posities van het linker en rechter achterwiel, maar dit behoeft niet zo te zijn. Het is bijvoorbeeld in beginsel mogelijk de steuneenheid zich op één (axiale) lijn met de laterale positie van het tweede achterwiel bevindt.In the embodiments described herein, the vehicle may comprise two front wheels so that the whole forms a quadricycle. In a particular embodiment, however, the self-propelled vehicle is a tricycle. In other words, the vehicle has only two rear wheels and only one front wheel. Since the front wheel is aligned in axial direction with the first rear wheel, the vehicle is then in particular an asymmetrical tricycle. This asymmetry is enhanced when the support unit extends to the opposite side to where the front wheel is located. The support unit is then preferably located at a lateral position between the lateral positions of the left and right rear wheels, but this need not be the case. It is, for example, in principle possible for the support unit to be aligned (axially) with the lateral position of the second rear wheel.

In deze uitvoeringen van een asymmetrische driewieler is het voordelig om het opraapelement te plaatsen naast het ene voorwiel, bij voorkeur op de positie waar zich in een vierwieler het tweede voorwiel zou bevinden. Hierdoor kan een relatief gelijkmatige gewichtsverdeling gerealiseerd worden, hetgeen een positief effect heeft op de rijeigenschappen.In these embodiments of an asymmetrical tricycle it is advantageous to place the pick-up element next to the one front wheel, preferably at the position where the second front wheel would be located in a four-wheeler. This makes it possible to achieve a relatively even weight distribution, which has a positive effect on the driving characteristics.

Volgens een bepaalde uitvoeringsvormen heeft het roteerbare opraapelement in hoofdzaak cen cilindervorm en omvat het een aantal uitstekende elementen voor het oprapen van vlas, waarbij de uitstekende elementen zich uitstrekken vanaf een gemeenschappelijk punt, en waarbij het gemeenschappelijke punt non-centrisch is ten opzichte van een middelpunt van de opraapdrum.According to one embodiment, the rotatable pick-up member has a generally cylindrical shape and includes a plurality of projecting members for picking flax, the projecting members extending from a common point, and the common point being non-centric with respect to a center point. of the pick-up drum.

De verwerkingsmachine kan een vezelplantkeermachine, zoals een vlaskeerder, of een vezelplantoprolmachine, zoals een vlasoproller zijn. In bepaalde uitvoeringen is de verwerkingsmachine zowel een keermachine als een oprolmachine, bijvoorbeeld wanneer er gebruik wordt gemaakt van een deels of geheel verwisselbare verwerkingsinstallatie.The processing machine may be a fiber plant turner, such as a flax turner, or a fiber plant roll up machine, such as a flax turner. In certain embodiments, the processing machine is both a turning machine and a winding machine, for example when a partly or wholly interchangeable processing installation is used.

In uitvoeringsvormen waarin de verwerkingsmachine een keermachine is voor het omkeren van geoogste en op een ondergrond geplaatste vezelplanten, omvat de verwerkingsinstallatie een opraap- en keerinstallatie voor het oprapen, omkeren en neerleggen van vezelplanten. De opraap- en keerinstallatie kan dan bijvoorbeeld de aan de achterzijde van het chassis bevestigde en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid, het aan het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebrachte roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogste en op de ondergrond geplaatste vezelplanten alsmede de transporteur voor het vanaf het opraapelement in axiale richting naar de achterzijde van het voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten omvatten. De transporteur is hierbij uitgevoerd om tijdens het transport de opgeraapte vezelplanten om te keren. Verder kan de opraap- en keerinstallatie een aan de achterzijde van het voertuig voorziene afgeefeenheid ingericht voor het op de ondergrond neerleggen van de omgekeerde vezelplanten omvatten.In embodiments where the processing machine is a turning machine for turning over harvested fiber plants placed on a substrate, the processing installation comprises a pick-up and turning installation for picking up, turning and laying fiber plants. The pick-up and turning installation can then, for example, include the pivotable support unit attached to the rear of the chassis and extending forwards, the rotatable pick-up element arranged at the free end of the pivotable support unit for picking up harvested fiber plants placed on the ground as well as the conveyor for transporting the picked fiber plants from the pick-up element in axial direction to the rear of the vehicle. The conveyor is herein designed to turn the collected fiber plants during transport. The pick-up and turning installation may further comprise a delivery unit provided at the rear of the vehicle, which is adapted for depositing the inverted fiber plants on the ground.

In bepaalde uitvoeringsvormen waarin de verwerkingsinstallatie een oprolmachine is voor het in een rol oprollen van op een ondergrond geplaatste vezelplanten, omvat de verwerkingsinstallatie een opraap- en oprolinstallatie voor het oprapen, oprollen en neerleggen van de vezelplanten. De opraap- en oprolinstallatie kan dan de aan de achterzijde van het chassis bevestigde en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid, het aan het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebrachte roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogste en op de ondergrond geplaatste vezelplanten, en de transporteur voor het vanaf het opraapelement in axiale richting naar de achterzijde van het zelfrijdende voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten omvatten. Verder kan zijn voorzien in een oproleenheid die is ingericht voor het in een rol oprollen van de getransporteerde vezelplanten en op de ondergrond neerleggen van de in een rol gerangschikte vezelplanten.In certain embodiments in which the processing installation is a roll-up machine for rolling up fiber plants placed on a substrate into a roll, the processing installation comprises a pick-up and roll-up installation for picking up, rolling up and laying down the fiber plants. The pick-up and roll-up installation can then accommodate the pivoting support unit mounted at the rear of the chassis and extending forwards, the rotatable pick-up element arranged at the free end of the pivotable support unit for picking up harvested fiber plants placed on the ground, and the conveyor for transporting the picked fiber plants from the pick-up element in axial direction to the rear of the self-propelled vehicle. Furthermore, a winding unit can be provided which is designed for rolling up the transported fiber plants into a roll and depositing the fiber plants arranged in a roll on the substrate.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de figuren.Further advantages, features and details of the present invention will be elucidated from the following description of some embodiments thereof. In the description, reference is made to the figures.

Figuur 1 toont een linker zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een verwerkingsmachine, op een ondergrond; Figuur 2 toont een rechter zijaanzicht van de verwerkingsmachine van figuur 1, waarin enige onderdelen zijn weggenomen ter verduidelijking van de figuur; Figuur 3 toont een aanzicht schuin van voren van de uitvoeringsvorm van figuren 1 en 2; Figuur 4 toont een onderaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuren 1-3; Figuur 5 toont een deel van de onderzijde van de verwerkingsmachine van de voorgaande figuren, met name de krachtbron, pompeenheid, aandrijfeenheden en overbrengingen van de aandrijving van de verwerkingsmachine; Figuur 6 is een principeschets van de werking van een variabele-verplaatsing gebogen-as plunjermotor; Figuur 7 is een principeschets van de werking van een planetaire overbrenging zoals toegepast in bepaalde uitvoeringsvormen; en Figuur 8 is een schematische weergave van de onderlinge rangschikking van een aandrijfeenheid, overbrenging en twee achterwielen.Figure 1 shows a left side view of an embodiment of a processing machine, on a substrate; Figure 2 shows a right side view of the processing machine of Figure 1, with some parts removed for clarity of the figure; Figure 3 shows an oblique view from the front of the embodiment of Figures 1 and 2; Figure 4 shows a bottom view of the embodiment of Figures 1-3; Figure 5 shows part of the underside of the processing machine of the preceding figures, in particular the power source, pump unit, drive units and transmissions of the processing machine drive; Figure 6 is a principle diagram of the operation of a variable displacement curved shaft plunger motor; Figure 7 is a schematic diagram of the operation of a planetary transmission as used in certain embodiments; and Figure 8 is a schematic representation of the mutual arrangement of a drive unit, transmission and two rear wheels.

Zoals eerder reeds vermeld is laat men na het oogsten van vezelplanten de hoop geoogste vezelplanten voldoende lang op de ondergrond liggen opdat micro-organismen die in de ondergrond aanwezig zijn, de vezelplant biologisch laten degraderen totdat de vezelplant voldoende gedegradeerd (d.w.z. geroot) is. De mate van biologische degradatie hangt of van de omstandigheden waarin de vezelplanten zich bevinden, zoals de vochtigheid en het aantal uren zonneschijn waaraan de vezelplanten worden blootgesteld. Deze omstandigheden variëren ook naar gelang het gedeelte van de stengel van de vezelplant naar de ondergrond of naar de buitenlucht gekeerd is. Afhankelijk van de omstandigheden moeten de vezelplanten dus vaker of minder vaak gekeerd of omgedraaid worden.As previously mentioned, after harvesting fiber plants, the pile of harvested fiber plants is left on the substrate for a sufficient time for microorganisms present in the substrate to biologically degrade the fiber plant until the fiber plant is sufficiently degraded (i.e., rooted). The degree of biological degradation depends on the conditions in which the fiber plants are located, such as the humidity and the number of hours of sunshine to which the fiber plants are exposed. These conditions also vary according to whether the portion of the stem of the fibrous plant faces the substrate or the outside. Depending on the circumstances, the fiber plants must therefore be turned or turned over more or less often.

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm weergegeven van een verwerkingsmachine 1 voor het verwerken van de geoogste vlasplaten. De verwerkingsmachine 1 omvat in de getoonde uitvoering een driewielig voertuig 2 dat over een ondergrond (O) rijdt waarop zich een aantal parallelle vezelplantrijen (VR, slechts deels weergegeven) van geoogste vezelplanten (V) bevinden. Elke vezelplantrij (VR) omvat een doorlopende laag stengels van vezelplanten die op de bodem (ondergrond (O)) een langgerekte hoop vorm vormen. De stengels van de vezelplanten strekken zich min of meer parallel ten opzichte van elkaar en dwars op de longitudinale as van de vezelplantrij (VR) en dus dwars op de rijrichting van de verwerkingsmachine 1 uit. De verwerkingsmachine 1 is in de getoonde uitvoering een keermachine, hetgeen betekent dat het voertuig 2 is voorzien van een opraap- en omkeerinstallatie 3 die in staat is om telkens de stengels uit de doorlopende laag vezelplanten aan de voorzijde van het voertuig op te pakken, deze vervolgens naar de achterzijde van het voertuig te transporteren en aan de achterzijde van de machine weer op de ondergrond te neer te leggen. De tijdens het transport naar achteren toe door de stengels van de vezelplanten afgelegde weg beschrijft hierbij in wezen een halve spiraal zodat aan de achterzijde de stengels over ca. 180 graden gedraaid zijn. Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot keermachines. Ook op andere verwerkingsmachines, zoals oprolmachines en dergelijke, kunnen varianten van de uitvinding worden toegepast.Figure 1 shows an embodiment of a processing machine 1 for processing the harvested flax sheets. In the embodiment shown, the processing machine 1 comprises a three-wheeled vehicle 2 that drives over a surface (O) on which a number of parallel fiber plant rows (VR, only partly shown) of harvested fiber plants (V) are located. Each fiber plant row (VR) comprises a continuous layer of fiber plant stems that form an elongated mound on the bottom (substrate (O)). The stems of the fiber plants extend more or less parallel to each other and transverse to the longitudinal axis of the fiber plant row (VR) and thus transverse to the direction of travel of the processing machine 1. In the embodiment shown, the processing machine 1 is a turning machine, which means that the vehicle 2 is provided with a pick-up and turning installation 3, which is capable of picking up the stems from the continuous layer of fiber plants at the front of the vehicle, then transport it to the rear of the vehicle and place it back on the ground at the rear of the machine. The path traveled backwards by the stems of the fiber plants during transport essentially describes a semi-spiral so that the stems are rotated about 180 degrees at the rear. It is clear that the invention is not limited to turning machines. Variants of the invention can also be applied to other processing machines, such as winding machines and the like.

Figuren 2-6 tonen de uitvoeringsvorm van de verwerkingsmachine 1 in meer detail. De figuren tonen een verwerkingsmachine 1 omvattende een zelfrijdend voertuig 2 (dat wil zeggen cen voertuig met een eigen aandrijving waarmee het zichzelf over een ondergrond kan voortbewegen, hierin ook wel een zelftrekkend voertuig genoemd). Het is voor de vakman duidelijk dat het voertuig in plaats van zelfrijdend ook van een type kan zijn dat door een ander (niet-weergegeven) voertuig voortgetrokken of voortgeduwd kan worden.Figures 2-6 show the embodiment of the processing machine 1 in more detail. The figures show a processing machine 1 comprising a self-propelled vehicle 2 (i.e. a self-propelled vehicle with which it can propel itself over a ground, also referred to herein as a self-propelled vehicle). It is clear to the skilled person that the vehicle can also be of a type that can be pulled or pushed by another vehicle (not shown) instead of being self-propelled.

Aan de verwerkingsmachine 1 is een verwerkingsinstallatie aangebracht voor het verwerken van plat op een ondergrond liggende vezelplanten, zoals vlasplanten, hennepplanten en dergelijke. De verwerkingsinstallatie 3 is in de getoonde uitvoeringsvorm de eerder genoemde opraap- en omkeerinstallatie 3 van een keermachine die specifiek is ingericht voor het van de ondergrond oprapen van geoogste en plat op de ondergrond (d.w.z. de bodem) liggende vlasplanten, het omkeren van de vlasplanten en het weer op de ondergrond neerleggen van de vlasplanten, Verder is het voor de vakman duidelijk dat de verwerkingsmachine ook een oprolmachine kan zijn. In een oprolmachine is de verwerkingsinstallatie een opraap- en oprolinstallatie die is ingericht voor het oprapen van al dan niet reeds eerder omgedraaide vlasplanten, het tot een rol oprollen van de vlasplanten en het op de grond neerleggen van de in een rol gerangschikte vlasplanten. Dergelijke oprolmachines zijn in beginsel identiek aan de eerder genoemde keermachines, met uitzondering van een iets andere uitvoering van de transporteur (in de oprolmachine hoeft de transporteur de vezelplanten immers slechts te transporteren, zonder dat daarbij ook het omkeren van de vezelplanten nodig is). Bovendien zal de oprolmachine de opgeraapte vezelplanten eerste oprollen voordat deze weer op de ondergrond worden neergelegd. Voor de eenvoud van de beschrijving is daarom een aparte behandeling van de oprolmachine in de navolgende figuurbeschrijving achterwege gelaten.A processing installation is arranged on the processing machine 1 for processing fiber plants lying flat on a base, such as flax plants, hemp plants and the like. In the embodiment shown, the processing installation 3 is the aforementioned pick-up and turning installation 3 of a turning machine, which is specifically designed for picking up harvested flax plants lying flat on the ground (ie the ground) from the ground, turning the flax plants over and placing the flax plants back on the ground. Furthermore, it is clear to the skilled person that the processing machine can also be a roll-up machine. In a roll-up machine, the processing installation is a pick-up and roll-up installation which is designed for picking up flax plants that may or may not have already been turned over, rolling the flax plants into a roll and placing the flax plants arranged in a roll on the ground. Such roll-up machines are in principle identical to the aforementioned turning machines, with the exception of a slightly different design of the conveyor (after all, in the roll-up machine the conveyor only has to transport the fiber plants, without also requiring the turning of the fiber plants). In addition, the winding machine will first roll up the collected fiber plants before they are placed back on the substrate. For the sake of simplicity of the description, a separate treatment of the winding machine is therefore omitted in the following description of the figures.

Het zelftrekkende voertuig 2 omvat een chassis 4 met een drietal wielen, dat wil zeggen een rechter achterwiel 10, een linker achterwiel 11 en een (techter) voorziel 12. Het chassis 4 is verder voorzien van een met beglazing 19 afgesloten bestuurderscabine 15. In de getoonde uitvoering is de bestuurderscabine 15 aan de rechter voorzijde van het chassis 3 geplaatst, zodat de bestuurder (niet weergegeven) een optimaal zicht heeft op de ondergrond vóór de cabine (d.w.z. in axiale richting of verplaatsingsrichting van het voertuig 2) alsmede op een aantal cruciale onderdelen van de opraap- en keerinstallatie 3 naast de cabine 15. De bestuurder kan in de cabine 15 plaatsnemen op een al dan niet apart geveerde stoel en met behulp van bedieningsmiddelen het voertuig 2 en de opraap- en keerinstallatie 3 bedienen. De bedieningsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een stuur voor het zwenken van het voorwiel 12, een aantal pedalen en/of schakelaars zoals één of meer joysticks voor bijvoorbeeld het regelen van de aandrijving van de achterwielen 10 en 11 en/of de rem, een aanraakscherm voor het instellen van opraap- en keerinstallatie 3 omvatten.The self-propelled vehicle 2 comprises a chassis 4 with three wheels, i.e. a right rear wheel 10, a left rear wheel 11 and a (but) front wheel 12. The chassis 4 is further provided with a driver's cabin 15 closed with glazing 19. In the embodiment shown, the driver's cab 15 is placed at the right-hand front of the chassis 3, so that the driver (not shown) has an optimal view of the ground in front of the cab (ie in the axial direction or direction of movement of the vehicle 2) as well as a number of crucial parts of the pick-up and turning installation 3 next to the cabin 15. In the cabin 15, the driver can take a seat on a seat, which may or may not be separately sprung, and operate the vehicle 2 and the pick-up and turning installation 3 with the aid of operating means. The operating means may, for example, be a steering wheel for pivoting the front wheel 12, a number of pedals and/or switches such as one or more joysticks for, for example, controlling the drive of the rear wheels 10 and 11 and/or the brake, a touch screen for adjusting of pick-up and turning installation 3.

De aandrijving van de achterwielen 10, 11 omvat een krachtbron in de vorm van een dieselmotor 90 waarvan de uitgaande roteerbare aandrijfas 94 gekoppeld is met een hydraulische pompeenheid 91. De hydraulische pompeenheid 91 is ingericht voor het onder druk brengen van cen hydraulisch medium en het door een hydraulisch circuit transporteren van het medium. Zoals weergegeven is in figuren 4 en 5, bevindt de dieselmotor 90 zich in laterale, axiale en hoogterichting in hoofdzaak tussen het voor- en achterwiel 10,11 in. De dieselmotor 90 is relatief zwaar en een dergelijke positionering van een relatief zwaar onderdeel van de aandrijving bevordert de goede rijeigenschappen van het voertuig: de plaatsing van de dieselmotor 90 maakt voor een verlaging van het zwaartepunt, een gelijkmatige gewichtsverdeling over het linker achterwiel en rechter achterwiel en/of een relatief lage opbouw van het voertuig mogelijk.The drive of the rear wheels 10, 11 comprises a power source in the form of a diesel engine 90 whose output rotatable drive shaft 94 is coupled to a hydraulic pump unit 91. The hydraulic pump unit 91 is adapted to pressurize a hydraulic medium and a hydraulic circuit conveying the medium. As shown in Figures 4 and 5, the diesel engine 90 is located in lateral, axial and height direction substantially between the front and rear wheels 10,11. The diesel engine 90 is relatively heavy and such positioning of a relatively heavy part of the drivetrain promotes good driving characteristics of the vehicle: the placement of the diesel engine 90 allows for a lowering of the center of gravity, an even weight distribution over the left rear wheel and right rear wheel and/or a relatively low construction of the vehicle is possible.

De hydraulische pompeenheid 91 bevindt zich net achter de dieselmotor 90 (axiaal in een richting tegenovergesteld aan de gebruikelijke rijrichting van het voertuig) zodat ook de pompeenheid 91 voor een gelijkmatige gewichtsverdeling over de achterwielen 10,11 zorgt. De door de hydraulische pompeenheid 91 geleverde pompdruk kan eventueel gevarieerd worden door middel van verstelmiddelen zoals een hydraulisch en/of elektrisch verstelmechanisme. De hydraulische pompeenheid 91 is via het hydraulische circuit verbonden met een tweetal afzonderlijke aandrijfeenheden, dat wil zeggen een linker aandrijfeenheid 92 voor het aandrijven van het linker achterwiel 11 en een rechter aandrijfeenheid 93 voor het aandrijven van het rechter achterwiel 10. Meer in het bijzonder zijn de aandrijfeenheden 92,93 geïntegreerd met het bijbehorende achterwiel 10, 11 en wel zodanig dat de linker aandrijfeenheid 92 bevestigd is aan de binnenzijde (dat wil zeggen aan de naar het midden van het voertuig gerichte zijde) van het linker achterwiel 11 en de rechter aandrijfeenheid 93 is bevestigd aan de binnenzijde van het rechter achterwiel 10. In de getoonde uitvoering worden de aandrijfeenheden 92,93 gevormd door hydraulische axiale zuigermotoren, maar de toepassing van andere typen hydraulische motoren behoort eveneens tot de mogelijkheden.The hydraulic pump unit 91 is located just behind the diesel engine 90 (axially in a direction opposite to the usual direction of travel of the vehicle), so that the pump unit 91 also ensures an even weight distribution over the rear wheels 10,11. The pump pressure supplied by the hydraulic pump unit 91 can optionally be varied by means of adjusting means such as a hydraulic and/or electrical adjusting mechanism. The hydraulic pump unit 91 is connected via the hydraulic circuit to two separate drive units, i.e. a left drive unit 92 for driving the left rear wheel 11 and a right drive unit 93 for driving the right rear wheel 10. More specifically, there are the drive units 92,93 integrated with the associated rear wheel 10, 11 such that the left-hand drive unit 92 is mounted on the inner side (i.e. on the side facing the center of the vehicle) of the left-hand rear wheel 11 and the right-hand drive unit 93 is mounted on the inside of the right rear wheel 10. In the embodiment shown, the drive units 92, 93 are formed by hydraulic axial piston motors, but the use of other types of hydraulic motors is also possible.

De aandrijfeenheden 92,93 zijn aangesloten op een gezamenlijke elektronische besturingseenheid 130 (figuur 8), bijvoorbeeld een zogeheten electronic control unit (ECU), voor het aansturen van elk van de hydraulische aandrijfmotoren 101, 101. De besturingseenheid 130 is ook aangesloten op eerste verstelmiddelen 135 voor het verstellen van de hydraulische pompeenheid 91, bijvoorbeeld voor het instellen van een gewenste hydraulische druk van het hydraulische medium in het hydraulische circuit, alsmede op tweede verstelmiddelen 131,131' voor het verstellen van elk van de hydraulische aandrijfmotoren 92 en 93. De besturingseenheid is eveneens verbonden met de eerder genoemde bedieningsmiddelen, zoals een of meer pedalen en/of schakelaars, die in de bestuurderscabine gesitueerd zijn.The drive units 92, 93 are connected to a common electronic control unit 130 (Figure 8), for instance a so-called electronic control unit (ECU), for controlling each of the hydraulic drive motors 101, 101. The control unit 130 is also connected to first adjusting means. 135 for adjusting the hydraulic pump unit 91, for example for adjusting a desired hydraulic pressure of the hydraulic medium in the hydraulic circuit, as well as on second adjusting means 131, 131' for adjusting each of the hydraulic drive motors 92 and 93. The control unit is also connected to the aforementioned operating means, such as one or more pedals and/or switches, which are situated in the driver's cabin.

De elektronische besturingseenheid 130 is tevens verbonden met eerste verstelmiddelen 131,131' waarmee het geleverde motorkoppel van een hydraulische aandrijfmotor 101 of 101' kan worden aangepast.The electronic control unit 130 is also connected to first adjusting means 131,131' with which the motor torque supplied from a hydraulic drive motor 101 or 101' can be adjusted.

In uitvoeringen waarin de hydraulische aandrijfmotoren gevormd worden door variabele-verplaatsing gebogen-as plunjermotoren, kunnen de verstelmiddelen 131,131" zijn ingericht voor het verstellen van de hoek tussen de plunjers (d.w.z. het roterend cilinderblok waarin de plunjers heen en weer bewegen) en de uitgaande as (meer in het bijzonder het uitgaande aandrijfelement dat aan het overbrengingsmechanisme gekoppeld is) en daarmee voor het aanpassen van het door de aandrijfmotor geleverde koppel en de draaisnelheid van de uitgaande as.In embodiments in which the hydraulic drive motors are formed by variable-displacement bent-axis plunger motors, the adjusting means 131,131" may be arranged to adjust the angle between the plungers (i.e. the rotating cylinder block in which the plungers reciprocate) and the output shaft. (more particularly, the output drive element coupled to the transmission mechanism) and thereby for adjusting the torque delivered by the drive motor and the rotational speed of the output shaft.

De verstelmiddelen 131,131' kunnen in bepaalde uitvoeringen een hydraulisch verstelmechanisme en/of een elektrisch verstelmechanisme omvatten waarmee deze stand (hoek) aangepast kan worden.In certain embodiments, the adjusting means 131,131' can comprise a hydraulic adjusting mechanism and/or an electrical adjusting mechanism with which this position (angle) can be adjusted.

De elektronische besturingseenheid 130 is ingericht om tijdens het aandrijven van het betreffende achterwiel het koppel naar believen aan te passen.The electronic control unit 130 is adapted to adjust the torque at will during the driving of the rear wheel concerned.

Zo kan bijvoorbeeld het startkoppel verhoogd worden bij het versnellen of vertragen (afremmen) van het voertuig.For example, the starting torque can be increased when accelerating or decelerating (decelerating) the vehicle.

Bij continue snelheid kan teven de genoemde hoek gevarieerd worden om een meer efficiënte aandrijving te verkrijgen.At continuous speed, the said angle can also be varied in order to obtain a more efficient drive.

Aan de buitenzijde van elk van de wielen 10, 11 kan het eerder genoemde overbrengingsmechanisme, in het bijzonder een reductiemechanisme 110,110' (gear box), voorzien zijn voor het met één of meer te selecteren vaste overbrengingsverhoudingen reduceren van het aantal omwentelingen per tijdseenheid van het betreffende achterwiel 10,11 ten opzichte van het aantal omwentelingen per tijdseenheid van de betreffende hydraulische aandrijfeenheid 92,93. In bepaalde specifieke uitvoeringsvormen omvat de hydraulische aandrijfmotor van de hydraulische aandrijfeenheid 92,93 een zogenaamde variabele-verplaatsing gebogen-as plunjermotor 101,101'. In figuur 6 is de werking van een dergelijke variabele-verplaatsing gebogen-as plunjermotor 101,101' schematisch weergegeven.On the outside of each of the wheels 10, 11, the aforementioned transmission mechanism, in particular a reduction mechanism 110, 110' (gear box), may be provided for reducing the number of revolutions per unit time of the machine with one or more selectable fixed transmission ratios. respective rear wheel 10,11 with respect to the number of revolutions per unit time of the relevant hydraulic drive unit 92,93. In certain specific embodiments, the hydraulic drive motor of the hydraulic drive unit 92,93 includes a so-called variable-displacement bent-axis plunger motor 101,101'. Figure 6 shows schematically the operation of such a variable-displacement bent-axis plunger motor 101, 101'.

De hydraulische plunjermotor 101,101' omvat een roteerbaar cilinderblok 102 waarin een aantal cilinders 103 zijn voorzien waarin zuigers 104 heen en weer bewogen kunnen worden onder invloed van een hydraulisch medium.The hydraulic plunger motor 101, 101' comprises a rotatable cylinder block 102 in which a number of cylinders 103 are provided, in which pistons 104 can be reciprocated under the influence of a hydraulic medium.

Het hydraulische medium is afkomstig van de hydraulische pompeenheid 91 en wordt in de cilinders aangebracht door middel van een sleufvormige inlaat 105 en uit de cilinders 103 afgevoerd via een sleufvormige uitlaat 106. De zuigers 104 steunen af op een slagplaat 107 (die gevormd kan worden door flens aan de aangedreven uitgaande as 108,108'. Het via de inlaat 105 in telkens opeenvolgende cilinders 103 gevoerde onder druk staande hydraulische medium oefent een axiale kracht uit op de daarin voorziene zuigers 104. De zuigers 104 oefenen op hun beurt een koppel uit op de uitgaande as 108,108' zodat deze de neiging heeft om te gaan roteren. De hoek (a) tussen de verplaatsingsrichting 109 van de zuigers 104 (en dus de cilinderblokas, d,w.z, de axiale richting van het cilinderblok 102) en de axiale richting 112 van de uitgaande as 108,108' bepaalt het slagvolume van de aandrijfmotor 101, 101". Bij een grote hoek (a) (en dus een groot slagvolume), wordt er een relatief groot koppel op de aandrijfas 108,108' bij een relatief lage omwentelingssnelheid gerealiseerd, terwijl bij een kleine hoek (a) (en dus een klein slagvolume) een relatief klein koppel uitgeoefend wordt, waarbij de omwentelingssnelheid daarentegen relatief groot is.The hydraulic medium comes from the hydraulic pump unit 91 and is introduced into the cylinders by means of a slot-shaped inlet 105 and discharged from the cylinders 103 via a slot-shaped outlet 106. The pistons 104 rest on a striker plate 107 (which can be formed by flange on the driven output shaft 108, 108'. The pressurized hydraulic medium fed into successive cylinders 103 via inlet 105 exerts an axial force on the pistons 104 provided therein. The pistons 104 in turn exert a torque on the output shaft. shaft 108, 108' so that it tends to rotate. The angle (a) between the direction of displacement 109 of the pistons 104 (and thus the cylinder block axis, i.e., the axial direction of the cylinder block 102) and the output shaft 108, 108' determines the stroke volume of the drive motor 101, 101". At a large angle (a) (and thus a large stroke volume), a relatively large torque is applied to the drive shaft 108, 108' is realized at a relatively low rotational speed, while a relatively small torque is exerted at a small angle (a) (and thus a small stroke volume), the rotational speed, on the other hand, being relatively large.

De stand van het cilinderblok 102 en daarmee het op de aandrijfas 108,108' over te dragen koppel varieert afhankelijk van de stand van het cilinderblok 102. Deze stand kan met de eerder beschreven verstelmiddelen 131,131' aangepast worden, voorbeeld door middel van het eerder genoemde hydraulische en/of elektrische verstelmechanisme (bijv. een hydraulische cilinder) Figuur 7 toont een planetaire overbrenging 110,110", hierin ook wel een planeetwieloverbrenging genoemd. De planetaire overbrenging 110,110' omvat in de getoonde specifieke uitvoeringsvorm een aandrijfas (bijvoorbeeld de eerder genoemde uitgaande as 108,108' van de motor 101,101"), een aan de aandrijfas gekoppeld roteerbaar zonnewiel 111, een drietal, viertal, vijftal of meer roteerbare planeetwielen 113-116 die roteerbaar zijn bevestigd op een drager 112 en welke drager roteerbaar is ten opzichte van de aandrijfas 108,108', alsmede een roteerbaar satellietwiel 117. Het satellietwiel 117 vorm een buitenrand die is verbonden met een verdere uitgaande as 120 of soortgelijke koppeling die direct of indirect gekoppeld is met het betreffend achterwiel (zie figuur 8).The position of the cylinder block 102 and thus the torque to be transmitted to the drive shaft 108, 108' varies depending on the position of the cylinder block 102. This position can be adjusted with the previously described adjusting means 131, 131', for example by means of the aforementioned hydraulic and /or electrical adjustment mechanism (e.g. a hydraulic cylinder). the motor 101, 101"), a rotatable sun gear 111 coupled to the drive shaft, three, four, five or more rotatable planet wheels 113-116 which are rotatably mounted on a carrier 112 and which carrier is rotatable with respect to the drive shaft 108, 108', and a rotatable satellite wheel 117. The satellite wheel 117 forms an outer rim that is connected with a further output shaft 120 or similar coupling coupled directly or indirectly to the respective rear wheel (see Figure 8).

De tanden van de planeetwielen 113-116 grijpen aan op de tanden van het zonnewiel 111, terwijl de tanden van het satellietwiel 117 aangrijpen op de tanden van de planeetwielen 113-116. Het aantal planeetwielen is vier, maar in andere uitvoeringen kan er ook sprake zijn van minder planeetwielen (twee of drie) of meer planeetwielen (vijf of meer). De overbrengingsverhouding van de overbrenging 110 kan worden gevarieerd bepaalde onderdelen vast te houden en een ander aan te drijven. Het zonnewiel 111 kan bijvoorbeeld aangedreven worden terwijl het satellietwiel 117 vastgehouden wordt, zodat de beweging wordt afgenomen van de planeetwieldrager 112. Dit levert een snelheidsreductie op (bijvoorbeeld een reductie van 1;25). Het zonnewiel 111 kan aangedreven worden terwijl de planeetwieldrager 112 vastgehouden wordt, waarbij de beweging wordt afgenomen van het satellietwiel 117. Het zonnewiel 111 wordt dan door de aandrijfas 108,108' samen met de planeetwieldrager 112 aangedreven en de beweging wordt afgenomen van het satellietwiel 117. Dit levert een 1:1 overbrenging op. Voordelen van een dergelijke planetaire overbrenging 110 is dat deze relatief weinig ruimte inneemt en dus eenvoudig in te bouwen is en dat er (zeker in verhouding tot de beperkte afmetingen) een relatief grote overbrengingsverhouding gerealiseerd kan worden. Figuur 8 toont ook de onderlinge rangschikking van elk van de variabele-verplaatsing gebogen-as plunjermotoren 101,101', de planetaire overbrengingen 110,110' en het betreffende achterwiel 10,11 in een bepaalde uitvoeringsvorm. In deze uitvoering is de planetaire overbrenging 110,110' aan de respectievelijke binnenzijde van het wiel 10,11 aangebracht (d.w.z. op een laterale positie tussen die van het wiel 10,11 en de aandrijfmotor 101). In andere uitvoeringen is de planetaire overbrenging 110,110' aan de buitenzijde van het wiel 10,11 aangebracht (waarbij het wiel 10,11 zich dus tussen de aandrijfmotor 101,101' en de planetaire overbrenging 110,110' bevindt). In de laatstgenoemde uitvoering kan de aandrijving nog compacter (in laterale zin) worden uitgevoerd.The teeth of the planet gears 113-116 mesh with the teeth of the sun gear 111, while the teeth of the satellite gear 117 mesh with the teeth of the planet gears 113-116. The number of planet gears is four, but in other designs there may also be fewer planet gears (two or three) or more planet gears (five or more). The gear ratio of the transmission 110 can be varied to hold some parts and drive another. For example, the sun gear 111 can be driven while the satellite gear 117 is held, so that the movement is taken off the planet gear carrier 112. This results in a speed reduction (for example a reduction of 1:25). The sun gear 111 can be driven while holding the planet carrier 112, the motion being taken off the satellite gear 117. The sun gear 111 is then driven by the drive shaft 108, 108' along with the planet gear carrier 112 and the motion is taken off the satellite gear 117. This produces a 1:1 transmission. The advantages of such a planetary transmission 110 is that it takes up relatively little space and can therefore be built in easily and that (certainly in relation to the limited dimensions) a relatively large transmission ratio can be realized. Figure 8 also shows the mutual arrangement of each of the variable displacement curved shaft plunger motors 101,101', the planetary gears 110,110' and the respective rear wheel 10,11 in a particular embodiment. In this embodiment, the planetary gear 110,110' is mounted on the respective inner side of the wheel 10,11 (i.e. at a lateral position between that of the wheel 10,11 and the drive motor 101). In other embodiments, the planetary gear 110,110' is mounted on the outside of the wheel 10,11 (thus, the wheel 10,11 being located between the drive motor 101,101' and the planetary gear 110,110'). In the latter embodiment, the drive can be made even more compact (in a lateral sense).

Met de getoonde constructie kunnen beide achterwielen 10,11 volledig onafhankelijk van elkaar aangestuurd worden. Met andere woorden, het op elk van de achterwielen door de respectievelijke aandrijfmotor overgebrachte motorkoppel kan per achterwiel in de tijd variëren. Het motorkoppel kan ingesteld worden door de bestuurder via bediening van de bedieningsmidelen in de eerder beschreven bestuurderscabine en de elektronische besturingseenheid (ECU) en/of door voertuigstabiliteitssystemen waarmee het voertuig onder wisselende rijomstandigheden optimaal voortbewogen kan worden.With the construction shown, both rear wheels 10,11 can be steered completely independently of each other. In other words, the engine torque transmitted to each of the rear wheels by the respective drive motor can vary over time per rear wheel. The engine torque can be set by the driver via operation of the controls in the previously described driver's cab and the electronic control unit (ECU) and/or by vehicle stability systems that allow the vehicle to be propelled optimally under varying driving conditions.

Onderdeel van een degelijk voertuigstabiliteitssysteem kan het eerder genoemde traagheidsreferentiesysteem (inertial reference system) zijn. Dit systeem omvat cen centraal aan het chassis bevestigde traagheidssensor 140 (schematisch in figuur 8 weergegeven) die de momentane stand van het chassis en daarmee van het voertuig ten opzichte van een referentie- coördinatenstelsel (bijvoorbeeld een coördinatenstelsel waarvan één van de hoofdreferentie- richtingen de zwaartekrachtsrichting is) kan meten. De sensor geeft continue of periodiek een meetsignaal af dat representatief is voor de gemeten stand van het voertuig. Op basis van dit meetsignaal kan een besturingseenheid 130 bepalen of afhankelijk van de momentane stand (of een verloop van de stand in de tijd) en eventueel van één of meer extra variabelen, zoals de snelheid van het voertuig, het al dan niet ingeschakeld zijn van de verwerkingsinstallatie, etc., het koppel op één of meer van de achterwielen 10, 11 moet worden aangepast om bepaalde rijeigenschappen te waarborgen, bijvoorbeeld om te zorgen voor een voldoende mate van stabiliteit van het voertuig of om te vermijden dat het voertuig vast komt te zitten. De besturingseenheid is hiertoe verbonden aan de respectievelijke hydraulische aandrijfeenheden zodat het over te brengen koppel op elk van de achterwielen telkens op individuele basis aangepast kan worden.The aforementioned inertial reference system can be part of a sound vehicle stability system. This system comprises an inertial sensor 140 centrally mounted on the chassis (shown schematically in Figure 8) which measures the instantaneous position of the chassis and thus of the vehicle relative to a reference coordinate system (e.g. a coordinate system where one of the main reference directions is the direction of gravity). is) can measure. The sensor continuously or periodically supplies a measurement signal that is representative of the measured position of the vehicle. On the basis of this measuring signal, a control unit 130 can determine whether, depending on the instantaneous position (or a course of the position in time) and possibly one or more additional variables, such as the speed of the vehicle, whether or not the the processing installation, etc., the torque on one or more of the rear wheels 10, 11 must be adapted to guarantee certain driving characteristics, for example to ensure a sufficient degree of stability of the vehicle or to prevent the vehicle from getting stuck to sit. To this end, the control unit is connected to the respective hydraulic drive units, so that the torque to be transmitted to each of the rear wheels can be adjusted on an individual basis.

Overigens kunnen er naast de eerder genoemde hydraulische pompeenheid voor het laten circuleren van een hydraulisch medium waarmee de achterwielen van het voertuig zijn aan te drijven, ook voorzien worden in één of meer, door dezelfde krachtbron of een aparte krachtbron aangedreven verdere hydraulische pompeenheden.Incidentally, in addition to the aforementioned hydraulic pump unit for circulating a hydraulic medium with which the rear wheels of the vehicle can be driven, it is also possible to provide one or more further hydraulic pump units driven by the same power source or a separate power source.

Deze verdere hydraulische pompeenheden zorgen voor het circuleren van hydraulische media in één of meer verder hydraulische circuits die zijn aangesloten op verdere eenheden, zoals actuatoren voor het in hoogte verstellen van een steunboom van een verwerkingsinstallatie, een laten zwenken van het voorwiel, het aanpassen van de veerkarakteristieken van de vering van de zwenkarm aan de voorzijde van het chassis, en dergelijke.These further hydraulic pump units ensure the circulation of hydraulic media in one or more further hydraulic circuits which are connected to further units, such as actuators for adjusting the height of a support boom of a processing installation, for pivoting the front wheel, for adjusting the spring characteristics of the swing arm suspension at the front of the chassis, and the like.

Elk van de deze actuatoren kan bijvoorbeeld door bestuurder vanuit zijn of haar bestuurderscabine aangestuurd worden.Each of these actuators can for instance be controlled by the driver from his or her driver's cab.

Zoals eerder genoemd, kan de verwerkingsinstallatie van de verwerkingsmachine een opraap- en keerinstallatie 3 omvatten.As mentioned before, the processing installation of the processing machine may comprise a pick-up and turning installation 3.

De opraap- en keerinstallatie 3 omvat in de getoonde uitvoering een aan de achterzijde van het chassis bevestigde en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid 20. Verwijzend naar met name figuur 3, is getoond dat de zwenkbare steuneenheid 20 een langgerekte, zich in wezen in axiale richting (PA) naar voren toe uitstrekkende steunboom 23 heeft aan het vrije uiteinde 24 waarvan een roteerbaar opraapelement 60 is aangebracht.In the embodiment shown, the pick-up and turning installation 3 comprises a pivotable support unit 20 attached to the rear of the chassis and extending forwardly. Referring in particular to figure 3, it is shown that the pivotable support unit 20 is an elongate, axial direction (PA) forwardly extending support beam 23 has at the free end 24 of which a rotatable pick-up element 60 is arranged.

De steunboom 23 kan met behulp van een lineaire actuator 100 (figuur 4), bijvoorbeeld een hydraulische hefcilinder, opgetild worden, bijvoorbeeld wanneer het voertuig verplaatst wordt zonder het opraapelement 60 gebruikt behoeft te worden en de steuneenheid in een inactieve stand is gezwenkt.The support boom 23 can be lifted by means of a linear actuator 100 (Figure 4), for instance a hydraulic lifting cylinder, for instance when the vehicle is moved without having to use the pick-up element 60 and the support unit is pivoted into an inactive position.

De steunboom 23 heeft aan het tegenover het vrije uiteinde 24 liggende uiteinde een liggend bevestigingsdeel 21. Het liggende bevestigingsdeel 21 van de langgerekte steunboom is via respectievelijke assen 51 en 53 van een linker scharnier 52 en een rechter scharnier 54 aan rechtopstaande wangen 48,49 van het chassis 4 van het voertuig 2 bevestigd.The support beam 23 has a lying fixing part 21 at the end opposite the free end 24. The lying fixing part 21 of the elongated support beam is connected via respective axes 51 and 53 of a left hinge 52 and a right hinge 54 to upright cheeks 48,49 of the chassis 4 of the vehicle 2.

De scharnieren 52 en 54 maken het mogelijk het vrije uiteinde 24 van de steunboom 23 en het daaraan bevestigde roteerbare opraapelement 60 in opwaartse en neerwaartse te verplaatsen opdat de opraapelement 60 de ondergrond kan volgen waar het voertuig 2 overheen rijdt.The hinges 52 and 54 make it possible to move the free end 24 of the support beam 23 and the rotatable pick-up element 60 attached thereto in upward and downward movement so that the pick-up element 60 can follow the ground over which the vehicle 2 travels.

In de figuren, en met name in figuur 1, is verder getoond dat de steunboom 23 aan de linker voorzijde voorzien is van een bevestigingsbeugel 88 aan welke beugel nog een aantal vlasgeleidingselementen 65 zijn aangebracht waarmee het vlas beter door de opraaptrommel 60 opgepakt kan worden.In the figures, and in particular in figure 1, it is further shown that the support beam 23 is provided on the left front side with a fastening bracket 88, to which bracket a number of flax guide elements 65 are arranged, with which the flax can be picked up better by the pick-up drum 60.

Het opraapelement 60 is in de getoonde uitvoering een opraaptrommel (het opraapelement heeft met andere woorden in hoofdzaak een cilindervorm). Rondom het radiale omtrekoppervlak 96 van de opraaptrommel, meer specifiek in het midden daarvan, is een eindloze transportband 73 van de hierna nader te beschrijven transporteur 69 gewikkeld waarmee de opraaptrommel rondom de in hoofdzaak horizontale as 95 geroteerd wordt.In the embodiment shown, the pick-up element 60 is a pick-up drum (in other words, the pick-up element has substantially a cylindrical shape). Around the radial circumferential surface 96 of the pick-up drum, more specifically in the center thereof, is wound an endless conveyor belt 73 of the conveyor 69 to be described in more detail below, with which the pick-up drum is rotated about the substantially horizontal axis 95 .

Zoals in figuur 3 met een pijl is aangegeven, roteert de opraaptrommel 60 in tegengestelde richting van de wielen van het voertuig 2. De rotatiesnelheid kan variëren, maar is meestal groter (bijv. 20-30% groter) dan de rotatiesnelheid van de wielen van het voertuig.As indicated by an arrow in Figure 3, the pick-up drum 60 rotates in the opposite direction to the wheels of the vehicle 2. The rotational speed may vary, but is usually greater (e.g. 20-30% greater) than the rotational speed of the wheels of the vehicle. the vehicle.

Aan het radiale omtrekoppervlak 96 van de opraaptrommel 60, nabij de beide laterale zijvlakken 97 en 98 daarvan, zijn verder twee rijen van uitstekende pennen 61! en 61° aangebracht. De uitstekende pennen strekken zich uit vanaf een gemeenschappelijk punt, waarbij dit gemeenschappelijke punt non-centrisch is ten opzichte van een middelpunt van de opraapdrum. Dit heeft tot gevolgd dat de pennen 61! en 61° uitsteken ten opzichte van het radiale omtreksvlak 96 wanneer deze zich aan de onderzijde en voorzijde van de opraaptrommel 60 bevinden en geheel of gedeeltelijk naar binnen toe zijn getrokken op andere rotatieposities van de opraaptrommel 60. De uitstekende pennen zijn daarmee bij uitstek geschikt voor het oppakken van de op de ondergrond (horizontaal) liggende stengels van de vezelplanten en voor het van de ondergrond tillen daarvan waarbij de vezelplanten in de liggende stand gehouden blijven.Further, on the radial circumferential surface 96 of the pick-up drum 60, adjacent both of its lateral side surfaces 97 and 98, are two rows of projecting pins 61! and 61° applied. The projecting pins extend from a common point, said common point being non-centric with respect to a center point of the pick-up drum. This has resulted in the pins 61! and 61° protrude from the radial circumferential surface 96 when they are located at the bottom and front side of the pick-up drum 60 and are wholly or partially retracted at other rotational positions of the pick-up drum 60. The projecting pins are therefore ideally suited for picking up the stems of the fiber plants (horizontally) lying on the substrate and for lifting them from the substrate, while the fiber plants remain in the horizontal position.

De figuren tonen verder dat de opraap- en keerinstallatie 3 een transporteur 69 omvat voor het transporteren van het vlas dat aan de voorzijde van het voertuig 2 door het roterende opraapelement 60 is opgeraapt, naar de achterzijde van het voertuig. De transporteur 69 omvat in de getoonde uitvoering een gekruiste eindloze transportband 73 die door een roterende aandrijfrol 81 aan de achterzijde van het voertuig wordt rondgedraaid. Het bovenste deel van de transportband 73 beweegt in axiale richting van voren naar achteren (Pr, figuur 3). Zoals in de figuren getoond is, is de stand van de transportband 73 aan de achterzijde nabij de (later te beschrijven) afgeefeenheid 80 over circa 180 graden gedraaid ten opzichte van de stand van de transportband 73 aan de voorzijde nabij het roteerbare opraapelement 60. Dit heeft tot gevolg dat de vezelplanten die door het opraapelement 60 in liggende toestand van de ondergrond zijn opgeraapt, tijdens het transport van voren naar achteren in wezen cen halve spiraalvorm doorlopen en dus geheel worden omgekeerd. De stengels van de vezelplanten kunnen nu met de tegenovergestelde zijde op de ondergrond worden neergelegd dan de zijde waarop de stengels aanvankelijk op de ondergrond lagen, ter bevordering van een egale roting van de vezelplanten.The figures further show that the pick-up and turning installation 3 comprises a conveyor 69 for transporting the flax picked up at the front of the vehicle 2 by the rotating pick-up element 60 to the rear of the vehicle. In the embodiment shown, the conveyor 69 comprises a crossed endless conveyor belt 73 which is rotated by a rotating drive roller 81 at the rear of the vehicle. The upper part of the conveyor belt 73 moves in axial direction from front to back (Pr, Fig. 3). As shown in the figures, the position of the rear conveyor belt 73 near the dispensing unit 80 (to be described later) has been rotated approximately 180 degrees with respect to the front position of the conveyor belt 73 near the rotatable pick-up element 60. This The result of this is that the fiber plants which have been picked up from the ground by the pick-up element 60 in the horizontal position, during the transport from front to back essentially pass through a semi-helical shape and are thus completely reversed. The stems of the fiber plants can now be placed on the substrate with the opposite side to the side on which the stems initially lay on the substrate, to promote an even rotation of the fiber plants.

De eindloze transportband 73 van de transporteur 69 wordt aangedreven door de eerder genoemde, aan de achterzijde op het chassis 4 aangebrachte roterende aandrijfrol 81. Op zijn beurt drijft de beweging van de eindloze transportband 73 de rotatie van het roteerbare opraapelement 60 aan.The endless conveyor belt 73 of the conveyor 69 is driven by the aforementioned rotating drive roller 81 mounted at the rear on the chassis 4. In turn, the movement of the endless conveyor belt 73 drives the rotation of the rotatable pick-up element 60 .

Zoals eerder aangegeven, omvat de opraap- en keerinstallatie 3 ten slotte een helemaal aan de achterzijde van het chassis 4 aangebracht afgeefeenheid 80. Deze afgeefeenheid 80 ontvangt het door het opraapelement 60 opgeraapte en het vervolgens door de transporteur 69 getransporteerde en omgekeerde vlas en leidt dit op gecontroleerde wijze naar beneden toe zodat het omgekeerde vlas netjes achter het voertuig 2 aan op de ondergrond gelegd wordt. De afgeefeenheid 80 omvat een eerste en tweede eindloze transportband 83, 84 die beide door dezelfde aandrijfrol 81 worden aangedreven. Beide transportbanden 83,84 zijn voorzien van uitsteeksels 85 die het vlas in liggende stand ondersteunen wanneer dit naar de ondergrond wordt geleid.Finally, as indicated earlier, the pick-up and turning installation 3 comprises a delivery unit 80 arranged at the very rear of the chassis 4. This delivery unit 80 receives the flax picked up by the pick-up element 60 and the turned over flax conveyed by the conveyor 69 and guides it downwards in a controlled manner so that the reversed flax is neatly placed on the ground behind the vehicle 2. The dispensing unit 80 comprises a first and second endless conveyor belt 83, 84 which are both driven by the same drive roller 81. Both conveyor belts 83,84 are provided with projections 85 which support the flax in lying position when it is guided to the ground.

In de figuren is weergegeven dat de zwenkbare steuneenheid 20, in het bijzonder het vrije uiteinde 24 van de steunboom 23 daarvan, een tweetal roteerbare steunelementen in de vorm van een eerste steunwiel 70 en een tweede steunwiel 72 omvat. De steunwielen 70, 72 zijn via een geschikte wielophanging 71 aan de steunboom bevestigd. Bij voorkeur is wielophanging 71 7odanig uitgevoerd dat de wielen enigszins (passief) mee kunnen sturen, maar een vaste wielophanging behoort ook tot de mogelijkheden.The figures show that the pivotable support unit 20, in particular the free end 24 of the support beam 23 thereof, comprises two rotatable support elements in the form of a first support wheel 70 and a second support wheel 72. The support wheels 70, 72 are attached to the support beam via a suitable wheel suspension 71. Preferably, wheel suspension 71 is designed in such a way that the wheels can steer along to some extent (passively), but a fixed wheel suspension is also an option.

In de getoonde uitvoering omvat de verwerkingsinrichting 1 hoogteverstellingsmiddelen in de vorm van een actuator 89, bij voorkeur een hydraulische cilinder, voor het in hoogte verstellen van het vrije uiteinde 24 van de zwenkbare steunboom 23 ten opzichte van het ten minste ene steunwiel 70,72 en daarmee de hoogte van het aan de steunboom 23 bevestigde roteerbare opraapelement 60 ten opzichte van de ondergrond (O). Deze actuator kan een elektrische of hydraulische actuator zijn, bijvoorbeeld een lineaire of rotatieve actuator, die met een verdere hydraulische pompeenheid gekoppeld kan zijn. Verder is de wielophanging van elk van de steunwielen 70,72 uitgevoerd om op passieve wijze mee te kunnen sturen voor het verbeteren van derijeigenschappen van de verwerkingsmachine.In the embodiment shown, the processing device 1 comprises height-adjusting means in the form of an actuator 89, preferably a hydraulic cylinder, for height-adjusting the free end 24 of the pivotable support beam 23 relative to the at least one support wheel 70,72 and thus the height of the rotatable pick-up element 60 attached to the support beam 23 relative to the ground (O). This actuator can be an electric or hydraulic actuator, for instance a linear or rotary actuator, which can be coupled to a further hydraulic pump unit. Furthermore, the wheel suspension of each of the support wheels 70,72 is designed to be able to steer in a passive manner for improving the driving characteristics of the processing machine.

Zoals eerder beschreven omvat het voertuig 2 een chassis 4. Zoals met name in figuren 2 en 4 duidelijk is weergegeven, omvat het chassis 4 een eerste chassisdeel 6 waaraan ten minste de achterwielen 10,11, de verwerkingsinstallatie en de bestuurderscabine zijn bevestigd, en een via scharnier 5 scharnierbaar aan het eerste chassisdeel 6 bevestigd tweede chassisdeel 7. Het tweede chassisdeel is in de getoonde uitvoering een via scharnier 5 slechts in opwaartse en neerwaartse richting zwenkbare zwenkarm. De zwenkarm 7 strekt zich uit tussen twee parallel naar voren stekende profielen 25, 26 (figuur 4) die aan hun respectievelijke vrije uiteinden voorzien zijn van glijlagers 27 voor het zijdelings geleiden van de scharnierbare zwenkarm 7. De profielen 25,27 met glijlagers 27 zorgen er dus voor dat de zwenkarm 7 in zijdelingse (laterale) richting opgesloten blijft maar in opwaartse en neerwaartse richting vrij kan bewegen.As described earlier, the vehicle 2 comprises a chassis 4. As is clearly shown in particular in figures 2 and 4, the chassis 4 comprises a first chassis part 6 to which at least the rear wheels 10,11, the processing installation and the driver's cabin are attached, and a The second chassis part 7 is pivotably attached to the first chassis part 6 via hinge 5. In the embodiment shown, the second chassis part is a swivel arm that can only be pivoted via hinge 5 in upward and downward direction. The swivel arm 7 extends between two parallel protruding profiles 25, 26 (figure 4) which are provided at their respective free ends with sliding bearings 27 for laterally guiding the pivotable swivel arm 7. The profiles 25, 27 with sliding bearings 27 ensure thus ensure that the pivot arm 7 remains locked in the lateral (lateral) direction but can move freely in upward and downward direction.

Het scharnier 5 is in de in figuur 2 getoonde uitvoering voorzien op een axiale positie achter het midden van het voertuig 2, Dit betekent dat het zwenkbare tweede chassisdeel 7 relatief lang is. De lengte is kenmerkend langer dan de helft van de totale lengte van het chassis 4. Tussen de zwenkarm 7 en het eerste chassisdeel 6 is een veerelement voorzien, bijvoorbeeld de hydraulische veer 35 die op scharnierende wijze via een eerste steun 36 aan de zwenkarm 7 en een tweede steun 37 aan het eerste chassisdeel 6 bevestigd is. Aan het tegenover het scharnier 5 gelegen en naar boven toe gebogen uiteinde 37 van de zwenkarm is de wielophanging 29 van het voorwiel 12 op zwenkbare wijze bevestigd. Het zwenken van het voorwiel 12 vindt plaats door middel van een rotatieve actuator 28 die tussen de wielophanging 29 van het voorwiel 12 en het uiteinden 37 van de zwenkarm 7 gepositioneerd is. Deze rotatieve actuator 28 kan een hydraulische motor omvatten die via een circuit van hydraulische leidingen met één van de eerder genoemdeIn the embodiment shown in figure 2, the hinge 5 is provided at an axial position behind the center of the vehicle 2. This means that the pivotable second chassis part 7 is relatively long. The length is typically longer than half of the total length of the chassis 4. Between the pivoting arm 7 and the first chassis part 6, a spring element is provided, for instance the hydraulic spring 35, which pivots via a first support 36 to the pivoting arm 7 and a second support 37 is attached to the first chassis part 6 . The wheel suspension 29 of the front wheel 12 is pivotally attached to the end 37 of the pivoting arm which is opposite the hinge 5 and which is bent upwards. The pivoting of the front wheel 12 takes place by means of a rotary actuator 28 which is positioned between the wheel suspension 29 of the front wheel 12 and the ends 37 of the pivoting arm 7 . This rotary actuator 28 may comprise a hydraulic motor connected via a circuit of hydraulic lines to one of the aforementioned

(verdere) hydraulische pompen verbonden is. De actuator 28 kan via het stuur in de bestuurderscabine 15 bediend worden.(further) hydraulic pumps is connected. The actuator 28 can be operated via the steering wheel in the driver's cabin 15.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan talloze modificaties denkbaar zijn.The invention is not limited to the embodiments thereof described herein. The rights claimed are defined by the following claims, within the scope of which numerous modifications are conceivable.

Claims (24)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten, in het bijzonder hennep of vlas, de verwerkingsmachine omvattende: - een zelfrijdend voertuig, omvattende een chassis waaraan is aangebracht: - een eerste en tweede achterwiel gepositioneerd op in axiale richting in hoofdzaak gelijke of verschillende posities en op in laterale richting verschillende, zich op afstand van elkaar bevindende posities, waarbij de axiale richting zich dwars op de axiale richting uitstrekt, alsmede cen voorwiel gepositioneerd op een in laterale richting in hoofdzaak gelijke positie als het eerste achterwiel, waarbij het voorwiel zwenkbaar is uitgevoerd; - een verwerkingsinstallatie voor het oppakken en transporteren van de vezelplanten; waarbij het zelfrijdende voertuig verder een aandrijving omvat die is ingericht voor het onafhankelijk van elkaar aandrijven van het eerste en tweede achterwiel, waarbij de aandrijving cen door een krachtbron aangedreven hydraulische pompeenheid omvat waarop zijn aangesloten: - een met het eerste aandrijfwiel gekoppelde eerste aandrijfeenheid ingericht voor het aandrijven van het eerste aandrijfwiel; - een met het tweede aandrijfwiel gekoppelde tweede aandrijfeenheid ingericht voor het aandrijven van het eerste aandrijfwiel; waarbij de aandrijving verder is ingericht voor het onafhankelijk van elkaar in hoofdzaak traploos variëren van het door de eerste aandrijfeenheid op het eerste achterwiel en de tweede aandrijfeenheid op het tweede achterwiel overgebrachte koppel.Processing machine for processing fiber plants, in particular hemp or flax, the processing machine comprising: - a self-propelled vehicle, comprising a chassis to which are arranged: - a first and second rear wheel positioned in axial direction at substantially equal or different positions and in laterally different, spaced-apart positions, the axial direction extending transversely to the axial direction, as well as a front wheel positioned in a lateral direction substantially the same as the first rear wheel, the front wheel being designed to be pivotable ; - a processing installation for picking up and transporting the fiber plants; wherein the self-propelled vehicle further comprises a drive which is adapted to drive the first and second rear wheel independently of each other, the drive comprising a hydraulic pump unit driven by a power source to which are connected: - a first drive unit coupled to the first drive wheel designed for driving the first driving wheel; - a second drive unit coupled to the second drive wheel, designed for driving the first drive wheel; wherein the drive is further adapted for substantially steplessly varying independently of each other the torque transmitted by the first drive unit to the first rear wheel and the second drive unit to the second rear wheel. 2. Verwerkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij de krachtbron is ingericht voor het opwekken van een rotatie die de hydraulische pompeenheid aandrijft en/of waarbij de krachtbron cen verbrandingsmotor, zoals een dieselmotor, en/of een elektrische motor omvat.Processing machine according to claim 1, wherein the power source is adapted to generate a rotation that drives the hydraulic pump unit and/or wherein the power source comprises a combustion engine, such as a diesel engine, and/or an electric motor. 3. Verwerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, omvattende een aan het zelfrijdende voertuig aangebracht traagheidsreferentiesysteem (inertial reference system) ingericht voor het meten van de stand van het zelfrijdende voertuig ten opzichte van een referentierichting, in het bijzonder de zwaartekrachtsrichting, en voor het afgeven van een meetsignaal dat representatief is voor de gemeten stand van het voertuig.Processing machine according to claim 1 or 2, comprising an inertial reference system arranged on the self-propelled vehicle, adapted to measure the position of the self-propelled vehicle with respect to a reference direction, in particular the direction of gravity, and for outputting a measurement signal representative of the measured position of the vehicle. 4. Verwerkingsmachine volgens conclusie 3, omvattende een met het traagheidsreferentiesysteem en de aandrijving gekoppelde besturingseenheid die is ingericht voor het individueel variëren van de aandrijving van het eerste en het tweede achterwiel in afhankelijkheid van het afgegeven meetsignaal dat representatief is voor de gemeten stand van het voertuig.Processing machine according to claim 3, comprising a control unit coupled to the inertial reference system and the drive and adapted to individually vary the drive of the first and second rear wheels in dependence on the delivered measurement signal representative of the measured position of the vehicle . 5. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de eerste en tweede aandrijfeenheden respectievelijk een eerste hydraulische aandrijfmotor en een tweede hydraulische aandrijfmotor omvatten.A processing machine according to any one of the preceding claims, wherein the first and second drive units comprise a first hydraulic drive motor and a second hydraulic drive motor, respectively. 6. Verwerkingsmachine volgens conclusie 5, waarbij elk van de hydraulische aandrijfmotor een variabele-verplaatsing gebogen-as plunjermotor is.The processing machine of claim 5, wherein each of the hydraulic drive motors is a variable-displacement curved-axis plunger motor. 7. Verwerkingsmachine volgens conclusie 6, omvattende verstelmiddelen voor het verstellen van de hoek (a) tussen de verplaatsingsrichting van de plunjers en de langsrichting van de aangedreven as.Processing machine according to claim 6, comprising adjusting means for adjusting the angle (a) between the direction of displacement of the plungers and the longitudinal direction of the driven shaft. 8. Verwerkingsmachine volgens conclusie 7, waarbij de verstelmiddelen een hydraulisch verstelmechanisme omvatten.Processing machine according to claim 7, wherein the adjusting means comprise a hydraulic adjusting mechanism. 9. Verwerkingsmachine volgens een van de conclusies 5-8, waarin de eerste en tweede hydraulische aandrijfmotor geïntegreerd zijn met respectievelijk het eerste en tweede achterwiel en/of waarbij de eerste en tweede hydraulische aandrijfmotor bevestigd zijn aan de naar het chassis gerichte binnenzijde van respectievelijk het eerste en tweede achterwiel.Processing machine according to any one of claims 5 to 8, wherein the first and second hydraulic drive motors are integrated with the first and second rear wheels, respectively, and/or wherein the first and second hydraulic drive motors are mounted on the chassis-facing inner sides of the said chassis, respectively. first and second rear wheel. 10. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een eerste en tweede overbrengingsmechanisme, waarbij de overbrengingsmechanismen gekoppeld zijn aan de aangedreven as van respectievelijk de eerste en tweede hydraulische aandrijfmotor voor het met ten minste een geselecteerde overbrengingsverhouding overbrengen van de rotatie van de eerste en tweede aandrijfmotor op respectievelijk het eerste en tweede achterwiel.A processing machine according to any one of the preceding claims, comprising a first and second transmission mechanism, the transmission mechanisms being coupled to the driven shaft of the first and second hydraulic drive motors, respectively, for transmitting the rotation of the first and second gears at at least a selected transmission ratio. second drive motor on the first and second rear wheel respectively. 11. Verwerkingsmachine volgens conclusie 10, waarbij elk van de overbrengingsmechanismen een planetaire overbrenging omvat.The processing machine of claim 10, wherein each of the gear mechanisms comprises a planetary gear. 12. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede overbrengingsmechanisme geïntegreerd zijn met respectievelijk het eerste en tweede achterwiel en/of waarbij het eerste en tweede overbrengingsmechanisme bevestigd zijn aan de van het chassis af gerichte buitenzijde van respectievelijk het eerste en tweede achterwiel.Processing machine according to any one of the preceding claims, wherein the first and second transmission mechanisms are integrated with the first and second rear wheels, respectively, and/or wherein the first and second transmission mechanisms are attached to the outer side of the first and second rear wheels, respectively, which faces away from the chassis. rear wheel. 13. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de krachtbron van de aandrijving en/of de hydraulische pompeenheid in hoofdzaak in laterale richting centraal ten opzichte van het chassis en bij voorkeur centraal tussen de achterwielen gepositioneerd zijn.Processing machine according to any one of the preceding claims, wherein the power source of the drive and/or the hydraulic pump unit is positioned substantially laterally centrally with respect to the chassis and preferably centrally between the rear wheels. 14. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de verwerkingsinstallatie omvat: - een aan de achterzijde van het chassis bevestigd en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid, in het bijzonder een zwenkbare steunboom; - een aan het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebracht roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogste en op de ondergrond geplaatste vezelplanten; - een transporteur voor het vanaf het opraapelement in axiale richting naar de achterzijde van het zelfrijdende voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten.Processing machine according to one of the preceding claims, wherein the processing installation comprises: - a pivotable support unit attached to the rear of the chassis and extending forwardly, in particular a pivotable support boom; - a rotatable pick-up element arranged at the free end of the pivotable support unit for picking up harvested fiber plants placed on the substrate; - a conveyor for transporting the picked fiber plants from the pick-up element in axial direction to the rear of the self-propelled vehicle. 15. Verwerkingsmachine volgens conclusie 14, waarbij de verwerkingsmachine een keermachine is voor het omkeren van geoogste en op een ondergrond geplaatste vezelplanten, waarbij de verwerkingsinstallatie cen opraap- en keerinstallatie voor het oprapen, omkeren en neerleggen van vezelplanten omvat, de opraap- en keerinstallatie omvattende: - de aan de achterzijde van het chassis bevestigde en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid; - het aan het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebrachte roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogste en op de ondergrond geplaatste vezelplanten; - een transporteur voor het vanaf het opraapelement in axiale richting naar de achterzijde van het voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten, waarbij de transporteur is uitgevoerd om tijdens het transport de opgeraapte vezelplanten om te keren; en - een aan de achterzijde van het voertuig voorziene afgeefeenheid ingericht voor het op de ondergrond neerleggen van de omgekeerde vezelplanten.Processing machine according to claim 14, wherein the processing machine is a turning machine for turning over harvested fiber plants placed on a substrate, the processing installation comprising a picking and turning installation for picking up, turning and depositing fiber plants, comprising the picking and turning installation : - the pivoting support unit attached to the rear of the chassis and extending forwards; - the rotatable pick-up element arranged at the free end of the pivotable support unit for picking up harvested fiber plants placed on the substrate; - a conveyor for conveying the picked-up fiber plants from the pick-up element in axial direction to the rear of the vehicle, the conveyor being configured to reverse the picked-up fiber plants during transportation; and - a delivery unit provided at the rear of the vehicle, designed for depositing the inverted fiber plants on the ground. 16. Verwerkingsmachine volgens conclusie 14 of 15, waarbij de verwerkingsmachine een oprolmachine is voor het in een rol oprollen van op een ondergrond geplaatste vezelplanten, waarbij de verwerkingsinstallatie een opraap- en oprolinstallatie voor het oprapen, oprollen en neerleggen van vezelplanten omvat, de opraap- en oprolinstallatie omvattende: - de aan de achterzijde van het chassis bevestigde en zich naar voren toe uitstrekkende zwenkbare steuneenheid; - het aan het vrije uiteinde van de zwenkbare steuneenheid aangebrachte roteerbaar opraapelement voor het oprapen van geoogste en op de ondergrond geplaatste vezelplanten;Processing machine according to claim 14 or 15, wherein the processing machine is a winding machine for rolling up fiber plants placed on a substrate into a roll, the processing installation comprising a pick-up and roll-up installation for picking up, rolling up and laying down fiber plants, the pick-up a roll-up installation comprising: - the pivotable support unit attached to the rear of the chassis and extending forwards; - the rotatable pick-up element arranged at the free end of the pivotable support unit for picking up harvested fiber plants placed on the substrate; - een transporteur voor het vanaf het opraapelement in axiale richting naar de achterzijde van het zelfrijdende voertuig transporteren van de opgeraapte vezelplanten; - een oproleenheid voor het in een rol oprollen van de getransporteerde vezelplanten en op de ondergrond neerleggen van de in een rol gerangschikte vezelplanten.- a conveyor for transporting the picked fiber plants from the pick-up element in axial direction to the rear of the self-propelled vehicle; - a winding unit for rolling up the transported fiber plants into a roll and depositing the fiber plants arranged in a roll on the substrate. 17. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede achterwiel gepositioneerd op een in axiale richting in hoofdzaak gelijke positie.A processing machine according to any one of the preceding claims, wherein the first and second rear wheels are positioned at a substantially equal position in the axial direction. 18. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voertuig een driewieler, in het bijzonder een asymmetrische driewieler, is.Processing machine according to one of the preceding claims, wherein the vehicle is a tricycle, in particular an asymmetrical tricycle. 19. Verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten, in het bijzonder hennep of vlas, bij voorkeur een verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, de verwerkingsmachine omvattende - een zelfrijdend voertuig, omvattende een chassis waaraan is aangebracht: - een eerste en tweede achterwiel gepositioneerd op een in axiale richting in hoofdzaak gelijke of verschillende posities en op in laterale richting verschillende, zich op afstand van elkaar bevindende posities, waarbij de axiale richting zich dwars op de axiale richting uitstrekt, alsmede een voorwiel gepositioneerd op een in laterale richting in hoofdzaak gelijke positie als het eerste achterwiel, waarbij het voorwiel zwenkbaar is uitgevoerd; - een verwerkingsinstallatie voor het oppakken en transporteren van de vezelplanten; waarbij het chassis omvat: - een eerste chassisdeel waaraan ten minste de achterwielen en de verwerkingsinstallatie zijn bevestigd; en - een scharnierbaar aan het eerste chassisdeel bevestigd tweede chassisdeel waaraan ten minste het zwenkbare voorwiel bevestigd is, waarbij tussen het eerste en tweede chassisdeel ten minste één scharnier is voorzien en waarbij het ten minste ene scharnier zich op een positie in hoofdzaak centraal tussen het voorwiel en het eerste achterwiel bevindt.Processing machine for processing fiber plants, in particular hemp or flax, preferably a processing machine according to any one of the preceding claims, the processing machine comprising - a self-propelled vehicle, comprising a chassis to which are arranged: - a first and second rear wheel positioned on an axial direction substantially equal or different positions and in laterally different, spaced positions, the axial direction extending transversely to the axial direction, and a front wheel positioned at a laterally substantially equal position as the first rear wheel, wherein the front wheel is made pivotable; - a processing installation for picking up and transporting the fiber plants; wherein the chassis comprises: - a first chassis part to which at least the rear wheels and the processing installation are attached; and - a second chassis part pivotally attached to the first chassis part to which at least the pivotable front wheel is attached, wherein at least one hinge is provided between the first and second chassis part and wherein the at least one hinge is located at a position substantially centrally between the front wheel and the first rear wheel is located. 20. Verwerkingsmachine volgens conclusie 19, waarbij tussen het eerste en tweede chassisdeel een veerelement is aangebracht.20. Processing machine according to claim 19, wherein a spring element is arranged between the first and second chassis part. 21. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij zwenkbare voorwiel via cen rotatieve actuator met het chassis, bij voorkeur met het tweede chassisdeel van het chassis, gekoppeld is, waarbij de rotatieve actuator is ingericht voor het sturen van het voorwiel.Processing machine according to one of the preceding claims, wherein pivotable front wheel is coupled to the chassis via a rotary actuator, preferably to the second chassis part of the chassis, wherein the rotary actuator is adapted to control the front wheel. 22. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het zelfrijdende voertuig een bestuurderscabine omvat die is gepositioneerd op een positie tussen het eerste achterwiel en het voorwiel en/of waarbij de bestuurderscabine zich uitstrekt boven het tweede chassisdeel en ondersteund wordt op het eerste chassisdeel.A processing machine according to any one of the preceding claims, wherein the self-propelled vehicle comprises a driver's cab positioned at a position between the first rear wheel and the front wheel and/or wherein the driver's cab extends above the second chassis part and is supported on the first chassis part. 23. Verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende stuurmiddelen voor het sturen van de achterwielen.Processing machine according to one of the preceding claims, comprising steering means for steering the rear wheels. 24. Gebruik van de verwerkingsmachine volgens een van de voorgaande conclusies.Use of the processing machine according to any one of the preceding claims.
BE20205456A 2020-06-22 2020-06-22 FIBER PLANT PROCESSING MACHINE BE1028420B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205456A BE1028420B1 (en) 2020-06-22 2020-06-22 FIBER PLANT PROCESSING MACHINE
FR2106603A FR3111516A1 (en) 2020-06-22 2021-06-22 FIBROUS PLANTS TREATMENT MACHINE

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205456A BE1028420B1 (en) 2020-06-22 2020-06-22 FIBER PLANT PROCESSING MACHINE

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028420A1 true BE1028420A1 (en) 2022-01-24
BE1028420B1 BE1028420B1 (en) 2022-01-31

Family

ID=71465018

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205456A BE1028420B1 (en) 2020-06-22 2020-06-22 FIBER PLANT PROCESSING MACHINE

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1028420B1 (en)
FR (1) FR3111516A1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3135186B1 (en) * 2022-05-03 2024-05-03 N V Depoortere Machine comprising a system for turning plant stems

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB840973A (en) * 1955-10-10 1960-07-13 Agrostroj Pelhrimov Np A machine for picking-up rippling and binding of flax stalks
US3469381A (en) * 1966-12-09 1969-09-30 Deere & Co Hydraulic drive and controls for a self-propelled windrower
FR2900310B1 (en) * 2006-04-28 2010-10-22 Guy Dehondt METHOD AND MULTI-ROW SELF PROPELLED MACHINE FOR PICKING UP, RETURNING AND RESTORING FIBROUS PLANTS, IN PARTICULAR FLAX, BY A SWIVEL ELEMENT LOCATED ON THE BACK.
FR2916604B1 (en) * 2007-05-31 2009-09-04 Depoortere Nv CARRIER STRUCTURE FOR ANDAINS RETRACTOR
DE102010042801A1 (en) * 2010-10-22 2012-04-26 Zf Friedrichshafen Ag Hydrostatic single-wheel drive for combine harvester and chaff-cutter, has hydrostatic drive unit with hydraulic motors, gear boxes as summation gearboxes and combined assembly with planetary gear, driving brake and wheel bearing
CA2937957C (en) * 2014-01-31 2016-12-06 Agco Corporation Automatic load control for self-propelled windrower
FR3063417B1 (en) * 2017-03-03 2021-07-09 Guy Dehondt SELF-PROPELLED AGRICULTURAL MACHINE FOR MAINTENANCE OF TRAFFIC SHUTTLES AND CURBS

Also Published As

Publication number Publication date
FR3111516A1 (en) 2021-12-24
BE1028420B1 (en) 2022-01-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1273344C (en) Hight adjustable chassis for regulating orientation of chassis part in relation to reference orientation
KR100584785B1 (en) Work vehicle
BE1028420B1 (en) FIBER PLANT PROCESSING MACHINE
BE1030074B1 (en) FIBER PLANT PROCESSING MACHINE
KR20120030350A (en) Traveling vehicle
GB2173746A (en) Steering and propelling a vehicle
BE1029605B1 (en) MACHINE AND METHOD FOR PROCESSING FIBER PLANTS
BE1028410B1 (en) FIBER PLANT PROCESSING MACHINE
JPH08142906A (en) Steering device for travelling crawler
CN114402763A (en) Separating and planting mechanism of universal rice transplanter
JPH09216571A (en) Steering device of running working machine
JPH09207810A (en) Steering device for traveling crawler
CN116709902A (en) Treatment machine and method for treating fibrous plants
JPH09202258A (en) Steering device for running work machine
JP3817251B2 (en) Power transmission device for combine
JPH09216522A (en) Steering device of running work machine
JP2002068006A (en) Combined harvester and thresher
JP2001138943A (en) Crawler traveling vehicle
JPH09202255A (en) Steering device of running work machine
CN1044188C (en) Transplanting rice seedlings machine
JPH09202259A (en) Steering device for running work machine
JP3429253B2 (en) Moving agricultural machine
JPH081631Y2 (en) Harvester
JPH09202254A (en) Steering device for running work machine
JP3429252B2 (en) Combine

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220131