BE1027927B1 - Vacuum koepelinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan - Google Patents

Vacuum koepelinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan Download PDF

Info

Publication number
BE1027927B1
BE1027927B1 BE20195994A BE201905994A BE1027927B1 BE 1027927 B1 BE1027927 B1 BE 1027927B1 BE 20195994 A BE20195994 A BE 20195994A BE 201905994 A BE201905994 A BE 201905994A BE 1027927 B1 BE1027927 B1 BE 1027927B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
dome
glass
elements
glass dome
frame
Prior art date
Application number
BE20195994A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027927A1 (nl
Inventor
Jean Marc Gilles Glorieux
Original Assignee
Skylux Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Skylux Nv filed Critical Skylux Nv
Priority to BE20195994A priority Critical patent/BE1027927B1/nl
Publication of BE1027927A1 publication Critical patent/BE1027927A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027927B1 publication Critical patent/BE1027927B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/03Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/66Units comprising two or more parallel glass or like panes permanently secured together
    • E06B3/6612Evacuated glazing units
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/66Units comprising two or more parallel glass or like panes permanently secured together
    • E06B3/663Elements for spacing panes
    • E06B3/66304Discrete spacing elements, e.g. for evacuated glazing units
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/66Units comprising two or more parallel glass or like panes permanently secured together
    • E06B3/673Assembling the units
    • E06B3/67326Assembling spacer elements with the panes
    • E06B3/67334Assembling spacer elements with the panes by soldering; Preparing the panes therefor
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A30/00Adapting or protecting infrastructure or their operation
    • Y02A30/24Structural elements or technologies for improving thermal insulation
    • Y02A30/249Glazing, e.g. vacuum glazing
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B80/00Architectural or constructional elements improving the thermal performance of buildings
    • Y02B80/22Glazing, e.g. vaccum glazing

Abstract

Koepelinrichting omvattende een eerste glaskoepelelement (10), een tweede glaskoepelelement (20), en een frame (30) dat voorzien is langs een omtrek van het eerste en het tweede glaskoepelelement, zodanig dat tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement een afgesloten ruimte (R) wordt gevormd, waarbij meerdere afstandselementen (25) verspreid zijn aangebracht tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement ten minste tussen een eerste en een tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement, zodanig dat het eerste glaskoepelelement op een afstand ligt van het tweede glaskoepelelement, waarbij de druk in de afgesloten ruimte lager is dan atmosferische druk.

Description

| BE2019/5994
VACUUM KOEPELINRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN
DAARVAN Vakgebied De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een koepelinrichting, in het bijzonder een koepelinrichting met een eerste en tweede glaskoepelelement, en op een werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Achtergrond Dakinrichtingen waarin één of meerdere vlakke en/of koepelvormige kunststof- of glaselementen worden gecombineerd, zijn bekend. Zo zijn bijvoorbeeld meerwandige kunststofkoepels bekend waarin een aantal koepelschalen op een afstand van elkaar worden aangebracht. Ook zijn koepelinrichtingen bekend waarin een vlakke transparante kunststof- of glasplaat wordt gecombineerd met een koepelschaal. Voorbeelden hiervan worden beschreven in de volgende octrooipublicaties op naam van Aanvraagster: Europese octrooiaanvraag met publicatienummer EP 3 453 810 A1, Belgische octrooiaanvrage nr. 2016/5645, Belgisch octrooi nr. 1020769 en Belgisch octrooi nr. 1019311. De tekst van deze octrooipublicaties is hier opgenomen door verwijzing. Dergelijke dakinrichtingen worden typisch voorzien van een frame voor montage op een opstand of op een andere geschikte steunstructuur.
Verder zijn werkwijzen bekend voor vervaardigen van zogenaamde geïsoleerde glaspaneelsamenstellen bekend waarin meerdere glaspanelen worden gecombineerd en waarbij de ruimte tussen de glaspanelen in hoofdzaak vacuüm is.
Samenvatting van de uitvinding Uitvoeringsvormen van de uitvinding hebben als doel een werkwijze te verschaffen voor het vervaardigen van cen koepelinrichting met een eerste en tweede glaskoepelelement, waarbij de koepelinrichting verbeterde isolatie-eigenschappen heeft en een eenvoudige montage toelaat.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een koepelinrichting verschaft omvattende een eerste glaskoepelelement, een tweede glaskoepelelement, en een frame. Het frame is voorzien langs een omtrek van het eerste en het tweede glaskoepelelement, waarbij tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement een afgesloten ruimte wordt gevormd. Meerdere afstandselementen zijn voorzien tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement ten minste tussen een eerste en een tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement, zodanig dat het eerste glaskoepelelement op een afstand ligt van het tweede koepelelement. De afgesloten ruimte is op
° BE2019/5994 een druk gebracht die lager is dan de atmosferische druk, bijvoorbeeld tussen 10* en 10° bar. Bij voorkeur zijn in het frame één of meer inzetstukken opgenomen.
Het gebruik van een frame, typisch vervaardigd uit een uitgehard kunststofmateriaal, laat toe om daarin inzetstukken op te nemen, zodat de koepelinrichting eenvoudig monteerbaar is op een opstand. In een mogelijke uitvoering is het frame voldoende dicht en door de aanwezigheid van de afstandselementen kan de druk tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement zeer laag zijn, bijvoorbeeld in hoofdzaak vacuüm. Bij voorkeur is echter een dichting aangebracht langs de omtrek van het eerste en het tweede glaskoepelelement voor het dicht afsluiten van de afgesloten ruimte, en waarbij de dichting omgeven is door het frame. De dichting is bij voorkeur vervaardigd uit metaal of uit glas. Een dergelijke dichting kan elke geschikte dichting zijn die bekend is bij de vakman, en meer in het bijzonder elke geschikte dichting die wordt gebruikt in zogenaamde geïsoleerde glaspaneelsamenstellen. Het eerste en het tweede glaskoepelelement zijn bij voorkeur thermogevormde glaskoepelelementen zijn. Beide glaskoepelelementen kunnen op dezelfde wijze worden gevormd vertrekkend van een vlakke glasplaat. Het thermovormen kan bijvoorbeeld gebruik maken van een mal of draadrooster voor het verkrijgen van de gewenste vorm, en het thermovormen maakt bij voorkeur gebruik van gravitatie. De afstandselementen kunnen bijvoorbeeld één van de volgende zijn of een combinatie daarvan: in hoofdzaak pilaarvormige elementen, bolvormige elementen, druppelvormige elementen, draadvormige elementen, knopvormige elementen, etc. De afstandselementen worden bij voorkeur na het thermo-vormen aangebracht op het eerste en/of tweede thermogevormd glaskoepelelement, maar kunnen ook vooraf worden aangebracht op het eerste en/of tweede thermogevormd glaskoepelelement. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm worden de afstandselementen met behulp van een spuitkop aangebracht op een ondervlak van het eerste glaskoepelelement en/of op een bovenvlak van het tweede glaskoepelelement. Typisch kunnen de afstandselementen aangebracht worden met behulp van een druktechniek, bijvoorbeeld een jet-techniek of een zeefdruktechniek. Volgens een andere mogelijkheid worden een etsbare laag aangebracht op een ondervlak van het eerste glaskoepelelement en/of op een bovenvlak van het tweede glaskoepelelement, en wordt een deel van de etsbare laag weggeëtst ter vorming van de afstandselementen. Meer algemeen kan elke geschikte techniek voor het aanbrengen van afstandselementen op glas gebruikt worden.
De afstandselementen kunnen discrete elementen zijn die op een afstand van elkaar liggen. Bi] voorkeur zijn dan ten minste negen, meer bij voorkeur ten minste zestien, en nog meet bij voorkeur ten minste vijventwintig afstandselementen voorzien. De afstandselementen kunnen echter ook onderling verbonden zijn, bijvoorbeeld onderling verbonden profielelementen.
Bij voorkeur worden de afstandselementen volgens een regelmatig rooster aangebracht tussen het eerste en tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement. De afstandselementen zijn bij voorkeur gehecht aan het eerste of tweede koepelelement.
De afstand tussen het eerste en tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement is bij voorkeur gelegen tussen 0,1 mm en 20 mm, meer bij voorkeur tussen 0,1 mm en 5 mm. Op die manier kan een zeer compacte dakinrichting worden verkregen met zeer goede isolerende eigenschappen.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm hebben het eerste en tweede glaskoepelelement respectievelijk een eerste en tweede vlak omtreksdeel dat het eerste en tweede gekromd oppervlak omringt. De afstandselementen kunnen dan een eerste groep afstandselementen omvatten tussen het eerste en het tweede vlak omtreksdeel en een tweede groep afstandselementen tussen het eerste en tweede gekromd oppervlak.
De één of meer inzetstukken omvatten bijvoorbeeld één of meer van de volgende: een bevestigingsprofiel waaraan één of meer onderdelen bevestigbaar zijn, een ventiel, een sensor, een ventilatie-onderdeel, een verlichtingselement, een kabel of draad, een beugel, een scharnier, een as, cen inschroef-inzetstuk, een vocht absorberend materiaal. Het ventiel kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een lage druk aan te brengen in de afgesloten ruimte, en in het bijzonder om de afgesloten ruimte in hoofdzaak vacuüm te zuigen. De sensor kan bijvoorbeeld een lichtsensor, een regensensor of cen luchtkwaliteitssensor zijn.
In een voordelige uitvoeringsvorm omvatten de één of meer inzetstukken ten minste twee langwerpige bevestigingsprofielen waaraan telkens één of meer onderdelen bevestigbaar zijn. De één of meer onderdelen kunnen bijvoorbeeld één of meer van de volgende zijn: een beugel ingericht voor bevestiging op een opstand, een scharnier, een bevestigingsplaat voor het monteren van een sensor, een as, etc. Het bevestigingsprofiel kan bijvoorbeeld een profiel zijn zoals beschreven in de Belgische octrooiaanvraag 2019/5847 op naam van aanvraagster, ingediend op 19 november 2019, welke hier opgenomen is door verwijzing.
Het frame is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof, bij voorkeur een polyurethaanmateriaal. Bij voorkeur heeft de kunststof een shore A hardheid gelegen tussen 50 en 100, bij voorkeur tussen 60
* BE2019/5994 en 100, meer bij voorkeur tussen 70 en 95. De kunststof is bij voorkeur een uitgeharde polymeersamenstelling. Bij voorkeur heeft de kunststof een dichtheid heeft tussen 800 en 1300 kg/m3.
Een bruikbare uithardbare polymeersamenstelling voor het kunststof frame is bijvoorbeeld een twee-componenten mengsel omvattende een polyol-component en isocyanaat-component, dat met behulp van een mal aangebracht wordt. Het uithardbaar materiaal heeft bij het aanbrengen bij voorkeur cen dynamische viscositeit die gelegen is tussen 100 mPa.s en 1500 mPa.s bij 25°C, bijvoorbeeld gemeten volgens de G 133-07 methode van BASF. Een dergelijke viscositeitswaarde zorgt voor een voldoende vloei zodat het uithardbaar materiaal tot aan de dichting kan stromen alvorens uit te harden.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm hebben het eerste en tweede glaskoepelelement een in hoofdzaak rechthoekige buitenomtrek.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm heeft het eerste en tweede glaskoepelelement elk vier delen die vanaf de buitenomtrek schuin omhoog lopen of horizontaal lopen, en die aansluiten op een centraal koepelvormig deel van het glaskoepelelement.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het vervaardigen van een koepelinrichting omvattende een eerste glaskoepelelement en een tweede glaskoepelelement. De werkwijze omvat de volgende stappen: — het thermovormen van een eerste en een tweede glasplaat ter vorming van eerste en tweede klaskoepelelementen en het aanbrengen van meerdere afstandselementen, zodanig dat de meerdere afstandselementen ten minste tussen een eerste en een tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement zijn gelegen, en zodanig dat het eerste klaskoepelelement op een afstand ligt van het tweede glaskoepelelement; — het aanbrengen van een frame langs een omtrek van het eerste en het tweede glaskoepelelement, waarbij tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement een afgesloten ruimte wordt gevormd, waarbij de afgesloten ruimte op een druk die lager is dan atmosferische druk wordt gebracht. Bij voorkeur worden in het frame één of meer inzetstukken opgenomen. Bij voorkeur wordt een metalen draadmand, bij voorkeur een staaldraadmand gebruikt voor het — thermovormen.
) BE2019/5994 Bij voorkeur wordt voorafgaand aan het aanbrengen van het frame, een dichting aangebracht langs de omtrek van het eerste en het tweede glaskoepelelement voor het dicht afsluiten van de afgesloten ruimte. De dichting kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door het aanbrengen van een glas- en/of metaaldichting. Zo kunnen bijvoorbeeld de buitenranden van de glaskoepelelementen dicht “gesmolten” worden gebruik maken van een op glas gebaseerd soldeermateriaal. Volgens een andere techniek, kan een metaallaag gedeponeerd worden op een omtreksdeel van elk glaskoepelelement, bijvoorbeeld door spraying, waarna een soldeerlaag (“brazing layer”) aangebracht wordt op de metaallaag. Vervolgens kan dan door solderen (brazing) een metalen kader aangebracht worden tussen de soldeerlaag op het eerste glaskoepelelement en de soldeerlaag op het tweede glaskoepelelement. Bij voorkeur wordt het frame aangebracht door een uithardbaar kunststofmateriaal aan te brengen rondom een buitenomtrek van het samenstel gevormd door het eerste en het tweede glaskoepelelement, bij voorkeur tot tegen de dichting indien deze aanwezig is. Bij voorkeur wordt het uithardbaar kunststofmateriaal aangebracht gebruik makend van een mal. Bij voorkeur wordt het kunststofmateriaal aangebracht vanaf een buitenzijde van het tweede glaskoepelelement tot aan een buitenzijde van het eerste glaskoepelelement, optioneel tot tussen cen omtreksdeel van het eerste en het tweede glaskoepelelement.
Het uithardbaar materiaal kan bijvoorbeeld drukloos worden aangebracht gebruik makend van een mal. In een mogelijke uitvoeringsvorm is de mal voorzien van een flexibel deel dat zich uitstrekt in cen omtreksrichting van de eerste en tweede glaskoepelelementen, waarbij het drukloos aanbrengen gebeurt door een injectiestuk te bewegen langs het flexibel deel. Volgens een alternatief kan echter ook met een open mal worden gewerkt, waarbij het injecteren op een goed gecontroleerde wijze gebeurt. Het uithardbaar materiaal is bij voorkeur een uithardbare polymeersamenstelling, bijvoorbeeld een PUR materiaal. Het uithardbaar materiaal is bij bijvoorbeeld een polyurethaan reactiemengsel omvattende een polyol en een isocyanaat. De uithardbare samenstelling is bij voorkeur zodanig samengesteld dat deze een elastomeer copolymeermateriaal met een voldoende hoge dichtheid kan produceren. Dergelijke materialen kunnen eenvoudig drukloos aangebracht worden in een open mal. In een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding is de mal enkel open ter hoogte van het flexibel deel, zodanig dat de vorm van het frame grotendeels bepaald is door de mal, maar men kan ook een open mal zonder flexibel deel gebruiken.
In een voordelige uitvoeringsvorm omvat de mal een eerste langwerpig maldeel en een in hoofdzaak evenwijdig tweede langwerpig maldeel, en is ten minste één van het eerste en het tweede maldeel voorzien van een flexibele lip voor het afsluiten van een ruimte tussen het eerste maldeel en het tweede maldeel. In cen voordelige uitvoeringsvorm heeft elk glaskoepelelement een veelhoekige omtrek, en worden het eerste en het tweede glaskoepelelement ten minste met hun omtreksdelen evenwijdig aan elkaar aangebracht ter vorming van een veelhoekig samenstel. De mal wordt voorzien langs een eerste zijde of langs een eerste paar aangrenzende zijden van het veelhoekig samenstel, waarna een injectiestap uitgevoerd wordt voor het injecteren van uithardbaar materiaal, waarna het veelhoekig samenstel wordt gedraaid en een tweede zijde of een tweede paar aangrenzende zijden van het veelhoekig samenstel in de mal wordt geplaatst, en de injectiestap wordt herhaald langs de tweede zijde of het tweede paar aangrenzende zijden, waarna deze stappen eventueel worden herhaald voor elke volgende zijde of voor elk volgend paar aangrenzende zijden van het veelhoekig samenstel.
Indien het uithardbaar materiaal in de hoeken tussen de eerste zijde of het eerste paar aangrenzende zijden en de tweede zijde of het tweede paar aangrenzende zijden niet op elkaar aansluit na deze injectiestappen, kan men vervolgens deze hoeken, hoek per hoek afwerken. Een dergelijke manier van werken heeft het voordeel dat glaskoepelelementen met verschillende afmetingen in dezelfde machine behandeld kunnen worden. Merk op dat het ook mogelijk is om het uithardbaar materiaal in één keer aan te brengen met een daartoe geschikte mal.
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft elk glaskoepelelement een in hoofdzaak rechthoekige omtrek zodanig dat een rechthoekig samenstel wordt gevormd door het eerste en tweede glaskoepelelement. Wanneer elk glaskoepelelement een in hoofdzaak rechthoekige omtrek heeft, kan men dus de eerste, tweede, derde en vierde zijde achtereenvolgens voorzien van uithardbaar materiaal door de hierboven beschreven stappen uit te voeren voor elke zijde. Volgens een alternatief, kan men eerst de eerste en tweede zijde voorzien van uithardbaar materiaal, waarna men het samenstel draait en de derde en vierde zijde worden voorzien van uithardbaar materiaal, door de hierboven beschreven stappen uit te voeren telkens per twee zijden. Wanneer gewerkt wordt per paar zijden, kunnen optioneel de twee hoeken daartussen verder afgewerkt worden. Op die manier wordt een rechthoekige koepelinrichting verkregen waarvan de glaskoepelelementen verankerd zijn in een in hoofdzaak rechthoekig frame vervaardigd uit het uithardbaar materiaal.
In een alternatieve uitvoeringsvorm heeft elk glaskoepelelement een ronde omtrek, zodanig dat een rond samenstel wordt gevormd door de eerste en tweede glaskoepelelementen.
/ BE2019/5994 Voordelige uitvoeringsvormen worden beschreven in de afhankelijke conclusies.
Bij voorkeur worden de afstandselementen volgens een regelmatig rooster aangebracht op het eerste of tweede glaskoepelelement, voorafgaand of na het thermovormen, en bij voorkeur zodanig dat de afstandselementen hechten aan het eerste of tweede glaskoepelelement.
De afstandselementen kunnen bijvoorbeeld worden aangebracht door een drukproces, bijvoorbeeld door een jet-proces of een zeefdrukproces.
In een voorkeursuitvoeringsvorm kunnen het eerste en tweede glaskoepelelement verder gecombineerd worden met één van de volgende of een combinatie daarvan: een glasplaat, een glaskoepel, cen kunststofplaat zoals een polycarbonaatplaat, cen kunststofkoepel zoals een polycarbonaatkoepel.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm stemt de omtrek van de glaskoepelelementen in hoofdzaak overeen met elkaar.
De vakman begrijpt dat deze omtrekken ook verschillend kunnen zijn, maar een min of meer gelijke omtrek heeft het voordeel dat de mal een eenvoudige vorm kan aannemen, en dat met relatief weinig uithardbaar materiaal een frame kan worden verkregen rond de omtrek van de glaskoepelelementen.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm kan een vocht-absorberend materiaal, zoals een silicagel, aangebracht worden tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement.
Volgens een derde aspect van de uitvinding wordt een dakinrichting verschaft omvattende een eerste gewelfd glaspaneel, een tweede gewelfd glaspaneel, en een frame.
Het frame is voorzien langs een omtrek van het eerste en het tweede gewelfd glaspaneel, waarbij tussen het eerste en het tweede gewelfd glaspaneel een afgesloten ruimte wordt gevormd.
Meerdere afstandselementen zijn voorzien tussen het eerste en het tweede gewelfd glaspaneel ten minste tussen een eerste en een tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede gewelfd glaspaneel, zodanig dat het eerste gewelfd glaspaneel op een afstand ligt van het tweede gewelfd glaspaneel.
De afgesloten ruimte is op een druk gebracht die lager is dan de atmosferische druk, bijvoorbeeld tussen 10-3 en 10-6 bar.
Bij voorkeur zijn in het frame één of meer inzetstukken opgenomen.
Bij voorkeur, is het oppervlak van het eerste en tweede gewelfd paneel in hoofdzaak cilindrisch, bijvoorbeeld met een kromtestraal tussen 2 m en 20 m.
In een dergelijke uitvoering kan het frame zodanig vorm gegeven zijn aan de gekromde buitenranden van de eerste en tweede gewelfde glaspanelen dat de onderzijde van het frame zich in cen vlak uitstrekt en zo eenvoudig monteerbaar is op een standaard opstand. Dit kan verwezenlijkt worden door een geschikte mal te gebruiken voor het frame. In een mogelijke uitvoering is het frame voldoende dicht en door de aanwezigheid van de afstandselementen kan de druk tussen het eerste en het tweede gewelfde glaspaneel zeer laag zijn, bijvoorbeeld in hoofdzaak vacuüm. Bij voorkeur is echter een dichting aangebracht langs de omtrek van het eerste en het tweede gewelfd glaspaneel voor het dicht afsluiten van de afgesloten ruimte, en waarbij de dichting omgeven is door het frame. De dichting is bij voorkeur vervaardigd uit metaal of uit glas.
De dichting en/of het frame en/of de afstandselementen en/of de inzetstukken en/of andere elementen kunnen in uitvoeringsvormen volgens het derde aspect uitgevoerd zijn zoals hierboven werd beschreven voor het eerste aspect.
Volgens een vierde aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het vervaardigen van een dakinrichting omvattende een eerste gewelfd glaspaneel en een tweede gewelfd glaspaneel. De werkwijze omvat de volgende stappen: — het thermovormen van een eerste en een tweede glasplaat ter vorming van eerste en tweede gewelfd glaspaneel en het aanbrengen van meerdere afstandselementen, zodanig dat de meerdere afstandselementen ten minste tussen een eerste en een tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede gewelfd glaspaneel zijn gelegen, en zodanig dat het eerste gewelfd glaspaneel op een afstand ligt van het tweede gewelfd glaspaneel; — het aanbrengen van een frame langs een omtrek van het eerste en het tweede gewelfd glaspaneel, waarbij tussen het eerste en het tweede gewelfd glaspaneel een afgesloten ruimte wordt gevormd, waarbij de afgesloten ruimte op een druk die lager is dan atmosferische druk wordt gebracht. Bij voorkeur worden in het frame één of meer inzetstukken opgenomen.
Bij voorkeur wordt een dichting aangebracht langs de omtrek van het eerste en het tweede gewelfd glaspaneel voor het dicht afsluiten van de afgesloten ruimte, en waarbij de dichting omgeven wordt door het frame. De dichting is bij voorkeur vervaardigd uit metaal of uit glas.
Het aanbrengen van de dichting en/of het frame en/of de afstandselementen en/of de inzetstukken en/of andere elementen kan in uitvoeringsvormen volgens het vierde aspect gebeuren zoals hierboven werd beschreven voor het tweede aspect.
Korte figuurbeschrijving Bovenstaande en andere voordelige eigenschappen en doelen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze wordt gelezen in combinatie met de tekeningen in bijlage, waarin Figuren 1A en 1B schematische perspectivische aanzichten zijn die het thermovormen volgens een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van cen koepelinrichting volgens de uitvinding illustreren; Figuren 2A en 2B schematische doorsneden zijn die het voorzien van afstandselementen volgens twee mogelijke uitvoeringsvormen van de werkwijze illustreren; Figuren 3A en 3B schematische bovenaanzichten zijn die het voorzien van afstandselementen volgens twee mogelijke uitvoeringsvormen van de werkwijze illustreren; Figuur 4 een schematische doorsnede van een uitvoeringsvorm van een koepelinrichting illustreert; Figuren SA-SE schematische aanzichten van een uitvoeringsvorm van de werkwijze illustreren, waarbij figuren 5A, 5B en 5D perspectivische aanzichten zijn en figuur 5C en 5E doorsneden zijn; Figuur 6 een schematische doorsnede toont ter illustratie van het injecteren van uithardbaar materiaal in een mal voor het vormen van een frame; Figuren 7 en 8 schematische bovenaanzichten tonen ter illustratie van het injecteren van uithardbaar materiaal in een mal voor het vormen van een frame voor respectievelijk een veelhoekig en een rond koepelsamenstel; Figuur 9 een schematische doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een koepelinrichting illustreert; en Figuren 10A en 10B schematische bovenaanzichten tonen ter illustratie van het injecteren van uithardbaar materiaal in een mal voor het vormen van een frame voor een rechthoekig koepelsamenstel.
Gedetailleerde uitvoeringsvormen Figuren 1A-1B illustreren schematisch cen eerste stap van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige dakinrichting. In deze eerste stap wordt een eerste en een tweede vlakke glasplaat 10°, 20° thermogevormd met behulp van een mal, hier in de vorm van een metalen draadmand 100 ter vorming van eerste en tweede glaskoepelelementen 10, 20.
Figuren 2A en 2B illustreren een tweede stap volgens twee mogelijke varianten. In de variant van figuur 2A worden meerdere afstandselementen 25 aangebracht op een bovenzijde van het eerste glaskoepelelement 10, i.e. op een zijde van het eerste glaskoepelelement 10 die bedoeld is om tegenover het tweede glaskoepelelement 20 te liggen. In de variant van figuur 2B worden meerdere afstandselementen 25 aangebracht op een onderzijde van het tweede glaskoepelelement 20. Volgens de beide varianten worden de meerdere afstandselementen 25 zodanig aangebracht dat ze ten minste tussen een eerste en een tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement 10, 20 zijn gelegen, en zodanig dat het eerste glaskoepelelement 10 op een bepaalde afstand wordt gehouden van het tweede glaskoepelelement 20. Zoals getoond in de bovenaanzichten van figuren 3A en 3B kunnen de afstandselementen 25 volgens een willekeurig geschikt patroon worden aangebracht. In de variant van figuur 3A zijn de afstandselementen 25 volgens een regelmatig rooster aangebracht tussen het eerste en tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement 10, 20. In de variant van figuur 3B zijn minder afstandselementen 25 voorzien, maar deze strekken zich uit over een groter oppervlak. Verder illustreert figuur 3B dat het mogelijk is om rondom de afstandselementen 25 ook een dichting 26, een deel 26 van een dichting, bijvoorbeeld een te versmelten glasrand of metaalrand, of een bevestigingslaag 26 voor een dichting, bijvoorbeeld een soldeerlaag, aan te brengen langs de omtrek van het eerste en/of tweede glaskoepelelement 10, 20. Optioneel kunnen één of meer inzetstukken, zoals een ventiel 40 zijn voorzien, welke door de dichting 26 steken. De afstandselementen 25 kunnen bijvoorbeeld één van de volgende zijn of een combinatie daarvan: in hoofdzaak pilaarvormige elementen, bolvormige elementen, druppelvormige elementen, draadvormige elementen, knopvormige elementen, etc. De afstandselementen 25 worden typisch aangebracht na het thermovormen van de glaskoepelelementen 10, 20. Echter volgens een variant is het ook mogelijk om de afstandselementen 25 vóór het thermovormen aan te brengen.
Figuur 4 illustreert de afgewerkte dakinrichting, waarbij een frame 30 aangebracht is langs een omtrek van het eerste en het tweede glaskoepelelement 10, 20. Het frame 30 omgeeft een dichting 26, zodanig dat tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement 10, 20 een afgesloten ruimte R wordt gevormd. De afgesloten ruimte R is op een druk gebracht die lager is dan atmosferische druk, bij voorkeur in hoofdzaak vacuüm. De afstand d tussen het eerste en tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement is bij voorkeur gelegen tussen 0,1 mm en 20 mm, meer bij voorkeur tussen 0,1 mm en 5 mm. De dikte t van een glaskoepelelement 10, 20 is bij voorkeur gelegen tussen 2 en 10 mm, meer bij voorkeur tussen 2 en 6 mm.
" BE2019/5994 In het frame 30 zijn twee inzetstukken 40 in de vorm van twee langwerpige bevestigingsprofielen voorzien. Aan deze bevestigingsprofielen 40 kunnen telkens één of meer onderdelen bevestigd zijn, zoals een beugel 45 voor bevestiging van de koepelinrichting op een opstand O.
Figuren 5A-5C illustreren een verdere uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een dakinrichting. Het eerste en tweede glaskoepelelement 10, 20 zijn hier zodanig gevormd dat deze respectievelijk een eerste en tweede vlak omtreksdeel 10b, 20b hebben dat een eerste en tweede gekromd oppervlak 10a, 20a omringt. De afstandselementen 25 zijn voorzien tussen het eerste en tweede gekromd oppervlak 10a, 20a. Op het tweede vlak omtreksdeel 20b is een deel 26 van een dichting voorzien, en op analoge wijze kan een overeenstemmend deel 27 (niet te zien in figuur 5B want aan de onderzijde, maar wel zichtbaar in figuur 5C) zijn voorzien aan de bovenzijde van het eerste glaskoepelelement 10. In de getoonde uitvoering zijn de afstandselementen 25 voorzien op de holle zijde van het tweede glaskoepelelement 20 maar deze kunnen ook voorzien worden op de bolle zijde van het eerste onderste glaskoepelelement 10.
In een volgende stap die geïllustreerd is in figuur 5C, worden de glaskoepelelementen 10, 20 met hun omtreksdelen 10b, 20b evenwijdig aan elkaar aangebracht ter vorming een meerwandig koepelsamenstel 50. Hierbij worden de delen 26, 27 van de dichting aan elkaar gehecht en wordt de door de dichting 26, 27 begrensde ruimte R in hoofdzaak vacuüm getrokken. In een volgende stap die geïllustreerd is in figuur 5D, wordt het koepelsamenstel 50 in een mal 200 geplaatst voor het aanbrengen van een uithardbaar materiaal. De mal 200 strekt zich uit van een eerste vlak 21 van het tweede glaskoepelelement 20 tot een tweede vlak 12 van het eerste glaskoepelelement 10 uit. De mal 200 strekt zich hier uit langs een eerste zijde 51 van het samenstel 50 dat gevormd is door het eerste glaskoepelelement 10, het tweede glaskoepelelement 20, de afstandselementen 25, en de dichting 26, 27. De mal 200 begrenst samen met de eerste zijde 51 een ruimte waarin een uithardbaar materiaal geïnjecteerd wordt door een injectiestuk 230. Daartoe kan de mal 200 voorzien zijn van een flexibel deel (niet getoond in figuur 5D) dat zich uitstrekt in een omtreksrichting P1 van het samenstel 50, hier in een richting evenwijdig aan de eerste zijde 51. Via het flexibel deel kan het injectiestuk 230 in de mal 200 gebracht worden voor het bij voorkeur drukloos aanbrengen van een uithardbaar materiaal in de genoemde ruimte terwijl het injectiestuk 230 bewogen wordt ten opzichte van de eerste zijde 51 in de richting P1. Het uithardbaar materiaal heeft bij voorkeur een dynamische viscositeit gemeten bij een afschuifsnelheid van 1/s, die kleiner is dan 35000 mPa.s. Bij voorkeur heeft het uithardbaar materiaal bij het aanbrengen een dynamische viscositeit heeft die gelegen is tussen 100 mPa.s en 1500 mPa.s gemeten bij 25°C. Het uithardbaar materiaal is bij voorkeur een uithardbare polymeersamenstelling, bijvoorbeeld een PUR-materiaal. Het materiaal strekt zich uit langs de omtrek van het meerwandig samenstel 50, en is na uitharden gehecht aan de glaskoepelelementen 10, 20. Bij voorkeur, heeft het uithardbaar materiaal na uitharden een shore A hardheid gelegen tussen 50 en 100, bij voorkeur tussen 60 en 100, meer bij voorkeur tussen 70 en 95. De dichting 26, 27 en het uitgehard materiaal kunnen één geïntegreerd geheel vormen, zie figuur SE, dat zich uitstrekt tussen de glaskoepelelementen 10, 20.
In de variant van figuren 5A-5E hebben de glaskoepelelementen 10, 20 een rechthoekige omtrek, en resulteert het met hun omtreksdelen 10b, 20b evenwijdig aan elkaar aanbrengen van de glaskoepelelementen 10, 20 in een rechthoekig samenstel 50. De mal 200 is voorzien langs een eerste zijde 51 van het rechthoekig samenstel 50, waarna een injectiestap uitgevoerd wordt voor het injecteren van uithardbaar materiaal, waarna het rechthoekig samenstel wordt gedraaid en een tweede zijde 52 van het veelhoekig samenstel in de mal wordt geplaatst, en de injectiestap wordt herhaald langs de tweede zijde 52, waarna deze stappen worden herhaald voor elke volgende zijde van het rechthoekig samenstel 50.
Het is echter ook mogelijk om een mal 200 te voorzien die zich langs meerdere zijde of langs de volledige omtrek van het samenstel 50 uitstrekt. Verder kan gewerkt worden met meerdere injectiestukken 230 om het proces te versnellen. Echter, het voordeel van de mal 200 van figuur 5D is dat deze gebruikt kan worden voor glaskoepelelementen met verschillende afmetingen zonder dat noemenswaardige aanpassingen nodig zijn.
Figuur 6 illustreert in meer detail een mogelijke uitvoeringsvorm van de mal 200 van figuur 5D voor een glaskoepelsamenstel zonder vlak omtreksdeel. In de uitvoeringvorm van figuur 6 omvat de mal 200 een eerste langwerpig maldeel 210 en een tweede langwerpig maldeel 220. Hierbij kan het eerste maldeel 210 en/of het tweede maldeel 220 voorzien zijn van een flexibele lip 221 die zich uitstrekt in de omtreksrichting van het samenstel 50. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is het tweede maldeel 220 voorzien van een flexibele lip 221, maar de vakman begrijpt dat het ook mogelijk is om het eerste maldeel 210 te voorzien van een flexibele lip, of om beide maldelen 210, 220 te voorzien van een flexibele lip. In een onbelaste toestand drukt de flexibele lip 221 tegen een rand van het eerste maldeel 210. Deze flexibele lip 221 kan opgetild worden voor het inbrengen van een injectiestuk 230, voor het aanbrengen van het uithardbaar materiaal in de mal 200. In de variant van figuur 6 sluit het onderste maldeel 210 aan tegen een tweede vlak 12 van het eerste glaskoepelelement 10, en sluit het tweede maldeel 220 aan tegen een eerste vlak 21 van het tweede glaskoepelelement 20.
De vakman begrijpt dat nog andere ontwerpen mogelijk zijn voor de mal 200, waarbij de mal 200 gevormd kan zijn uit één, twee of meer dan twee delen, en waarbij één of meer van deze delen ingericht zijn om toe te laten dat een injectiestuk 230 ingebracht wordt in de ruimte die begrensd wordt door de mal 200 enerzijds en een omtreksdeel van het samenstel 50 gevormd door het eerste glaskoepelelement 10, het tweede glaskoepelelement 20 en de dichting 26, 27, anderzijds.
In de variant van figuur 6 is de mal 200 voorzien van een flexibel deel 221 dat zich uitstrekt in een omtreksrichting Pl van het meerwandig samenstel 50; waarbij het drukloos aanbrengen gebeurt door een injectiestuk 230 te bewegen langs het flexibel deel in de omtreksrichting P1. Volgens nog een andere niet getoonde variant kan met een open mal 200 worden gewerkt.
Figuur 7 illustreert een uitvoeringsvorm van de werkwijze voor een eerste en tweede glaskoepelelement 10, 20 met een veelhoekige omtrek, hier een zeshoekige omtrek. Ook de dichting 26, 27 beschrijft een overeenkomstig veelhoekig kader, hier een zeshoekig kader. Opgemerkt wordt dat de dichting gevormd kan zijn als één integraal kader, of gevormd kan zijn uit meerdere delen, bijvoorbeeld zes afzonderlijke langwerpige delen die voorzien zijn tussen het eerste glaskoepelelement 10 en het tweede glaskoepelelement 20, en die onderling dicht zijn verbonden. De mal 200 is hier voorzien langs een eerste zijde 51 van het samenstel 50 dat gevormd is door het eerste glaskoepelelement 10, het tweede glaskoepelelement 20 en de dichting 26, 27. In een eerste stap wordt injectiemateriaal geïnjecteerd door een injectiestuk 230 in een ruimte begrensd door de mal 200 en de eerste zijde 51, ter vorming van een eerste deel van een frame rondom het samenstel 50. Na deze eerste stap wordt het samenstel 50 verdraaid in de richting van de pijl P2 zodanig dat de tweede zijde 52 van het samenstel 50 in de mal wordt gebracht. Vervolgens wordt opnieuw uithardbaar materiaal geïnjecteerd via het injectiestuk 230 zodanig dat een tweede deel van het frame gevormd wordt langs de tweede zijde 52. Deze stappen worden herhaald voor de derde, vierde, vijfde en zesde zijde van het samenstel 50, zodanig dat het geïnjecteerde uithardbaar materiaal een frame vormt dat zich uitstrekt langs de volledige omtrek van het samenstel 50. Figuur 7 illustreert een variant waarin het samenstel zeshoekig is, maar de vakman begrijpt dat een gelijkaardige werkwijze gebruikt kan worden voor elk willekeurig veelhoekig samenstel. Verder begrijpt de vakman dat het eerste en tweede glaskoepelelement 10, 20 niet noodzakelijk dezelfde vorm moet hebben als de dichting 26, 27. Zo kunnen het eerste en het tweede glaskoepelelement bijvoorbeeld zeshoekig zijn, terwijl een ronde dichting 26 voorzien wordt tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement 10, 20.
Figuur 8 illustreert nog een andere uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van cen meerwandige koepelinrichting, waarbij het eerste en het tweede glaskoepelelement een ronde omtrek hebben, zodanig dat een rond samenstel 60 wordt gevormd door het eerste en het tweede glaskoepelelement 10, 20, en de daartussen aangebrachte dichting 26, 27. De mal 200 is hier eveneens rond uitgevoerd.
De mal 200 kan hier voorzien zijn van een ringvormige flexibele lip (niet getoond) die toelaat om het injectiestuk 230 in te brengen in een ruimte die begrensd wordt door de mal 200 en het omtreksdeel 61 van het samenstel 60. In deze uitvoeringsvorm kan ofwel de mal 200 met het samenstel 60 geroteerd worden in de richting van de pijl P2, terwijl uithardbaar materiaal aangebracht wordt door het injectiestuk 230. Volgens een variant kan het injectiestuk 230 cen cirkelvormige beweging uitvoeren voor het drukloos aanbrengen van uithardbaar materiaal in de ruimte die begrensd wordt door de mal 200 en het omtreksdeel 61 van het samenstel 60. Figuren 10A en 10B illustreren nog een andere uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige inrichting, waarbij het eerste en het tweede wandelement 10, 20 een rechthoekige omtrek hebben, zodanig dat een rechthoekig samenstel 50 wordt gevormd door het eerste en het tweede wandelement 10, 20, en de daartussen aangebrachte dichting 26, 27. De mal 200 wordt voorzien langs een eerste paar aangrenzende zijden 51, 52 van het rechthoekig meerwandig samenstel 50, waarna een injectiestap wordt uitgevoerd voor het injecteren van uithardbaar materiaal langs deze twee zijden 51, 52, zie het gearceerde gedeelte in figuur 10A, en de pijlen P1. Daarna wordt het veelhoekig meerwandig samenstel 50 gedraaid en wordt een tweede paar aangrenzende zijden 53, 54 van het veelhoekig samenstel in de mal 200 geplaatst.
De injectiestap wordt herhaald langs het tweede paar aangrenzende zijden 53, 54 (niet getoond in figuur 10A, maar het gearceerde deel in figuur 10B toont het uithardbaar materiaal langs zijden 53, 54). Indien het uithardbaar materiaal in de hoeken 55, 56 tussen het eerste paar aangrenzende zijden 51, 52 en het tweede paar aangrenzende zijden 53, 54 niet op elkaar aansluit na deze injectiestappen, kan men vervolgens deze hoeken, hoek per hoek afwerken.
Dit is geïllustreerd in figuur 10B waar een tweede mal 300 en een injectiestuk 330 zijn getoond voor het afwerken van de hoeken.
Een dergelijke manier van werken heeft het voordeel dat wandelementen met verschillende afmetingen met dezelfde mal 200 en tweede mal 300 kunnen worden behandeld.
Figuur 9 illustreert een mogelijke uitvoeringsvorm van een meerwandige koepelinrichting volgens de uitvinding.
De koepelinrichting omvat een eerste glaskoepelelement 10, een tweede glaskoepelelement 20 dat aangebracht is boven het eerste glaskoepelelement 10, en een derde glaskoepelelement 20’. Tussen elk paar glaskoepelelementen 10, 20, 20° is een dichting 26 voorzien.
Optioneel kan aan de onderzijde van het eerste glaskoepelelement 10 een dichtingskader 70 zijn voorzien dat bedoeld is voor plaatsing op een opstand O.
De glaskoepelelementen 10, 20, 20° kunnen bijvoorbeeld thermogevormde koepelelementen zijn (zoals getoond). De glaskoepelelementen 10, 20, 20°, de afstandselementen 25, en de dichtingen 26 vormen samen een samenstel 50 met een omtreksdeel waarrond een frame 30 uit uithardbaar materiaal is voorzien.
Het uithardbaar materiaal hecht aan de glaskoepelelementen 10, 20, 20° en bij voorkeur ook aan dichtingen 26, en vormt een frame 30 rondom het volledige omtreksdeel van het samenstel 50. Het uitgehard materiaal strekt zich uit vanaf een eerste vlak 21° van het derde glaskoepelelement 20” tot een tweede vlak 12 van het onderste glaskoepelelement 10. De vakman begrijpt dat vele varianten denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding, dat enkel bepaald wordt door de hiernavolgende conclusies.

Claims (28)

Conclusies
1. Koepelinrichting omvattende een eerste glaskoepelelement (10), een tweede glaskoepelelement (20), en een frame (30) dat voorzien is langs een omtrek van het eerste en het tweede glaskoepelelement, zodanig dat tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement een afgesloten ruimte (R) wordt gevormd, waarbij meerdere afstandselementen (25) verspreid zijn aangebracht tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement ten minste tussen een eerste en cen tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement, zodanig dat het eerste glaskoepelelement op een afstand ligt van het tweede glaskoepelelement, waarbij de druk in de afgesloten ruimte lager is dan atmosferische druk.
2. Koepelinrichting volgens conclusie 1, waarbij in het frame één of meer inzetstukken (40) zijn opgenomen.
3. Koepelinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste en het tweede glaskoepelelement thermo-gevormde glaskoepelelementen zijn.
4. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afstandselementen één van de volgende zijn of een combinatie daarvan: in hoofdzaak pilaarvormige elementen, bolvormige elementen, druppelvormige elementen, draadvormige elementen, knopvormige elementen.
5. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afstandselementen volgens een regelmatig rooster aangebracht zijn tussen het eerste en tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement; en/of waarbij het aantal afstandselementen groter is dan 16.
6. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afstandselementen gehecht zijn aan het eerste of tweede glaskoepelelement.
7. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een dichting is aangebracht langs de omtrek van het eerste en het tweede glaskoepelelement voor het dicht afsluiten van de afgesloten ruimte, en waarbij de dichting omgeven is door het frame.
8. Koepelinrichting volgens de voorgaande conclusie, waarbij de dichting uit metaal of uit glas is vervaardigd.
9. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen het eerste en tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement tussen 0,1 mm en 20 mm ligt, bij voorkeur tussen 0,1 mm en 5 mm ligt.
10. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede glaskoepelelement respectievelijk een eerste en tweede vlak omtreksdeel hebben dat het eerste en tweede gekromd oppervlak omringt.
11. Koepelinrichting volgens de voorgaande conclusie, waarbij de afstandselementen een eerste groep afstandselementen omvat tussen het eerste en het tweede vlak omtreksdeel en een tweede groep afstandselementen tussen het eerste en tweede gekromd oppervlak.
12. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de één of meer inzetstukken één of meer van de volgende omvatten: een bevestigingsprofiel waaraan één of meer onderdelen bevestigbaar zijn, een ventiel, een sensor, een ventilatie-onderdeel, een verlichtingselement, een kabel of draad, een beugel, een scharnier, een as, een inschroef- inzetstuk, een vocht absorberend materiaal.
13. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de één of meer inzetstukken ten minste twee langwerpige bevestigingsprofielen omvatten waaraan telkens één of meer onderdelen bevestigbaar zijn.
14. Koepelinrichting volgens de voorgaande conclusie, waarbij de één of meer onderdelen een beugel ingericht voor bevestiging op een opstand en/of een scharnier omvatten.
15. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het frame vervaardigd is uit kunststof, bij voorkeur een polyurethaanmateriaal.
16. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede glaskoepelelement een in hoofdzaak rechthoekige buitenomtrek hebben.
17. Koepelinrichting volgens de voorgaande conclusie, waarbij het eerste en tweede glaskoepelelement elk vier delen heeft die vanaf de buitenomtrek schuin omhoog lopen of horizontaal lopen, en die aansluiten op een centraal koepelvormig deel van het glaskoepelelement.
18. Koepelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het frame vervaardigd is uit een uithardbare polymeersamenstelling die aangebracht is langs en/of tussen een omtreksdeel van het eerste en tweede glaskoepelelement.
19. Werkwijze voor het vervaardigen van een koepelinrichting omvattende een eerste glaskoepelelement, een tweede glaskoepelelement, welke werkwijze de volgende stappen omvat: — het thermovormen van een eerste en een tweede glasplaat (10°, 20°) ter vorming van eerste en tweede glaskoepelelementen (10, 20) en het aanbrengen van meerdere afstandselementen (25), zodanig dat de meerdere afstandselementen ten minste tussen cen eerste en een tweede gekromd oppervlak van het eerste en het tweede glaskoepelelement zijn verspreid, en zodanig dat het eerste glaskoepelelement op een afstand ligt van het tweede glaskoepelelement; — het aanbrengen van een frame (30) langs een omtrek van het eerste en het tweede glaskoepelelement, waarbij tussen het eerste en het tweede glaskoepelelement een afgesloten ruimte wordt gevormd, waarbij de afgesloten ruimte op een druk die lager is dan atmosferische druk wordt gebracht.
20. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij in het frame één of meer inzetstukken (40) worden opgenomen.
21. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij een metalen draadmand (100), bij voorkeur een staaldraadmand gebruikt wordt voor het thermovormen.
22. Werkwijze volgens één der conclusies 19-21, waarbij voorafgaand aan het aanbrengen van het frame, een dichting wordt aangebracht langs de omtrek van het eerste en het tweede glaskoepelelement voor het dicht afsluiten van de afgesloten ruimte.
23. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij de dichting wordt gerealiseerd door het aanbrengen van een glas- en/of metaaldichting, omvattende bij voorkeur door het versmelten van glas en/of een metaalbewerking zoals solderen.
24. Werkwijze volgens één der conclusies 19-23, waarbij het frame aangebracht wordt door een uithardbaar kunststofmateriaal aan te brengen rondom een buitenomtrek van het samenstel gevormd door het eerste en het tweede glaskoepelelement.
25. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij het kunststofmateriaal wordt aangebracht vanaf een buitenzijde van het tweede glaskoepelelement tot aan een buitenzijde van het eerste glaskoepelelement, optioneel tot tussen een omtreksdeel van het eerste en het tweede glaskoepelelement.
26. Werkwijze volgens conclusie 24 of 25, waarbij het kunststofmateriaal drukloos wordt aangebracht.
27. Werkwijze volgens één der conclusies 19-26, waarbij de afstandselementen volgens een regelmatig rooster worden aangebracht op het eerste of tweede glaskoepelelement, voorafgaand of na het thermovormen.
28. Werkwijze volgens één der conclusies 19-27, waarbij de afstandselementen worden aangebracht door een drukproces, bijvoorbeeld door zeefdrukken.
BE20195994A 2019-12-27 2019-12-27 Vacuum koepelinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan BE1027927B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195994A BE1027927B1 (nl) 2019-12-27 2019-12-27 Vacuum koepelinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195994A BE1027927B1 (nl) 2019-12-27 2019-12-27 Vacuum koepelinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027927A1 BE1027927A1 (nl) 2021-07-27
BE1027927B1 true BE1027927B1 (nl) 2021-08-03

Family

ID=69375205

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195994A BE1027927B1 (nl) 2019-12-27 2019-12-27 Vacuum koepelinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027927B1 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0047725A1 (en) * 1980-09-10 1982-03-17 Torsten Assarsson Heat-insulating window glass
JP2001146881A (ja) * 1999-11-19 2001-05-29 Nippon Sheet Glass Co Ltd 板ガラス保持部材
CN102951801A (zh) * 2012-03-21 2013-03-06 戴长虹 玻璃焊接的凸面真空玻璃及其制备方法
EP2829521A1 (en) * 2012-03-21 2015-01-28 Changhong Dai Low pressure air or vacuum glass edge-sealed with bar frame and groove
CN107542375A (zh) * 2017-09-18 2018-01-05 南昌理工学院 一种曲面型真空玻璃
EP3453810A1 (en) * 2017-05-24 2019-03-13 Skylux N.V. Dome device and method for manufacturing thereof
EP3575273A1 (en) * 2017-01-26 2019-12-04 Lian, Yuqi Vacuum glass and preparation process therefor

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1019311A4 (nl) 2011-03-18 2012-05-08 Plastics Nv Ag Profielsamenstel voor een daklichtelement.
BE1020769A3 (nl) 2012-06-29 2014-04-01 Rik Glorieux Koepelinrichting met meerdere koepelschalen.

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0047725A1 (en) * 1980-09-10 1982-03-17 Torsten Assarsson Heat-insulating window glass
JP2001146881A (ja) * 1999-11-19 2001-05-29 Nippon Sheet Glass Co Ltd 板ガラス保持部材
CN102951801A (zh) * 2012-03-21 2013-03-06 戴长虹 玻璃焊接的凸面真空玻璃及其制备方法
EP2829521A1 (en) * 2012-03-21 2015-01-28 Changhong Dai Low pressure air or vacuum glass edge-sealed with bar frame and groove
EP3575273A1 (en) * 2017-01-26 2019-12-04 Lian, Yuqi Vacuum glass and preparation process therefor
EP3453810A1 (en) * 2017-05-24 2019-03-13 Skylux N.V. Dome device and method for manufacturing thereof
EP3460160A1 (en) * 2017-05-24 2019-03-27 Skylux N.V. Method for manufacturing a multiwalled device, in particular a multiwalled roof device
CN107542375A (zh) * 2017-09-18 2018-01-05 南昌理工学院 一种曲面型真空玻璃

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027927A1 (nl) 2021-07-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101704806B1 (ko) 접착 비드 또는 플롯을 이용한 접합
US7965497B2 (en) Flat panel display apparatus and method of manufacturing the same
EP3460160B1 (en) Method for manufacturing a multiwalled device, in particular a multiwalled roof device
KR20010051824A (ko) 액정표시패널 및 그 제조방법
RU2616939C2 (ru) Пластическое формоизменение профилированного конструкционного элемента из полуфабриката композитного пластика
US20110210026A1 (en) Shell for electronic device and method of forming the same
US20110290585A1 (en) Acoustic Baffle Members and Methods for Applying Acoustic Baffles in Cavities
US4792425A (en) Method of making a windshield and leaf screen assembly
BE1027927B1 (nl) Vacuum koepelinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan
MXPA06010558A (es) Junta estanca.
JP2008540103A (ja) 二つの硬度を有する複合型スクリーン枠体
CN107797318A (zh) 显示设备及显示设备的制造方法
CN1050699A (zh) 六边四面体桁架结构及方法
US20160304383A1 (en) Apparatus and method for manufacturing cover window
US10464845B2 (en) Method for manufacturing glass panel unit, method for manufacturing glass window, and device for manufacturing glass substrate with spacer
US20080135166A1 (en) Method for Producing Steering Wheel Decorative Covers and Interior Decorative Elements
JPH06155587A (ja) 三次元形状造形物の成形方法
CN101060016B (zh) 显示装置、其使用的显示面板框体及其制造方法
US9186844B2 (en) Method for forming an edge protection element on a glass article
BE1027870B1 (nl) Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting
CN109571816B (zh) 分体式反射面胶接装配模具
BE1026397B1 (nl) Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting
KR101845025B1 (ko) 곡면형 커버 글래스 제조방법
KR20200039632A (ko) 커버 윈도우의 제조방법
KR101047733B1 (ko) 렌즈 유닛의 제조방법 및 렌즈 유닛 제조 장치

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210803

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20221231