BE1028291B1 - Afsluiting met een onzichtbare verankering - Google Patents

Abstract

Afsluiting van het type dat in hoofdzaak bestaat uit verticaal opstaande palen (1) met daartussen panelen (25) welke dwars op de palen (1) gericht zijn, waarbij elke paal (1) voorzien is van minstens een volgens de lengterichting van de paal (1) gerichte sleuf (7) waarlangs een eerste kanaalvormige kamer (11) bereikbaar is waarin panelen (25) zijn geschoven, waarbij doorheen één of meer van de panelen (25), volgens de lengterichting ervan, van eerste kopse uiteinde (27) tot tweede kopse uiteinde, een kanaal (19, 20) is voorzien waarin een profiel (24) is aangebracht dat niet of hoogstens op één punt verbonden is met het paneel (25) , welk profiel (24) aan beide uiteinden voorzien is van eerste verankeringsmiddelen welke in gemonteerde toestand van het betreffende paneel (25) , samenwerken met tweede verankeringsmiddelen voorzien aan de plan (1) en minstens weerstand bieden tegen krachten in de lengterichting van het paneel (25).

Description

: ; BE2020/5334 Afsluiting met een onzichtbare verankering. : De huidige uitvinding heeft betrekking op een afsluiting ; 5 met een onzichtbare verankering. | Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het verankeren | van panelen aan opstaande paien, die samen met de panelen die tussen de palen worden geschoven, een afsluiting vormen zoais een tuinscherm of een windscherm, Het is bekend dat afsluitingen zoals tuinschermen opgebouwd kunnen worden door panelen te schuiven in opstaande palen, die aan weerszijden voorzien zijn van sleuven om de panelen in te schuiven, Traditioneel gebeurde dit met betonnen panelen tussen cpstaande palen in beton, maar ook met houten balken, pianken of panelen die tussen houten palen, voorzien van zijdelingse sleuven werden geschoven, Meer recent worden meer en meer kunststoffen gebruikt, die het voordeel hebben sterk en licht van gewicht te zijn, en zeer weerbestendig te zijn, zodat ze weinig of geen onderhoud vergen, Dergelijke afsluitingen uit kunststof vertonen echter het nadeel dat de opstaande palen moeilijker verticaal recht te houden zijn omdat palen en panelen minder wegen, en gemakkelijker loskomen door stormwind bijvoorbeeld,

Nog een nadeel van deze afsluitingen uit kunststof is dat | ze gemakkelijker kunnen inzakken ter hoocgte van het : maaiveld of de bestrating omdat ze onvoldoende verankerd en : verstevigd zijn.

F De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voorncemde en 9 andere madeien een oplossing te bieden, doordat zij 9 voorziet in een afsluiting met een van buiten uit # onzichtbare maar stevige verankering van de panelen aan de 13 verticale palen waartussen zij zich bevinden.

Hiertoe betreft de uitvinding een afsluiting van het type dat, in gemonteerde toestand, in hoofdzaak bestaat uit verticaal opstaande palen met daartussen panelen welke dwars op de palen gericht zijn en in het vlak van de afsluiting gelegen zijn, waarbij elke paal voorzien is van minstens één volgens de lengterichting van de paal gerichte sleuf waarlangs een eerste kanaalvormige kamer bereikbaar is waarin panelen zijn geschoven, waarbij doorheen één of meer van de panelen, meer bepaald volgens de lengterichting ervan van eerste kopse uiteinde tot tweede kopse uiteinde, een kanaal is voorzien waardoorheen een profiel is aangebracht dat niet of hoogstens op één punt verbonden is met het paneel, waarbij het profiel aan beide uiteinden voorzien is van eerste verankeringsmiddelen welke zich uitstrekken voorbij de kopse uiteinden van het paneel en welke aan beide uiteinden, in gemonteerde toestand van het betreffende paneel, samenwerken met de tweede verankeringsmiddelen voorzien aan de palen waartussen het panee)l gemonteerd is en welke tweede verankeringsmiddelen

N BE2020/5334 3 9 minstens weerstand bieden tegen krachten in de richting van | het paneel. 9 Een voordeel van een dergelijke verstevigde afsluiting is | 5 dat ze toelaat dat de panelen, in gemonteerde toestand, 9 thermisch kunnen uitzetten of krimpen, zonder de verankering van het profiel aan de paal en de stevigheid van de afsluiting te beïnvloeden, dankzij het vrije of hoogstens op één punt met het paneel verbonden profiel. Daartoe voorziet de eerste kanaalvormige kamer tevens in voldoende ruimte voor het doorgevoerde profiel. Nog een voordeel van een dergelijke verstevigde afsluiting is dat de versteviging van buiten uit onzichtbaar is.

LS De eerste verankeringsmiddelen voorzien aan een uiteinde van een profiel kunnen in hoofdzaak een verbreding van het profiel betreffen en/of een lokale versmalling, en/of een buiten het veriengde van het profiel gelegen uitstulping of schouder, waarbij de verbreding en/of de uitstulping of schouder op geïntegreerde wijze voorzien is aan het profiel of voorzien is aan een met het profiel verbonden opzetstuk, De eerste verankeringsmiddelen kunnen in hoofdzaak ook bestaan uit ankerblokken welke een koppeldeel en een uitstekend schouderdeel omvatten, welk koppeldeel in gemonteerde gebruikspositie met het profiel verbonden is en hoofdzakelijk in de eerste kansalvormige kamer is voorzien, terwijl het uitstekende schouderdeel hoofdzakelijk in de tweede kanaalvormige kamer is voorzien, en hierin alleen

| BE2020/5334 | 4 verschuifbaar is in de verticale richting van de costaande 9 paal. 9 De tweede verankeringsmiddeien welke voorzien zijn aan een # 5 paal, omvatten in hoofdzaak een volgens de lengterichting van de paal gerichte tweede kanaalvormige kamer, bereikbaar via de eerste kanaalvormige kamer waarin, in gemonteerde toestand, panelen zijn geschoven, welke tweede kanaalvormige kamer minstens deels verdoken is opgesteld wanneer beschouwd vanuit de eerste kanaalvormige kamer in een positie nabij de open sieuf van de paal, waarin de panelen geschoven worden, Hierbij ds bij voorkeur tussen de eerste kanaalvormige kamer en de tweede kanaalvormige kamer een vernauwing voorzien, of is de eerste kanaalvormige kamer nauwer uitgevoerd dan de tweede kanaalvormige kamer, en/of omvalt de tweede kanaalvormige kamer minstens een niet in het verlengde van de eerste kanaalvormige kamer gelegen deel, wanneer beschouwd vanuit het midden van een aangebracht paneel, Het profiel kan een lat, een L-profiel, een U-profiel, of een H-profiel betreffen waaraan de eerste verankeringsmiddelen bevestigd worden die met de tweede verankeringsmiddelen kunnen samenwerken en die eraan gekoppeld worden door middel van een mechanische verbinding.

Het profiel kan ook een koker betreffen die veelhoekig, cilindrisch, of afgerond is maar zo bemeten is dat de koker

9 _ BE2020/5334 : + in of over het koppeldeel van de eerste | verankeringsmiddelen geschoven kan worden die met de tweede : verankeringsniddelen kunnen samenwerken en die eraan | gekoppeld worden door middel van sen mechanische 9 5 verbinding. 9 In beide gevallen kan de mechanische verbinding gevormd > worden door één of meer schroeven, of door een indrukbare en verende kiiksluitina, die in daartoe voorziene perforaties of uitsparingen in het profiel kan vastgeklikt worden, of door zijdelingse of centrale uitstulpingen die samenwerken met daartoe voorziene uitsparingen in het profiel om een mechanische verbinding te bekomen.

Bi] voorkeur vertonen de ankerblokken elk tenminste twee indrukbare en verende kliksiuitingen op het kopveldeel, waarvan ten minste éên op het in gemonteerde toestand naar boven gerichte viak van het koppeldeel, en tenminste één op het in gemonteerde toestand naar beneden gerichte vlak van het kopveldeel, welke kliksluitingen in daartoe voorziene perforaties of uitsparingen in het profiel kunnen vastgeklikt worden, Bij voorkeur vertonen de ankerblokken elk ook tenminste 253 twee boorgaten in het uitstekende schouderdeel, waardoor schroeven kunnen worden sangebracht om het uitstekende schouderdeel vast te schroeven aan een paal cp een gewenste hoogte boven, cp of onder het maaiveld of de bestrating wanneer de ankerblokken als onderste stop gebruikt worden.

| 5 BE2020/5334 In deze toepassing wordt het uitstekende schouderdeel van de ankerblokken gebruikt om Le passen in de eerste | xanaalvormige kamer van een opstaande paal, en dit in een | tweede positie van het ankerblok waarbij het uitstekende 9 3 schouderdeel in de eerste kanaalvormige kamer wordt 9 voorzien en het koppeldeel naar de paalkern toegekeerd is 9 en wordt het ankerblok op een gewenste hoogte van de paal gefixeerd door schroeven via ten minste twee daartoe 5 voorziene boorgaten vast te schroeven aan de paal, waarbij lb het ankerbiok gebruikt wordt als stop voor een bovenliggende reeks panelen zodat het onderste paneel van de reeks panelen boven, op of onder het niveau van het maaiveld of de bestrating vastgehouden wordt.

De ankerblokken kunen ook in deze tweede positie gebruikt worden in een eindstandige verticale paal, om de niet gebruikte sleuf aan één kant van de verticale paal op een aantal gekozen hoogtes boven het maaiveld of de bestraring te blokkeren met het uitstekend schouderdeel van op die ; hoogtes aangebrachte ankerblckken, met het doel een schutprofiel in de niet- gebruikte sleuf te verstevigen en geschikt Le maken voor een hierop aangebrachte belasting zoals bijvoorbeeld sen scharnierend tuinhek, waarbij vervorming van het schutprofiel in de niet- gebruikte sleuf voorkomen wordt, Het schutprofiel wordt tussen de randen van de open sleuf en het koppgeldeel van de op die hoogtes aangebrachte ankerblokken aangebracht.

Eike opstaande paal in de afsluiting bestaat uit een H- profiel met een voorste opstaand vlak en een achterste opstaand vlak, verbonden door twee centrale opstaande

, BE2020/5334 | wanden, die een centrale verticale holle koker vormen, en | waarin panelen kunnen geschoven worden doorheen wee 9 sleuven, die elk tussen de opstaande uiteinden van het | voorste opstaande vlak en de opstaande uiteinden van het 9 5 achterste opstaande vlak open zijn, waarbij de ruimtes 9 tussen de sleuven en de centrale holle koker in het H- F cvrofiel verdeeld worden in een eerste en een tweede 9 kanaalvormige kamer door verticaal cpstaande uitstulpingen 9 welke kamers een ruimte begrenzen waarin een uitstekend 9 10 schouderdeel van een ankerblok ken passen en verticaal 9 verschoven kan worden in de verticale paal tot op een gewenste hoogte, waarna het ankerblok op de centrale verticale holle koker kan vastgeschroefd worden, en waarbij de twee uitstulpingen dienst doen als geleiders om ertussen geschoven panelen op de gewenste positie te houden.

Bij voorkeur zijn de eerste en tweede kanaalvormigs kamers van de linkse en van de rechtse sleuf in de paal van elkaar gescheiden door een centrale verticale holle koker in de verticale paal, die zorgt voor meer stevigheid van de paal, en die in Lwee Legenover elkaar liggende wanden van de koker de schroeven of andere mechanische bevestigingsmiddelen kan opnemen waarmee de ankerblokken aan weerszijden van de centrale koker aan de verticale paal bevestigd zijn, De ankerbiokken zijn bij voorkeur uitgevoerd in een harde kunststof zoals PVC, die in staat is de belasting van een reeks panelen op te vangen die de afsluiting tussen Lwee opstaande palen vormt,

| BE2020/5334 & ; Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te | tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend : karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen | beschreven van een systeem voor het verankeren van panelen 9 3 in afsluitingen of tuinschermen volgens de uitvinding, met # verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een horizontale doorsnede van een verticaal opstaande paal in een afsluiting volgens de 20 uitvinding weergeeft; figuur 2 in perspectief en in zijaanzicht een ankerblok weergeeft dat in een profiel kan geschoven worden; figuur 3 in gerspectief en in zijaanzicht een profiel met ankerbick weergeeft, dat in de lengterichting door een paneel verschuifbaar is; figuur 4 in perspectief een bovenaanzicht van een paal weergeeft waarin een ankerblok een profiel van een paneel verankert aan de paal; 22 figuur 5 figuur 1 weergeeft, voorzien van een ankerblok in een eerste positie om een paneel te verankeren; figuur 6 figuur 1 weergeeft, voorzien van een anxerbiok maar nu in een tweede vositie om een onderste stop voor een paneel te vormen.

In figuur 1 wordt een horizontale doorsnede getoond door sen verticaal opstaande paal in een afsluiting volgens de uitvinding. De doorsnede toont het Hrprofiel 1 dat de gaal Vormt en opgebouwd is uit een voorste opstaand vlak 2 en een achterste cpstaand vlak 3, verbonden door tenminste één

| BE2020/5334 3 9 maar in dit geval twee centrale opstaande wanden 4, 5 die | samen een centrale verticale holle koker 5 vormen. Het H- 9 profiel is voorzien van twee sleuven 7, B die elk tussen de 9 opstaande uiteinden van het voorste opstaande vlak 3, 9° en 9 5 van het achterste opstaande vlak 10, 10° open zijn, en waarin panelen kunnen geschoven worden. De ruimtes tussen de sleuven 7, 8 en de centrale holle koker 6 in het H- profiel vertonen elk een eerste kanaalvormige ruimte 11, 11’ en een tweede kanaalvormige ruimte 12, 12° die van elkaar gescheiden zijn door verticaal opstaande uitstulpingen 13, die als geleiders fungeren die de panelen op de gewenste afstand houden van het voorste opstaande vlak 2 en van het achterste opstaande vlak 3.

In figuur 2 wordt een ankerblok 14 volgens de uitvinding getoond dat bestaat uit een koppeldeel 15, en een uitstekend schouderdeel 16 dat in een eerste positie past in een eerste kanaalvormige ruimte 11,11’ of in een tweede positie past in een tweede kanaalvormige ruimte 12, 12” en aan de paal kan vastgeschroefd worden op een gewenste hoogte. Het ankerblok 14 is daartoe voorzien van twee boorgaten 17, 18 in de lengterichting van het koppeldeel 15, waardoorheen schroeven kunnen aangebracht worden om het ankerbiok 14 vast te schrceven op een welbepaalde hoogte aan de cpstaande paal 1, in dit geval aan de centrale holle koker 6 van de opstaande paal 1, Het koppeldeel 15 is ook voorzien van twee indrukbare en verende kliksluitingen, één 21 op het in gemonteerde Loestand naar boven gerichte vlak 22 van het koppeldeel 15, en één Z1' op het in gemonteerde toestand naar beneden gerichte vlak 22° van het koppeldeel 15, welke kliksiuitingen 21, 21’ in daartoe voorziene perforaties 23, 23" of uitsparingen in een profiel 24 9 kunnen vastgekiikt worden.

: In figuur 3 wordt een profiel 24 getoond dat in de | 5 lengterichting van een paneel 25 door één van de kanalen 9 19, 20 van het paneel geschoven is en tot voorbij het kopse 9 uiteinde 26, 27 van het paneel 25 reikt, waaraan een 9 ankerblox 14 is bevestigd door zijn koppeldeel 15 in het [ proïiel 24 te schuiven waarbij de kliksluitingen 21, 21° van het koppeldeel 15 in de perforaties 23, 23% in het profiel 24 vastgeklikt worden. Het ankerblok 14 is met zijn uitstekend schouderdeel 16 bevestigd aan een paal, zoals in volgende figuur 4 is weergegeven.

Figuur 4 Loont in bovenaanzicht een paneel 25 dat door middei van een profiel 24 aan een paal 1 verankerd is door middel van een ankerblok 14 waarvan het uitstekende schouderdeel 16, dat verticaal verschuifbaar is in de tweede kanaalvormige ruimte 12 van de paal, op een gewenste hoogte is vastgeschroefd aan in dit geval een opstaande wand 4 van de centrale koker & van de paal 1, die het voorste opstaande vlak 2 met het achterste opstaande vlak 3 van de paal verbindt, De vaal 1 is voorzien van een sleuf 7 waarin een paneel 25 geschoven is. Door één van de kanalen 29 26 in het paneel 25 is een profiel 24 geschoven waarin het koppeldeel 15 van het ankerblok 14 is geschoven waarmee het profiel. 24 aan het ankerbiok 14 vastgeklikt is op een hoogte door het ankerblok 14 bepaald.

Figuur 5 toont een horizontale doorsnede 28 door een verticale paal 1 van een afsluiting volgens de uitvinding,

; 11 aan één sleuf 7 voorzien van een ankerblok 14 in een eerste | positie om een paneel 25 dat door deze sleuf 7 zal worden : neergelaten, te verankeren aan de paal, Het koppeldeel 15 | is voorzien van minstens één kliksiuiting 21 en is gericht 9 5 naar het binnenkomende paneel zodat het in een profiel 24 9 van een paneel 25 kan worden geschoven, om het paneel 25 9 aan het ankerbiok 14 te bevestigen, Het uitstekende [ schouderdeel 16 dat past in de tweede kanaalvormige ruimte 12 verankert het paneel 15 aan de paal,

Fiquur 6 toont dezelfde horizontale doorsnede 28 door een verticale paal, maar nu met het ankerblok 14 in een tweede positie, met zijn uitstekend schouderdeel 16 passend in de serste kanaalvormige ruimte 11 achter de open sleuf 7 van de paal.

In deze positie kan het koppeldeel 15 niet gebruikt worden om een paneel of een profiel 24 te verankeren, maar kan het ankerplak 14, wanneer vastgeschroefd aan de opstaande wand 4 van de centrale koker 6 van de paal, toch een vaste positie innemen ten opzichte van de paal zodat het ankerblok kan fungeren als cnderste stop voor panelen die erboven worden ingeschoven door de open sleuf 7. Indien er geen panelen 25 worden ingeschoven zoals bij een open sleuf aan een eindstandige paal, kunnen één of meer ankerblckken op verschillende hoogtes in de open sleuf geplaatst worden in deze tweede positie, waardoor ze de open sleuf verstevigen en behoeden voor vervorming indien er aan de sleuf 7 bijvoorbeeld een scharnierend poortje wordt opgehangen, De werking van een afsluiting volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt, De werkwijze voor het monteren van

| BE2020/5334

| 12

9 een afsluiting voigens de uitvinding omvat minstens

9 volgende stappen:

9 (ij het hoofdzakelijk verticaal opstellen van het gewenste

9 5 aantai palen {1}:

{ii} het aanbrengen van een onderste stop in elke sleuf en op de gewenste ondergrens van de afsluiting boven, op of onder het niveau van het maaiveld of de bestrating, door een ankerblok in de tweede positie met het uitstekende schouderdeel van bovenuit in de eerste kanaalvormige kamer van elke sleuf in de opstaande palen naar beneden te schuiven, Lot de gewenste verticale positie bereikt is;

(iii) het vastschroeven van elk ankerblok dat als stop wordt gebruikt aan de paal door schroeven via de daartoe voorziene boorgaten vast te schroeven aan de paal op de gewenste verticale positie;

{iv} het vervolgens langs coven inschuiven van het onderste paneel tussen twee aangrenzende palen, zodat dit onderste paneel met beide kopse uiteinden op een onderste stop rust van de aangrenzende palen;

(v} het vervolgens langs boven inschuiven van de hogere panelen Lussen de twee aangrenzende palen, waarbij minstens één paneel voorzien is van een profiel dat aan beide uiteinden voorzien is of wordt van eerste verankeringsmiddelen welke zich uitstrekken voorbij de kopse uiteinden van het paneel en welke aan beide uiteinden, mechanisch verbonden worden met de tweede

| BE2020/5334 13 | verankeringsmiddelen in de palen en ermee samenwerken, | zodat het paneel verticaal naar beneden kan worden : geschoven, tot het hogere pansel met het onderliggende | paneel aansluit. 9 De werkwijze omvat ook het monteren van twee of meer | ankerbiokken in de tweede positie als stoppen in de niet- 9 vebruiktie sleuf aan één opstaande zijde van een eindstandige verticale paal op een aanlal gekozen hoogtes it boven het maaiveld of de bestrating door het uitstekende schouderdeel van de ankerblokken in de eerste kanaalvormige kamer van de niet-gebruikte sleuf verticaal te verschuiven tot de gewenste verticale posities en de ankerblokken op deze posities vast Le schroeven aan de eindstandige peal.

Het is niet noodzakelijk elk paneel te voorzien van een profiel. Omwille van de stevigheid kan men oock ger paar boven elkaar staande panelen, &én ervan voorzien van een profiel, waaraan twee ankerblokken gekoppeld zijn die passen in de eerste kanaalvormige kamers van de twee aanpalende palen, en hierin verticaal naar beneden kunnen schuiven, Nadat alie paneien in de afsluiting zijn geplaatst, kan de bovenkant van de cpstaande palen voorzien worden van een kap met cen losmaakbare sluiting, die voorkomt dat neerslag of vervuiling in de palen zou terecht komen. De cilindervormige uitsparingen in de uitstulpingen 13 kunnen hierbij benut worden om kiemmen of schroeven van de kap in te bevestigen.

| u BE2020/5334 9 Voor een eindstandige paal zijn er slechts twee 9 ankerblokken vereist, en dit aan de kant waar de afsluiting 9 start of eindigt. 9 5 Bij een eindstandige paal kan één van de twee open sleuven 9 open blijven.

Indien aan deze open sleuf 7 een bijkomend | onderdeel wordt bevestigd zoals bijvoorbeeld een poortje dat er scharnierend aan wordt opgehangen, is het raadzaam de open sleuf te voorzien van enkele ankerbiokken 14 die als stoppen worden gemonteerd op verschillende hocotes met hun uitstekend schouserdeel in de eerste kanaalvormige ruimte 11 die naast de open sleuf 7 gepositioneerd is, Deze stoppen zulien de sleuf verstevigen en voorkomen dat de sleufranden 9, 10 vervormd worden door de eraan opgehangen belasting.

Het spreekt vanzelf dat het ankerbiok 14 en de ermee samenwerkende profielen 24 ook een andere vorm kunnen aannemen dan deze in de figuren voorgesteld.

Een voorwaarde 2D biijft wel dat de vorm van het ankerblok 14 en van het profiel 24 op elkaar afgestemd moeten zijn om een stevige, mechanische verankering te kunnen vormen.

Bij voorkeur is de set van eerste en Lweede Kanaaivormige =5 kamers 11, 12 van de linkse sleuf 7 en de set 11’, 12” van de rechtse sleuf 8 in de paal van elkaar gescheiden door sen centrale, verticale holle koker 6 in de verticale paal 1, en dit om de stevigheid van de paal te bevorderen, De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven

| BE2020/5334 uitvoeringsvorm, doch een afsluiting met een onzichtbare

| verankering voor het verankeren van panelen en palen

9 volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen

9 worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de

9 5 uitvinding te treden, zoals deze in de volgende conclusies

‘ gedefinieerd is.

Claims (1)

1. 9 Conclusies, 9 Ll.” Afsluiting van het type dat, in gemonteerde toestand, 9 5 in hoofdzaak bestaat uit verticaal opstaande palen (1) met daartussen panelen (25) welke dwars op de palen {1} gericht zijn en in het vlak van de afsluiting gelegen zijn, waarbij elke paal (1) voorzien is van minstens een volgens de iengterichting van de paal (1} gerichte sleuf (7) waerlangs een eerste kanaalvormige kamer {11} bereikbaar is waarin panelen (25) zijn geschoven, daardcor gekenmerkt dat doorheen één of meer van de panelen (25), meer bepaald volgens de lengterichting ervan, van eerste kopse uiteinde (27) tot tweede kopse uiteinde, een kanaal (19,20) is voorzien waar doorheen een profiel {24} is aangebracht dat niet of hcogstens op één punt verbonden is met het paneel {25}, waarbij het profiel (24) aan beide uiteinden voorzien is van eerste verankeringsmiddelen welke zich uitstrekken voorbij de kopse uiteinden (27) van het paneel {25} en welke aan beide uiteinden, in gemonteerde toestand van het betreffende paneel {25}, samenwerken met tweede verankeringsmiddelen voorzien aan de palen (1) waartussen het paneel gemonteerd is en welke tweede veranxeringamiddelen minstens weerstand bieden Legen krachten in de lencterichting van het paneel {25}. Zer Afsluiting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de eerste verankeringsmiddelen voorzien aan een uiteinde van een profiel (24) in hoofdzaak een verbreding van net profiel (24) betreffen en/of sen Lokale versmalling, en/of een buiten het verlengde van het profiel

   | Lu BE2020/5334 | (24) gelegen uitstulping of schouder omvatten, waarbij de | verbreding en/of de uitstulping of schouder op : geïntegreerde wijze voorzien is aan het profiel of voorzien | is aan een met het profiel {24} verbonden opzetstuk. 9 5 9 3,- Afsiuiting volgens conclusie 1 of 5, daardoor { gekenmerkt dat de tweede verankeringsmiddelen welke 9 voorzien zijn aan een paal {1}, in hoofdzaak een volgens de | Liergterichting var de paal {1} gerichte tweede kanaalvormige kamer (12) omvatten, bereikbaar via de eerste kanaalvormige kamer {11} waarin, in gemonteerde toestand, panelen (25) zijn geschoven, welke tweede kanaalvormige kamer minstens deels verdoken is opgesteld wanneer beschouwd vanuit de eerste kanaalvormige kamer {11} in een positie nabij de sleuf (7). de Afsiuiting volgens conclusie 3, dJaardoor gekenmerkt dat tussen de eerste kanaalvormige kamer (11) en de tweede kanaalvormige kamer {12} een vernauwing is voorzien, of dat de eerste kanaalvormige kamer (11) nauwer is uitgevoerd dan de tweede &xanaalvormige kamer, en/of dat de tweede kanaalvormige kamer (12) minstens een niet in het verlengde van de eerste Kkanaalvormige kamer gelegen deel omvat, wanneer beschouwd vanuit het midden van een aangebracht paneel (25}.

   5.- Afsluiting volgens één of meer van de conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de eerste verankeringsmiddelen in hoofdzaak bestaan uit ankerblokken (14) welke een koppeldeel (15) en een uitstekend schouderdeel (16) omvatten, welk koppeldeel {153 in gemonteerde

   { | BE2020/5334 ; 18 gebruikspositie met het profiel (24} verbonden is en hoofdzakelijk in de eerste kansalvormige kamer (11} is | Voorzien, terwijl het uitstekend schouderdeel (16) hoofdzakelijk in de tweede kanaalvormige kamer {12} is { 5 voorzien, en hierin alleen verschuifbaar is in de verticale 9 richting van de opstaande paal, 9 6.- Afsluiting volgens één of meer van de conclusies 2 tot 3, daardoor gekenmerkt dat het profiel (24} een lat, een L- profiel, een U-profiel, of een H-profiel betreft waaraan de eerste verankeringsmiddelen bevestigd worden die met de tweede verankeringsmiddelen kunnen samenwerken en die eraan gekoppeld worden door middel van eer mechanische verbinding.

   7. Afsiuiting volgens één of meer van de conclusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het profiel (24) een koker betreft die veelhoekig, cilindrisch, of afgerond is maar zo cemerten is dat de koker in of over het koppeldeel van eerste verankeringsmiddelen geschoven kan worden die met de tweede verankeringsmigdelen kunnen samenwerken en die eraan gekoppeld worden door middel var zen mechanische verbinding, 8,- Afsluiting volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de mechanische verbinding gevormd wordt door één oË meer schroeven, of door een indrukbare en verende kliksluiting (21, 21°}, die in daartoe voorziene perforaties (23, 23’) of uitsparingen in het profiel (24) kan vastgekiikt worden, of door zijdelingse of centrale uitstuipingen die samenwerken met daartce voorziene

   9 uitsparingen in het profiel (24) om een mechanische 9 verbinding te vormen, 9 3. Afsluiting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat 9 5 de ankerblokken (14) elk tLenminste twee indrukbare en verende kliksiuitingen (21, 21°) vertonen op het koppeldeel (15), waarvan ten minste één op het in gemonteerde toestand naar Doven gerichte vlak {22} van het koppeldeel (15), en tenminste één op het in gemonteerde toestand naar beneden gerichte vlak (22°) van het koppeldeel (15), welke kliksluitingen (21, 21°) in daartoe voorziene perforaties (23, 23%} of uitsparingen in het profiel (24) kunnen vastgeklikt worden. 10,- Afsluiting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de ankerbliokken {14} elk tenminste twee boorgaten (17, 18) in het uitstekende schouderdeel (16) vertonen, waardoor schroeven kunnen worden aangebracht: om het uitstekende schouderdeel {16} vast te schroeven aan een paal (1) op een gewenste hoogte boven, op of onder het maaiveld of de bestrating wanneer de ankerblokken (14) als onderste Stop gebruikt worden. il.

   Afsluiting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat het uitstekende schouderdeel {16} van de ankerblokken {14} gebruikt wordt om te passen in de eerste kanaaivormige kamer (11, 11’) van sen opstaande paal (1}, en dit in een tweede positie van het = ankerblok (14) waarbij het uitstekende schouderdeel (16) in de eerste kanaalvormige kamer {11, 11’) wordt voorzien en het kopceldeel (15) naar de paalkern toegekeerd is en waarbij het ankerblok (14) op

   | een gewenste hoogte van de paal {1} gefineerd wordt door 9 schroeven via ten minste twee daartoe voorziene boorgaten : {17, 18} vast te schroeven aan de paal {1}, zodat het 9 ankerblok (14) gebruikt wordt als stop voor een 9 5 bovenliggende reeks panelen {25} zodat het onderste paneel 9 van de reeks panelen {25} boven, op of onder het niveau van | net maaiveld of de bestrating vastgehouden wordt,

   12.- Afsluiting volgens één of meer van de conclusies 5 tot LO 11, daardoor gekenmerkt dat de ankerblokken {14} in de tweede positie gebruikt worden in een eindstandige verticale paal (1), om de niet gebruikte sleuf (7) aan één kant van de verticale paal op een aantal gekozen hoogtes boven het maaiveld of de bestrating te blokkeren met het uitstekend schouderdeel {16} van cp die hoogtes aangebrachte ankerblokken {18}, met het doel een eindstandig schutprofiel in de niet gebruikte sleuf (7} te ondersteunen en geschikt te maken voor sen hierop aangebrachte belasting zoals bijvoorbeeld een scharnierend tuinhek, waarbij vervorming van de niet gebruikte sleuf (73 voorkomen wordt. ij. Afsluiting volgens één of meer van de conclusies 5 tot 12 daardoor gekenmerkt dat elke opstaande paal bestaat uit zen H-profiel (1) met een voorste cpstaand vlak (2} en een achterste onstaand vlak (3), verbonden door twee centrale costaande wanden (4, 5), die een centrale verticale holle koker {6} vormen, en waarin panelen kunnen geschoven worden doorheen twee sleuven (7, B}, die elk tussen de opstaande uiteinden (9, 9’) van het voorste opstaande vlak (2) en de opstaande uiteinden (10, 10°} van het achterste opstaande

   Du BE2020/5334 viak (3) open zijn, waarbij de ruimtes (11, 12} tussen de sleuven (7, 8) en de centrale holle koker (6) in het H- profiel {1} verdeeld worden in een eerste (11, 11’) en een tweede kanaalvormige kamer door verticaal opstaande 9 > uitstulpingen {13}, welke kamers een ruimte begrenzen | waarin een uitstekend schouderdeel (16) van een ankerblok (14; kan passen en verticaal verschoven kan worden in de verticaie paal tot op een gewenste hoogte, waarna het ankerblok {14} op de centrale verticale holle koker (6) kan 12 vastgeschroefd worden, waarbij de twee uitstulpingen (13) dienst doen als geleiders om ertussen geschoven panelen (25) op de gewenste positie te houden. 14,- Afsluiting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de set van de eerste en tweede kanaalvormige kamer 11, 12 van de linkse sleuf 7 en de set 11°, 12’ van de rechtse sleuf & in de paal van elkaar gescheiden zijn door een centrale, verticale holie koker 6 in de verticale paal 1.

   15.- Werkwijze voor het monteren van sen afsluiting volgens seen of meer van de conclusies 1 tot 14, daardoor gekenmerkt dat zij minstens volgende stappen omvat: {1} het hoofdzakelijk verticaal opstellen van het gewenste aantal palen {1}; {11} het aanbrengen van een onderste stop in elke sleuf en op de gewenste ondergrens van de afsluiting boven, op of onder het niveau van het maaiveld of de bestrating, door een ankerbiok (14} in omgekeerde positie met het uitstekend

   | schouderdeel (16) van bovenuit in de serste kanaalvormige 9 kamer ({11, 11°} van elke sleuf in de opstaande palen naar 9 veneden te schuiven, tot de gewenste verticale positie 9 bereikt is; 9 5 | {111} het vastschroeven van elk ankerblok (14) dat als stop wordt gebruikt aan de paal (1} door schroeven via de daartoe voorziene boorgaten (17, 18} vast te schroeven aan de paal {1) op de gewenste verticale positie; {iv) het vervolgens langs boven inschuiven van het onderste paneel (25) tussen wee aangrenzende palen (1), zodat dit onderste paneel met beide kopse uiteinden op een onderste stop rust van de aangrenzende palen {1}: (v} het vervolgens langs boven inschuiven van de hogere panelen {25} tussen de twee aangrenzende palen (1), waarbij minstens één paneel voorzien is van een profiel (24) dat aan beide uiteinden voorzien is of wordt van eerste 26 verankeringsmiddeien welke zich uitstrekken voorbij de kopse uiteinden {27} van het paneel (25) en welke aan beide uiteinden, mechanisch verbonden worden met de tweade verankeringemiddelen in de palen en ermee samenwerken, zodat het paneel verticaal naar beneden kan worden geschoven, tot het hogere paneel aan het onderliggende paneel aansluit.

   16.- Werkwijze voor het monteren van Lwee of meer ankerblokken {14} in de tweede positie als stoppen in de 3D niet gebruikte sleuf (7) aan één opstaande zijde van een eindstandige verticale paal (1} op een aantal gekozen

   | noogtes boven het maalveld of de bestrating door het : uitstekend schouderdeel {16} van de ankerblokken {14} in de : eerste kanaalvormige kamer van de niet cebruikte sleuf 9 verticaal te verschuiven tot de gewenste verticale positie 9 5 en de ankerblokken op deze posities vast te schroeven aan 9 de eindstandige paal,