BE1026397B1 - Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting - Google Patents

Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1026397B1
BE1026397B1 BE20185416A BE201805416A BE1026397B1 BE 1026397 B1 BE1026397 B1 BE 1026397B1 BE 20185416 A BE20185416 A BE 20185416A BE 201805416 A BE201805416 A BE 201805416A BE 1026397 B1 BE1026397 B1 BE 1026397B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
mold
wall element
wall elements
walled
wall
Prior art date
Application number
BE20185416A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026397A1 (nl
Inventor
Jean Glorieux
Original Assignee
Skylux Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Skylux Nv filed Critical Skylux Nv
Priority to BE20185416A priority Critical patent/BE1026397B1/nl
Priority to EP19180968.0A priority patent/EP3584385B1/en
Publication of BE1026397A1 publication Critical patent/BE1026397A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026397B1 publication Critical patent/BE1026397B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C39/00Shaping by casting, i.e. introducing the moulding material into a mould or between confining surfaces without significant moulding pressure; Apparatus therefor
    • B29C39/02Shaping by casting, i.e. introducing the moulding material into a mould or between confining surfaces without significant moulding pressure; Apparatus therefor for making articles of definite length, i.e. discrete articles
    • B29C39/10Shaping by casting, i.e. introducing the moulding material into a mould or between confining surfaces without significant moulding pressure; Apparatus therefor for making articles of definite length, i.e. discrete articles incorporating preformed parts or layers, e.g. casting around inserts or for coating articles
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/03Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights
    • E04D13/0305Supports or connecting means for sky-lights of flat or domed shape
    • E04D13/0315Supports or connecting means for sky-lights of flat or domed shape characterised by a curb frame

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module omvattende het voorzien van wandelementen; het, met behulp van een eerste mal, aanbrengen van een eerste uithardbaar materiaal op het omtreksdeel van de wandelementen, zodanig dat, na het evenwijdig aan elkaar plaatsen van de ten minste twee wandelementen, tussen elk paar naast elkaar gelegen wandelementen daarvan een afstandhouder wordt gevormd die gehecht is aan een wandelement daarvan; het met hun omtreksdelen evenwijdig aan elkaar aanbrengen van de wandelementen ter vorming een meerwandig samenstel, in een tweede mal; het aanbrengen van een tweede uithardbaar materiaal, zodanig dat het tweede materiaal zich uitstrekt langs de omtrek van het meerwandig samenstel, en na uitharden gehecht is aan de wandelementen.

Description

BE2018/5416 Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting
Vakgebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting, nog meer in het bijzonder een meerwandige koepelinrichting. Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op meerwandige modules, in het bijzonder meerwandige koepelinrichtingen.
Achtergrond
Dakinrichtingen waarin één of meerdere vlakke en/of koepelvormige kunststof- of glaselementen gecombineerd worden, zijn bekend. Zo zijn bijvoorbeeld meerwandige kunststofkoepels bekend waarin een aantal koepelschalen op een afstand van elkaar aangebracht worden. Ook zijn koepelinrichtingen bekend waarin een vlakke transparante kunststofplaat gecombineerd wordt met een koepelschaal. Voorbeelden hiervan worden beschreven in de volgende octrooipublicaties op naam van Aanvraagster: Belgische octrooiaanvrage nr. 2016/5645, Belgisch octrooi nr. 1020769 en Belgisch octrooi nr. 1019311. De tekst van deze octrooipublicaties is hier opgenomen door verwijzing. Dergelijke dakinrichtingen worden typisch voorzien van een frame voor montage op een opstand of op een andere geschikte steunstructuur.
Verder zijn werkwijzen bekend voor het voorzien van een dichting rond een paneel, bijvoorbeeld een glaspaneel voor voertuigen. Zo beschrijft EP 2 799 201 een werkwijze voor het vervaardigen van een paneelsamenstel met een paneel en een dichting waarbij de dichting gehecht is aan een omtreksdeel van het paneel. Een dergelijke techniek is bijvoorbeeld nuttig voor glaspanelen die op dichte wijze in voertuigen gemonteerd worden of voor zonnepanelen die op dichte wijze aangebracht worden in een frame.
Belgische octrooiaanvrage nr. 2017/5664 op naam van Aanvraagster, waarvan de tekst hier opgenomen is door verwijzing, beschrijft reeds een verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module. De onderhavige uitvinding zal toelaten deze werkwijze verder te optimaliseren.
Samenvatting van de uitvinding
Uitvoeringsvormen van de uitvinding hebben als doel een werkwijze te verschaffen voor het vervaardigen van een meerwandige inrichting waarmee de wandelementen van de meerwandige
2018/5416
BE2018/5416 inrichting op een verbeterde wijze samengebracht kunnen worden ter vorming van een samengesteld meerwandig geheel.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een werkwijze volgens conclusie 1 verschaft. De werkwijze is bedoeld om gebruik makend van ten minste twee wandelementen samen te brengen, die bedoeld zijn om ten minste met een omtreksdeel evenwijdig aan elkaar geplaatst te worden. Met behulp van een eerste mal wordt een eerste uithardbaar materiaal aangebracht op het omtreksdeel, op het eerste vlak en/of op het tweede vlak, van de ten minste twee wandelementen, zodanig dat, na het evenwijdig aan elkaar plaatsen van de ten minste twee wandelementen, tussen elk paar aangrenzende wandelementen daarvan een afstandhouder wordt gevormd die gehecht is aan een wandelement daarvan. Bijvoorbeeld, wanneer twee wandelementen worden samengebracht worden kan één van beide wandelementen voorzien worden van een afstandhouder. Optioneel kunnen beide elementen voorzien worden van een afstandhouder, waarbij de tweede afstandhouder dan bijvoorbeeld een afstandhouder kan vormen tussen een opstand en het onderste wandelement. Op analoge wijze kan men, wanneer drie wandelementen worden samengebracht twee of drie van de wandelementen voorzien van een afstandhouder. Na het vormen van de afstandhouders op de één of meer wandelementen, worden deze met hun omtreksdelen evenwijdig aan elkaar aangebracht ter vorming een meerwandig samenstel, in een tweede mal, en zodanig dat een ruimte wordt gevormd die begrensd is door ten minste de tweede mal en de één of meer afstandhouders. Vervolgens wordt een tweede uithardbaar materiaal aangebracht in de genoemde ruimte, zodanig dat het tweede uithardbaar materiaal zich uitstrekt langs de omtrek van het meerwandig samenstel, en na uitharden gehecht is aan de ten minste twee wandelementen.
Gebruikmakend van een dergelijke werkwijze kan op eenvoudige wijze een dichtingskader gevormd worden door respectievelijk een eerste en tweede uithardbaar materiaal aan te brengen zonder dat losse afstandhouders moeten worden voorzien. Door aan de eerste en tweede mal een geschikte vorm te geven, kan aan het gevormde dichtingskader elke gewenste vorm worden gegeven al naargelang de toepassing waarvoor de meerwandige inrichting bedoeld is. Tijdens het proces zorgen de één of meer afstandhouders niet alleen voor een geschikte afstand tussen het eerste wandelement en het tweede wandelement, maar ook voor een stop die ervoor zorgt dat het uithardbaar materiaal dat tussen het eerste en het tweede wandelement vloeit, wordt tegengehouden.
Voordelige uitvoeringsvormen worden beschreven in de afhankelijke conclusies.
Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm zijn het eerste en het tweede uithardbaar materiaal in hoofdzaak identiek. Op die manier worden compatibiliteitsproblemen tussen de materialen
2018/5416
BE2018/5416 vermeden en kan een goede hechting worden verkregen tussen een afstandhouder gevormd uit het eerste materiaal en een dichtingskader gevormd uit het tweede materiaal. Verder heeft dit ook voordelen m.b.t. recyclage van de meerwandige module.
Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm worden het eerste en/of het tweede uithardbaar materiaal drukloos aangebracht. Daartoe kan de eerste en/of tweede mal voorzien zijn van een flexibel deel dat ingericht is om zich uit te strekken in een omtreksrichting van het omtreksdeel; waarbij het drukloos aanbrengen gebeurt door een injectiestuk te bewegen langs het flexibel deel in de omtreksrichting. Volgens een alternatief kan echter ook met een open eerste en/of tweede mal worden gewerkt, waarbij het injecteren op een goed gecontroleerde wijze gebeurt. Het eerste en/of het tweede uithardbaar materiaal heeft bij het aanbrengen bij voorkeur een dynamische viscositeit heeft, gemeten bij een afschuifsnelheid van 1/s, die kleiner is dan 35000 mPa.s. Het eerste en/of het tweede uithardbaar materiaal is bij voorkeur een uithardbare polymeersamenstelling, bijvoorbeeld een PUR materiaal. Het uithardbaar materiaal is bij bijvoorbeeld een polyurethaan reactiemengsel omvattende een polyol en een isocyanaat. De uithardbare samenstelling is bij voorkeur zodanig samengesteld dat deze een elastomeer copolymeermateriaal met een voldoende hoge dichtheid kan produceren. Dergelijke dichtingsmaterialen kunnen eenvoudig drukloos aangebracht worden in een open mal. In een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding is de mal enkel open ter hoogte van het flexibel deel, zodanig dat de vorm van het dichtingselement grotendeels bepaald is door de mal, maar men kan ook een open mal zonder flexibel deel gebruiken.
Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm is de eerste mal ingericht om telkens een afstandhouder te vormen met een doorlopende flexibele lip die omgebogen wordt bij het evenwijdig aan elkaar plaatsen van elk paar naast elkaar gelegen wandelementen. Op die manier kan een goede afdichting worden bekomen, ook wanneer het wandelement waarop de afstandhouder werkzaam is, oneffenheden vertoont als gevolg van toleranties. Dit zal met name een voordeel zijn wanneer het wandelement een gethermoformeerd element is, zoals een koepelelement.
Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm is de eerste mal ingericht om een afstandhouder te vormen die, gezien in een doorsnede in een richting loodrecht op de omtreksrichting van het omtreksdeel, een eerste deel heeft dat in hoofdzaak trapeziumvormig of rechthoekig is en met een eerste zijde gehecht is aan een wandelement, en een tweede deel heeft dat uitsteekt ten opzichte van het eerste deel vanaf een tweede zijde tegenover de eerste zijde van het eerste deel. Dit tweede deel kan dan gemakkelijk vervormd worden om een goede afdichting te verkrijgen, ook wanneer het wandelement waarop de afstandhouder werkzaam is oneffenheden vertoond.
2018/5416
BE2018/5416
Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm heeft elk wandelement een veelhoekige omtrek, en resulteert het evenwijdig aan elkaar aanbrengen van de ten minste twee wandelementen in een veelhoekig samenstel. De eerste mal kan dan voorzien worden langs een eerste zijde van een veelhoekig wandelement, waarna een injectiestap uitgevoerd wordt voor het injecteren van eerste uithardbaar materiaal, waarna het veelhoekig wandelement wordt gedraaid en een tweede zijde van het veelhoekig wandelement in de eerste mal wordt geplaatst, en de injectiestap wordt herhaald langs de tweede zijde, waarna deze stappen worden herhaald voor elke volgende zijde van het veelhoekig wandelement. De tweede mal kan dan voorzien worden langs een eerste zijde van het veelhoekig meerwandig samenstel, waarna een injectiestap uitgevoerd wordt voor het injecteren van tweede uithardbaar materiaal, waarna het veelhoekig meerwandig samenstel wordt gedraaid en een tweede zijde van het veelhoekig samenstel in de tweede mal wordt geplaatst, en de injectiestap wordt herhaald langs de tweede zijde, waarna deze stappen worden herhaald voor elke volgende zijde van het veelhoekig samenstel.
In een veel voorkomende uitvoeringsvorm zal elk wandelement een in hoofdzaak rechthoekige omtrek hebben. Wanneer elk wandelement een in hoofdzaak rechthoekige omtrek heeft, kan men dus de eerste, tweede, derde en vierde zijde achtereenvolgens voorzien van een dichtingslaag door de hierboven beschreven stappen uit te voeren voor elke zijde. Op die manier wordt een rechthoekige meerwandige inrichting verkregen waarvan de wandelementen verankerd zijn in een in hoofdzaak rechthoekig frame vervaardigd uit het tweede dichtingsmateriaal.
Het is echter ook mogelijk dat elk wandelement een ronde omtrek heeft, zodanig dat een rond meerwandig samenstel wordt gevormd door de ten minste twee wandelementen. De vorm van de ten minste één afstandhouder kan ook verschillend zijn van de vorm van de wandelementen. Zo kan bijvoorbeeld een ronde afstandhouder voorzien worden tussen twee zeshoekige wandelementen.
Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm is elk wandelement één van de volgende is: een glasplaat, een glaskoepel, een kunststofplaat zoals een polycarbonaatplaat, een kunststofkoepel zoals een polycarbonaatkoepel. Sommige uitvoeringsvormen kunnen enkel koepelelementen bevatten, terwijl andere enkele vlakke elementen of een combinatie van één of meer koepelelementen en één of meer vlakke elementen kan bevatten. Het is dus mogelijk om meer dan twee wandelementen te voorzien in de meerwandige inrichting. Zo kunnen meerwandige inrichtingen gevormd worden met drie of meer wandelementen, waarbij tussen elk paar aangrenzende wandelementen een afstandhouder is voorzien. Verder kunnen ook één of meer bijkomende folies voorzien worden tussen aangrenzende wandelementen.
2018/5416
BE2018/5416
Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm wordt een gas G geïnjecteerd worden tussen aangrenzende wandelementen van de ten minste twee wandelementen. Op die manier kan de isolatiewaarde van de meerwandige inrichting verhoogd worden. Dit gas kan bijvoorbeeld geïnjecteerd worden tijdens het vormen van het meerwandig samenstel voorafgaand aan het injecteren van het tweede materiaal; of tijdens het injecteren van het tweede materiaal, en meer bepaald net voor de volledige omtrek van het eerste en tweede wandelement voorzien is van dichtingsmateriaal.
Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm worden in de tweede mal en/of in de eerste mal één of meer inzetstukken opgenomen, bij voorkeur één of meer van de volgende inzetstukken: een sensor, zoals een regendetector, een ventilatie-onderdeel, een verlichtingselement, een beugel, een scharnier, een inschroef-inzetstuk, één of meer kabels of draden, een vocht absorberend materiaal.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm stemt de omtrek van de wandelementen in hoofdzaak overeen met elkaar. De vakman begrijpt dat deze omtrekken ook verschillend kunnen zijn, maar een min of meer gelijke omtrek heeft het voordeel dat de mal een eenvoudige vorm kan aannemen, en dat met relatief weinig afdichtingsmateriaal een dicht kader kan worden verkregen rond de omtrek van de wandelementen.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is een buitenomtrek van de afstandhouder ten hoogste 10% kleiner dan een buitenomtrek van de wandelementen. Op die manier wordt vermeden dat teveel dichtingsmateriaal tussen de wandelementen vloeit. In een mogelijke uitvoeringsvorm worden de afstandhouder en het dichtingsmateriaal zodanig aangebracht dat het dichtingsmateriaal zich tot tegen de ten minste één afstandhouder uitstrekt, en bij voorkeur hecht aan de ten minste één afstandhouder. Op die manier wordt een nog stevigere meerwandige inrichting verkregen waarin het dichtingsmateriaal gehecht is aan de ten minste één afstandhouder. De hoogte van een afstandhouder, gemeten loodrecht op het oppervlak van een wandelement is bij voorkeur gelegen tussen 2 mm en 30 mm, meer bij voorkeur tussen 5 mm en 15 mm.
Volgens een andere variant kan een vocht-absorberend materiaal, zoals een silicagel, aangebracht worden rondom de afstandhouder, i.e. tussen de afstandhouder en het dichtingsframe gevormd door het twee uithardbaar materiaal. Volgens een alternatief kan het vocht-absorberend materiaal aan een binnenkant van de afstandhouder aangebracht worden. Volgens nog een ander alternatief kunnen een eerste en een tweede afstandhouder voorzien zijn tussen twee aangrenzende wandelementen, waarbij de tweede afstandhouder rondom de eerste is gelegen op een afstand
2018/5416
BE2018/5416 daarvan, en een vocht-absorberend materiaal aangebracht is tussen de eerste en de tweede afstandhouder.
Korte figuurbeschrijving
Bovenstaande en andere voordelige eigenschappen en doelen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze wordt gelezen in combinatie met de tekeningen in bijlage, waarin
Figuren 1A,1B en 1C schematisch een deel van een eerste uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een koepelinrichting volgens de uitvinding illustreren, waarbij figuur 1A een schematisch perspectivisch aanzicht van het vormen van de afstandhouder in een eerste mal illustreert en figuur 1C het resultaat illustreert, en waarbij figuur 1B een doorsnede van de eerste mal illustreert doorheen een vlak loodrecht om de omtreksrichting;
Figuren 2A-2C varianten van de eerste mal illustreren, gezien in een doorsnede doorheen een vlak loodrecht om de omtreksrichting;
Figuur 3 een schematische doorsnede illustreert van een uitvoeringsvorm van een meerwandig samenstel zoals dit in een tweede mal kan worden aangebracht;
Figuur 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm voor het in een tweede mal vormen van een dichtingskader rondom een meerwandig samenstel illustreert;
Figuur 5A een doorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van een tweede mal illustreert;
Figuur 5B een doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een tweede mal illustreert;
Figuur 6 een schematisch bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van het in een tweede mal vormen van een dichtingskader illustreert;
Figuur 7 een schematisch bovenaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van het in een tweede mal vormen van een dichtingskader illustreert;
Figuren 8-11 schematische doorsneden van vier verschillende uitvoeringsvorm van een meerwandige module volgens de uitvinding illustreren.
Gedetailleerde uitvoeringsvormen
Figuren 1A-1C illustreren schematisch een eerste stap van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, hier een meerwandige dakinrichting.
Er worden ten minste twee wandelementen 10, 20, 20' voorzien die elk een eerste vlak 11, 21, 21’ en tweede vlak 12, 22, 22’ hebben en bedoeld zijn om ten minste met een omtreksdeel 15, 25, 25’ evenwijdig aan elkaar geplaatst te worden, zie verder. Wanneer de wandelementen 10, 20, 20’ platen zijn, zullen deze typisch volledig evenwijdig aan elkaar voorzien worden, terwijl bij een
2018/5416
BE2018/5416 koepelvormig wandelement ten minste een omtreksdeel zoals een kadervormige strook evenwijdig zal zijn aan een omtreksdeel van een daarnaast gelegen koepelvormig element of aan een daarnaast gelegen plaat.
Met behulp van een eerste mal 100 wordt een eerste uithardbaar materiaal aangebracht op het omtreksdeel 15, 25, 25', hier op het tweede vlak 12, 22, 22', van een wandelement 10, 20, 20', zodanig dat, een afstandhouder 30, 30' wordt gevormd die gehecht is aan het wandelement 10, 20, 20'. Wanneer het wenselijk is om een tweewandige dakinrichting te maken met twee wandelementen 10, 20 kan volstaan worden met één afstandhouder 30 die aangebracht kan worden op het eerste vlak 11 van wandelement 10 of op het tweede vlak 22 van wandelement 20. Het kan echter voordelig zijn om twee afstandhouders 30, 70 te voorzien, bijvoorbeeld op het tweede vlak 22 van het tweede wandelement 20, en op het tweede vlak 12 van het eerste wandelement 10, zie figuur 3. Figuur 3 illustreert een meerwandig samenstel 40 met drie wandelementen 10, 20, 20', maar de vakman begrijpt dat het wandelement 20' met afstandhouder ook kan worden weggelaten voor het vormen van een meerwandig samenstel 40 met twee wandelementen 10, 20. De afstandhouder 70 op het tweede vlak 12 van het eerste wandelement 10 kan dan gebruikt worden als afdichting tussen het meerwandig samenstel 40 en een opstand O, zie ook figuur 8 en de beschrijving hieronder van figuur 8. Al naar gelang het nodig is om een afstandhouder 30, 30', 70 te voorzien kan men dus één of meerdere wandelementen aanbrengen in de eerste mal.
Bij voorkeur wordt het eerste uithardbaar materiaal in hoofdzaak drukloos aangebracht in de eerste mal 100 door middel van een injectiestuk 130. De eerste mal 100 kan open zijn (figuur 1B en 2C) of gesloten zijn (figuur 2A en 2B). Wanneer de eerst mal 100 gesloten is, kan deze voorzien zijn van een flexibel deel 121 dat ingericht is om zich uit te strekken in een omtreksrichting P1 van het omtreksdeel 15, 25, 25'; waarbij het drukloos aanbrengen gebeurt door het injectiestuk 130 te bewegen langs het flexibel deel 121 in de omtreksrichting P1. Het eerste uithardbaar materiaal heeft tijdens het aanbrengen bij voorkeur een dynamische viscositeit die, gemeten bij een afschuifsnelheid van 1/s, kleiner is dan 35000 mPa.s. Het eerste uithardbaar materiaal is bijvoorbeeld een uithardbare polymeersamenstelling, zoals een PUR materiaal.
Bij voorkeur wordt een eerste zijde van een veelhoekig wandelement 10, 20, 20' (in het voorbeeld van figuur 1A een rechthoekig wandelement) voorzien in de eerste mal 100, waarna een injectiestap uitgevoerd wordt voor het injecteren van eerste uithardbaar materiaal, waarna het veelhoekig wandelement 10, 20, 20' wordt gedraaid en een tweede zijde van het veelhoekig wandelement 10, 20, 20' in de eerste mal 100 wordt geplaatst, en de injectiestap wordt herhaald langs de tweede zijde, waarna deze stappen worden herhaald voor elke volgende zijde van het
2018/5416
BE2018/5416 veelhoekig wandelement 10, 20, 20'. Het is echter ook mogelijk om een eerste mal 100 te voorzien die zich langs de volledige omtrek van het wandelement 10, 20, 20' uitstrekt. Verder kan gewerkt worden met meerdere injectiestukken 130 om het proces te versnellen. Echter, het voordeel van de mal 100 van figuur 1A is dat deze gebruikt kan worden voor wandelementen met verschillende afmetingen zonder dat noemenswaardige aanpassingen nodig zijn.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm die getoond is in figuur 2A en 2C is de eerste mal 100 ingericht is om telkens een afstandhouder 30, 30' te vormen met een doorlopende flexibele lip 31 die omgebogen wordt bij het evenwijdig aan elkaar plaatsen van elk paar naast elkaar gelegen wandelementen 10, 20 of 20, 20', zie figuur 3 waar de afstandhouders in de omgebogen stand zijn geschetst. Op die manier kan een goede afdichting worden bekomen, ook wanneer het wandelement waarop de afstandhouder 30, 30' werkzaam is, oneffenheden vertoont als gevolg van toleranties. Dit zal met name een voordeel zijn wanneer het wandelement een gethermoformeerd element is, zoals een koepelschaal. In de variant van figuur 2A wordt de lip 31 verkregen door aan de flexibele lip 121 van de mal 100 een gepaste vorm te geven. In de variant van figuur 2C wordt de lip 31 verkregen door tegen een wand van de mal te injecteren met het injectiestuk 130. De vakman begrijpt dat nog andere opties bestaan om ervoor te zorgen dat de afstandhouder 30 een flexibele lip 31 heeft. Verder is het ook mogelijk om een afstandhouder 30 te vormen met twee flexibele lippen 31, 32, zie figuur 2B. Daartoe kan de maal 100 uitgevoerd zijn met een speciaal gevormde flexibele lip 121.
In de varianten van figuren 2A-2C is de eerste mal 100 dus ingericht om een afstandhouder 30, 30' te vormen die, gezien in een doorsnede in een richting loodrecht op de omtreksrichting P1, een eerste deel 35 heeft dat in hoofdzaak trapeziumvormig of rechthoekig is en met een eerste zijde gehecht 36 is aan een wandelement 10, 20, 20', en een tweede deel 31, 31' heeft dat uitsteekt ten opzichte van het eerste deel vanaf een tweede zijde 37 tegenover de eerste zijde 36 van het eerste deel 35.
In de varianten getoond in figuren 1A-1C en 2A-2C wordt het eerste materiaal drukloos aangebracht. Het is echter ook mogelijk om een gesloten mal te gebruiken en het eerste uithardbaar materiaal onder druk te injecteren, zonder dat een injectiestuk langs een flexibele lip beweegt. Het is echter een voordeel indien het eerste en tweede materiaal gelijke of gelijkaardige eigenschappen hebben, en zoals heironder in meer detail zal worden beschreven wordt het tweede materiaal bij voorkeur drukloos aangebracht. Op die manier worden compatibiliteitsproblemen vermeden. Ook kan op die manier de eerste mal en de tweede mal dezelfde basismal gebruiken waarin dan enkel
2018/5416
BE2018/5416 malonderdelen aangepast moeten worden al naar gelang of een afstandhouder 30 of een dichtingskader 80 (zie verder) moet worden gevormd.
In een tweede stap die geïllustreerd is in figuur 4 worden de wandelementen 10, 20 het met hun omtreksdelen evenwijdig aan elkaar aangebracht ter vorming een meerwandig samenstel, in een tweede mal 200. Figuur 4 toont een voorbeeld met twee wandelementen 10, 20 maar de vakman begrijpt dat dit ook drie of meer wandelementen kunnen zijn. De tweede mal 200 strekt zich uit van het eerste vlak 21 van het tweede wandelement 20 tot het tweede vlak 12 van het eerste wandelement 10 uit. De tweede mal 200 strekt zich hier uit langs een eerste zijde 41 van het samenstel 40 dat gevormd is door het eerste wandelement 10, het tweede wandelement 20 en de afstandhouder 30. De tweede mal 200 begrenst samen met de eerste zijde 41 een ruimte waarin een tweede uithardbaar materiaal geïnjecteerd wordt door een injectiestuk 230. Daartoe is de tweede mal 200 voorzien van een flexibel deel (niet getoond in figuur 4) dat zich uitstrekt in een omtreksrichting P1 van het samenstel 40, hier in een richting evenwijdig aan de eerste zijde 41. Via het flexibel deel kan het injectiestuk 230 in de ruimte R gebracht worden voor het drukloos aanbrengen van een tweede uithardbaar materiaal in de genoemde ruimte terwijl het injectiestuk 230 bewogen wordt ten opzichte van de eerste zijde 41 in de richting P1. Het tweede uithardbaar materiaal heeft bij voorkeur een dynamische viscositeit gemeten bij een afschuifsnelheid van 1/s, die kleiner is dan 35000 mPa.s. Het tweede uithardbaar materiaal is bij voorkeur een uithardbare polymeersamenstelling, bijvoorbeeld een PUR-materiaal. Het tweede materiaal zich uitstrekt langs de omtrek van het meerwandig samenstel 40, en is na uitharden gehecht aan de ten minste twee wandelementen 10, 20.
Het eerste en het tweede uithardbaar materiaal kunnen in hoofdzaak identiek zijn. Op die manier kan de afstandhouder 30 en het dichtingskader 80 gevormd door het tweede uitgehard materiaal één geïntegreerd geheel vormen, zie ook figuur 8, dat zich uitstrekt tussen de wandelementen 10, 20, 20', en tot aan de bovenste omtreksrand (25' in de variant met drie wandelementen van figuur 8) en tot aan de onderste omtreksrand 15. Bij voorkeur strekt het dichtingskader zich uit tot over het eerste vlak 21 ' van het bovenste wandelement 20 en over het tweede vlak 12 van het onderste wandelement 10.
In de variant van figuur 4 hebben de wandelementen 10, 20 een rechthoekige omtrek, en resulteert het evenwijdig aan elkaar aanbrengen van de ten minste twee wandelementen 10, 20 in een rechthoekig samenstel 40. De tweede mal 200 is voorzien langs een eerste zijde 41 van het rechthoekig samenstel 40, waarna een injectiestap uitgevoerd wordt voor het injecteren van tweede materiaal, waarna het rechthoekig samenstel wordt gedraaid en een tweede zijde 42 van het
2018/5416
BE2018/5416 veelhoekig samenstel in de tweede mal wordt geplaatst, en de injectiestap wordt herhaald langs de tweede zijde 42, waarna deze stappen worden herhaald voor elke volgende zijde van het rechthoekig samenstel 40.
Het is echter ook mogelijk om een tweede mal 200 te voorzien die zich langs de volledige omtrek van het samenstel 40 uitstrekt. Verder kan gewerkt worden met meerdere injectiestukken 230 om het proces te versnellen. Echter, het voordeel van de mal 200 van figuur 4 is dat deze gebruikt kan worden voor wandelementen met verschillende afmetingen zonder dat noemenswaardige aanpassingen nodig zijn.
Figuur 5A illustreert in meer detail een mogelijke uitvoeringsvorm van de tweede mal 200 van figuur 4. In de uitvoeringvorm van figuren 5A en 5B omvat de tweede mal 200 een eerste langwerpig maldeel 210 en een tweede langwerpig maldeel 220. Hierbij kan het eerste maldeel 210 en/of het tweede maldeel 220 voorzien zijn van een flexibele lip 221 die zich uitstrekt in de omtreksrichting van het samenstel 40. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is het tweede maldeel 220 voorzien van een flexibele lip 221, maar de vakman begrijpt dat het ook mogelijk is om het eerste maldeel 210 te voorzien van een flexibele lip, of om beide maldelen 110, 120 te voorzien van een flexibele lip. In een onbelaste toestand drukt de flexibele lip 221 tegen een rand van het eerste maldeel 210. Deze flexibele lip 221 kan opgetild worden voor het inbrengen van een injectiestuk 230, voor het aanbrengen van het tweede uithardbaar materiaal in de ruimte R. In de variant van figuur 5A sluit het onderste maldeel 110 aan tegen een tweede vlak 12 van het eerste wandelement 10, en sluit het tweede maldeel 220 aan tegen een eerste vlak 21 van het tweede wandelement 20.
Figuur 5B illustreert een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een tweede mal 200. In deze uitvoeringsvorm is de tweede mal 200 vervaardigd uit één deel dat voorzien is van een flexibele lip 221, welke in een normale toestand aansluit op het eerste vlak 21 van het tweede wandelement 20 en opgetild kan worden voor het inbrengen van het injectiestuk 230. De vakman begrijpt dat nog andere ontwerpen mogelijk zijn voor de tweede mal 200, waarbij de tweede mal 200 gevormd kan zijn uit één, twee of meer dan twee delen, en waarbij één of meer van deze delen ingericht zijn om toe te laten dat een injectiestuk 230 ingebracht wordt in de ruimte R die begrensd wordt door de tweede mal 200 enerzijds en een omtreksdeel van het samenstel gevormd door het eerste wandelement 10, het tweede wandelement 20 en de afstandhouder 30, anderzijds.
In de varianten van figuur 5A en 5B is de tweede mal 200 voorzien van een flexibel deel 221 dat zich uitstrekt in een omtreksrichting P1 van het meerwandig samenstel 40; waarbij het drukloos
2018/5416
BE2018/5416 aanbrengen gebeurt door een injectiestuk 230 te bewegen langs het flexibel deel in de omtreksrichting P1.
Volgens nog een andere niet getoonde variant kan met een open tweede mal 200 worden gewerkt.
Figuur 6 illustreert een uitvoeringsvorm van de werkwijze voor een eerste en tweede wandelement
10, 20 met een veelhoekige omtrek, hier een zeshoekige omtrek. Ook de afstandhouder 30 beschrijft een overeenkomstig veelhoekig kader, hier een zeshoekig kader. Opgemerkt wordt dat de afstandhouder 30 gevormd kan zijn als één integraal kader, of gevormd kan zijn uit meerdere delen, bijvoorbeeld zes afzonderlijke langwerpige delen die voorzien zijn tussen het eerste wandelement 10 en het tweede wandelement 20, en een in hoofdzaak zeshoekig kader vormen. De tweede mal 200 is hier voorzien langs een eerste zijde 51 van het samenstel 50 dat gevormd is door het eerste wandelement 10, het tweede wandelement 20 en de afstandhouder 30. In een eerste stap wordt injectiemateriaal geïnjecteerd door een injectiestuk 230 in een ruimte begrensd door de tweede mal 200 en de eerste zijde 51, ter vorming van een eerste deel van een afdichtingskader rondom het samenstel 50. Na deze eerste stap wordt het samenstel 50 verdraaid in de richting van de pijl P2 zodanig dat de tweede zijde 52 van het samenstel 50 in de mal wordt gebracht. Vervolgens wordt opnieuw tweede uithardbaar materiaal geïnjecteerd via het injectiestuk 230 zodanig dat een tweede deel van het dichtingskader gevormd wordt langs de tweede zijde 52. Deze stappen worden herhaald voor de derde, vierde, vijfde en zesde zijde van het samenstel 50, zodanig dat het geïnjecteerde tweede uithardbaar materiaal een dichtingskader vormt dat zich uitstrekt langs de volledige omtrek van het samenstel 50. Figuur 6 illustreert een variant waarin het samenstel zeshoekig is, maar de vakman begrijpt dat een gelijkaardige werkwijze gebruikt kan worden voor elk willekeurig veelhoekig samenstel. Verder begrijpt de vakman dat het eerste en tweede wandelement 10, 20 niet noodzakelijk dezelfde vorm moet hebben als de afstandhouder 30. Zo kunnen het eerste en het tweede wandelement bijvoorbeeld zeshoekig zijn, terwijl een ronde afstandhouder 30 voorzien wordt tussen het eerste en het tweede wandelement 10, 20.
Figuur 7 illustreert nog een andere uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige inrichting, waarbij het eerste en het tweede wandelement een ronde omtrek hebben, zodanig dat een rond samenstel 60 wordt gevormd door het eerste en het tweede wandelement 10, 20, en de daartussen aangebrachte afstandhouder 30. De tweede mal 200 is hier eveneens rond uitgevoerd. De tweede mal 200 kan hier voorzien zijn van een ringvormige flexibele lip (niet getoond) die toelaat om het injectiestuk 230 in te brengen in een ruimte die begrensd wordt door de tweede mal 200 en het omtreksdeel 61 van het samenstel 60. In deze uitvoeringsvorm kan ofwel de tweede mal 200 met het samenstel 60 geroteerd worden in de
2018/5416
BE2018/5416 richting van de pijl P2, terwijl tweede uithardbaar materiaal aangebracht wordt door het injectiestuk 30. Volgens een variant kan het injectiestuk 20 een cirkelvormige beweging uitvoeren voor het drukloos aanbrengen van tweede uithardbaar materiaal in de ruimte R die begrensd wordt door de tweede mal 200 en het omtreksdeel 61 van het samenstel 60.
Figuur 8 illustreert een mogelijke uitvoeringsvorm van een meerwandige inrichting volgens de uitvinding. De meerwandige inrichting van figuur 8 omvat een eerste wandelement 10, een tweede wandelement 20 dat aangebracht is boven het eerste wandelement 10, en een derde wandelement 20'. Elk wandelement 10, 20, 20' is op een omtreksdeel 15, 25, 25' daarvan voorzien van een afstandhouder 70, 30, 30' welke aangebracht kan zijn op de wijze die beschreven werd aan de hand van figuur 1A-1C. De wandelementen 10, 20, 20' kunnen bijvoorbeeld gethermoformeerde koepelelementen zijn (zoals getoond), maar kunnen ook glasplaten of polycarbonaatplaten zijn. De wandelementen 10, 20, 20' en de afstandhouders 70, 30, 30' vormen samen een samenstel 40 met een omtreksdeel waarrond een dichtingsmateriaal 80 is voorzien. Het dichtingsmateriaal 80 hecht aan de wandelementen 10, 20, 20' en de afstandhouders 30, 30' tussen de wandelementen 10, 20, 20', en vormt een dichtingskader rondom het volledige omtreksdeel van het samenstel 40. Het dichtingsmateriaal 80 strekt zich uit vanaf een eerste vlak 21' van het derde wandelement 20' tot een tweede vlak 12 van het onderste wandelement 10.
Figuur 9 illustreert een mogelijke uitvoeringsvorm van een meerwandige inrichting volgens de uitvinding. De meerwandige inrichting van figuur 9 omvat een eerste wandelement 10, een bijkomend eerste wandelement 10' dat aangebracht is onder het eerste wandelement 10, een tweede wandelement 20, en een afstandhouder 30. De wandelementen 10, 10', 20 kunnen bijvoorbeeld glasplaten of polycarbonaatplaten zijn. Het eerste wandelement 10 en het bijkomend wandelement 10' kunnen bijvoorbeeld een glasplaat zijn. De glasplaat 10 is dan bij voorkeur gehecht aan de glasplaat 10'. Daartoe kan bijvoorbeeld een folie voorzien zijn tussen de glasplaat 10 en de glasplaat 10', bijvoorbeeld een polyvinylbutyral (PVB) folie. Volgens een alternatief kan een lichtdoorlatende kunststoflaag, bijvoorbeeld een polycarbonaatlaag, voorzien zijn tussen de glasplaat 10 en de glasplaat 10'. Een dergelijke uitvoering heeft het voordeel dat de impactweerstand wordt verbeterd, dat deze uitvoering lichtgewicht is (de kunststoflaag draagt bij aan de sterkte van het geheel en is lichter dan glas), en een betere brandclassificatie mogelijk maakt. Het gebruik van een kunststoflaag zorgt ervoor dat wanneer het glas in stukken springt als gevolg van brand, de kunststoflaag ervoor zorgt dat toch geen opening ontstaat. Volgens een variant kan één onderste glasplaat 10 worden voorzien uit gehard glas, en kan het wandelement 10' dus weggelaten worden.
2018/5416
BE2018/5416
De wandelementen 10, 10', 20 en de afstandhouder 30 vormen samen een samenstel 40 met een omtreksdeel (waarvan slechts één zijde 41 is getoond) waarrond een dichtingsmateriaal 80 is voorzien. Het dichtingsmateriaal 80 hecht aan de wandelementen 10, 10', 20 en de afstandhouder 30 en vormt een dichtingskader rondom het volledige omtreksdeel (waarvan slechts één zijde 41 is getoond) van het samenstel 40. Het dichtingsmateriaal 80 strekt zich uit vanaf een eerste vlak 21 van het tweede wandelement 20 tot een tweede vlak 12' van het onderste bijkomend wandelement 10'. In het dichtingsmateriaal 80 is een inzetstuk, hier een inschroefinzetstuk 71 opgenomen. Het dichtingsmateriaal 80 is gehecht aan de wandelementen 10, 10', 20 en aan de afstandhouder 30. Het inzetstuk kan enerzijds vastgehouden worden door hechting aan het dichtingsmateriaal, en anderzijds door aan het inzetstuk een gepaste vorm te geven die zorgt voor een verankering van het inzetstuk in het dichtingsmateriaal 80. De geïllustreerde uitvoeringsvorm met inschroefinzetstuk 71 heeft het voordeel dat accessoires eenvoudig bevestigd kunnen worden aan de meerwandige inrichting. Zo kan bijvoorbeeld een zonnewering bevestigd worden met behulp van een schroef 72 die in het inschroefinzetstuk 71 gedraaid wordt. Figuur 9 toont de meerwandige inrichting in doorsnede, en de vakman begrijpt dat meerdere inschroeven 71 voorzien kunnen zijn verspreid over de omtrek van de meerwandige inrichting. Verder kunnen ook andere inzetstukken zoals sensoren, ventilatie-onderdelen, verlichtingselementen, beugels, scharnieren, kabels of draden, enz. opgenomen worden in het dichtingsmateriaal.
Figuur 10 illustreert een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm van een meerwandige inrichting die gelijkaardig is aan deze van figuur 9, met dit verschil dat een bijkomend bovenste wandelement 20' voorzien is boven het tweede wandelement 20. Tussen het bijkomend bovenste wandelement 20' en het tweede wandelement 20 is een bijkomende afstandhouder 30' voorzien. Het samenstel 40 gevormd door wandelementen 10, 10', 20, 20' en afstandhouders 30, 30' heeft een omtreksdeel (waarvan slechts één zijde 41 is getoond) dat voorzien is van een dichtingsmateriaal 80 dat zich uitstrekt vanaf een eerste vlak 21' van het bijkomend bovenste wandelement 20' tot een tweede vlak 12' van het onderste bijkomend wandelement 10'. Het dichtingsmateriaal 80 is gehecht aan de wandelementen 10, 10', 20 en aan de afstandhouders 30, 30'. In het dichtingskader gevormd door het dichtingsmateriaal 80 is een regendetector 73 en een beugel 74 opgenomen. De beugel 74 is bijvoorbeeld bedoeld voor het monteren van een opbouwmotor voor het openen/sluiten van de meerwandige inrichting. De bespreking hierboven van wandelementen 10, 10' van figuur 9 geldt ook voor wandelementen 10, 10' in figuur 10.
Figuur 11 illustreert nog een andere variant van een meerwandige koepelinrichting. De meerwandige koepelinrichting van figuur 11 omvat een eerste wandelement 20 met een eerste vlak 11 en een tweede vlak 12, een tweede wandelement 20 met een eerste vlak 21 en een tweede vlak
2018/5416
BE2018/5416
22, en een afstandhouder 30. De afstandhouder 30 bevindt zich tussen het tweede vlak 22 van het tweede wandelement 20 en het eerste vlak 11 van het eerste wandelement 10. Een omtreksdeel (waarvan slechts één zijde 41 is getoond) van het samenstel 40 gevormd door het eerste en tweede wandelement 10, 20 en de afstandhouder 30, is voorzien van een dichtingsmateriaal 80. Het dichtingsmateriaal 80 strekt zich uit vanaf een eerste vlak 21 van het tweede wandelement 20 tot een tweede vlak 12 van het eerste wandelement 10, en verder tussen het tweede vlak 22 van het tweede wandelement 20 en de eerste zijde 11 van het eerste wandelement 10, tot tegen de afstandhouder 30. Het dichtingsmateriaal 80 strekt zich uit langs de volledige omtrek van de koepelinrichting zodanig dat het dichtingsmateriaal 80 een afdichtingskader vormt voor het samenstel 40. In het dichtingsmateriaal 80 kunnen één of meer inzetstukken opgenomen zijn. In de variant van figuur 11 is een scharnier 75 en een stel elektrische draden 76 opgenomen in het dichtingsmateriaal 80. De elektrische draden 76 kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor het voeden van verlichtingselementen en/of van andere elektronische componenten zoals sensoren. Met behulp van het scharnier 75 kan de meerwandige koepelinrichting scharnierend bevestigd worden.
De vakman begrijpt dat vele varianten denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding dat enkel bepaald wordt door de hiernavolgende conclusies.

Claims (21)

  1. BE2018/5416 Conclusies
    1. Werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting, omvattende:
    - het voorzien van ten minste twee wandelementen (10, 20, 20') met elk een eerste vlak (11, 21, 21') en tweede vlak (12, 22, 22'); welke bedoeld zijn om ten minste met een omtreksdeel (15, 25, 25') evenwijdig aan elkaar geplaatst te worden;
    - het, met behulp van een eerste mal (100), aanbrengen van een eerste uithardbaar materiaal op het omtreksdeel, op het eerste vlak en/of op het tweede vlak, van de ten minste twee wandelementen, zodanig dat, na het evenwijdig aan elkaar plaatsen van de ten minste twee wandelementen, tussen elk paar naast elkaar gelegen wandelementen daarvan een afstandhouder (30, 30') wordt gevormd die gehecht is aan een wandelement daarvan;
    - het met hun omtreksdelen evenwijdig aan elkaar aanbrengen van de ten minste twee wandelementen ter vorming een meerwandig samenstel, in een tweede mal (200), en zodanig dat een ruimte (R) wordt gevormd die begrensd is door ten minste de tweede mal en de één of meer afstandhouders;
    - het aanbrengen van een tweede uithardbaar materiaal in de genoemde ruimte, zodanig dat het tweede uithardbaar materiaal zich uitstrekt langs de omtrek van het meerwandig samenstel, en na uitharden gehecht is aan de ten minste twee wandelementen.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het eerste en het tweede uithardbaar materiaal in hoofdzaak identiek zijn.
  3. 3. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste uithardbaar materiaal drukloos wordt aangebracht.
  4. 4. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij de eerste mal (100) voorzien is van een flexibel deel (121) dat ingericht is om zich uit te strekken in een omtreksrichting van het omtreksdeel; waarbij het drukloos aanbrengen gebeurt door een injectiestuk (130) te bewegen langs het flexibel deel in de omtreksrichting.
  5. 5. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het tweede uithardbaar materiaal drukloos wordt aangebracht.
  6. 6. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij de tweede mal (200) voorzien is van een flexibel deel (221) dat zich uitstrekt in een omtreksrichting van het meerwandig samenstel;
    2018/5416
    BE2018/5416 waarbij het drukloos aanbrengen gebeurt door een injectiestuk (230) te bewegen langs het flexibel deel.
  7. 7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste mal (100) ingericht is om telkens een afstandhouder (30, 30') te vormen met een doorlopende flexibele lip (31) die omgebogen wordt bij het evenwijdig aan elkaar plaatsen van elk paar naast elkaar gelegen wandelementen.
  8. 8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste mal (100) ingericht is om een afstandhouder te vormen die, gezien in een doorsnede in een richting loodrecht op de omtreksrichting van het omtreksdeel, een eerste deel (35) heeft dat in hoofdzaak trapeziumvormig of rechthoekig is en met een eerste zijde gehecht (36) is aan een wandelement, en een tweede deel (31, 31') heeft dat uitsteekt ten opzichte van het eerste deel vanaf een tweede zijde (37) tegenover de eerste zijde van het eerste deel.
  9. 9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en/of het tweede uithardbaar materiaal bij het aanbrengen een dynamische viscositeit heeft, gemeten bij een afschuifsnelheid van 1/s, die kleiner is dan 35000 mPa.s.
  10. 10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en/of het tweede uithardbaar materiaal een uithardbare polymeersamenstelling, bijvoorbeeld een PUR materiaal, is.
  11. 11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede mal een eerste langwerpig maldeel (210) en een in hoofdzaak evenwijdig tweede langwerpig maldeel (220) omvat, en ten minste één van het eerste en het tweede maldeel voorzien is van een flexibele lip (221) voor het afsluiten van een ruimte tussen het eerste maldeel en het tweede maldeel.
  12. 12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk wandelement een veelhoekige omtrek heeft, en het evenwijdig aan elkaar aanbrengen van de ten minste twee wandelementen resulteert in een veelhoekig samenstel (50).
  13. 13. Werkwijze volgens de voorgaande conclusies, waarbij de eerste mal voorzien wordt langs een eerste zijde van een veelhoekig wandelement, waarna een injectiestap uitgevoerd wordt voor het injecteren van eerste uithardbaar materiaal, waarna het veelhoekig wandelement wordt gedraaid en een tweede zijde van het veelhoekig wandelement in de eerste mal wordt geplaatst, en de
    2018/5416
    BE2018/5416 injectiestap wordt herhaald langs de tweede zijde, waarna deze stappen worden herhaald voor elke volgende zijde van het veelhoekig wandelement.
  14. 14. Werkwijze volgens de conclusie 12 of 13, waarbij de tweede mal voorzien wordt langs een eerste zijde (51) van het veelhoekig samenstel (50), waarna een injectiestap uitgevoerd wordt voor het injecteren van tweede uithardbaar materiaal, waarna het veelhoekig samenstel wordt gedraaid en een tweede zijde (52) van het veelhoekig samenstel in de tweede mal wordt geplaatst, en de injectiestap wordt herhaald langs de tweede zijde (52), waarna deze stappen worden herhaald voor elke volgende zijde van het veelhoekig samenstel (50).
  15. 15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk wandelement een in hoofdzaak rechthoekige omtrek heeft.
  16. 16. Werkwijze volgens één der conclusies 1-11, waarbij elk wandelement een ronde omtrek heeft, zodanig dat een rond samenstel (60) wordt gevormd door de ten minste twee wandelementen.
  17. 17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk wandelement (10, 20, 20') één van de volgende is: een glasplaat, een glaskoepel, een kunststofplaat zoals een polycarbonaatplaat, een kunststofkoepel zoals een polycarbonaatkoepel.
  18. 18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een eerste wandelement (10) van de ten minste twee wandelementen een plaat is en een tweede wandelement (20) een koepel is.
  19. 19. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk wandelement in hoofdzaak dezelfde omtrek heeft.
  20. 20. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een gas G geïnjecteerd worden tussen aangrenzende wandelementen van de ten minste twee wandelementen.
  21. 21. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in de tweede mal één of meer inzetstukken zijn opgenomen, bij voorkeur één of meer van de volgende inzetstukken: een sensor, zoals een regendetector (73), een ventilatie-onderdeel, een verlichtingselement, een beugel (74), een scharnier (75), een inschroef-inzetstuk (71), één of meer kabels of draden (76).
BE20185416A 2018-06-19 2018-06-19 Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting BE1026397B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185416A BE1026397B1 (nl) 2018-06-19 2018-06-19 Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting
EP19180968.0A EP3584385B1 (en) 2018-06-19 2019-06-18 Improved method for manufacturing a multi-walled module, especially a multi-walled roof device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185416A BE1026397B1 (nl) 2018-06-19 2018-06-19 Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026397A1 BE1026397A1 (nl) 2020-01-21
BE1026397B1 true BE1026397B1 (nl) 2020-01-30

Family

ID=62845905

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185416A BE1026397B1 (nl) 2018-06-19 2018-06-19 Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3584385B1 (nl)
BE (1) BE1026397B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2578575A1 (fr) * 1985-03-11 1986-09-12 Libbey Owens Ford Co Vitrage multiple enrobe et son procede de fabrication
EP0236211A1 (fr) * 1986-02-20 1987-09-09 Saint-Gobain Vitrage International Vitrage multiple, procédé d'obtention et dispositif pour la mise en oeuvre de ce procédé
US8833010B1 (en) * 2013-03-14 2014-09-16 Kenneth L Schlabach Skylight assembly

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1019311A4 (nl) 2011-03-18 2012-05-08 Plastics Nv Ag Profielsamenstel voor een daklichtelement.
BE1020769A3 (nl) 2012-06-29 2014-04-01 Rik Glorieux Koepelinrichting met meerdere koepelschalen.
EP2799201B1 (en) 2013-04-30 2015-11-18 Webasto SE Method and mould for producing a panel assembly

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2578575A1 (fr) * 1985-03-11 1986-09-12 Libbey Owens Ford Co Vitrage multiple enrobe et son procede de fabrication
EP0236211A1 (fr) * 1986-02-20 1987-09-09 Saint-Gobain Vitrage International Vitrage multiple, procédé d'obtention et dispositif pour la mise en oeuvre de ce procédé
US8833010B1 (en) * 2013-03-14 2014-09-16 Kenneth L Schlabach Skylight assembly

Also Published As

Publication number Publication date
EP3584385C0 (en) 2024-02-28
EP3584385A1 (en) 2019-12-25
BE1026397A1 (nl) 2020-01-21
EP3584385B1 (en) 2024-02-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3460160B1 (en) Method for manufacturing a multiwalled device, in particular a multiwalled roof device
US9586461B2 (en) Light-adjusting-panel structure
CN108025625B (zh) 背门的塑料玻璃表面
MXPA06010558A (es) Junta estanca.
CN1964861A (zh) 具有玻璃板及碎片防护件的用于封闭汽车窗口的装置
CN1620373A (zh) 在复制模制的塑料部件中可以结合有刚性元件的窗玻璃
KR20140142633A (ko) 커버 윈도우 및 이의 제조방법
CN104464522B (zh) 显示器模块
EP3370947B1 (en) Lamination method of substrates and product prepared thereby
JP2011500406A (ja) 車両用パネル部品及びパネル部品の製造方法
US20150375604A1 (en) Damping and stiffening of a vehicle body panel
BE1026397B1 (nl) Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting
BE1025566B1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige inrichting, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting
BE1026789B1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige inrichting, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting
BE1027870B1 (nl) Verbeterde werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module, in het bijzonder een meerwandige dakinrichting
CN103402798A (zh) 粘结窗和零件组件
BE1027925B1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een meerwandige module
EP3075584B1 (en) Automotive plastic panel
US11124129B2 (en) Display module
BE1029226B1 (nl) Dakelement en/of opstand met dichting
CN103155424A (zh) 制造用于机动车辆的控制接口的方法
BE1025315B1 (nl) Koepelinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan
CN115107888A (zh) 前盖结构以及车辆
CN1494476A (zh) 给固体装备表面层和粘膜的方法及按该方法制成的固体
CN103153680A (zh) 机动车辆控制接口和对应的制造方法

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200130

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220630